WELKOM Tweede jaars OGP6 Onderzoek Bijeenkomst 1 2015-2016
Introductie Actie-Onderzoek (AO) Relatie met OGP6 Denk-opdracht: welk criterium kies je?
Actie-Onderzoek Actie-onderzoek is gericht op het verbeteren van het eigen handelen van leraren en de situatie waarin dat handelen plaatsvindt (Ponte, 2002) Het actie-onderzoek bestaat uit een onderzoeksdeel en een handelingsdeel. Het onderzoeksdeel betreft het bestuderen van literatuur die relevant is voor het praktijkprobleem, de opzet van het onderzoek, de dataverzameling, -analyse en –evaluatie. Het handelingsdeel bestaat uit de activiteiten die de onderzoeker onderneemt om tot verandering of verbetering van het handelen te komen. Voettekst
Onderzoekscyclus Probleemanalyse (Wat wil je te weten komen? Waar wil je jezelf in ontwikkelen?). Theoretisch kader (Op basis van literatuur mogelijkheden verkennen en uitwerken in onderbouwde handelingen). Uitvoeren (In de stagepraktijk bewust handelingen uitproberen). Meten (In hoeverre lukt het om de onderbouwde handelingen in de praktijk te brengen en – met enige voorzichtigheid – behaal ik mijn doelen die ik had?) Analyseren en concluderen Voettekst
Denkopdracht Kritische handeling C1 Groepsplannen onder begeleiding uitvoeren en evalueren Competenties en criteria 3.10 rekening houden met verschillen door variëren in didactiek Criterium: de student verantwoordt de variatie in didactische werkvormen bij de geformuleerde onderwijsbehoeften. 4.7 differentiëren in subgroepen Criterium: de student verantwoordt op welke wijze in de organisatie van het onderwijs differentiatie in subgroepen tot stand is gekomen. 3.13 bestaand handelingsplan/groepsplan hanteren Criterium: de student werkt binnen de cyclus van handelingsgericht werken de fase van ‘realiseren en evalueren’ uit (groepsplan uitvoeren en opbrengsten evalueren). 6.8 werken binnen bestaande zorgstructuur Criterium: de student toont in het kader van passend onderwijs de ondersteuningsstructuur van zijn basisschool op micro-, meso- en macroniveau. Kritische handeling C2 Ontwikkeling van individuele kinderen systematisch volgen en begeleiden 2.3 aspecten van ontwikkeling herkennen en benoemen Criterium: de student werkt binnen de cyclus van handelingsgericht werken de fase van ‘waarnemen’ uit (stimulerende en belemmerende factoren). 2.6 hulpvragen signaleren en onder begeleiding aanpakken Criterium: de student werkt binnen de cyclus van handelingsgericht werken de fase van ‘begrijpen en plannen’ uit (onderwijsbehoeften en groepsplan). C3 Differentiëren naar specifieke onderwijsbehoefte 2.2 relatie met individuele leerlingen verbeteren Criterium: de student verantwoordt zijn pedagogisch handelen ten aanzien van de specifieke onderwijsbehoeften van kinderen. D1 Actieve rol nemen in rapportagegesprek 2.8 pedagogisch handelen verantwoorden Criterium: de student bespreekt zijn bevindingen vanuit de fase ‘waarnemen en begrijpen’ van minimaal één kind met ouders/verzorgers. 6.6 informatie van ouders integreren in pedagogisch-didactisch handelen Criterium: de student toont in zijn themadossier aan dat hij informatie van ouders heeft ingezet bij zijn pedagogisch-didactisch handelen. Vormeisen Taalbeleid: spelling, interpunctie, formuleren, schrijfstijl De verwijzing naar de bronnen is volgens APA. De student heeft in het themadossier OGP 6 feedback opgenomen vanuit het werkveld. Hoe werk je momenteel aan de criteria zoals die genoemd worden op pagina 4 en 5 van de OGP6-opdracht? Welk van deze criteria leent zich voor actie-onderzoek? Voettekst
Volgende keer: Werkbijeenkomst Werkopdracht: Plan van aanpak Principes van feedback Voettekst
Probleemanalyse Einddoel = helder krijgen waar je onderzoek zich op gaat richten (focus) en wat het moet op gaan leveren (doel van je onderzoek). Aanleiding = waarom is dit onderwerp voor jou relevant / interessant. Context = waar speelt het onderwerp zich af (alleen relevante informatie!). Probleemstelling = focus en doel: Dit onderzoek is gericht op … om inzicht te krijgen in … Voettekst
Verdiepen in de literatuur Bronnen verzamelen De volgende stap Verdiepen in de literatuur Bronnen verzamelen Mindmaps van kernconcepten Verbindend schrijven Voettekst
Aan de slag Bekijk het voorbeeld Beschrijf de aanleiding en context van je onderzoek Maak een plan van aanpak Geef peerfeedback (zie opdracht 1) Verwerk de ontvangen peerfeedback Bespreek het nieuwe plan van aanpak met de docent Voettekst
Voor de volgende bijeekomst Verder oriënteren in literatuur en praktijk om probleemanalyse verder uit te werken c.q. af te maken. Probleemanalyse leesbaar meenemen. Mindmap van de literatuur meenemen. Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst
Voettekst