Competenties van organisatieadviseurs Léon de Caluwé Elsbeth Reitsma Ooa, 22 januari 2007

Wat heeft een organisatieadviseur nodig? Context= situatie of verband waarbinnen de adviseur interventies doet Aanpak= generieke benadering van een probleemsituatie Interventie= één of een serie geplande veranderactiviteit(-en) erop gericht om het functioneren van een organisatie te verbeteren Competentie= iets dat iemand goed kan. Context Aanpak Competenties Interventies Basiscompetenties Achtergrond / Stijl van veranderen / Eigen repertoire

Relevante vraagstukken voor het vak Kan elke adviseur alle aanpakken en interventies aan? Wat voor type adviseur moet je hebben voor welk probleem en voor welke context? Speelt de persoonlijke achtergrond, stijl en voorkeur een rol bij de gekozen aanpak of interventies? (‘hamer zoekt spijker’)

Uitkomst onderzoek Basiscompetenties: heeft iedere adviseur nodig Aanpakspecifieke competenties: de schaatsbeweging van de adviseur ………maar de ene aanpak kan hem beter liggen dan de andere. Interventiespecifieke competenties: 4 clusters van interventies –Strategische vraagstukken en processen tussen mensen –Structuur, processen en HRM-instrumenten –Beheersing & controle –Training/ontwikkeling en duurzaam leren/veranderen door interactie

Aanpakspecifieke competenties E xpertmatige aanpak: Ondernemerschap, marktgerichtheid, durf, onafhankelijkheid, resultaatgericht, kwaliteitsgericht, leiderschap, consulteren en risicobewust Procesmatige aanpak: Zelfbeheersing, organiseren, coalitie sluiten, energie, organisatiebewustzijn, coachen, persoonlijk beroep en besluitvaardigheid Interventiespecifieke competenties Strategie en processen tussen mensen: Organisatiebewustzijn Structuur, processen en HRM Plannen, organiseren en resultaatgericht Beheersing/controle: Durf, plannen, resultaatgericht, omgang met details en problemen oplossen Training en duurzaam leren/veranderen door interactie: Coachen en inspireren Basiscompetenties Veerkracht tonen: flexibel Analyseren: analytisch, conceptueel denken, lerende oriëntatie en creativiteit Beschouwen: oordeelsvorming, omgevingsbewustzijn en visie ontwikkelen Faciliteren: luisteren en sensitiviteit Beïnvloeden: communiceren, optreden en overtuigingskracht Vertrouwen wekken: integriteit, betrouwbaarheid, loyaliteit en gunstige sfeer creëren Onderzoeksresultaat

Zelftest Ikzelf Competenties: bezit ik ze? kan ik ze ontwikkelen? Interventies: doe ik de interventie? kan ik de interventie leren? Aanpak: waar plaats ik mezelf? Boven-, onder en neven- geschikte Competenties: zie ik het je doen? kan je het leren? Interventies: doe je de interventie? kan je de interventie leren? Aanpak: waar plaats je de adviseur? Uitkomsten onderzoek Basiscompetenties: iedere adviseur zou ze moeten beheersen Interventiespecifieke competenties: bezit je de competenties die nodig zijn voor de interventie? Aanpakspecifieke competenties: bezit je de competenties die nodig zijn voor het uitvoeren van een aanpak?

Andere uitkomsten 4 cases: hoe pakken 40 ervaren collega’s deze case aan? Waar letten adviseurs op in de context? Tijdsdruk Escalatie Verschil machtsverhouding Functieafhankelijkheid Identificatie Reflectievermogen Kennis en kunde

Relevante opbrengsten voor het vak op basis van dit onderzoek Kan elke adviseur alle aanpakken en interventies aan? Wat voor type adviseur moet je hebben voor welk probleem en voor welke context? Speelt de persoonlijke achtergrond, stijl en voorkeur een rol bij de gekozen aanpak of interventies? (‘hamer zoekt spijker’) Andere opbrengsten: - Interventielijst: 9 hoofdcategorieën met voorbeelden - Competentielijst: 10 hoofdcategorieën met onderverdeling