Toepassingsgebied project-milieueffectrapportage
Korte Inhoud Overzicht juridisch relevante bepalingen Overzicht rubrieken uit besluit 10 december 2004 Naar een uitvoeringsbesluit voor het toepassingsgebied project-m.e.r. Het besluit geanalyseerd Enkele rubrieksgroepen onder de loep genomen Dieren/Afval/Chemie/Waterbeheer Besluit 10 december Vergelijking EU-richtlijn Vergelijking besluiten 1989 Begrippen Veranderingen
I. Juridisch Relevante bepalingen Europese richtlijn inzake projectmilieu-effectrapportage 85/337/EG (wijzigingen 97/11/EG en 2003/35/EG) Decreet inzake milieueffect- en veiligheidsrapportage van 18 december 2002 (BS 13 februari 2003) Besluit van 10 december 2004 met toepassingsgebied project-m.e.r. (BS 17 februari 2005)
Decreet inzake milieueffect- en veiligheidsrapportage van 18/12/2002 Hoofdstuk III, afdeling I: Toepassingsgebied De lijsten * Steeds MER (ook bij hervergunning) (artikel 4.3.2.§1) * Al dan niet MER (ook bij hervergunning) (artikel 4.3.2.§2) * Veranderingen (artikel 4.3.2.§3) * Selectiecriteria: die van bijlage II
Decreet inzake milieueffect- en veiligheidsrapportage van 18/12/2002 Aanknoping naar motivatie ontheffing (artikel 4.3.3. §3): enkel voor bijlage I !! * Of op basis van een vroeger (plan- of project)MER: herhaling, voortzetting of alternatief; * Of zonder voorgaand MER. Inhoud (artikel 4.3.3. §4)
Besluit van 10 december 2004 met toepassingsgebied project-m.e.r. Definities (artikel 1) Toepassingsgebied: omschrijvende bepalingen (artikel 2) Opheffing artikels besluiten 1989 en één overgangsbepaling voor een beperkt aantal projecten (artikel 3) Bijlagen I en II: de lijsten
II. OVERZICHT RUBRIEKEN BIJLAGE I EN II Naar een uitvoeringsbesluit voor het toepassingsgebied project-m.e.r. Resultaat van: *Expertise Cel Mer, andere administraties obv praktijk sinds 1989 Binnen werkgroepen (in functie van CEM, TOM, Kruispunten-LIN, stuurgroep Technumstudie). *Vergelijkend onderzoek Andere lidstaten Andere wetgeving (IPPC, Verdrag van Aarhus, Vlarem)
Naar een uitvoeringsbesluit voor het toepassings- gebied project-m. e Naar een uitvoeringsbesluit voor het toepassings- gebied project-m.e.r. Resultaat van: (vervolg) *Overleg doelgroepen Plenair - Commissie Evaluatie Milieu-uitvoeringsreglementering (CEM)(eindverslag mei 1998): eerste integrale tekstvoorstellen als basis voor verdere studie, verfijning, overleg. -Technumstudie Criteriumset screening mer (september 1999) -Technisch Overleg Milieureglementering (januari 2003) -Kruispuntencommissie LIN (mei 2003) Bilateraal: - Agoria (Fabrimetal) (voorjaar 2001) - Fevia (zomer 2003)nagaan data - VEV (zomer 2003)nagaan data …
Naar een uitvoeringsbesluit voor het toepassings-gebied project-m.e.r. Resultaat van: (vervolg) * Politiek overleg naar een ontwerp uitvoeringsbesluit (integrale versie)(voorjaar 2004). naar een uitvoeringsbesluit met toepassingsgebied project-mer 10 december 2004.
Het Besluit geanalyseerd… Nazicht obv nota regering * Correcte omzetting EU-Richtlijn: Zo nauw mogelijk aanleunen bij de bepalingen van de richtlijn: Bijlage I en II + redactionele opbouw cfr richtlijn Bijlage I overname richtlijn: geen inperking toegelaten Bijlage II als basis, gebruik maken van criteria en drempelwaarden, herformulering naar Vlaamse context Allemaal ‘verticale’ rubrieken, behalve rubriek 26 in bijlage I en rubrieken 13 en 14 in bijlage II (‘horizontaal’ met name snijdend doorheen overige rubrieken van bijlage I of van bijlage I en II ) = “catch all” formulering Extra rubrieken buiten bijlage I en II: beperkt Na advies Raad van State: ‘nucleaire’ rubrieken toegevoegd en artikel 2, §5
Het Besluit geanalyseerd… * De definities: de productiecapaciteit: de jaarlijkse of dagelijkse effectieve productiecapaciteit van de installaties, rekening houdend met onder andere de eigenschappen van de inrichtingen zoals de opslagcapaciteiten, de werkuren, het aantal werknemers, de werkregeling (personeelsbezetting) en rekening houdend met de bij de vergunning aan te vragen capaciteit;
Het Besluit geanalyseerd… bijzonder beschermde gebieden: -Europese beschermingszones -Ramsargebieden -duingebieden -’groene’ bestemmingen -beschermd landschap, stads- of dorpsgezicht, monument of archeologische zone -waterwingebieden -vlaams ecologisch netwerk -erfgoedlandschappen
Het Besluit geanalyseerd… * Zowel voor projecten onder bijlage I als bijlage II geldt: een milieueffectrapport opstellen MAAR voor bijlage II-projecten kan een ontheffing worden verleend MITS de initiatiefnemer aantoont dat er van zijn project geen aanzienlijke milieugevolgen zijn te verwachten.
Het Besluit geanalyseerd… * (Potentiële) Knelpunten (deels eigen aan de richtlijn): Gebrek aan consistentie in structuur tussen bijlage I en II; Interpretatieproblematiek is praktijkgericht op te lossen (Europa heeft het laatste woord) Veranderingen zeer algemeen/ onduidelijk omschreven via rubriek 13 in bijlage II Sluipend gevaar ingeval van EU-klacht voor bijlage II activiteiten.
Dieren Enkele rubrieksgroepen onder de loep genomen: Besluit 10 december Uit Bijlage I: 4 rubrieken: I, 21 Installaties voor intensieve pluimvee- of varkens-houderij met meer dan: a) 85.000 plaatsen voor mesthoenders (ander gevogelte dan legkippen); of b) 60 000 plaatsen voor hennen (legkippen); of c) 3.000 plaatsen voor mestvarkens (van meer dan 20 kg); of d) 900 plaatsen voor zeugen. Steeds in combinatie met I, 26
Dieren (vervolg) Uit Bijlage II: 9 rubrieken + veranderingen II, 1 Landbouw, bosbouw en aquacultuur e) Intensieve veeteeltbedrijven: Stal met 60.000 tot 85.000 plaatsen voor ander gevogelte dan legkippen of met 40.000 tot 60.000 plaatsen voor legkippen, en geheel of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan "agrarisch gebied in de ruime zin". Stal met 2.000 tot 3.000 plaatsen voor varkens andere dan zeugen en geheel of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan "agrarisch gebied in de ruime zin". Stal met 2.500 plaatsen of meer voor mestkalveren.
Dieren (vervolg) vervolg II, e) Intensieve veeteeltbedrijven Stal met 1.000 tot 2.500 plaatsen voor mestkalveren en geheel of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan "agrarisch gebied in de ruime zin". Gemengde inrichting voor gevogelte als de verhouding van het aantal plaatsen voor legkippen t.o.v. de drempel 60.000 + het aantal plaatsen voor ander gevogelte dan legkippen, struisvogels of struisvogelachtigen t.o.v. de drempel /85.000 groter dan 1 is. Gemengde inrichting voor varkens van meer dan 20 kg als de verhouding van het aantal plaatsen voor zeugen t.o.v. de drempel van 900 + het aantal plaatsen voor varkens andere dan zeugen t.o.v. de drempel van 3.000 groter dan 1 is. Stal met 1.000 plaatsen of meer voor struisvogels en struisvogelachtigen.
Dieren (vervolg) Uit Bijlage II: 9 rubrieken + veranderingen II, 11, Andere projecten k) Inrichtingen bestemd voor de destructie van kadavers. l) Installaties voor mestbewerking of –verwerking met een verwerkingscapaciteit van 100.000 ton of meer dierlijke mest per jaar. Steeds in combinatie met II, 13
Dieren (vervolg) Vergelijking EU-richtlijn Bijlage I: overname uit EU-richtlijn Bijlage II: drempels toegevoegd (EU stelt Intensieve veeteeltbedrijven(voor zover niet in bijlage I opgenomen); gemengde veeteeltbedrijven 2 extra rubrieken: mestbewerking of –verwerking en struisvogelachtigen
Enkel voor bijlage II en zeer beperkt: Zijn er voor het ganse besluit veel extra rubrieken t.o.v. de Richtlijn? Enkel voor bijlage II en zeer beperkt: Brede maatschappelijke consensus Milieugevoelig de overige zijn: destructie dieren (11 e), houtvezelplaat, spaanderplaat… fabrieken ( 8 e), opslag en fysisch-chemische behandeling gevaarlijke afvalstoffen (11 b, ten derde). tenslotte ook Koudwalsen als (ontbrekende) activiteit toegevoegd in 4d .
Dieren (vervolg) Vergelijking besluiten 1989 weggevallen: pelsdieren, inheemse kleine zoogdieren en inheemse grote zoogdieren (tenzij mestkalveren) toegevoegd: struisvogel(achtigen) drempels gewijzigd
Dieren (vervolg) Begrippen: agrarisch gebied in ruime zin: inclusief woongebied met landelijk karakter geheel of gedeeltelijk gelegen in: voorbeeld: 1 stal volledig en 3 gedeeltelijk gelegen in “woongebied met landelijk karakter” + geen functionele scheiding tussen de stallen, + drempel overschreden (mer van toepassing).
Dieren (vervolg) Veranderingen = wijzigingen of uitbreidingen Vallen alle veranderingen onder bijlage II? De meeste, uitzondering voor bijlage I, rubriek 26 Bijlage I, rubriek 26: een illustratie: een stal voor legkippen breidt uit tot meer dan 60.000 plaatsen. een bestaand bedrijf voor legkippen breidt uit met 70.000 plaatsen
Dieren (vervolg) Bijlage II, rubriek 13: Een illustratie: Vervanging bestaande stallen door ammoniak-emissiearme stallen zonder wijziging in capaciteit: mededeling kleine verandering dus niet vallend onder rubriek 13? Afbraak 3 stallen en bouw nieuwe stal (om te voldoen aan Europese verplichting tot voldoend ruime huisvesting voor leghennen): samenvoegen van bestaande bedrijven binnen lopende vergunningsaanvraag eerste vraag: rubriek 13? tweede vraag van de initiatiefnemer: hoe kansrijk dat de ontheffing wordt verleend?
Dieren (vervolg) Het doel: voor de relevante rubrieken komen tot afbakening van (frequent voorkomende) wijzigingen die gezien reeds hun geringe omvang geen belangrijke milieueffecten zijn te verwachten.
Afval Enkele rubrieksgroepen onder de loep genomen: Besluit 10 december Uit Bijlage I : 2 rubrieken I, 13: Afvalverwijderingsinstallaties voor de verbranding, zoals gedefinieerd in punt D10 van artikel 1.3.1 VLAREA, de chemische behandeling, zoals gedefinieerd in punt D9 van artikel 1.3.1 VLAREA of het storten van gevaarlijke afvalstoffen.
Afval (vervolg) Steeds in combinatie met I, 26 I, 14: Afvalverwijderingsinstallaties voor de verbranding, zoals gedefinieerd in punt D10 van artikel 1.3.1 VLAREA, of chemische behandeling, zoals gedefinieerd in punt D9 van artikel 1.3.1. VLAREA, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 100 ton per dag. Steeds in combinatie met I, 26
Afval (vervolg) Uit Bijlage II: 6 rubrieken (+veranderingen) II, 11b: Installaties voor verwijdering van afval Verwerking van niet-gevaarlijke afvalstoffen in een verbrandingsinstallatie, met uitzondering van biomassa-afval, met een capaciteit van 50 ton per dag tot en met 100 ton per dag. Stortplaatsen van categorie 1 en 2 voor niet-gevaarlijke afvalstoffen. Inrichtingen voor de opslag en fysisch‑chemische behandeling van gevaarlijke afvalstoffen voorzover de ermee samenhangende opslag volgens de criteria van rubriek 17.3, bijlage I, titel I van Vlarem is ingedeeld in klasse 1.
Afval (vervolg) Uit Bijlage II: 6 rubrieken (+veranderingen) II, 11d: Slibstortplaatsen met een stortcapaciteit van 250.000 m³ of meer. II, 11e: Monostortplaatsen voor baggerspecie of ruimingsspecie, afkomstig van de oppervlakte-wateren van het openbaar hydrografisch net met een stortcapaciteit van 250.000 m³ of meer. II, 11f: Opslag van schroot met inbegrip van autowrakken als de opslagcapaciteit 10.000 ton of meer of 10.000 voertuigwrakken of meer bedraagt. Steeds in combinatie met II, 13
Afval (vervolg) Vergelijking EU-richtlijn Bijlage I: overname (voor definities verbranding en chemische behandeling verwezen naar Vlarea =afvalstoffen-richtlijn). Bijlage II: Installaties voor verwijdering van afval (andere dan bijlage I) wordt ingevuld middels 3 rubrieken Mer-plicht voor monostortplaatsen voor baggerspecie/ruimingsspecie wordt geëxpliciteerd. Schroot en slibstortplaatsen: criterium en drempel- vaststelling.
Afval (vervolg) Vergelijking besluiten 1989 Toen: 4 rubrieken (steeds MER) Weggevallen: geen Nieuw: Ongevaarlijk afval: Verbranding en chemische behandeling vanaf 100 ton per dag: bijlage I! Stortplaatsen voor ongevaarlijke afvalstoffen Gevaarlijk afval: opslag en fysisch-chemische behandeling cfr rubriek 17. 3 van Vlarem Monostortplaatsen baggerspecie: vroeger interpretatie-discussie, nu toegevoegd als afzonderlijke rubriek. Drempels bvb verbranding ongevaarlijke afvalstoffen.
Afval (vervolg) Begrippen: chemische behandeling: verduidelijkt door verwijzing naar afvalstoffen-richtlijn (en verder Vlarem-rubriek 2.3.2 en technical guidelines (Basel-conventie) enkel nuttige toepassing
Afval (vervolg) Veranderingen (dwz wijzigingen en uitbreidingen): Een illustratie Voorbeeld van toepassing rubriek 13: hervergunnen en verder storten in voorheen vergunde stortzone. (combinatie met II, 11b, secundo) Voorbeeld van toepassing rubriek 13: wijziging in aard te storten materiaal (bvb baggerspecie) en dit binnen lopende vergunning. (combinatie met I, 13). Hervergunning stortplaats gevaarlijk afval en wijziging aard te storten materiaal: geen ontheffingsmogelijkheid.
Chemie Enkele rubrieksgroepen onder de loep genomen: Besluit 10 december Uit Bijlage I: 2 rubrieken: I6: Geïntegreerde chemische installaties, d.w.z. installaties voor de fabricage op industriële schaal van stoffen door chemische omzetting, waarin verscheidene eenheden naast elkaar bestaan en functioneel met elkaar verbonden zijn, bestemd voor de fabricage van: organische basischemicaliën; anorganische basischemicaliën; fosfaat-, stikstof- of kaliumhoudende meststoffen (enkelvoudige of samengestelde meststoffen); basisproducten voor gewasbescherming en van biociden; farmaceutische basisproducten met een chemisch of biologisch procédé; explosieven.
Chemie (vervolg) Besluit 10 december Uit Bijlage I: 2 rubrieken: I, 21: Installaties voor de opslag van aardolie, petrochemische of chemische producten met een capaciteit van 200.000 ton of meer. Steeds in combinatie met I, 26
Chemie (vervolg) Besluit 10 december Uit Bijlage II: 8 rubrieken: II, 6: Chemische industrie: a) Chemische industrie voor de behandeling van tussenproducten en vervaardiging van chemicaliën: Chemische installaties, voor de productie van organische chemicaliën met een productiecapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer. Chemische installaties voor de productie van kunstmeststoffen met een productiecapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer. Chemische installaties, voor de productie van anorganische chemicaliën met een productiecapaciteit van 250.000 ton per jaar of meer.
Chemie (vervolg) Besluit 10 december Uit Bijlage II: 8 rubrieken: II, 6: Chemische industrie: b) Chemische industrie voor de productie van bestrijdingsmiddelen en farmaceutische producten, verven en vernissen, elastomeren en peroxiden: Inrichtingen voor de productie van bestrijdingsmiddelen met een productiecapaciteit van 30.000 ton per jaar. Inrichtingen voor de productie van farmaceutische stoffen met een productiecapaciteit van 30.000 ton per jaar of meer. Inrichtingen voor de productie van elastomeren, verven,vernissen of peroxiden met een productiecapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer.
Chemie (vervolg) Besluit 10 december II, 6: Chemische industrie: Uit Bijlage II: 8 rubrieken: II, 6: Chemische industrie: c) Opslagruimten voor aardolie, petrochemische en chemische producten: Installaties voor de opslag van aardolie, petrochemische of chemische producten met een opslagcapaciteit van 100.000 ton tot 200.000 ton. d) Petrochemische installaties of vervolgfabrieken voor het kraken of vergassen van nafta, gasolie, LPG of andere aardoliefracties met een verwerkingscapaciteit van 500.000 ton per jaar of meer. Steeds in combinatie met II, 13
Chemie (vervolg) Vergelijking EU-richtlijn Bijlage I: overname Bijlage II: rubrieksomschrijving verbijzonderd door omschrijving activiteiten met als criterium de productiecapaciteit en invulling van een drempelwaarde Opslag/ aansluiting bij criterium en drempel uit bijlage I Toevoeging petrochemie: te beschouwen als behorend tot chemische industrie en behouden van rubriek uit vorig besluit.
Chemie (vervolg) Vergelijking besluiten 1989 Zelfde: geïntegreerde chemische installaties (begrips-verduidelijking) en petrochemische installaties. Weggevallen: geen Nieuw: kunstmeststoffen (explicitering) en bestrij-dingsmiddelen. Overige: drempelwijzigingen.
Chemie (vervolg) Begrippen: Geïntegreerde chemische installaties: verduidelijkt adh van volgende begrippen: chemische installatie, geïntegreerd/functionele binding, proceseenheid, industriële schaal.
Chemie (vervolg) Veranderingen (dwz wijzigingen en uitbreidingen): Een illustratie: Een chemisch bedrijf uit de anorga-nische sector: nu vergund voor een productie van 230.000 ton anorganische producten per jaar. geplande uitbreiding van 80.000 ton zodat voor 310.000 ton per jaar. uit rubriek II6, a, tertio en rubriek 13: vraagt een ontheffing aan waarbij de impact voor totale bedrijf wordt onderzocht op significantie milieueffecten.
Waterbeheer Enkele rubrieksgroepen onder de loep genomen: Besluit 10 december Uit Bijlage I: 4 rubrieken: I,15: Werkzaamheden voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater wanneer het jaarlijkse volume onttrokken of aangevuld water 10 miljoen m³ of meer bedraagt. I, 16: a) Projecten voor de overbrenging van water tussen stroomgebieden wanneer deze overbrenging ten doel heeft eventuele waterschaarste te voorkomen en de hoeveelheid overgebracht water meer bedraagt dan 100 miljoen m³ per jaar.
Waterbeheer (vervolg) Besluit 10 december Uit Bijlage I: 4 rubrieken: I, 16: b) In alle andere gevallen, projecten voor de overbrenging van water tussen stroomgebieden wanneer het meerjarig gemiddelde jaardebiet van het bekken waaraan het water wordt onttrokken meer bedraagt dan 2.000 miljoen m³ en de hoeveelheid overgebracht water 5 % van dit debiet overschrijdt. In beide gevallen is overbrenging van via leidingen aangevoerd drinkwater uitgesloten.
Waterbeheer (vervolg) Besluit 10 december Uit Bijlage I: 4 rubrieken: I, 19: Stuwdammen en andere installaties voor het stuwen of permanent opslaan van water, met inbegrip van waterspaarbekkens voor drinkwater-voorziening, wanneer een nieuwe of extra hoeveel-heid water van meer dan 10 miljoen m³ wordt gestuwd of opgeslagen, en voor de aanleg van een waterbekken wanneer de oppervlakte 50 ha of meer bedraagt.
Waterbeheer (vervolg) Besluit 10 december Uit Bijlage II: 8 rubrieken: II, 1c: Waterbeheersingsprojecten voor landbouwdoeleinden namelijk : een irrigatieproject van 100 ha en meer; of een droogleggingsproject van 50 ha of meer; of een droogleggingsproject van 15 ha of meer, dat een aanzienlijke verlaging van de freatische grondwatertafel in een bijzonder beschermd gebied tot gevolg kan hebben.
Waterbeheer (vervolg) Besluit 10 december Uit Bijlage II: 8 rubrieken: II, 1c: Waterbeheersingsprojecten op onbevaarbare waterlopen, zoals de aanleg van overstromings-gebieden, wachtbekkens of nieuwe waterlopen, die gelegen zijn in of een aanzienlijke invloed kunnen hebben op een bijzonder beschermd gebied met uitzondering van instandhoudings-, herstel- of onderhoudswerken
Waterbeheer (vervolg) Besluit 10 december Uit Bijlage II: 8 rubrieken: II, 10 h) Werken … ter beperking van overstro-mingen, met inbegrip van de aanleg van sluizen, stuwen, dijken, overstromingsgebieden en wacht-bekkens, die gelegen zijn in of een aanzienlijke invloed kunnen hebben op een bijzonder beschermd gebied. II, 10 i) Stuwdammen en andere installaties voor het stuwen of voor de lange termijn opslaan van water met een oppervlakte van 15 ha of meer of met een nuttige inhoud van 1 miljoen m³ of meer.
Waterbeheer (vervolg) Besluit 10 december Uit Bijlage II: 8 rubrieken: II, 10 o) Werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater: Grondwaterwinningen of kunstmatige aanvullingen van grondwater als de capaciteit 2.500 m³ per dag of meer bedraagt. Onttrekken van grondwater als de capaciteit 1.000 m³ per dag of meer bedraagt en de activiteit gelegen is in of een aanzienlijke invloed kan hebben op een gebied zoals aangeduid in uitvoering van het decreet houdende maatregelen ter bescherming van de kustduinen van 14 juli 1993 of als de activiteit een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken. Steeds in combinatie met II, 13
Waterbeheer (vervolg) Veranderingen (dwz wijzigingen en uitbreidingen): Het doel: voor de relevante rubrieken komen tot afbakening van (frequent voorkomende) wijzigingen die gezien hun geringe omvang geen belangrijke milieueffecten zullen veroorzaken. Een voorbeeld: rubriek 13 toegepast op rubriek 1c van de bijlage II
Waterbeheer (vervolg) Eerste stap: analyse besluit: Welke activiteiten zijn inbegrepen dwz expliciet inbegrepen? aanleg overstromingsgebieden aanleg wachtbekkens aanleg nieuwe waterlopen Welke activiteiten zijn niet inbegrepen dwz expliciet uitgesloten? instandhouding, herstel, onderhoud
Waterbeheer (vervolg) Tweede stap: verkennende inventarisatie van frequent voorkomende activiteiten die al dan niet zijn inbegrepen. Derde stap: opsplitsen van geïnventariseerde activiteiten in 1) Activiteiten waarvan gezien de aard mag aangenomen worden dat zij niet tot aanzienlijke milieugevolgen leiden. Bijvoorbeeld: inrichting oeverzones aanbrengen van oeververstevigingen herbouwen van duikers en bruggen herbouwen of vernieuwen van stuwen of pompstations zonder wijzigingen bouwen van zandvang bouwen van slibvang aanleg poelen …
Waterbeheer (vervolg) Derde stap (vervolg) 2) Activiteiten waarvan gezien de aard wel aanzienlijke milieugevolgen mogelijk zijn: Bijvoorbeeld: aanleg of vernieuwing met wijziging van pompstations aanleg of vernieuwing met wijziging van (regelbare) stuwen aanleg, verhoging of verlaging van dijken afgraven van terreinen ten behoeve van het herstel van de waterhuishouding hermeandering …