Kruisweg van de stilte: quiz
Vraagjes bij beeldjes…
1. Welke belangrijke gebeurtenis wordt hier afgebeeld? a.Het verraad door Judas b.Het Laatste Avondmaal c.De eucharistieviering
2. Wie van bovenstaande figuren is Judas, de verrader? a.Figuur A omdat hij recht staat om zijn ‘oprechte’ verbazing te tonen. b.Figuur B omdat hij een zakje met zilveren munten in zijn hand houdt. c.Figuur C omdat hij zich verschuilt achter de anderen uit schaamte. Figuur A Figuur B Figuur C
3. Welke gebeurtenis vindt hier plaats? a.Jezus smeekt de Heer voor vergiffenis voor zijn zonden. b.Jezus wordt kwaad op God. c.Jezus vraagt vertwijfeld raad aan zijn Vader.
4. Waar vindt deze gebeurtenis plaats? a.Golgota. b.De Olijfberg. c.De tuin van Eden.
5. Wie zijn de mannen die op de voorgrond slapen? a.Drie van de twaalf apostelen. b.Drie Romeinse soldaten. c.De rovers die samen met Jezus gekruisigd zullen worden.
6. Wie komt er aan op de achtergrond? a.Een groep engelen om Jezus de zegen van God te geven. b.Het volk dat Jezus gekruisigd wil hebben. c.Judas en de Romeinse soldaten.
7. Wie is de persoon naast Jezus met het roze kleed? a.Een joodse hogepriester. b.Barabbas, de moordenaar. c.De Romeinse heerser Pilatus.
8. Waarom heeft Jezus een kroon op zijn hoofd en een mantel om? a.Omdat hij koning wilde worden. b.Om met hem te spotten. c.Omdat dat traditie was bij ter dood veroordeelden.
9. Boven aan het kruis hangt een opschrift met de reden van zijn veroordeling. Wat staat op dat opschrift? a.INRI. b.IESU. c.JUDAE.
10. Op welke dag herdenken wij de verrijzenis van Jezus? a.Pasen. b.Goede Vrijdag. c.Kerstmis.
De moeilijke ronde… 11. Op welke dag wordt het Laatste Avondmaal herdacht? a.Aswoensdag b.Witte Donderdag c.Goede Vrijdag d.Stille Zaterdag
De moeilijke ronde… 12. Wat deelt Jezus met zijn leerlingen tijdens het laatste avondmaal? a.Brood en wijn b.Brood en vis c.Druiven en wijn d.Vis en melk
De moeilijke ronde… 13. Bij zijn geseling zette men Jezus een doornenkroon op en…? a.Ontdeden ze hem van zijn kleren. b.Gaven ze hem een purperen mantel. c.Deden ze hem een witte lendendoek om. d.Deden ze hem een harnas aan als een koning.
De moeilijke ronde… 14. Wat willen de letters INRI zeggen? a.Deze man werd ter dood veroordeeld. b.Jezus van Nazareth, koning der Joden. c.Dit is Jezus, zoon van Maria. d.Deze man wilde koning worden.
De moeilijke ronde… 15. Wie ontdekte het lege graf van Jezus? a.Maria b.Pilatus c.Een Romeinse soldaat d.Maria Magdalena
Wie is wie? a. Barabbas b. Maria Magdalena c. Pilatus d. Maria e. Judas f. Simon van Cyrene 1. De moeder van Jezus 2. De gever van de kus 3. Persoon die zijn handen in onschuld waste 4. Zijn trouwe volgeling(e) 5. Persoon die het kruis heeft helpen dragen 6. Een moordenaar
Zegswijzen Welke twee spreekwoorden of zegswijzen kennen wij vandaag de dag nog die hun oorsprong vinden in het lijdensverhaal van Jezus? a.De wonderen zijn de wereld nog niet uit. b.Over het water lopen. c.Een Judaskus geven. d.Opstaan uit de doden. e.Een nagel aan het kruis zijn. f.Als een lam naar de slachtbank gebracht worden. g.Zijn handen in onschuld wassen.
Welke statie van de kruisweg herken je? Statie 1: Jezus wordt ter dood veroordeeld. Statie 2: Jezus neemt het kruis op Zijn schouders. Statie 3: Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis.
Welke statie van de kruisweg herken je? Statie 4: Jezus ontmoet Zijn Heilige Moeder. Statie 5: Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis te dragen. Statie 6: Veronica droogt het aangezicht van Jezus af.
Welke statie komt niet in de bijbel voor? ABC
Statie 10: Jezus wordt van Zijn klederen beroofd. Statie 11: Jezus wordt aan het kruis genageld. Statie 12: Jezus sterft aan het kruis. Statie 13: Jezus wordt van het kruis afgenomen. Statie 14: Jezus wordt in het graf gelegd. Welke statie van de kruisweg herken je?
Los de rebus op 24
Kruisweg van de stilte: Antwoorden
Vraagjes bij beeldjes…
1. Welke belangrijke gebeurtenis wordt hier afgebeeld? a.Het verraad door Judas b.Het Laatste Avondmaal c.De eucharistieviering
2. Wie van bovenstaande figuren is Judas, de verrader? a.Figuur A omdat hij recht staat om zijn ‘oprechte’ verbazing te tonen. b.Figuur B omdat hij een zakje met zilveren munten in zijn hand houdt. c.Figuur C omdat hij zich verschuilt achter de anderen uit schaamte. Figuur A Figuur B Figuur C
3. Welke gebeurtenis vindt hier plaats? a.Jezus smeekt de Heer voor vergiffenis voor zijn zonden. b.Jezus wordt kwaad op God. c.Jezus vraagt vertwijfeld raad aan zijn Vader.
4. Waar vindt deze gebeurtenis plaats? a.Golgota. b.De Olijfberg. c.De tuin van Eden.
5. Wie zijn de mannen die op de voorgrond slapen? a.Drie van de twaalf apostelen. b.Drie Romeinse soldaten. c.De rovers die samen met Jezus gekruisigd zullen worden.
6. Wie komt er aan op de achtergrond? a.Een groep engelen om Jezus de zegen van God te geven. b.Het volk dat Jezus gekruisigd wil hebben. c.Judas en de Romeinse soldaten.
7. Wie is de persoon naast Jezus met het roze kleed? a.Een joodse hogepriester. b.Barabbas, de moordenaar. c.De Romeinse heerser Pilatus.
8. Waarom heeft Jezus een kroon op zijn hoofd en een mantel om? a.Omdat hij koning wilde worden. b.Om met hem te spotten. c.Omdat dat traditie was bij ter dood veroordeelden.
9. Boven aan het kruis hangt een opschrift met de reden van zijn veroordeling. Wat staat op dat opschrift? a.INRI. b.IESU. c.JUDAE.
10. Op welke dag herdenken wij de verrijzenis van Jezus? a.Pasen. b.Goede Vrijdag. c.Kerstmis.
De moeilijke ronde… 11. Op welke dag wordt het Laatste Avondmaal herdacht? a.Aswoensdag b.Witte Donderdag c.Goede Vrijdag d.Stille Zaterdag
De moeilijke ronde… 12. Wat deelt Jezus met zijn leerlingen tijdens het laatste avondmaal? a.Brood en wijn b.Brood en vis c.Druiven en wijn d.Vis en melk
De moeilijke ronde… 13. Bij zijn geseling zette men Jezus een doornenkroon op en…? a.Ontdeden ze hem van zijn kleren. b.Gaven ze hem een purperen mantel. c.Deden ze hem een witte lendendoek om. d.Deden ze hem een harnas aan als een koning.
De moeilijke ronde… 14. Wat willen de letters INRI zeggen? a.Deze man werd ter dood veroordeeld. b.Jezus van Nazareth, koning der Joden. c.Dit is Jezus, zoon van Maria. d.Deze man wilde koning worden.
De moeilijke ronde… 15. Wie ontdekte het lege graf van Jezus? a.Maria b.Pilatus c.Een Romeinse soldaat d.Maria Magdalena
Wie is wie? a. Barabbas b. Maria Magdalena c. Pilatus d. Maria e. Judas f. Simon van Cyrene 6. Een moordenaar 4. Zijn trouwe volgeling(e) 3. Persoon die zijn handen in onschuld waste 1. De moeder van Jezus 2. De gever van de kus 5. Persoon die het kruis heeft helpen dragen
Zegswijzen Welke twee spreekwoorden of zegswijzen kennen wij vandaag de dag nog die hun oorsprong vinden in het lijdensverhaal van Jezus? a.De wonderen zijn de wereld nog niet uit. b.Over het water lopen. c.Een Judaskus geven. d.Opstaan uit de doden. e.Een nagel aan het kruis zijn. f.Als een lam naar de slachtbank gebracht worden. g.Zijn handen in onschuld wassen.
Welke statie van de kruisweg herken je? Statie 1: Jezus wordt ter dood veroordeeld. Statie 2: Jezus neemt het kruis op Zijn schouders. Statie 3: Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis.
Welke statie van de kruisweg herken je? Statie 4: Jezus ontmoet Zijn Heilige Moeder. Statie 5: Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis te dragen. Statie 6: Veronica droogt het aangezicht van Jezus af.
Welke statie komt niet in de bijbel voor? A: VeronicaBC
Statie 10: Jezus wordt van Zijn klederen beroofd. Statie 11: Jezus wordt aan het kruis genageld. Statie 12: Jezus sterft aan het kruis. Statie 13: Jezus wordt van het kruis afgenomen. Statie 14: Jezus wordt in het graf gelegd. Welke statie van de kruisweg herken je?
Los de rebus op 48 Jezus stief aan het kruis voor onze zonden.