Begeleiden van authentieke, complexe opdrachten in het groene onderwijs Naam Trainers
Beoogde leeruitkomsten De docent: begeleidt studenten in het uitvoeren van complexe, authentieke opdrachten; benoemt het resultaat van het leren van de student; stelt het resultaat van het leren van de student centraal in zijn begeleiding; onderscheidt de inhoudelijke- en de proceslijn in de uitvoering van de opdracht; voelt zich bekwaam in de procesbegeleiding; weet wanneer welke inhoudelijke expertise wordt ingezet in de uitvoering van de authentieke en complexe opdracht; voelt zich zekerder doordat hij toegerust is voor de procesbegeleiding van de studenten en weet waar en op welk moment studenten inhoudelijke expertise kunnen inzetten.
Programma 3-daagse Introductie op de opdracht via de mail Dag 1 ● Oriëntatie fase – probleemformulering, projectplan ● Informerende fase – projectplan Dag 2 ● Verwerkingsfase – uitvoeren projectplan Dag 3 ● Afrondingsfase - eindproduct
Programma: 2 Lijnen wisselen elkaar af Inhoudelijke lijn: werken aan een inhoudelijk product Proceslijn: door reflectie achteraf (persoonlijk actieplan) ● Wat hebben we aan de proceskant gedaan tijdens dit onderdeel? ● Hoe hebben we dit begeleid? ● Hoe kun je dit gebruiken bij je eigen studenten? ● Welke vragen heb je nog?
Programma dag 1 Welkom, big picture, kennismaking Introductie van de opdracht door 2 opdrachtgevers Oriëntatie fase Brainstormen: hoofd- en deelvragen formuleren Reflectie op proces Persoonlijk actieplan invullen Informerende fase Projectplan maken voor het uitwerken van de deelvragen Reflectie Projectplan presenteren en bijstellen Tussentijdse opdracht
Waar sta jij als begeleider? Ik voel me bekwaam in het...: begeleiden van studenten in een opdracht binnen mijn eigen vak begeleiden van studenten in een opdracht buiten mijn eigen vak formuleren en verbeteren van onderzoeksvragen werken met projecten en projectplannen begeleiden op product begeleiden op (groeps)proces
Oriëntatie fase Kennismaking met de opdracht Doelen van de opdracht verhelderen door stellen van vragen Probleemformulering of projectdoelstelling vaststellen Hoofd- en deelvragen vaststellen Interventies en valkuilen van de procesbegeleider Vertaling naar je eigen situatie m.b.v. persoonlijk actieplan
Uitleg opdracht door opdrachtgevers Opdracht 1Opdracht 2 Ruimte Opdrachtgever legt opdracht uit (10 min.) 1.Opdrachtgever legt opdracht uit (10 min) 2. Groep stelt verhelderende vragen (15 min.) 2. Groep stelt verhelderende vragen (15 min.) 3. Groep verdeelt rollen* en gaat brainstormen (mind mapping) over hoofd- en deelvragen (zie checklist) bij de opdracht en checkt deze aan het eind bij de opdrachtgever (45 min.) 3. Groep verdeelt rollen *gaat brainstormen (think-pair- share) over hoofd- en deelvragen (zie checklist) bij de opdracht en checkt deze aan het eind bij de opdrachtgever (45 min.) uur weer terug in de centrale groep uur weer terug in de centrale groep.
Teamrollen Analytische rollenTaak/projectrollen Samenvatter: geeft een samenvatting van de belangrijkste punten Manager: leidt de teamdiscussies, zorgt dat de groep zich houdt aan de ‘agenda’ en niet afdwaalt. Verbinder: verbind wat nu aan de orde komt met wat eerder aan de orde is geweest of een actualiteit Notulist: notuleert tijdens teambijeenkomsten. Criticus: schrijft punten op waar groepsleden niet over eens zijn of niet uitkomen Controller: Zorgt dat het team binnen de tijd haar taken uitvoert. Zorgt dat kosten en tijd bijgehouden en niet overschreden worden. Voorbeeldgever: geeft voorbeelden van de hoofdpunten/ideeen Spreker: spreekt voor de hele groep namens het team en geeft presentaties Voorstander: houdt de punten bij waarop groepsleden het eens zijn
Brainstormen over hoofd- en deelvragen Uitleg 2 vormen van brainstormen: ● Mind mapping ● Think-Pair-Share
Checklist hoofd- en deelvragen De hoofdvraag is de centrale vraag van de opdracht. De hoofdvraag vraag sluit aan op het doel van de opdracht/het project. De hoofdvraag sluit aan op de vraag van de opdrachtgever. De hoofdvraag is duidelijk afgebakend (het onderwerp, de periode of het onderzoeksgebied zijn duidelijk aangegeven). De deelvragen gaan niet in op nieuwe onderwerpen. Als alle deelvragen zijn beantwoord, dan kan kunnen we de hoofdvraag beantwoorden. De deelvragen staan in een (chrono)logische volgorde. De deelvragen geven verder richting aan de opdracht/het project. Het beantwoorden van de hoofd- en deelvragen is haalbaar binnen de gestelde tijd. Het beantwoorden van de hoofd- en deelvragen is haalbaar met de beschikbare middelen.
Reflectiegesprek Bijlage 1 Bijlage 2
Fasen in een groepsproces en begeleiding
Groep als doel of middel Gebruik je de groep als doel: leerdoel op zich is de samenwerking in de groep (ACT). Groepsgerichte begeleiding is veelal gericht op interactie (proces niveau) Gebruik je de groep als middel: groep zorgt dat individu in een veilige situatie aan (hogere cognitieve) leerdoelen kan werken. Vakgerichte begeleiding gericht op inhoud en taakgerichte begeleiding op procedure. Echter je ontkomt niet aan interactie. Wanneer op interactie fout gaat, komt er geen beweging en geen leren.
Begeleiden op 3 niveaus Inhoud Procedure Interactie (proces) Interventies gaan over: -Doorvragen -Samenvatten -Afspraken maken -Regels vaststellen -Structuur aanbrengen -Agenda bepalen -Sfeer creeren -Feedback geven -Reflecteren op gevoel -Confronteren -Teamrollen -Doelen -Resultaten -Facts & Figures -Opdracht/project -Agenda’s -Werkplan -Afspraken -Macht -Belangen -Overtuigen
Fasen in een groepsproces en begeleiding
Invullen persoonlijk actieplan Begeleiden bij:Aandachtspunten/valkuilen:Wat ga ik doen /oefenen bij mijn studenten: Wanneer ga ik dat doen: Brainstormen Teams vormen Rollen en taken verdelen Projectplan opstellen Presenteren projectplan
Lunch
Informerende fase Teams formeren ● Teams overleggen over verdeling deelvragen ● Rollen*/taken verdelen binnen de teams ● Teamchart maken Projectplan opstellen ● Plan maken voor het uitwerken van de deelvragen Projectplan voorleggen Projectplan bespreken met andere team en bijstellen Telkens tussentijdse reflectie op procesbegeleiding
Groepsopdracht zonder duidelijke richting....
Afwegingen groepsindeling Wat is de opdracht (kan verschillen op thema, context, doelgroep)? Wat moet het op te leveren product/resultaat zijn? Bepaalde expertise nodig/voorvereisten? ● Homogene groep: identieke kenmerken ● Heterogene groep: verschillend (wanneer hoger cognitief doel wordt nagestreefd, zoals bekijken probleem vanuit verschillende invalshoeken )
Werken in een groep: kenmerken Positieve wederzijdse afhankelijkheid Individuele aansprakelijkheid Directe interactie
Twee soorten learning outcomes 1.Creating 2.Evaluating 3.Analysing 4.Applying 5.Understanding 6.Remembering 6. Evalueren 5. Synthetiseren 4. Analyseren 3. Toepassen 2. Begrijpen 1. Weten Hogere cognitieve doelen Lagere cognitieve doelen
Voorbeeld Teamchart Dag 1Dag 2Dag 3Totaal Samenwerking Individuele Bijdrage aan de groep Op tijd terug na pauze Sfeer
Projectplan Twee rondes: 1. Hoe gaan we het aanpakken? (30 min) Wie gaat wat doen? Wat moet het opleveren? Wanneer moet het af? Check bij opdrachtgever: zijn vastgestelde acties juist? 2. Teams presenteren projectplan aan elkaar, krijgen feedback en verwerken deze (40 min.) werkvorm: fishbowl werkvorm: presentatie en grafitty
Fasen in een groepsproces en begeleiding
Projectplan Twee rondes: 1. Hoe gaan we het aanpakken? (30 min) Wie gaat wat doen? Wat moet het opleveren? Wanneer moet het af? Check bij opdrachtgever: zijn vastgestelde acties juist? 2. Teams presenteren projectplan aan elkaar, krijgen feedback en verwerken deze (40 min.) werkvorm: fishbowl werkvorm: presentatie en grafitty
Fasen in een groepsproces en begeleiding
Nabespreking Studenten halen niet altijd de leerpunten eruit die worden beoogt. Met het oog daarop kun je in de nabespreking de volgende dingen doen: ● Geef een samenvatting van de belangrijkste punten en terugkerende thema’s uit de groepen/groepsopdrachten ● Geeft uitleg bij punten die onduidelijk blijken ● Sta stil bij misvattingen/misconcepties en fouten in de rapportage ● Geef aan wat de implicaties zijn van bepaalde bevindingen ● Geef aan wat het verband is tussen wat ze nu geleerd hebben, wat ze al hebben geleerd en wat ze nog gaan leren ● Maak een verbinding met de learning outcomes
Invullen persoonlijk actieplan Begeleiden bij:Aandachtspunten/valkuilen:Wat ga ik doen /oefenen bij mijn studenten: Wanneer ga ik dat doen: Brainstormen Teams vormen Rollen en taken verdelen Hoofd- en deeltaak Projectplan opstellen Presenteren projectplan
Afsluiting dag 1 Terugblik dag 1 Vooruitblik dag 2 Toelichting op thuiswerkopdracht Korte evaluatieronde dag 1 Invullen teamchart
Bedankt en tot dag 2! Naam trainers
Extra slides De volgende slides zijn optioneel
5 succesfactoren bij groepsleren (Johnson & Smit, 1998) 1. positieve wederzijdse afhankelijkheid 2. stimulerende interactie 3. individuele- en groepsverantwoordelijkheid 4. ontwikkelen van teamwork vaardigheden 5. groepsverwerking Slavin: coorperative learning methods can be an effective means of increasing student achievement, but only if they incorporate group goals and individual accountability.
Echt leren door interactie en context Studenten leren pas (brein) als zij zelf actieve verbindingen leggen, hierdoor ontstaan concepten rondom thema’s in hun hoofd en kunnen ze betere voorspellingen maken. Door discussie, overleg over realistische problemen ontstaat een dieper begrip: students teaching other student Aangedragen kennis en vaardigheden worden betekenisvol wanneer ze gebruikt worden in een realistische context Bij het leren van complexe taken kan de taak het best “heel” worden gelaten ipv deze te verknippen in delen
Ingrediënten groepsopdrachten 1. Zorg dat studenten klaar zijn/ voorbereid zijn om met de groeps- opdracht aan de slag te gaan (zie: getting information and ideas). ● Denk ook na over welke informatie je vooraf aan de opdracht wil aanbieden en welke tijdens de opdracht. 2. Geef ze de mogelijkheid om te oefenen met directe feedback op hoe ze het doen, zodat ze kunnen bijstellen. 3. Begin met eenvoudige (korte) opdrachten en zorg dat deze steeds complexer worden. 4. Beoordeel de kwaliteit van de opdrachtuitvoering: groepsbeoordeling en individuele beoordeling 5. Geef een kans om te reflecteren op het eigen leren
Voor- en nadelen volgens studenten
Feedback AUDITIVE ASSESSMENT BACKWARD LOOKING ASSESSMENT (traditional) GRADING EDUCATIVE ASSESSMENT FORWARD LOOKING SELF- ASSESSMENT ASSESSMENT CRITERIA & STANDARDS FEEDBACK
Reflectie op het eigen leren Geef de student de tijd en de kans om te reflecteren: -Wat heb ik geleerd? -Wat is de waarde van wat ik heb geleerd? -Hoe heb ik geleerd: wat ging goed/minder goed, wat vond ik moeilijk/gemakkelijk? -Wat ga ik volgende keer anders doen? -Wat moet ik nog meer leren?
Introductie groepsleden Sociaal ● Doel: kennismaking tussen groepsleden ● Werkvormen: ijsbrekers, zoals groepsinterview: ● Wat is de beste film die je ooit hebt gezien en waarom? ● Als je 1 dag een beroemd iemand mocht zijn, wie zou je dan willen zijn en waarom? ● Als je kon lunchen met wie dan ook (levend of overleden) met wie zou dat dan zijn en waarom? ● Werkvorm: Team CV- in en met het team een lijst maken van alle vaardigheden die de groepsleden hebben, bijvoorbeeld: kan goed schrijven, spreekt 4 talen, kan mooie grafische presentaties maken etc. ● Elkaar in tweetallen interviewen en elkaar introduceren, sleutelbos, weerbericht.
Start van een opdracht: instructie ● Student: zuigeling, veel sturing nodig, afwachtende houding. Weten niet wat ze moeten doen. op inhoud gericht. ● Jij: expert rol. Jij moet duidelijkheid verschaffen. Duidelijk aangeven wat er moet gebeuren: ● de doelen die bereikt moeten worden ● het kader waarbinnen gewerkt dient te worden ● Werkwijzen aanreiken ● Zorgen dat studenten zich kunnen oriënteren op elkaar (introductie) ● Zorgen voor een veilig leerklimaat ● Bij grotere opdracht ook taken en verwachtingen bespreken
Ingrediënten instructie Instructie: Wat moeten jullie doen? Hoe moeten jullie het aanpakken? Hulp, bij wie/waar? Tijd, hoeveel krijgen jullie? Uitkomst, wat doen we ermee? Klaar, hoe ronden we af?