De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Stromingen in de psychologie Hoorcollege 5

Verwante presentaties


Presentatie over: "Stromingen in de psychologie Hoorcollege 5"— Transcript van de presentatie:

1 Stromingen in de psychologie Hoorcollege 5
Jennifer de Vries-Aydogdu med.hr.nl/vrije

2 Programma vandaag Terugblik vorige week: Humanistische psychologie
Hoofdstuk 5: Cognitieve psychologie

3 Terugblik Humanistische psychologie Abraham Maslow: behoeftepiramide
Carl Rogers: - 1e periode: non-directieve periode - 2e periode: client-centered - 3e periode: person-centered Gendlin

4 Ontstaan Reactie op behaviorisme
Veroorzaakt door maatschappelijke ontwikkelingen (Tweede Wereldoorlog, uitvinding computer en taalkunde)

5 Mensbeeld Vroege vorm: mechanistisch Later: organistisch
Maar er zijn ook cognitief psychologen met een personalistische visie

6 Uitgangspunten Binnenkant van het organisme (hersenprocessen)
Begrijpen hoe gedrag tot stand komt (motivatie) Hoe verwerkt de mens informatie Mens is een actief en creatief wezen Verschil mensen en dieren (taal) Kinderen en volwassen verschillen

7 Uitgangspunten Gedachten bepalen gevoelens en gedrag
Je ligt in bed en je hoort een knal. Je denkt: een inbreker  angst → je verstopt je in de kast Je denkt: de kat  irritatie → je slaapt verder Je loopt langs het terras en je hoort mensen lachen Je denkt… 

8 Cognitieve processen Cognitie: bewerking en ontwikkeling van kennis en informatie Bij het cognitieve functioneren spelen 2 cognitieve processen een rol: - doelbewust gestuurde cognitieve processen - automatische cognitieve processen

9 Cognitieve processen Waarneming = actief proces
Cognitief schema: innerlijke weergave van een object of situatie en kan algemeen of specifiek zijn Een cognitief schema bevat kennis en emotie

10 Cognitief schema: vakantie
Voorbeeld Cognitief schema: vakantie Mijn schema: Jouw schema???

11 Ander voorbeeld Een vader en zijn zoon zijn betrokken bij een ongeluk. De vader is op slag dood en de zoon belandt in het ziekenhuis. In de operatiekamer aangekomen roept de chirurg: "Ik kan deze jongen niet opereren want hij is mijn zoon!". Hoe kan dat?

12 Schema’s 4 mechanismen: Selecteren (welke info wel en welke niet)
Interpreteren (betekenis toekennen) en transformeren (verwerken) Herinnering (info ophalen) Actie (gedrag)

13 Cognitieve processen Waarnemingscyclus Bruner
Waarneming = wisselwerking tussen cognitieve schema’s en informatie uit omgeving Waarnemingsproces kent 3 fasen: 1) hypothesefase 2) informatiefase 3) confirmatiefase

14 Persoonlijkheid Geheel van karaktertrekken en gedragingen die kenmerken zijn voor een individu Verschillen in persoonlijkheid zijn verschillen in schema’s

15 Attributiestijlen De manier waarop iemand de werkelijkheid
oorzakelijk verklaart Intern/extern Stabiel/variabel Algemeen/specifiek

16 Ik heb de toets niet gehaald – hoe te verklaren?

17 Attributies Verschil mannen en vrouwen
Eigen prestaties/gedrag Succes → externe omstandigheden Falen → interne oorzaken/ eigen capaciteiten Door anderen: Succes vrouwen → externe omstandigheden Succes mannen → eigen capaciteiten

18 Psychische stoornissen
Depressie – stemmingsstoornis Disfunctioneel schema – negatieve interpretaties Automatische gedachten: overgeneralisatie en personalisatie Angststoornissen Klassiek en operant conditioneren op een cognitieve manier

19 In de hulpverleningspraktijk
Psycho-educatie Cognitieve psychotherapie

20 Psycho-educatie Mensen hebben behoefte aan en recht op informatie
Vergroten van kennis kan een ‘therapeutisch middel’ zijn – dan is het psycho-educatie Geen behandeling Kan individueel of in groepsvorm worden gegeven Afgestemd op doelgroep

21 Cognitieve psychotherapie
Filmpje Cognitieve therapie Cognitieve psychotherapie Grondmodel: GGGG model Gebeurtenis  Gedachten  Gevoelens  Gedrag Rationeel emotionele therapie (RET) - irrationele gedachten worden aangepakt ABC-schema

22


Download ppt "Stromingen in de psychologie Hoorcollege 5"

Verwante presentaties


Ads door Google