Cursus 2.1 Wat hebben mensen nodig? Klas 1 KGT Lesweek 1 Mens en Maatschappij Cursus 2.1 Wat hebben mensen nodig? Klas 1 KGT Lesweek 1 Blz. 50 in het handboek.
Planning: Eventueel zelf aanpassen naar eigen planning indien je dit wil gebruiken. Lesweek 1, 5 Oktober : Cursus 2.1 Lesweek 2, 12 Oktober : Cursus 2.4 Lesweek 3: 19 Oktober : Cursus 2.2 Lesweek 4: 26 Oktober : Cursus 2.3 Lesweek 5: 3 November : Hoofdstuktoets cursus 1 tm 4 Vertraagde Week : P3 10 November : Cursus 3.1
Hoofdstuk 2: Arm en Rijk Cursus 2.1 Wat hebben mensen nodig? Cursus 2.2 Het leven van de eerste mensen Cursus 2.3 Het leven van de eerste boeren Cursus 2.4 Welk werk kun je doen?
Wat ga ik vandaag leren: Ik kan in eigen woorden uitleggen hoe inkomsten en uitgaven werken en kan hier een voorbeeld van mijzelf bij geven. Ik kan 3 voorbeelden van basisbehoeften geven die ik zelf heb en deze vergelijken met basisbehoeften in andere landen. Ik kan uitleggen waarom sommige landen rijker zijn dan andere en kan uitleggen wat de woorden economie en budget hiermee te maken hebben. Je leert de volgende begrippen: Basisbehoefte, Uitgaven, Inkomsten, Economie, Levensomstandigheden en Armoede, en kan deze ook in eigen woorden uitleggen.
Wat hebben mensen nodig? 1950 – Nu Basisbehoeften zijn dingen die mensen nodig hebben om te leven. Welke basisbehoeften heb jij allemaal? Voorbeelden zijn: Kleding, eten, gezondheidszorg (arts of ziekenhuis) , huis of onderwijs Iedereen heeft deze basisbehoeften maar niet iedereen heeft er evenveel van. In Afrika is de gezondheidszorg bijvoorbeeld veel minder dan in Nederland.
Secundaire Behoeften 1950 – Nu In Nederland hebben de meeste mensen zoveel geld dat wij ook vaak geld uit kunnen geven aan dingen die wij nog niet nodig hebben. Bijvoorbeeld Games of Merk kleiding. Dit noem je Secundaire Behoeften. Andere landen hebben het slechter. Zij kunnen bijvoorbeeld niet in hun basisbehoefte voorzien. Zij hebben geld nodig van andere landen om goed voor de mensen in hun land te kunnen zorgen. Dit soort landen noem je ontwikkelingslanden.
Rijkdom en Armoede 1950 – Nu Het ene land is namelijk rijker dan het andere. Wanneer is een land rijk of arm? Dit verschilt met wat jij arm of rijk vind. Maar we kunnen afspreken dat een land dat aan de basisbehoeften van de bevolking kan voldoen, rijk is. Als je geen geld hebt voor je basisbehoeften dan ben je arm. Je leeft dan in slechte levensomstandigheden.
Verschillen tussen landen 1950 – Nu In sommige landen zijn er ook verschillen tussen Arm en Rijk in het land zelf. Hier is een grote groep armen(massa) en een kleine groep rijken(elite)
Economie 1950 – Nu Als wij het hebben over rijkdom, armoede, eigenlijk alles wat met geld te maken heeft dan hebben wij het over de Economie. Economie kan gaan over landen maar ook over het geld dat mensen zoals jij en ik hebben. Wij hebben het dan over het geld waarmee jij dingen koopt (uitgaven) En het geld dat jij verdient (inkomsten)
Inkomsten en Uitgaven 1950 – Nu Om geld uit te kunnen geven heb je inkomsten nodig. Geld dat wordt gebruik om dingen mee te kopen zijn je uitgaven. Wat voor uitgaven heb jij?
Samengevat: Basisbehoeften zijn dingen die mensen nodig hebben om te leven. Als je geen geld hebt voor je basisbehoeften dan ben je arm. Je leeft dan in slechte levensomstandigheden. Om geld uit te kunnen geven heb je inkomsten nodig. Geld dat wordt gebruik om dingen mee te kopen zijn je uitgaven. Als wij het hebben over rijkdom, armoede, eigenlijk alles wat met geld te maken heeft dan hebben wij het over de Economie. In sommige landen zijn er ook verschillen tussen Arm en Rijk in het land zelf. Hier is een grote groep armen(massa) en een kleine groep rijken(elite)