EEN LOOPBAAN BIJ DE RECHTERLIJKE MACHT Examen inzake beroepsbekwaamheid Infosessie 29 februari 2016 Ria Mortier, voorzitter BAC HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE
Het examen bestaat uit twee delen: Schriftelijk deel – De oplossing van een casus in de door de kandidaat gekozen materie – Psychologische proeven. Mondeling deel HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Examen inzake beroepsbekwaamheid
Keuze uit drie materies: burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht sociaal recht, met inbegrip van gerechtelijk recht HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE SCHRIFTELIJK DEEL Casus
Voor de casusanalyse heeft u 5 uur tijd. Enkel het gebruik van (geannoteerde) wetboeken en van de stukken van het dossier is toegelaten Geen rechtsleer Markeringen en kruisverwijzingen zijn toegelaten Losbladige wetgeving is toegestaan HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Casus
Op basis van een juridisch vraagstuk wordt gepeild naar de volgende vermogens: (casus)analyse, juridisch denkvermogen en redactie (structuur/grammatica/zinsbouw/spelling) het vermogen om de gekozen juridische oplossing te verantwoorden Van de kandidaat wordt verwacht dat hij bij het formuleren van de juridische oplossing optimaal rekening houdt met de eigenheid van de feiten en met de specifieke en breed- maatschappelijke context die de casus kenmerkt. U werkt in 3 fases. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Casus: peilen naar juridisch denkvermogen
De eerste fase = “de werkelijkheidsanalyse” U geeft een omschrijving van het ‘maatschappelijk’ probleem van de voorgelegde casus. Hierbij komt het er niet alleen op aan de feiten te analyseren, maar ook aan te tonen dat u inzicht hebt in de onderliggende affectoren van de casus, de ‘beweeg’-redenen van de partijen. Dus actoren – affectoren analyse HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Casus: eerste fase
Bepaal de voor u vijf belangrijkste actoren en som ze op in volgorde van belangrijkheid. Vervolgens somt u voor elk van deze actoren de affectoren op, die u eveneens dient te hiërarchiseren. Opsommen houdt in: Waarom nemen de partijen een bepaalde positie in en blijven ze die aanhouden? Hoe kunnen deze affectoren elkaar beïnvloeden, en vooral, hoe verhouden ze zich tot elkaar? Maar ook: hebben partijen voldoende inzicht in mogelijke (andere) determinanten, die hun positie kunnen beïnvloeden, en in hun (onderlinge) evolutie? Hiërarchiseren houdt in: welke affectoren acht u in hogere of mindere mate relevant binnen deze analyse. Deze relevantie geeft u hiërarchisch aan, hetzij via nummering, minstens middels onderlijning. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Casus: eerste fase
Louis en Jos wonen reeds vanaf hun jeugd in de rustige en landelijke gemeente Brussegem. Zij bewonen beiden hun ouderlijke woning en zijn reeds vanaf hun kindertijd buren (en jeugdvrienden). Nu de kinderen van Louis het huis uit zijn zou Raymonde, zijn echtgenote, graag de oude veranda van hun woning ombouwen tot een grote living met aanpalende lounge- en dansruimte. De werken omvatten de volledige afbraak van de veranda, die in de 70’er jaren in strijd met de bouwkundige voorschriften eigenhandig werd gezet door Louis ’vader, de uitbreiding daarvan (met 25m²) en het verhogen van de bestaande constructie met anderhalve meter. Eén en ander is in strijd met de huidige bouwkundige voorschriften, aangezien het verboden is bestaande constructies aan de achterzijde van woningen op te trekken en het niet toegestaan is meer dan 12 meter vanaf de rooilijn te bouwen (de constructie zou 16 meter diep komen). Louis zou evenwel geen vergunning aanvragen en heeft aan Jos gevraagd om aan de aanpassingen geen ruchtbaarheid te geven, nu deze, behalve van in hun tuinen, toch niet zichtbaar zijn. Hij rekent ook op enige clementie vanwege zijn kameraad, die een tiental jaar geleden zelf een illegale constructie heeft opgetrokken aan de achterzijde van zijn woning. Jos zit bijzonder verveeld met deze kwestie. Zijn echtgenote Kate beklaagt zich over de geluidsoverlast die zou kunnen gepaard gaan met de danszaal (die weliswaar enkel voor familiefeesten zou gebruikt worden). Zij is ook van mening dat het optrekken van de achtergevel afbreuk zal doen aan het uitzicht. Zij wil dat haar echtgenoot de nodige stappen onderneemt om de werken (die vorige week gestart zijn) stil te leggen. Jos denkt aan zijn vriendschap met Louis en vreest dat in het kader van een onderzoek/procedure zijn illegale veranda aan het licht zal komen. Uiteindelijk beslissen Jos en Kate om naar de gemeente te stappen teneinde de werken te laten stilleggen. De stedenbouwkundige ambtenaar komt ter plaatse en beveelt, overeenkomstig artikel van de VCRO, de onmiddellijke staking van de werken. Louis en Raymonde vorderen in kort geding de opheffing van deze maatregel bij de rechtbank van eerste aanleg te Brusville. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Eerste fase: eenvoudig voorbeeld ter illustratie
Louis Jos Raymonde Kate Stedenbouwkundige ambtenaar de gemeenschap de nabije omgeving de kinderen van Louis en Raymonde …? HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Actoren
Vb. Louis: Houdt rekening met het standpunt van zijn jeugdvriend, Jos en diens echtgenote (geluidsoverlast, uitzicht) Neemt in overweging dat de buren zelf een illegale constructie opgetrokken hebben Houdt rekening met het standpunt van Raymonde, zijn echtgenote Wenst zelf zijn veranda te verbouwen Neemt in overweging dat de stedenbouwkundige voorschriften aan zijn plannen in de weg staan, maar legt dit naast zich neer (hij weegt de risico’s hiervan af tegen de voordelen) -> Wees zo volledig mogelijk bij de opsomming van de affectoren en plaats deze in een hiërarchisch verband. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Affectoren
De tweede fase = “de juridische analyse” U geeft op welke de verschillende mogelijke juridische oplossingen zijn en u werkt de door u gekozen juridische oplossing correct uit. Bij die uitwerking hebt u zowel oog voor het materieel recht als voor de procedurele aspecten. Deze centrale fase is de meest klassieke. Zij is erop gericht te kunnen vaststellen op welke wijze de kandidaat omgaat met de wettelijke bepalingen/juridische beginselen (bv. rechtsmisbruik). Men moet zich bij het uitwerken van die juridische oplossing baseren op de gegevens van de casus, maar tegelijk moet die ook al gericht zijn op de volgende fase. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Casus: tweede fase
In de derde fase toetst u de door u gekozen juridische oplossing aan het ‘reëel maatschappelijk conflict’: U verantwoordt in hoeverre uw gekozen juridische oplossing ook een maatschappelijk effectieve oplossing is voor de reële casus met zijn individuele, onderlinge, veranderende en maatschappelijke connotaties. U gaat hierbij ook na hoezeer de door u uitgewerkte juridische oplossing aan de determinerende factoren – actoren en gehiërarchiseerde affectoren – van de voorgelegde casus beantwoordt. U koppelt dus terug naar de hiërarchie van affectoren uit fase 1 en weet te verantwoorden waarom u, rekening houdend met de belangrijkste affectoren, de door u naar voor geschoven oplossing heeft weerhouden. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Casus: derde fase
De kandidaten die ten minste 60% van de punten hebben behaald op de schriftelijke proef worden toegelaten tot de mondelinge proef. Bij de beoordeling weegt het juridisch aspect minstens even zwaar door als de actoren-/affectorenanalyse en de derde fase. Elk van de drie onderdelen dient door de kandidaten op substantiële wijze behandeld te worden. Deze kandidaten moeten bovendien de psychologische proeven (cognitief analytische test/persoonlijkheidstest en interview) hebben afgelegd. Deze tests zijn verplicht. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Casus
1. Cognitief-analytische testen 1.Test algemeen redeneervermogen: Deze test meet inductief redeneervermogen, een centraal facet van de algemene intelligentie. Dit intellegentieaspect heeft men nodig in functies waarin het verwerken van complexe informatie en een goed probleemoplossend redeneervermogen belangrijk zijn. 2.Verbale intelligentietest: Deze test meet het vermogen om te redeneren met taalbegrippen, het vermogen om relaties te leggen tussen de inhoud van teksten. Dit intellegentieaspect heeft men nodig in functies waarin redeneervermogen met taalbegrip belangrijk is. Psychologische proeven HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE
= toetsen van 9 aan de rechterlijke macht gekoppelde basisvaardigheden men écrit 1Besluitvaardigheid 2Integriteit 3Aanpassingsvermogen 4Vermogen tot plannen en organiseren / vermogen tot stellen van prioriteiten 5 a) Empathie b) Sociabiliteit 6Stressbestendigheid 7 a) Samenwerking b) Collegialiteit 8Dominantie (adequaat omgaan met macht) 9Zelfreflectie 2. Persoonlijkheidstest & interview met een psycholoog
Mondelinge deel Een verdere bespreking van het schriftelijk deel. In voorkomend geval, een gedachtewisseling over: – andere juridische vragen van algemene aard – de rechterlijke organisatie en de werking ervan – de motivatie en de competenties van de kandidaat (met name: omgaan met informatie, omgaan met taken, omgaan met medewerkers, omgaan met relaties, omgaan met het eigen functioneren) – de resultaten van de psychologische proeven Gebruik van geannoteerde wetboeken (zonder rechtsleer) is toegelaten HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE
De kandidaten die voor het mondelinge deel ten minste 60 % van de punten hebben behaald, zijn geslaagd. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Mondelinge deel
Te noteren data Schriftelijke proef zaterdag 12 maart 2016 van 9u tot 14u (deliberatie nader te bepalen) Psychologische proeven CA-testen week van 11 april 2016 – interview met psycholoog (enkel geslaagden schriftelijk deel): eind april – midden mei 2016 Mondeling gedeelte mei - juni 2016 Geen uitstel mogelijk! Veel succes… HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE