Sociale Hygiëne jaar 2 Sporeto Jacob van Wieren

Programma vandaag  Wijziging datum eindtoets + taples  Informatie officieel examen  Behandelen opdrachten hoofdstuk 4  Behandelen theorie en opdrachten hoofdstuk 9  Maken van oefentoets  Nabespreken oefentoets  Afsluiting

Datum eindtoets en tapcursus  Eindtoets en tapcursus vindt plaats op Ik probeer de les met Frank nog om te ruilen zodat we alles op de middag kunnen plannen. De tapcursus vindt plaats in de Leeuwarden Lounge

Informatie examen  Examen kan aangevraagd worden via hygiene.html hygiene.html  Kost 127 euro en kan op donderdags digitaal op de NHL gedaan worden om 13:00/14:15/15:30

Vragen hoofdstuk 4 1. De volgende afwegingen moeten worden gemaakt bij de gespreksmodellen ‘Openlijke en Verborgen regelovertreding:  welke regelovertreding;  assistentie of delegeren;  doel bepalen;  wanneer optreden. 2. Het doel van ‘inzicht tonen’ is, dat de gast niet te direct geconfronteerd wordt met het woord ‘nee’. 3. het verschil tussen een openlijke en een verborgen regelovertreding is dat de handelingen van de overtreder bij openlijke regelovertreding zelf zijn waargenomen en bij verborgen regelovertreding niet

Vragen hoofdstuk 4 (vervolg) 4. De gast zal als je hem confronteert met een verborgen regelovertreding A2-gedrag (ontkennend gedrag) vertonen. Hij weet immers dat de regelhandhaver slechts optreedt op basis van vermoedens. 5. Om goed met klachten van gasten om te kunnen gaan, moet je onderscheid kunnen maken tussen:  soorten klachten;  soorten klagers;  wijze van klagen;  hoe klachten afgehandeld kunnen worden.

Theorie en antwoorden hoofdstuk 9 De toiletten moeten aan de volgende eisen voldoen:  In de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit zijn, ten behoeve van de bezoekers, ten minste twee volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden aanwezig.  Elke toiletgelegenheid bevat ten minste: één of meer behoorlijk afsluitbare toiletruimten; één of meer behoorlijke voorzieningen om de handen met deugdelijk stromend drinkwater te kunnen wassen.  De in de toiletruimte aanwezige toiletpotten en urinoirs zijn voorzien van waterspoeling.  De toiletruimten zijn niet rechtstreeks toegankelijk vanuit een horecalokaliteit.

Theorie en antwoorden hoofdstuk 9 Een brandmelding bestaat uit het noemen van:  naam van melder;  het adres van uw bedrijf (straatnaam, huisnummer, woonplaats);  de naam van uw bedrijf;  het soort bedrijf (bijvoorbeeld café);  de bereikbaarheid van het bedrijf (routebeschrijving);  wat er gebeurd is (oorzaak van brand);  de aard van de brand (binnen of buiten, schoorsteenbrand of gasexplosie);  het aantal mensen dat op dat moment aanwezig is.  Laat iemand de brandweer buiten opwachten.

Theorie en antwoorden hoofdstuk 9 De volgende bouwkundige voorzieningen kunnen getroffen worden om de veiligheid te vergroten:  een goed doorzicht;  een goed overzicht;  een goed toezicht;  goede verlichting;  een beveiligde kassa;  een veilige kluis;  sleutelbeheer.

Theorie en antwoorden hoofdstuk 9 Afroombox: Een box waarin overtollig geld afgeroomd kan worden. Door de camera zichtbaar op te hangen voor het publiek. kan het effect van camera’s verbeterd worden

Theorie en antwoorden hoofdstuk 9 Detectiepoort Voordeel: Het apparaat heeft een preventieve werking op wapenbezit van gasten of spoort deze op. Nadeel: Dat het problemen kan geven met gasten, die de controle als inbreuk op hun privacy ervaren.

Theorie en antwoorden hoofdstuk 9 Het magazijn is te beveiligen door de volgende maatregelen:  Het magazijn moet in principe altijd op slot zijn.  Gasten mogen niet in de buurt van het magazijn kunnen komen.  Alle tussendeuren in het bedrijf moeten gesloten zijn.  Zorg voor een goede verlichting, extra (zware) sloten en vergrendelingen als het magazijn ook van buiten te bereiken is.  Plaats eventueel een hekwerk rondom het magazijn.  Raampjes in het magazijn moeten afgesloten kunnen worden met speciale raamsloten met traliewerk voor het raam.  Zorg voor goed sleutelbeheer ten aanzien van de magazijnsleutel.

In een sleutelprocedure dient te zijn vastgelegd:  wie in het bezit is van welke sleutel;  wie welke deur mag of moet openen of sluiten;  wie welke sleutel op welk moment moet inleveren of in de sleutelkast opbergen;  wie het bedrijf opent of sluit;  welke sleutels in de sleutelkast moeten hangen bij afsluiting van het bedrijf;  wie belast is met het toezicht en de controle op het sleutelbeheer;  dat vermissing van sleutels direct gemeld moet worden door hotelgasten of mede-werkers. Theorie en antwoorden hoofdstuk 9

De horecaportier moet aan de volgende eisen voldoen:  de horecaportier moet in dienst zijn van een particuliere beveiligingsorganisatie;  de horecaportier moet in bezit zijn van een SVH Diploma Horecaportier;  de horecaportier moet met succes gescreend zijn door de politie. Theorie en antwoorden hoofdstuk 9

De taken van de BHV’er zijn:  het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;  het beperken en bestrijden van brand;  het beperken van de gevolgen van ongevallen;  het alarmeren en evacueren van alle aanwezige personen in het bedrijf. Theorie en antwoorden hoofdstuk 9

Je krijgt nu de oefentoets met daarin net als bij de echte toets 40 vragen. De score van deze oefentoets telt niet mee, maar geeft je een idee van wat voor soort vragen je kunt verwachten. De theorie uit de powerpoints samen met de vragen en antwoorden uit de vorige lessen vormen de basis van de eindtoets. Door deze goed te leren bereid je jezelf optimaal voor! Oefentoets