“Actualiteiten Milieurecht in het licht van de Wabo ” mr. Bert Hardenberg 23 mei 2011
Afbakening Inrichtinggebonden milieurecht In relatie tot de Wabo Onderwerpen Omgevingsvergunning (Wabo, Bor, Mor) Activiteitenbesluit
Omgevingsvergunning Integratie vergunningen met effect op fysieke leefomgeving Eén vergunning voor locatiegebonden projecten –één loket –één aanvraag (digitaal) –één bevoegd gezag –één procedure (besluitvorming en rechtsbescherming) –één handhaver Geen integratie toetsingskaders (‘copy paste’) –milieu: artikel 2.14 Wabo en 2.20 Wabo (artikel 8.8 – 8.10 Wm)
Omgevingsvergunning Onderwerpen Project/knippen/faseren Bevoegd gezag/VVGB/advies Procedure en rechtsbescherming Overgangsrecht
Project Verbod zonder omgevingsvergunning project uit te voeren voor zover dat bestaat uit in artikel 2.1 en 2.2 Wabo genoemde activiteiten Activiteiten: o.a. ‘het oprichten, het veranderen of het in werking hebben van een inrichting’ (artikel 2.1, lid 1, onder e Wabo), maar ook bouwen bouwwerk, slopen bouwwerk, kappen houtopstand
Project Bij AMvB kan vergunningplicht voor activiteiten binnen project worden beperkt voor aangewezen categorieën gevallen (artikel 2.1, lid 3 Wabo) Categorieën vergunningplichtige inrichtingen zijn in artikel 2.1, lid 2 Bor aangewezen (voorheen: Ivb, Activiteitenbesluit) –categorieën inrichtingen waartoe een gpbv-installatie behoort –categorieën inrichtingen die als zodanig zijn aangewezen in bijlage I, onderdeel B en onderdeel C Bor
Project In Bor niet als vergunningplichtig aangewezen inrichtingen vallen wel onder algemene regels (vb. horeca-inrichtingen – categorie 18 bijlage I Bor) (artikel 1.4 Activiteitenbesluit) Melding ex artikel 1.10 Activiteitenbesluit dient gelijktijdig met aanvraag omgevingsvergunning worden ingediend = indieningsvereiste (artikel 8.41a Wm) Melding 8.19 Wm is vervallen: verandering inrichting die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan vergunning toelaat, is vergunningplichtig (reguliere procedure artikel 3.10, lid 3 Wabo)
Deelprojecten Aanvrager niet verplicht om voor ‘zijn project’ (bijv. realisatie nieuw bedrijf) één omgevingsvergunning aan te vragen; afbakening project is verantwoordelijkheid aanvrager Grens aan knippen project in deelprojecten: ‘onlosmakelijke samenhang’; activiteiten die behoren tot meerdere categorieën activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 Wabo moeten in dezelfde aanvraag (artikel 2.7, lid 1 Wabo) Bouwen bouwwerk en oprichten inrichting?
Deelprojecten Gevolg knippen project in deelprojecten –meerdere omgevingsvergunningen (‘deelvergunningen’) voor elk van de deelprojecten, met eigen procedure, rechtsbescherming en eigen bevoegd gezag (beoordelen op niveau deelproject) –omgevingsvergunningen zijn elk juridisch uitvoerbaar (feitelijk kan dat anders zijn; uitvoering gehele project is geen gegeven)
Faseren Alternatief voor knippen in deelprojecten = faseren (vb. eerst oprichten inrichting, dan afwijken bestemmingsplan/bouw bouwwerk) (artikel 2.5 Wabo) –Op verzoek aanvrager 2 fasen; aanvrager bepaalt wijze van faseren –Aanvraag fase 1 moet gehele project beschrijven (artikel 4.5, lid 2 Bor); MER (artikel 4.5, lid 3 Bor [per 1 april 2011]) –Procedure en bevoegd gezag worden bepaald aan de hand van gehele project –Fase 1 + fase 2 = omgevingsvergunning; gelijktijdige inwerkingtreding –Rechtsbescherming tegen zowel beschikking fase 1 als fase 2
Eén integrale vergunning? Niet altijd Deelvergunningen en faseren voorzien in behoefte Uiteindelijk bepaalt aanvrager mate van integratie Maar belanghebbende …
Bevoegd gezag Van belang voor vergunningverlening en handhaving (artikel 5.2 Wabo) Niet van belang voor indienen aanvraag: kan altijd bij B&W (mag bij bevoegd gezag) (artikel 3.1, lid 1 Wabo); wel voor vooroverleg T.a.v. project één bevoegd gezag voor alle activiteiten; hoogste bevoegd gezag ‘wint’ Eenmaal bevoegd gezag, blijft bevoegd gezag bij voortdurende omgevingsvergunningen (artikel 2.4, lid 5 Wabo); vb. GS bevoegd gezag omgevingsvergunning ‘milieu’, dan voor latere kap of bouw GS ook bevoegd gezag!
Bevoegd gezag Hoofdregel: B&W, tenzij bij AMvB ander bevoegd gezag is aangewezen (artikel 2.4 Wabo) (B&W 98%) Aanwijzing bevoegd gezag t.a.v. inrichting in artikel 3.3 Bor
Bevoegd gezag Aanwijzing GS in artikel 3.3, lid 1 Bor –GS bevoegd gezag indien aangewezen in bijlage I, onderdeel C Bor maar alleen betrekking tot inrichting waartoe een gpbv- installatie behoort of waarop het Brzo’99 van toepassing is –Anders: B&W bevoegd, met verklaring van geen bedenkingen GS (VVGB) ten aanzien van het milieudeel (artikel 2:27 Wabo jo artikel 6:7, lid 1 Bor); GS zijn mede bevoegd ten aanzien van de handhaving (artikel 6:7, lid 3 Bor) –Pakkage deal IPO/VNG; B&W worden (volledig) bevoegd gezag voor de oude provinciale inrichtingen zodra RUD’s operationeel zijn; tot dat moment deelbevoegdheid via VVGB (1 januari 2012?)
Bevoegd gezag –Tekst in Bor: Onverminderd de artikelen 3.3, eerste lid, tweede volzin, en 6.7, eerste lid, derde volzin, zijn gedeputeerde staten bevoegd te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning of omtrent een verklaring van geen bedenkingen ten aanzien van inrichtingen, behorende tot deze categorie, voor zover het betreft …artikelen 3.3, eerste lid, tweede volzin 6.7, eerste lid, derde volzin
Bevoegd gezag –Defensie-inrichtingen: minister I&M (artikel 3.3, lid 2 Bor) –Inrichtingen in territoriale zee: minister I&M (artikel 3.3, lid 3 Bor) –Inrichting in hoofdzaak mijnbouwwerk: minister ELI (artikel 3.3, lid 4 Bor)
Bevoegd gezag VVGB: ‘vergunning’ voor onderdeel milieu; voorschriften aan VVGB moeten worden overgenomen door B&W (artikel 2.22, lid 2 Wabo); weigering VVGB leidt tot verplichte weigering omgevingsvergunning (artikel 2.20a Wabo) Rechtsbescherming voor B&W tegen VVGB, nadat besluit is genomen cfm. VVGB (artikel 6:5 Wabo); belanghebbenden kunnen uiteraard in beroep tegen deel omgevingsvergunning waarop VVGB ziet (en in dat kader ook tegen VVGB) – B&W zijn dan verweerder als bevoegd gezag!? (8:26 Awb) Wat te doen bij uitblijven VVGB? Besluit nemen kan niet (artikel 2.27 Wabo); artikel 6:2 Awb: beroep niet tijdig besluiten (door wie?) Praktijk?
Bevoegd gezag Eén bevoegd gezag? Voor aanvrager/vergunninghouder: niet altijd (vvgb) Achter de schermen kan het druk zijn/blijven Te meer in geval van plicht tot coördinatie omgevingsvergunning met Watervergunning voor directe lozingen uit inrichting met gpbv-installatie (par. 3.5 Wabo, hfdst.6, par. 4 Waterwet)
Procedure Voor activiteit artikel 2.1, lid 1, onder e Wabo uitgebreide voorbereidingsprocedure (artikel 3.10 en 3.12 Wabo) –Afdeling 3.4 Awb –Ontwerpbesluit, zes weken ter inzage voor een ieder (zienswijze) –Beslistermijn = 6 maanden (verlenging zes weken bij ingewikkelde of omstreden aanvraag) –Geen vergunning van rechtswege bij termijnoverschrijding –Inwerkingtreding na afloop beroepstermijn (vovo)
Procedure (‘transponeringstabel’) Voorschriften –art Wabo jo par. 5.2 Bor; art Wm jo hfdst. 5a Ivb (oud) Revisievergunning –art. 2.6 Wabo; 8.4 Wm (oud) Actualisatie –Onderzoeksplicht (art Wabo jo art Bor; art. 8.22, lid 1 Wm jo. art. 8a.1 Ivb [oud]) –Wijzigingsplicht (art. 2.32, lid 1, onder b Wabo; art. 8.22, lid 2 Wm [oud]) -Intrekkingsplicht (art. 2.33, lid 1, onder b Wabo; 8.25, lid 2 Wm [oud])
Rechtsbescherming Beroep in twee instanties –bij vergunningverlening en bij handhaving (wijziging artikel 20.1 Wm) –milieukamers bij rechtbanken (vb. Zwolle; Arnhem) –StAB als adviseur (artikel 6.5b Wabo) Belanghebbende bij omgevingsvergunning? –Beoordeling per activiteit (aansluiten bij oud recht; vgl. milieu, bouwen, kappen), behoudens activiteiten met onlosmakelijke samenhang (AbRvS 13 april 2011, LJN: BQ1081)
Rechtsbescherming Artikel 6:13 Awb –Onderdelenfuik: alleen beroep tegen onderdelen besluit waartegen ook zienswijze is ingediend/bezwaar is gemaakt –Onder Wet milieubeheer: beslissingen over aanvaardbaarheid van de verschillende categorieën milieugevolgen, zijn besluitonderdelen (vgl. AbRvS 1 november 2006, ) –Andere benadering bij bouwen/afwijken van bestemmingsplan –Onder Wabo?
Rechtsbescherming AbRvS 9 maart 2011, LJN: BP7155 -Verschillende activiteiten waaruit project bestaat, zijn besluitonderdelen (bijvoorbeeld: bouwen, oprichten) -Beslissingen over de verschillende categorieën milieugevolgen zijn geen besluitonderdelen; dus in beroep ook gronden over milieuaspecten waartegen zienswijze zich niet richtte! -Afdeling gaat om voor situaties waarin beroep is ingesteld tegen Wm-vergunningen die na 1 april 2011 zijn bekendgemaakt
Overgangsrecht Vergunningverlening –Wm-vergunning die vóór 1 oktober 2010 van kracht en onherroepelijk was, wordt gelijkgesteld met omgevingsvergunning (artikel 1.2, lid 1 Ivw Wabo); betekenis artikel 8.2 Wabo voor voormalige provinciale inrichtingen? –Milieuvergunning die vóór 1 oktober 2010 onherroepelijk was, maar nog niet van kracht omdat de bouwvergunning nog niet was verleend (artikel 20.8 Wm [oud]), wordt gelijkgesteld met omgevingsvergunning milieu; vergunning treedt in werking nadat vergunning voor bouw wordt verleend (bouwvergunning of omgevingsvergunning bouw) (artikel 1.2a Ivw Wabo) –Aanvraag milieuvergunning van vóór 1 oktober 2010 wordt onder ‘oud recht’ afgehandeld (artikel 1.2, lid 2 Ivw Wabo)
Overgangsrecht Handhaving Wabo –‘oud recht’ van toepassing indien vóór 1 oktober 2010 primair besluit is genomen omtrent handhaving (dan ‘in milieu’ beroep in één instantie) (artikel 1.6 Ivw Wabo) –Wabo van toepassing indien primair besluit omtrent handhaving (toewijzing, maar ook afwijzing) dateert van 1 oktober 2010 of later –Zie: Vz. AbRvS 30 november 2010, ; AbRvS 22 december 2010;
Overgangsrecht Handhaving algemene regels ex 8.40 Wm Wabo is van toepassing op handhaving algemene regels ex artikel 8.40 Wm en maatwerkvoorschriften ex artikel 8.42 Wm; beroep in twee instanties (artikel 5.1 Wabo en artikel 20.1 Wm) Geen wettelijk overgangsrecht: indien een appellabel besluit (bip of bob) op 1 oktober 2010 of later is bekendgemaakt, dan is gewijzigd artikel 20.1 Wm (direct) van toepassing (beroep in twee instanties), Vz. AbRvS 3 december 2010, , M&R 2011/2, nr. 48
Activiteitenbesluit Algemene regels voor activiteiten binnen inrichtingen (i.p.v. vergunningvoorschriften) Vermindering administratieve lasten voor bedrijven Van vergunningen naar algemene regels
Activiteitenbesluit Fase 1 (Stb. 2007/415) –Inwerkingtreding 1 januari 2008 Fase 2, tranche 1 (Stb. 2009/479) –Inwerkingtreding 1 januari 2010 (Quick wins) –Recreatieve visvijvers –Humane crematoria –Vellen offset-drukkerijen –Mechanische textielverwerking –Laboratoria en praktijkruimten –Natuursteenbewerkende industrie –Koude vleesverwerking –Inrichtingen voor traditioneel schieten
Activiteitenbesluit Fase 2, tranche 2 (Stb. 2010/781) –Inwerkingtreding 1 januari 2011 –Autodemontage –Metaalrecycling –Kunststofrecycling –Bunkerstations binnengaard –Gemeentewerven en milieustraten –Rwzi’s –Op- en overslag grond, bagger, oud papier, gebruikte textiel, groen afval Besluit wijziging milieuregels windturbines (Stb. 2010/749) –(m.e.r.-beoordelingsplichtige) windturbines
Activiteitenbesluit Bijzonderheid: voor enkele nieuw aangewezen activiteiten bestaat op grond van Europese regelgeving een verplichting van voorafgaande individuele toets van de milieueffecten –M.e.r.-richtlijn verplicht individuele toets vooraf voor m.e.r.- beoordelingsplichtige activiteiten (bijv. windparken) –Kaderrichtlijn afvalstoffen verplicht individuele toets vooraf voor verwijderingshandelingen (vb. inname restant medicijnen)
Activiteitenbesluit Oplossing is gevonden in een de aanwijzing van een nieuwe categorie activiteiten waarvoor op grond van artikel 2.1, lid 1, onder i Wabo een omgevingsvergunning is vereist; de activiteiten zijn in artikel 2.2a Bor aangewezen Roepnaam: omgevingsvergunning met beperkte milieutoets (obm); obm is onderdeel van een omgevingsvergunning voor een project waarop Wabo van toepassing is
Activiteitenbesluit Categorieën activiteiten: art. 2.2a Bor –vb. de activiteit, bedoeld in categorie 22.2 van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage, met dien verstande dat deze aanwijzing niet van toepassing is in de gevallen waarin artikel 7.18 Wm van toepassing is (lid 1, onder a) –vb. het demonteren van autowrakken (lid 1, onder h)
Activiteitenbesluit Voor obm geldt in beginsel reguliere voorbereidingsprocedure (artikel 3.7 Wabo) (behalve indien op grond van andere activiteiten de uitgebreide procedure is vereist); niet altijd lex silencio positivo (uitzonderingen in artikel 6.19 Bor) Toetsingsgronden/weigeringsgronden (art. 5.13b Bor) –Vb. bevoegd gezag besluit dat m.e.r. is vereist (lid 1) –Vb. Belang doelmatig beheer afvalstoffen (lid 3) –Vb. Wet bibob (lid 4) (Pas op: grondslag Wet Bibob ontbreekt nog) –NB: in NvT: ‘lokale toets’ is mogelijk (geur/luchtkwaliteit/geluid): blijkt niet uit Bor (limitatieve weigeringsgronden)
Activiteitenbesluit Positief besluit –Algemene regels Activiteitenbesluit is van toepassing –Geen voorschriften aan obm; artikel 5.13a Bor) Negatief besluit –Op basis van 5.13b, lid 1: dan alsnog vergunning aanvragen voor activiteit ex art. 2.1, lid e Wabo (MER!) –Op basis van 5.13b, lid 2-4: activiteit zal geen doorgang kunnen vinden
Activiteitenbesluit Bevoegd gezag obm (artikel 3.3a Bor) –GS zijn bevoegd te beslissen omtrent een obm die betrekking heeft op activiteiten m.b.t. een inrichting type b of c als bedoeld in het Activiteitenbesluit, voor zover dit een inrichting is als bedoeld in categorie 28.4 of 28.5 van bijlage I, onderdeel C Bor (vb. autodemontagebedrijven) –Overige gevallen: B&W (vb. windpark) –Voor melding geldt dezelfde regeling (zie 1.2a Activiteitenbesluit) Obm voortdurende omgevingsvergunning?
Wijziging Besluit m.e.r en Bor Inwerkingtreding 1 april 2011(Stb. 2011/102) Uitbreiding art. 2.2a Bor –c: de activiteit bedoeld in de categorieën 18.8, 32.1, 32.2, 32.3 en 32.7 van onderdeel d van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage, met dien verstande dat deze aanwijzing niet van toepassing in de gevallen waarin art Wm van toepassing is. De bedoelde activiteiten betreffen de opslag van schroot/autowrakken (categorie 18.8) en enkele andere categorieën activiteiten metaalbranche (32.1, 32.2, 32.3 en 32.7)
Wijziging Besluit m.e.r en Bor Verder: –Aanleiding: HvJEG 15 oktober 2009, C-255/08 –enkele beoordeling of aan drempels (t.a.v. omvang project) uit Besluit m.e.r. wordt voldaan, volstaat niet bij de beoordeling of een m.e.r.-beoordeling moet worden uitgevoerd; er dient bij de beoordeling mede acht te worden geslagen op andere factoren als bedoeld in bijlage III van de m.e.r.-richtlijn die aanleiding kunnen geven tot het opstellen van een m.e.r. (cumulatie met andere projecten, opnamevermogen van natuurlijk milieu (Natura 2000/EHS) en de orde van grootte van het effect van het project)
Wijziging Besluit m.e.r en Bor Besluit m.e.r. is zodanig gewijzigd dat ook m.e.r.- beoordelingsplicht geldt, indien –“op grond van selectiecriteria als bedoeld in bijlage III bij de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling niet kan worden uitgesloten dat de activiteiten belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben” (artikel 2, lid 5 Besluit m.e.r. nieuw); –daarmee worden drempels indicatief gemaakt; –Gevolgen voor artikel 2.2a Bor: wat is grens m.e.r- beoordelingsplichtige activiteit indien drempel indicatief is? Vb. Windpark? Oplossing in definitiebepaling (windturbinepark = park bestaande uit ten minste 3 turbines): dus dan ook obm
Activiteitenbesluit Verdere ontwikkelingen: –Na fase 2, tranche 2 volgt nog fase 3 (2012?) (onder andere ziekenhuizen, betonfabrieken e.a.) –Landbouw in Activiteitenbesluit Steeds meer (en ook ingewikkelder) activiteiten onder algemene regels; verschuiving van vergunningverlening vooraf na handhaving achteraf (en mogelijk het stellen van maatwerkvoorschriften); echter regeling wordt erg complex
Contactgegevens: mr. E. Hardenberg KienhuisHoving N.V. Postbus AC ENSCHEDE Tel. nr