de brief aan de Romeinen studie 5 5 december 2017 Hendrik Ido Ambacht
Romeinen 1 16 Want ik schaam mij niet voor het goede bericht, want het is Gods macht tot redding voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. 17 Want Gods rechtvaardigheid wordt daarin onthuld uit geloof tot geloof, zoals het geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven.
Romeinen 1 16 Want ik schaam mij niet voor het goede bericht, want het is Gods macht tot redding voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. 17 Want Gods rechtvaardigheid wordt daarin onthuld uit geloof tot geloof, zoals het geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven.
Romeinen 1 18 Want Gods boosheid wordt onthuld van de hemel over alle oneerbiedigheid en onrechtvaardigheid van mensen, die de waarheid in onrechtvaardigheid ten onder houden,
Romeinen 1 19 omdat namelijk dat wat van God bekend is in hun midden openbaar is, want God maakt het aan hen openbaar.
Romeinen 1 20 Want wat van Hem onzichtbaar is, zijn onwaarneembare macht en goddelijkheid, wordt vanaf de schepping van de wereld doorzien, omdat het verstaan wordt in zijn maaksels, zodat zij niet te verdedigen zijn.
Romeinen 1 20 Want wat van Hem onzichtbaar is, zijn onwaarneembare macht en goddelijkheid, wordt vanaf de schepping van de wereld doorzien, omdat het verstaan wordt in zijn maaksels, zodat zij niet te verdedigen zijn. Schepper = mannelijk schepping = vrouwelijk
Romeinen 1 21 Want terwijl zij God kennen, verheerlijken of danken zij Hem niet als God, maar zij werden zinloos gemaakt in hun redeneringen en hun onintelligente hart wordt duister gemaakt.
22 Terwijl zij beweren wijs te zijn, worden zij dom gemaakt, Romeinen 1 22 Terwijl zij beweren wijs te zijn, worden zij dom gemaakt, 23 en zij veranderen de heerlijkheid van de onvergankelijke God in een gelijkenis van een afbeelding van een vergankelijk mens, van vliegende schepsels, van viervoeters en van kruipende dieren. Vgl: 1 Korinthe 1
1 Korinthe 1 17 Want Christus vaardigt mij niet af om te dopen, maar om het goede bericht te brengen, niet met wijsheid van woorden, opdat niet het kruis van Christus leeg gemaakt zal worden. 18 Want het woord van het kruis is domheid voor hen, die verloren gaan, maar voor ons, die gered worden, is het de macht van God. 19 Want er staat geschreven: Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen, en het inzicht van de intelligenten zal Ik afwijzen.
1 Korinthe 1 20 Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de discussiëerder van deze aeon? Maakt God niet de wijsheid van deze wereld dom? 21 Want omdat de wereld in de wijsheid van God door haar wijsheid God niet kende, heeft God een welbehagen om door middel van de domheid van de proclamatie hen te redden, die geloven. 22 Want Joden verzoeken tekenen en Grieken zoeken wijsheid, 23 maar wij proclameren een gekruisigde Christus, voor Joden een valstrik en voor de natiën domheid.
1 Korinthe 1 24 Echter voor hen, die geroepen zijn, Joden en Grieken, proclameren wij Christus, de macht van God en de wijsheid van God. 25 Want het domme van God is wijzer dan de mensen, en het zwakke van God is sterker dan de mensen. 26 Want kijk naar jullie roeping, broeders: niet vele wijzen naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen.
1 Korinthe 1 27 Maar God kiest het domme van de wereld uit, om de wijzen te schande te maken, en God kiest het zwakke van de wereld uit, om het sterke te schande te maken, 28 en God kiest het onedele van de wereld uit, en het geminachte, en dat, wat niets is, opdat Hij dat, wat is, af zou danken, 29 zodat geen enkel vlees zich zal beroemen voor God.
1 Korinthe 1 30 En uit Hem is het, dat jullie in Christus Jezus zijn, die van God wijsheid voor ons werd, en rechtvaardigheid, en heiliging, en verlossing, 31 opdat het zal zijn, zoals er geschreven staat: Wie roemt, laat hij roemen in de Heer!
Romeinen 1 22 Terwijl zij beweren wijs te zijn, worden zij dom gemaakt, 23 en zij veranderen de heerlijkheid van de onvergankelijke God in een gelijkenis van een afbeelding van een vergankelijk mens, van vliegende schepsels, van viervoeters en van kruipende dieren.
Romeinen 1 24 Daarom levert God hen in de begeerten van hun harten over aan onreinheid, zodat in hun midden het lichaam onteerd wordt.
Romeinen 1 25 Zij vervangen de waarheid van God door de leugen en worden eerbiedig vereerd, en zij dienen de schepping naast de Schepper, Hij, die gezegend is tot in de aeonen. Amen!
Romeinen 1 26 Vanwege dit levert God hen over aan oneervolle hartstochten. Want hun vrouwen vervangen de door de natuur bepaalde gebruikmaking door dat wat naast de natuur is.
Romeinen 1 27 Evenzo werden de mannen, die de door de natuur bepaalde gebruikmaking van de vrouw loslaten, ontbrand in hun hunkering naar elkaar, mannen met mannen die de onfatsoenlijkheid bewerken, die ook de vergelding die bindend was voor hun dwaling in zichzelf terugkrijgen.
Romeinen 1 28 En zoals zij God niet toetsen om Hem te erkennen, levert God hen over aan een ondeugdelijk denken om te doen wat niet behoort:
Romeinen 1 29 vervuld van alle onrechtvaardigheid, boosaardigheid, kwaadaardigheid, hebzucht, barstensvol afgunst, moord, ruzie, bedrog, kwaadwillendheid, fluisteraars, 30 ten nadele sprekers, verafschuwers van God, beledigers, hoogmoedigen, arroganten, uitvinders van kwade zaken, ongezeglijk aan hun ouders,
Romeinen 1 29 vervuld van alle onrechtvaardigheid, boosaardigheid, kwaadaardigheid, hebzucht, barstensvol afgunst, moord, ruzie, bedrog, kwaadwillendheid, fluisteraars, 30 ten nadele sprekers, verafschuwers van God, beledigers, hoogmoedigen, arroganten, uitvinders van kwade zaken, ongezeglijk aan hun ouders,
Romeinen 1 31 onintelligent, onbetrouwbaar, zonder natuurlijke genegenheid, onverzoenlijk en zonder ontferming.
Romeinen 1 32 Zij beseffen het rechtvaardige statuut van God, dat zij, die zulke dingen verrichten, de dood waardig zijn, en zij doen ze niet alleen zelf, maar geven ook hun goedkeuring aan hen, die ze verrichten.
4 Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: Psalm 27 4 Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel.