DE HOUTBOUW IN BRUSSEL Eindrapport Benoit HENRY DE FRAHAN Charlotte VERDUN 1
Herhaling van de doelen Context : Leefmilieu Brussel zou graag het ontwikkelingspotentieel evalueren van de houtbouwsector in Brussel in het kader van het Gewestelijk Programma voor Circulaire Economie Doelen van de studie : De houtbouwmarkt in Brussel identificeren o De leidende figuren van de filière o Het huidig aanbod en de neigingen o De motivaties en remmen De toekomstperspectieven identificeren o De evolutie van het aanbod o De evolutie van de vraag o De maatregelen om de markt te ontwikkelen 2
Methodologie van de enquete Gekozen methode Studie in drie fasen 1.Documentaire studie op basis van een compilatie van de literatuur over het onderwerp waarvan sprake. (Februari 2016) 2.Interview met experts van het terrein of instellingen die betrokken zijn met het hout om hun mening te vragen. (24/02 – 17/03) 3.Kwantitatieve enquete bij mensen van het terrein (18/03 tot 02/05) 3
Conclusies van de kwalitatieve studie Elementen van de documentaire studie die bevestigd zijn door de experts: o De talrijke voordelen van de houtbouw. o De meest vermelde remmen zijn de akoestiek, de ongegronde vrezen over de brandweerstand en risico’s van slechte uitvoering. o Specificiteit : het vraagt meer werk hogerop, de details moeten gedacht worden voor de aankomst op het werf, tijdens het ontwerpen van het project. Deze bouwtype laat niet veel plaats voor improvisatie op het werf. Dat legt de nadruk op de rol van de ontwerpers (de architecten, die op de ondersteuning van de in hout gekwalificeerde studiebureaus moeten kunnen rekennen) en de fabrikanten die de plannen van de architecten moeten uitvoeren. o De houtbouw is in constante technieke evolutie. o In Brussel bestaat er een markt voor verhogingen en uitbreidingen. o Prefabricatie is ook een techniek die aangepast is aan de Brusselse markt voor de snelheid van plaatsing, zijn nauwkeurigheid en zijn kwalititeit. 4
Conclusies van de kwalitatieve studie Elementen van de documentaire studie die bevestigd zijn door de experts : o Gebrek aan expertise van de actoren, in het ontwerp en in de bouw. Het is echter belangrijk dat de ontwerpers en de bouwers dezelfde taal spreken. Het houten materiaal zou meer opgenomen moeten worden in de cursus van de architecten en ingenieurs. Wat de bouwers betreft : De omloop van de technische informatie moet aangemoedigd worden De opleiding komt niet meer overeen met de werkelijkheid. Die moet vernieuwd worden : –Meer op de praktijk gericht zijn ; –Dichter van het materiaal en zijn specifitciteiten op het werf zijn. Houtbouw is niet moeilijk maar een basisopleiding is noodzakelijk. o De grote bedrijven zijn meer geneigd om hun personeel te specialiseren. Deze bedrijven beheren in het algemeen grote werken en de kleine ondernemingen voeren kleine werken uit. 5
Conclusies van de kwalitatieve studie Nieuwe elementen die door de kwalitatieve studie werden aangedragen : o Risico’s van slechte uitvoering wanneer het materiaal en zijn specificiteiten niet genoeg gekend zijn. Het is vaak het geval voor kleinere actoren (KMO’s en zelfstandigen) o Combinatie van hout met andere materialen o De prefabricage technieken zijn niet aangepast aan vehogingen en uitbreidingen: men moet zich aan een bestaande structuur vastmaken, dat eist meer improvisatie op het werf. o Gebrek van contrôle van de bekwaamheden, van toegang tot het beroep. 6
Conclusies van de kwalitatieve studie Mogelijke verbeteringen : o Werk te doen op niveau van de voorschrijvers (architecten) sensibilisering en opleiding o De praktische opleiding van de arbeiders aanmoedigen in kleinere bedrijven o Werk te doen op niveau van de overheidsopdrachten om het hout te bevorderen o Voornaamste markten waar de houtbouw concurrerend is : Verhogingen, uitbreidingen Vernieuwingen Scholen, bejaardentehuizen… met prefab o Een doelgerichte stimulering van het hout materiaal op de hierboven vermelde markten o Werk te doen op niveau van structurering van de actoren o Werk te doen op niveau van de erkenning van de actoren van de houtbouw 7
Kwantitatieve studie - profiel van de respondenten Aantal respondenten : 163 Geschatte foutmarge : +/-7,3% 8
Profiel van de respondenten Produceert u, verkoopt u of gebruikt u hout in het kader van uw activiteiten ? o Het hout maakt deel uit de werkomgeving van 82% van de respondenten 9 N = 163
De gebruikers In uw activiteiten, wat is het deel van houtbouw ? 10 N = 133
De gebruikers Welke producten in verband met hout spelen een rol in uw activiteiten? o In de bouw, timmerhout is het meest gebruikt, gevolgd door de panelen en de chassis. 11 N = 132
De gebruikers Zijn deze markten volgens u motor van groei voor de houtbouw in Brussel ? 12 N = 163 Gevalideerde motor van groei (>70%) Niet-gevalideerde motor van groei (<70%)
De gebruikers Wat uw onderneming betreft, denkt u dat de houtbouw een groeifactor van uw omzet over vijf jaar zou kunnen betekenen? o De meeste respondenten (64%) zien het hout als een groeifactor 13 N = 133
De gebruikers Bent u van mening dat er een houtcultuur in Brussel Bestaat ? o Niemand zegt dat de houtcultuur nu al bestaat en sterk is maar voor 65% van de respondenten bestaat de cultuur al of zal verschijnen. 14 N = % Hypothèse 18 is gevalideerd : [ De houtbouw is nog onbekend ] VRAI (74%)
De gebruikers Wat zouden volgens u de 3 voornaamste maatregelen zijn om de houtbouwcultuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te promoten ? 15 N = % 51% 43% 38% 35% 28% 17% 15%
De gebruikers Is het ontbreken van actoren een rem voor de ontwikkeling van de houtbouw in Brussel ? 16 N = 59 H15 : Gevalideerde remmen (>70%)
De gebruikers Moet de houtbouwsector in het Brussels Gewest zich op nieuwe referentiegebouwen baseren om te laten zien dat het mogelijk is? 17 N = % 12%
De gebruikers In welke gevallen zou houtbouw gemakkelijker zijn om aan de EPB-regelgeving te voldoen ? o Al de resultaten (top 5) 18 N = 52 > 70%
De gebruikers Zijn de houtbouwtechnieken gemakkelijk opneembaar door arbeiders ? Hypothese 8 is gevalideerd : [ Houtbouwtechnieken zijn gemakkelijk opneembaar door de arbeiders ] VRAI (89%) Dit resultaat bevestigd de kwalitatieve enquete. 19 N = % 11%
De gebruikers Als een acteur van de houtbouw, voelt u zich genoeg vertegenwoordigd bij de overheid ? o Niemand antwoordde « ja, zeker » 20 N = 22 86% 14% Hypothese 11 is gevalideerd : [ de actoren van de houtbouw voelen zich niet genoeg vertegenwoordigd ] VRAI (86%)
a.Profil des répondants CONCLUSIES 21
Conclusies Een groot deel van de respondenten die hout gebruiken (64%) ziet in houtbouw een groeifactor van hun omzet over vijf jaar. De gebieden waar de groei het meest markant zullen worden, zijn de volgende : o Verhoging en uitbreiding van woningen o De gemengde bouw (beton, staal, hout) o De vernieuwing van residentiële gebouwen, bejaardentehuizen en crèches o De bouw van scholen Deze groei zou jammer genoeg maar een relatief laag impact hebben op de lokale werkgelegenheden en op de opleiding. De houtbouwtechnieken zijn voor 89% van de respondenten gemakkelijk opneembaar door de arbeiders, rechtstreeks op de werven. 22
Conclusies De houtbouw is ook een troef om aan de EPB-eisen 2015 te voldoen voor sommige types gebouwen : de verhogingen en uitbreidingen van residentiële gebouwen en de nieuwe schoolgebouwen. Alhoewel de actoren van de houtbouw zich genoeg erkend voelen, 86% onder hen zeggen dat zij niet genoeg vertegenwoordigd zijn bij de overheid. 23
Conclusies De belangrijkste remmen voor houtbouw zijn : o Het ontbreken van sommige actoren (architectenbureaus en andere gespcialiseerde studiebureaus, dakbedekking en gebinten bedrijven, fabrikanten van houtbouwelementen en ondernemingen gespecialiseerd in houtbouw) o Het ontbreken van kennis van de houtbouw bij de opdrachtgevers Daarentegen, sommige verspreide ideeën mogen wij verwijderen : de prijs, de geluidsisolatie en de brandwerenheid zijn zelden een rem voor de groei van de houtbouw. Een regelmatig vermelde rem is de moeilijkheid om een bouwvergunning te verkrijgen voor een houtbouwproject. Maar wij mogen deze hypothese statistisch gezien niet valideren. 24
Conclusies Voor de bedrijven die niet actief zijn in de sector blijkt het dat weinig onder hen zich naar de houtbouw richten. Het laag aantal respondenten laat ons echter niet toe een significante conclusie te trekken. Geen enkel ondernemer die niet-actief is in de houtbouw vermeldt dat risico’s in verband met het hout een reden is om met dit materiaal niet te werken. 25
a.Profil des répondants Aanbevelingen 26
Aanbevelingen De voornaamste aanbevelingen die door de respondenten werden geformuleerd om de houtbouw in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te ontwikkelen zijn de volgende : o Een financiële steun voorstellen die de houtbouw bevorderd (prioriteit 1) o De opdrachtgevers sensibiliseren aan de technieken van de houtbouw (prioriteit 2) o De architecten beter opleiden / informeren (prioriteit 3) o Het voorbeeld tonen door het bouwen van publieke referentiegebouwen Anderzijds, het blijkt noodzakelijk te zijn de actoren van de sector beter bij de overheid te vertegenwoordigen. 27
MET DANK AAN : 28
Vragen / antwoorden 29