De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Cultuur en Interculturaliteit Culturele Dimensies van Hofstede.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Cultuur en Interculturaliteit Culturele Dimensies van Hofstede."— Transcript van de presentatie:

1 Cultuur en Interculturaliteit Culturele Dimensies van Hofstede

2 Hofstede Er is en onderscheid tussen praktijken en waarden. kleding tv-programma’s vrijetijdsbesteding Waarden bepalen echter welke betekenis mensen aan praktijken hechten – er zijn grote culturele verschillen

3 Achter de cultuurverschillen: Waarden

4 Waar heeft dit mee te maken http://www.youtube.com/watch?v=aZ MbTFNp4wI#t=22 2http://www.youtube.com/watch?v=aZ MbTFNp4wI#t=22 2 http://www.telegraaf.nl/bu itenland/22019028/__Saoe dische_overrijdt_haar_ma n__.htmlhttp://www.telegraaf.nl/bu itenland/22019028/__Saoe dische_overrijdt_haar_ma n__.html http://www.volkskrant.nl/vk/nl/266 8/Buitenland/article/detail/3533743 /2013/10/26/Durven-Saoedische- vrouwen-vandaag-het-rijverbod-te- trotseren.dhtmlhttp://www.volkskrant.nl/vk/nl/266 8/Buitenland/article/detail/3533743 /2013/10/26/Durven-Saoedische- vrouwen-vandaag-het-rijverbod-te- trotseren.dhtml

5 De 5 culturele dimensies van Hofstede Machtafstand (hoog – laag) Collectivisme versus Individualisme Femininiteit versus Masculiniteit Onzekerheidsvermijding (hoog – laag) Confuciaans dynamisme/ Lange of Korte termijngerichtheid

6 Culturele Dimensies individualisme Een samenleving is individualistisch als de onderlinge banden tussen individuen los zijn: iedereen wordt geacht uitsluitend te zorgen voor zichzelf en voor zijn of haar naaste familie. Een samenleving is collectivistisch als individuen vanaf hun geboorte opgenomen zijn in sterke, hechte groepen, die hun levenslang bescherming bieden in ruil voor onvoorwaardelijke loyaliteit.

7 IDV in meeste samenlevingen overheerst het groepsbelang  collectivistisch (= groep) eerste groep = gezin/familie; kinderen leren dat dit de wij-groep (ingroup) is (natuurlijk gegeven) de wij-groep staat tegenover zij- groepen (outgroups) wij-groep bepaalt in belangrijke mate iemands identiteit en is bron van veiligheid bij tegenslagen  loyaliteit aan de wij-groep (loyaliteitsbreuk = zware zonde)

8 IDV individualistische samenlevingen: kerngezinnen, éénoudergezinnen ontwikkeling van het IK centraal – andere mensen worden ingedeeld op basis van persoonlijke eigenschappen doel van opvoeding: op eigen benen staan en ouderlijk huis verlaten

9 IDV: één of twee dimensies? bij individuen zijn individualisme en collectivisme afzonderlijke dimensies (je kunt op allebei hoog of laag scoren)

10 IDV: één of twee dimensies? bij individuen zijn individualisme en collectivisme afzonderlijke dimensies (je kunt op allebei hoog of laag scoren) bij samenlevingen gaat het om gemiddelden en is er volgens Hofstede sprake van één dimensie (individualisme   collectivisme)

11 Hoe kan dat? Je kunt als individu wijn en bier lekker vinden, of geen van beiden of alleen wijn of bier. Bij een land kan je wel zeggen, dat er voornamelijk bier gedronken wordt of dat het eerder een wijnland is.

12 gezin en IDV hoge IDV zeggen wat je denkt confrontatie is heilzaam kinderen moeten altijd de waarheid vertellen geen eigen mening = zwak karakter behoefte aan verbale communicatie  conversatie schuld-culturen: persoonlijk geweten

13 gezin en IDV lage IDV in grote familie ervaart kind dagelijks het wij intens en constant sociaal contact  bewaren harmonie (nee = misschien heb je wel gelijk; ja = ja, ik heb je gehoord) te veel eigen mening = slecht karakter alleen samenzijn met anderen is voldoende – geen verplichting tot conversatie schaamte-culturen (alle groepsleden zullen zich schamen bij bekend worden overtreding) gezichtsverlies bij niet kunnen voldoen aan eisen (gezicht geven = eer, prestige)

14 persoonlijkheid en IDV hoge IDV IK – uitdrukking voor individualisme in taal niet zo gauw meegaan met mening van anderen samenhang hoge IDV met extraversie (naar buiten gericht karakter) gezichtsuitdrukking: herkennen blijdschap – niet verdriet

15 persoonlijkheid en IDV lage IDV makkelijker meegaan met mening van anderen gezichtsuitdrukking: herkennen verdriet – niet blijdschap

16 school en IDV hoge IDV eerder wisselende groepen leerkracht moet onpartijdig zijn confrontaties worden open uitgepraat

17 school en IDV lage IDV leerlingen nemen niet het woord als ze persoonlijk aangesproken worden is er gevaar voor gezichtsverlies (docent: kleinere groepen maken en laten rapporteren) leerlingen verwachten voorkeursbehandeling van leerkracht uit eigen groep bewaren harmonie en gezicht hoogste deugd leerkrachten: beschamen is effectieve manier om overtreders te corrigeren diploma = eer voor de wij-groep en het individu, sociale acceptatie groeit

18 werk en IDV hoge IDV beste prestatie als die individueel en op naam geleverd wordt taak gaat voor persoonlijke relatie graag veel vrije tijd vrijheid in werk belangrijk uitdaging in werk belangrijk

19 werk en IDV lage IDV zoon kiest eerder beroep van vader beste prestatie als die anoniem en in een groep geleverd wordt wij-groep wordt bevoordeeld bij zakendoen

20 ideeën, filosofie en IDV individualistische samenlevingen beschouwen individualisme superieur

21 ideeën, filosofie en IDV in landen met hoge IDV is persoonlijke vrijheid, in landen met een lage IDV gelijkheid belangrijker

22 ideeën, filosofie en IDV feit rijkdom is oorzaak voor individualisme

23 Individualisme

24 NL

25 Dimensies Hofstede Individualisme meer collectivistisch meer collectivistisch meer individualistisch.

26 Culturele Dimensies machtafstand Mate waarin de minder machtige leden van instituties (gezin, school, buurt) of organisaties (werk) in een land verwachten en accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is.

27 MAI en afhankelijkheidsrelaties lage MAI  overlegcultuur

28 MAI en afhankelijkheidsrelaties hoge MAI  verkiezen van afhankelijkheidsrelaties of contra- afhankelijkheid (tegendraadsheid)

29 opleidingsniveau en MAI lage scholing/lage status gaan altijd gepaard met een hoge MAI

30 opleidingsniveau en MAI hogere scholing/ hogere status  MAI komt overeen met het gemiddelde van het land

31 opleidingsniveau en MAI  meer gehoorzaamheid van kinderen uit arbeidersklasse dan uit middenklasse

32 gezin en MAI hoge MAI respect voor de ouderen/oudere broer enz. (die geven warmte en geborgenheid voor jongeren) ouderen worden later thuis opgenomen

33 gezin en MAI lage MAI kind wordt gauw als gelijke behandeld zo snel mogelijk eigen boontjes doppen aanmoedigen actief experimenteren als volwassene: verhouding tot ouders als gelijken/geen toestemming nodig on-afhankelijkheid: ouders doen geen beroep op hun kinderen

34 school en MAI hoge MAI leraren worden met respect behandeld (bijv. opstaan) leraar staat centraal in leerproces (= personalisatie, leraar als goeroe) strikte orde leerlingen nemen woord pas als ze gevraagd worden

35 school en MAI lage MAI gelijke behandeling leerling staat centraat in leerproces initiatief leerlingen wordt beloond; leerlingen nemen ongevraagd het woord eigen mening /debat wordt gewaardeerd leerproces is onpersoonlijk: het gaat om objectieve “waarheid” en “feiten”

36 werk en MAI hoge MAI chefs en ondergeschikten zijn principieel ongelijk ondergeschikten verwachten dat hun verteld wordt, wat ze moeten doen groot verschil in salarissen chefs hebben privileges/statussymbolen

37 werk en MAI lage MAI chefs en ondergeschikten zijn in principe gelijk; rollen kunnen snel veranderen decentrale organisatie weinig toezichthouders salarisverschillen klein ondergeschikten willen geraadpleegd worden (er wordt ook meer naar ze geluisterd) chef moet benaderbaar zijn

38 Machtafstand

39

40 Dimensies Hofstede Machtsafstand Kleine machtsafstand Kleine machtsafstand Grote machtsafstand.

41 MAS – sekse en sekserollen sociale rollen van vrouw/man worden slechts gedeeltelijk bepaald door biologische verschillen

42 MAS – sekse en sekserollen elke samenleving vindt bepaald gedrag meer passen bij mannen/vrouwen, welk gedrag verschilt per samenleving (grote variatie in sekserollen)

43 MAS – sekse en sekserollen gemeenschappelijke trend: mannen  buitenshuis  assertief, competitief, hard vrouwen  zorg voor huis/gezin  zacht

44 MAS – sekse en sekserollen rollen die door ouders vervuld worden hebben grote invloed op de mentale programmering van kinderen (opvoeding)

45 Masculiniteit Masculiniteit definitie Een samenleving is masculien als emotionele sekserollen duidelijk gescheiden zijn: mannen worden geacht assertief en hard te zijn en gericht op materieel succes; vrouwen horen bescheiden en teder te zijn en vooral gericht op de kwaliteit van het bestaan. Een samenleving is feminien als emotionele sekserollen elkaar overlappen: zowel mannen als vrouwen worden geacht bescheiden en teder te zijn en gericht op de kwaliteit van het bestaan.

46 MAS   FEM masculiniteit is de meest omstreden van de 5 dimensies, echter voortdurende validatie bij individuen zijn masculiniteit en femininiteit 2 dimensies, bij samenlevingen één

47 MAS   FEM in masculiene culturen zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen (wel zijn ze allebei harder dan bij feminiene culturen)

48 MAS   FEM masculiniteitsindex van vrouwen verschilt minder tussen landen (vrouwen worden het eerder eens)

49 MAS   FEM met toenemende leeftijd worden mensen feminiener en verdwijnt het verschil tussen mannen en vrouwen kleiner

50 MAS en gezin hoge MAS: verschil in spelletjes kinderen (jongens: wedijver, meisjes: samen doen)

51 MAS en gezin hoge MAS: dubbele moraal (kuisheid voor vrouwen)

52 MAS en gezin hoge MAS: jongens minder aantrekkelijk als carrière mislukt, meisjes als ze juist wel slagen

53 MAS en sekserollen/seksualiteit hoge MAS mannen: verantwoordelijkheidsgevoel, besluitvaardigheid, eerzucht; vrouwen: zachtaardig, zorgzaam mannen subjecten, vrouwen objecten vrouwen maagd, mannen niet taboe op naakt(e mannen) seks taboe aidspreventie moeilijker mannen moeten scoren homoseksualiteit is bedreiging

54 MAS en sekserollen/seksualiteit lage MAS geen verschillen in beeld dat vrouwen van mannen en vrouwen hebben één en dezelfde norm voor naaktheid en seks voor beide seksen nadruk op relatie homoseksualiteit normaal verschijnsel

55 MAS en onderwijs hoge MAS norm is de beste student herkansen voor een niet zo goed cijfer (6 of 7) zich meten met de besten (excellent) zelfmoord vw. slechte cijfers kinderen mogen agressie tonen leerlingen schatten hun prestaties hoger in intelligentie docent belangrijk studiekeuze bepaald door carrièremogelijkheden

56 MAS en onderwijs lage MAS gemiddelde leerling is de norm zwakkere leerlingen worden eerder geprezen dan goede slagen voor examen is voldoende – niet spreken over uitblinken knapste jongetje van klas is belachelijk figuur niet uitsteken boven het maaiveld leren om agressie te vermijden leerlingen schatten hun prestaties lager in vriendelijkheid en sociale vaardigheid docent belangrijk studiekeuze bepaald door intrinsieke (innerlijke) motivatie

57 MAS en werk hoge MAS inkomen erkenning promotie uitdaging vergaderingen: laten zien hoe goed je bent, beslissingen worden individueel genomen conflicten uitvechten prestatie beloningen leven om te werken

58 MAS en werk lage MAS goede relatie met chef samenwerking werkomgeving zekerheid vergaderingen om problemen te bespreken en op te lossen onderhandelen bij conflicten beloning naar behoefte geen verband MAS-index met aandeel werkende vrouwen in een land

59 MAS en religie, ideeën landen met een hoge MAS vereren een””strenge” god, landen met een lage MAS een “zachte” god

60 MAS en religie, ideeën lage MAS: grotere gezinnen in rijkere, kleinere gezinnen in armere landen tendens: rijke landen worden feminiener

61 Masculiniteit

62 NL

63 Dimensies Hofstede. Masculiniteit feminien feminien masculien.

64 Onzekerheidvermijding toekomst = onzeker; extreme onzekerheid  spanning

65 Onzekerheidvermijding toekomst = onzeker; extreme onzekerheid  spanning samenleving probeert deze spanning te verlichten: techniek, wetgeving, religie

66 onzekerheidsvermijding definitie Onzekerheidsvermijding is de mate waarin de dragers van een cultuur zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende situaties; dit gevoel wordt o.a. uitgedrukt in stress en in een behoefte aan voorspelbaarheid: aan formele en informele regels.

67 OVI en angst hoge OVI ≠risicovermijding (risico is specifiek); OVI is reduceren van ONDUIDELIJKHEID en niet risico  structuur in organisaties, ervoor zorgen, dat gebeurtenissen ondubbelzinnig en voorspelbaar worden

68 OVI en gezin hoge OVI classificaties van vies/schoon, veilig/onveilig zijn precies en absoluut  duidelijke scheidslijn goed en kwaad ontwikkelen schuldgevoelens niet/omgaan met bepaalde groepen xenofobie: wat anders is, is gevaarlijk

69 OVI en gezin lage OVI classificaties van vies/schoon, veilig/onveilig zijn niet precies en relatief wat anders is, is interessant

70 OVI, geluk en gezondheid hoge OVI rijke landen: ongelukkiger meer investering in artsen

71 OVI, geluk en gezondheid lage OVI rijke landen: gelukkiger meer investering in verpleegkundigen

72 OVI en school/studie hoge OVI docent moet alles weten geen meningsverschillen met docent mogelijk wetenschappelijk taalgebruik docent ouderavonden ter voorlichting van ouders precieze doelstellingen,gedetailleerde taken, strikte roosters,het liefst 1 juist antwoord, beloning voor nauwkeurigheid

73 OVI en school/studie lage OVI docent moet begrijpelijk uitleggen ouderavonden om ouders te betrekken succes verklaarbaar door bekwaamheid hekel aan structuur, voorkeur aan open lessituaties, beloning voor originaliteit

74 OVI en werk hoge OVI lang ergens willen werken veel bureaucratie dingen die geregeld kunnen worden moeten niet aan toeval worden overgelaten sterke geloof aan deskundigheid op werk

75 OVI en werk lage OVI regels worden vaak beter gevolgd (lijkt paradox) chaos wordt soms als voorwaarde gezien voor creativiteit

76 Onzekerheidsvermijding

77 Onzekerheids- vermijding NL

78 Dimensies Hofstede Onzekerheid weinig vermijden weinig vermijden veel vermijden.

79 Langetermijngerichtheid 5 e dimensie en gebaseerd op Chinese Value Study Confucius (500 v. Chr.): praktische ethiek zonder religieuze inhoud: 4 deugden

80 Langetermijngerichtheid stabiliteit van een samenleving is berust op ongelijke verhoudingen tussen mensen

81 Langetermijngerichtheid het gezin is model voor alle andere sociale systemen

82 Langetermijngerichtheid deugdzaam gedrag betekent dat je je tegenover anderen niet gedraagt zoals je zelf niet zou willen worden behandeld

83 Langetermijngerichtheid deugd mbt. je taak in het leven bestaat uit het proberen vaardigheden en kennis te verwerven, hard te werken, niet meer uit te geven dan nodig is, geduldig en volhardend te zijn

84 LTG   KTG hoge LTG volharding spaarzaamheid gevoel voor verhoudingen

85 LTG   KTG hoge KTG verplichtingen nakomen bij groeten, gunsten en giften respect voor traditie

86 langetermijngerichtheid definitie. Langetermijngerichtheid staat voor het streven naar beloning in de toekomst, vooral via volharding en spaarzaamheid. De tegenovergestelde pool, kortetermijngerichtheid, staat voor het nastreven van deugden gericht op het verleden en op het heden, vooral respect voor traditie, gezichtsverlies voorkomen en het voldoen aan sociale verplichtingen

87 LTG en gezin hoge LTG uitstel behoeftebevrediging nederigheid algemene menselijke deugd spaarzaamheid is opvoedingsdoel oudere broer/zus gezag over jongere kind mg zich niet te veel laten gelden waarden overbrengen door daden

88 LTG en gezin hoge KTG tolerantie en respect voor anderen is opvoedingsdoel gezicht bewaren onmiddellijke behoeftebevrediging geld uitgeven

89 LTG en school hoge LTG succes toegeschreven aan eigen inspanning, falen aan gebrek aan inspanning  neiging harder werken

90 LTG en werk/business hoge LTG geen scheiding tussen werk/familiesfeer volharding spaarzaamheid aanpassingsvermogen: “De ideale mens gaat door het leven zonder vooraf gestelde plannen of taboes. Hij besluit op het moment zelf wat de juiste actie is.” hard werken respect voor kennis openheid voor nieuwe ideeën aansprakelijkheid zelfdiscipline

91 LTG en werk/business hoge KTG kalmte en evenwichtigheid (ontmoedigt nemen van initiatief) bescherming “gezicht” respect voor traditie persoonlijke prestaties voor jezelf denken vrije tijd bottom line: resultaat afgelopen maand, kwartaal, jaar winst dit jaar boeken (en niet later)

92 LTG en religie hoge LTG goed en kwaad afhankelijk van de omstandigheden op dat moment verschillende wegen om zichzelf te verbeteren (rituelen, meditatie, leefstijl = niet in de zin van geloof)

93 LTG en religie hoge KTG duidelijke en altijd geldende regels voor goed en kwaad één waarheid, die voor alle gelovigen toegankelijk is

94 LTG en toekomst “Wat is het geheim van goed bestuur”? “Goed bestuur betekent spaarzaam zijn met middelen.” Confucius  LTG = toekomstgericht

95 Langetermijngerichtheid

96 Lange- termijn- gerichtheid


Download ppt "Cultuur en Interculturaliteit Culturele Dimensies van Hofstede."

Verwante presentaties


Ads door Google