Burgerschap – H. 1 Sociaal Maatschappelijke Dimensie – 1.5 Jij en ik zijn gelijk.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
College voor de Rechten van de Mens
Advertisements

De eerste 10 Nederlandse grondrechten (bron: Schooltv)
Dilemma’s en perspectieven
Programma Introductie Casusbespreking Tips Afsluiting.
Maatschappijleer 24 november 2011.
Training Sociaal Burgerschap
7.3: Trampolinebed of hangmat? Intro HC Opdracht HW + nakijken.
Observeren en rapporteren
De stad Veelheid aan culturen, subculturen, leefwijzen, levenshoudingen, levensbeschouwingen.
Aardrijkskunde.
Beeldvorming en discriminatie
11.1: Uitsluiting of opsluiting HC Opdracht samenvatten Opdracht discriminatie Nakijken / huiswerk.
3 Arbeidsrecht en de arbeidsovereenkomst
Regels zijn regels.
Geen woorden maar daden!? Over het belang van een actieve seniorenraad
Workshop 3 Gelijke behandeling Door: Kees Aarnouts, ROC Da Vinci en Marieke Weemaes, MBO Raad 1 november 2012.
Dilemma’s en perspectiev en Lespresentatie Daan Rijpkema, Anouk Donkervoort & Hans Udo.
Wat gaan we vandaag doen?
Staatsinrichting van Nederland
Leidinggeven H11 Iedereen is anders, iedereen is gelijk
Rechtsstaat 22 april Rechtsstaat 22 april 2008.
Rechten en plichten & Testrondes.
7.3: Trampolinebed of hangmat? Bespreken oplossingen armoede HC Opdracht.
Algemene Sociologie PA – B1
Les 2 Sociale Hygiëne Jan-Willem Poelma.
Waar iets mag mislukken, kan iets nieuws ontstaan.
Communicatie 2 Docent: Johan v.d. Sloot Kwartaal: 1 Les: 3 – week 4 Kamer: L
Plancyclus, les 4  Actualiteit  Vragen naar aanleiding van vorige les  Vragen over hoofdstuk 4 en 5  Observeren met een plan; het verschil tussen observeren.
JGZ en Vluchtelingkinderen Ondertitel. De Nederlandse Grondwet, artikel 1: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
Waarom? Je hebt ontdekt wat je interesses zijn. Behalve dat het van belang is dat je doet wat je leuk vindt, is het ook belangrijk om te doen waar.
Kwaliteit. Theorie en Toetsing Theorie is te vinden op Wordt vandaag klassikaal.
Huisregels opstellen en handhaven
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
College voor de Rechten van de Mens Odile Verhaar Miranda Visser.
Les 2 Sociale Hygiëne / 2-12 Jacob van Wieren. Hoe kun je er als ondernemer voor zorgen dat gasten zich goed gedragen jouw horeca-gelegenheid?
John Rawls: Een theorie van rechtvaardigheid Ronald Tinnevelt Faculteit der Rechtsgeleerdheid 1.
Hoofdstuk 1 VP15 Begeleidingskunde Carin Hogenbirk Augustus 2015.
SVP op dezelfde plaats zitten als vorige keer s.v.p. Wat gaan wij doen? -De vorige les (ca. 5 min.) -Huiswerk bespreken (ca. 5 min.) -Meegebracht voorwerp.
BURGERSCHAP SOCIAAL MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE Les 3.
Sociaal Maatschappelijke Dimensie – 1.3 Verschillende culturen
Lesdoel en Begrippen deze les: Universalisme Relativisme Vooroordeel
Observeren Les 3.
Consumentengedrag Leren I
Thema 2: De rechtsstaat.
Economische Dimensie – 3.1 Economisch burgerschap
Module 2 : You’re beautiful
De grondwet Paragraaf 4 politiek.
Sociaal Maatschappelijke Dimensie – 1.4 Ik en de ander
Sociaal Maatschappelijke Dimensie – 1.1 Jezelf zijn
Stichting van de Arbeid
Loopbaan oriëntatie en begeleiding (SLB)
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Observeren rapporteren
POGGL Themadag 11 november 2014
§6 - Leven in twee werelden
Diversiteit en integratie
Blok 4 Helemaal vrij? Deelvraag:
Identiteit, vooroordelen & beeldvorming
Vooraf: Welkom, Ga lekker zitten >> Jasje uit
Vergelijkingen oplossen
Tekstboek: Interactieve opdrachten: Via SOM -> Leermiddelen Of
Het vak maatschappijleer
Ontwikkelingen in de recreatie
3 pijlers in jaar 3 cruiseschip/speedboot ? Ben jij kapitein op jouw
Online discriminatie Mediabegrip week 2-3
Discriminatie Thema 17, sociaal werk 1.
Discriminatie Thema 17, sociaal werk 1.
Sportiviteit & Respect
Burgerschap Thema: politiek
Geen woorden maar daden!? Over het belang van een actieve seniorenraad
Transcript van de presentatie:

Burgerschap – H. 1 Sociaal Maatschappelijke Dimensie – 1.5 Jij en ik zijn gelijk

Waarom is er een grondwet?

Ga naar en gebruik de code

Artikel 1 van de Grondwet “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.” Oftewel: recht op gelijke behandeling.

Lezen + vragen Lees het rode kader op blz. 28 van je werkboek. Maak daarna de opdracht. Hoe: zelfstandig Tijd: 5 min

Discriminatie Bekijk de film “zet een streep door discriminatie.” “Discriminatie is het daadwerkelijk anders (nadelig) behandelen van een persoon omdat deze persoon tot een bepaalde groep behoort.” Discriminatie is wettelijk verboden Heb jij je wel eens gediscrimineerd gevoeld?

Vooroordelen Discriminatie heeft vaak te maken met vooroordelen. “Een vooroordeel is een mening over iemand of een groep mensen, die niet op feiten is gebaseerd en vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid”.

Ken jij nog meer vooroordelen?

Film Bekijk de film ‘Wat zijn vooroordelen en stereotypen’. Een vooroordeel is een oordeel dat voorafgaat aan de feitelijke waarneming. Berust meestal op een gebrek aan kennis. Berust voor een deel op emoties.

Opdracht Maak opdracht 11, blz. 30 en 31 van je werkboek. Hoe: zelfstandig (overleggen in duo’s mag) Tijd: ong. 10 min.

Diversiteit Diversiteit = alle aspecten waarop mensen van elkaar verschillen. De zichtbare dingen -­ ‐ zoals leeftijd en huidskleur -­ ‐ en de minder zichtbare dingen als culturele en sociale achtergrond, competenties en werkstijlen. Waarom is diversiteit goed voor een samenleving? En waarom voor een bedrijf? Lees de theorie op blz. 32, beantwoord daarna de vragen.

Positieve discriminatie Je maakt onderscheid Je gebruikt die om een bepaalde groep voor te trekken. Zo krijgt die groep extra kansen Bijvoorbeeld: ‘bij gelijke geschiktheid, nemen we de vrouwelijke kandidaat aan’.

Positieve discriminatie Zitten er ook nadelen aan positieve discriminatie?

Opdracht Maak opdracht 12, blz. 33 van je werkboek. Observeer de mensen die je ziet. Schrijf op wat je ziet. Probeer je bewust te worden van vooroordelen en stereotypen die vanzelf in je opkomen. Schrijf die ook op. Bedenk of je oordeel klopt.