de brief aan de Romeinen studie 8 16 januari 2018 Hendrik Ido Ambacht

Romeinen 3 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is de baat van de besnijdenis?

Romeinen 3 2 Veel, in elk opzicht. Want, in de eerste plaats, dit, dat aan hen de gezegden van God werden toevertrouwd.

Psalm 147 19 Hij vertelt Zijn woorden aan Jakob, Zijn statuten en Zijn verordeningen aan Israël. 20 Hij deed zo niet aan enige natie en Zijn verordeningen kennen zij helemaal niet. Hallelujah!

Romeinen 3 3 Want wat is het geval indien sommigen niet geloven? Zal hun ongeloof soms de betrouwbaarheid van God te niet doen?

Romeinen 3 4 Moge het niet gebeuren! Maar laat het zijn: God is waarheidsgetrouw en ieder mens een leugenaar, zoals er geschreven staat: Zodat u gerechtvaardigd zal worden in uw woorden; en: u zal overwinnen wanneer u geoordeeld wordt.

Romeinen 3 5 Maar indien onze onrechtvaardigheid Gods rechtvaardigheid staaft, wat zullen wij dan uitspreken? Is God, die de boosheid opbrengt - ik zeg dit naar de mens - soms onrechtvaardig?

Romeinen 3 6 Moge het niet gebeuren! Hoe zal God anders de wereld oordelen? 7 Maar indien de waarheid van God door mijn gelieg overvloedig is tot zijn heerlijkheid, waarom word ik dan nog als zondaar geoordeeld?

Romeinen 3 6 Moge het niet gebeuren! Hoe zal God anders de wereld oordelen? 7 Maar indien de waarheid van God door mijn gelieg overvloedig is tot zijn heerlijkheid, waarom word ik dan nog als zondaar geoordeeld?

Romeinen 3 8 En het is toch niet - zoals wij worden gelasterd en sommigen met nadruk zeggen, dat wij zeggen: Laten wij de kwade dingen doen, opdat de goede dingen zullen komen - ? Het oordeel over dezen is terecht.

Romeinen 3 9 Wat dan? Zijn wij bevoorrecht? Volstrekt niet! Want wij beschuldigen tevoren zowel Joden als Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn,

Romeinen 3 10 zoals er geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, zelfs niet één. 11 Er is niemand die begrijpt. Er is niemand die op zoek is naar God. 12 Allen vermijden zij Hem, tegelijkertijd werden zij onbruikbaar. Er is niemand, die vriendelijkheid doet, zelfs niet één.

Romeinen 3 10 zoals er geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, zelfs niet één. 11 Er is niemand die begrijpt. Er is niemand die op zoek is naar God. 12 Allen vermijden zij Hem, tegelijkertijd werden zij onbruikbaar. Er is niemand, die vriendelijkheid doet, zelfs niet één.

Romeinen 3 10 zoals er geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, zelfs niet één. 11 Er is niemand die begrijpt. Er is niemand die op zoek is naar God. 12 Allen vermijden zij Hem, tegelijkertijd werden zij onbruikbaar. Er is niemand, die vriendelijkheid doet, zelfs niet één.

Romeinen 3 13 Hun keel is een geopend graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. 14 Hun mond is boordevol verwensing en bitterheid. 15 Hun voeten zijn scherp om bloed te vergieten. 16 Verbrijzeling en diep ongeluk zijn op hun wegen, 17 en de weg van vrede kennen zij niet. 18 Er is geen vrees voor God voor hun ogen.

Romeinen 3 13 Hun keel is een geopend graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. 14 Hun mond is boordevol verwensing en bitterheid. 15 Hun voeten zijn scherp om bloed te vergieten. 16 Verbrijzeling en diep ongeluk zijn op hun wegen, 17 en de weg van vrede kennen zij niet. 18 Er is geen vrees voor God voor hun ogen.

Romeinen 3 13 Hun keel is een geopend graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. 14 Hun mond is boordevol verwensing en bitterheid. 15 Hun voeten zijn scherp om bloed te vergieten. 16 Verbrijzeling en diep ongeluk zijn op hun wegen, 17 en de weg van vrede kennen zij niet. 18 Er is geen vrees voor God voor hun ogen.

Romeinen 3 13 Hun keel is een geopend graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. 14 Hun mond is boordevol verwensing en bitterheid. 15 Hun voeten zijn scherp om bloed te vergieten. 16 Verbrijzeling en diep ongeluk zijn op hun wegen, 17 en de weg van vrede kennen zij niet. 18 Er is geen vrees voor God voor hun ogen.

Romeinen 3 13 Hun keel is een geopend graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. 14 Hun mond is boordevol verwensing en bitterheid. 15 Hun voeten zijn scherp om bloed te vergieten. 16 Verbrijzeling en diep ongeluk zijn op hun wegen, 17 en de weg van vrede kennen zij niet. 18 Er is geen vrees voor God voor hun ogen.

Romeinen 3 13 Hun keel is een geopend graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. 14 Hun mond is boordevol verwensing en bitterheid. 15 Hun voeten zijn scherp om bloed te vergieten. 16 Verbrijzeling en diep ongeluk zijn op hun wegen, 17 en de weg van vrede kennen zij niet. 18 Er is geen vrees voor God voor hun ogen.

Romeinen 3 19 Nu weten wij, dat de wet, bij alles wat zij zegt, tot hèn spreekt, die onder de wet zijn, opdat elke mond versperd wordt, en de gehele wereld onder de rechtspraak van God komt,

Romeinen 3 20 omdat uit werken van de wet geen enkel vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want door de wet is er besef van zonde.

Romeinen 3 21 Maar nú, los van de wet, is een rechtvaardigheid van God openbaar gemaakt, waarvan de wet en de profeten getuigen, 22 een rechtvaardigheid van God, echter, door het geloof van Jezus Christus, voor allen, en op allen die geloven, want er is geen onderscheid, 23 want allen zondigden en hebben tekort aan de heerlijkheid van God, 24 en worden - om niet - gerechtvaardigd in zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is.