Eindpresentatie module 5 Pedagogische tact Suzanne Vlug
Ik wil de groepsfases van kees van Overveld beter (h)erkennen en tijd maken om hier actief en bewust aan te werken. Boek gelezen Regels & routines opgeschreven met parallel Je hanteert een prettige, werkbare en efficiënte manier van klassenmanagement. Waarbij de afspraken en regels voor alle betrokkenen helder zijn (ouders, leerlingen, collega’s). Planning gemaakt Elke week een activiteit Je zet bewust strategieën in om leerlingen meer zelfstandig te maken. Kleine kring bespreken activiteit Je bespreekt met leerlingen de sfeer in de groep en de omgang met elkaar; Je brengt leerlingen tot (top‐) prestaties door stelselmatig terug te koppelen, samen met hen oorzaken van successen en falen na te gaan, mogelijkheden tot verbetering te onderzoeken, aan wijzigingen te geven en oefeningen aan te bieden. Coöperatieve werkvormen
Hoe zorg ik dat ik niet geïrriteerd raak of boos word op kinderen maar dat ik kan zien en bieden wat zij nodig hebben? Kinderen zijn niet lastig. Kinderen zijn verschillend, dat is lastig. Levenslijnen; normen & waarden, oordeelvrij Beeldbegeleiding; kernreflectie Beeldbegeleiding met ib’er; kleine dingen Gesprek met Nicole Wouters; ze doen het niet expres Je bent in staat om te observeren met pedagogische oren en ogen. Je bent in staat om de behoeftes en de mogelijkheden van ieder kind te ‘zien’ en te ‘horen’. Door te handelen met pedagogische tact!
Persoonlijk werkconcept pedagogische tact Oordeelvrij zijn, écht luisteren, altijd positief blijven, het allerbeste in een kind kunnen zien en onmiddellijk de juiste keuze maken. Relatie, competentie & autonomie Complimenten geven, écht contact, voorspelbaar zijn, moment met elk kind, oordeelvrij & geduld hebben, ik-boodschap & beschrijvend praten, ondergrens bewaken & bovengrens open laten, coöperatief & samenwerken en verantwoordelijkheid bij het kind. Je durft jezelf kwetsbaar op te stellen en je naast de leerling te plaatsen.
Beeldbegeleiding + delen team Je werkt vanuit een empatische houding aan leerlingengedrag. Je ziet en bespreekt dit leerlinggedrag met de groep en met individuele leerlingen; Je bent in staat om te observeren met pedagogische oren en ogen