De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

DE ARBOWET In deze presentatie zal worden ingegaan op de hoofdlijnen van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). In deze presentatie wordt geen aandacht.

Verwante presentaties


Presentatie over: "DE ARBOWET In deze presentatie zal worden ingegaan op de hoofdlijnen van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). In deze presentatie wordt geen aandacht."— Transcript van de presentatie:

1 DE ARBOWET In deze presentatie zal worden ingegaan op de hoofdlijnen van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). In deze presentatie wordt geen aandacht besteed aan het handhavingsbeleid van de Inspectie SZW. Daarvoor is een andere presentatie aanwezig.

2 WAAR HET OM GAAT! GEVAAR EFFECT VEILIGHEID ONGEVAL GEZONDHEID VERZUIM
In de Arbowet staat de mens centraal. Niet de mens in algemene zin, maar de mens in zijn of haar arbeidssituatie. In de Arbowet wordt onderkend dat deze mens in de arbeidssituatie blootstaat aan een groot aantal gevaren, die, wanneer ze niet op een goede wijze beheerst worden, kunnen leiden tot een aantal ongewenste effecten. Wanneer we praten over veiligheid dan hebben we het in het algemeen over gevaren, die wanneer ze zich openbaren, direct leiden tot het ongewenste effect. Wanneer de hand in aanraking komt met het onbeschermde zaagblad van een cirkelzaagmachine, is het ongewenste effect direct zichtbaar. Bij gezondheid gaat het om gevaren waarvan het effect zich vaak pas na langere tijd openbaart. Denk hierbij aan een verkeerde zithouding: het duurt enige jaren voordat klachten in de vorm van gewrichtspijn naar voren komen. Na blootstelling aan toxische stoffen kan het vaak nog veel langer duren voordat de ongewenste effecten zichtbaar worden. Welzijn is een moeilijk begrip. In de Arbowet heeft het niets te maken met 'welbevinden' in brede zin. In de Arbowet gaat het om de aanpassing van de werkplek aan de menselijke eigenschappen (ergonomie) en om de aanpassing van de functie- of taakinhoud aan de menselijke eigenschappen. Ook voor welzijn geldt dat eventuele ongewenste effecten vaak pas na langere tijd zichtbaar worden. De Arbowet gaat over de manier waarop de werkgever de gevaren beheersbaar kan houden. Over de gevaren als zodanig leest u in de Arbowet niets. Daarvoor moet u terecht bij het Arbobesluit (zie verderop). WELZIJN BEROEPSZIEKTE WERKTIJDEN

3 INLEIDENDE BEPALINGEN
Definities (artikel 1) Toepassingsgebied (artikel 2) Voordat de Arbowet begint met aan te geven op welke wijze binnen een organisatie de gevaren op een goede manier beheerst kunnen worden, worden eerst een aantal andere zaken geregeld. In artikel 1 wordt van een aantal begrippen die in de wet gebruikt worden aangegeven hoe die uitgelegd moeten worden. In artikel 2 valt te lezen of, en zo ja, hoeveel van de Arbowet van toepassing is voor een aantal in dat artikel genoemde bijzondere groepen.

4 TOEPASSINGSGEBIED Er is een werkgevers/werknemersrelatie:
Er is een arbeidsovereenkomst. Er is gezag (iemand heeft de bevoegdheid om een ander opdrachten te geven). De Arbowet is alleen van toepassing als er iemand is die als werkgever kan worden aangemerkt. Iemand is werkgever als er een arbeidsovereenkomst bestaat of wanneer iemand gezag over een ander heeft. Wat gezag is, is in de wet niet nader uitgewerkt. In de jurisprudentie is dat omschreven als ‘het hebben van de bevoegdheid om aan een ander opdrachten te geven’. Deze bevoegdheid kan ontleend worden aan bijvoorbeeld een overeenkomst, zoals de uitzendovereenkomst, maar ook bijvoorbeeld aan een stageovereenkomst. Daarnaast kan iemand zich min of meer vrijwillig aan het gezag van een ander onderwerpen. Dit zal vaak blijken uit hetgeen er zich feitelijk afspeelt op de werkplek.

5 VRIJWILLIGERS EN ZELFSTANDIGEN
Vallen niet onder de volledige Arbowet. Alleen een aantal bepalingen uit het Arbobesluit zijn van toepassing verklaard. Bij vrijwilligers is er meestal wel sprake van ‘vrijwillige’ gezagsonderwerping. In de Arbowet is echter aangegeven dat zelfstandigen geen gezagsrelatie hebben en dus ook niet onder de Arbowet vallen. Toch heeft de wetgever gemeend een aantal bepalingen van het Arbobesluit (zeer risicovolle werkzaamheden) ook van toepassing te verklaren op vrijwilligers en zelfstandigen. Wel is het zo dat wanneer een vrijwilliger een marktconforme beloning ontvangt, hij wel gezien wordt als werknemer in de zin van de Arbowet.

6 WERKZAAMHEDEN IN HET BUITENLAND
De Arbowet is alleen van toepassing op Nederlands grondgebied en in de Exclusieve Economische Zone (zeegebied waar onder andere boringen plaatsvinden). Ook van toepassing in internationale wateren aan boord van Nederlandse zeevaartuigen en in het internationale luchtruim aan boord van in Nederland geregistreerde luchtvaartuigen. Wetgeving is in principe alleen van toepassing op het grondgebied van een staat. In ons geval dus in Nederland. In de wet zelf zijn daarop een aantal uitzonderingen gemaakt, die op de sheet verwoord worden.

7 VERPLICHTINGEN WERKGEVER (1)
Arbobeleid voeren (artikel 3 en 4). Risico’s inventariseren en evalueren (artikel 5 Arbowet). Zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn voorkomen en beperken (artikel 6 en 7 Arbowet). Voorlichting en onderricht verzorgen en daar toezicht op houden (artikel 8 Arbowet). De werkgever heeft een groot aantal verplichtingen. In artikel 3 wordt het algemene kader voor de beleidsvoering geschetst. De randvoorwaarden voor het te voeren arbobeleid worden in dit artikel vastgelegd. Van belang is op te merken dat in artikel 3 lid 3 de werkgever de verplichting krijgt ter uitvoering van de bepalingen in artikel 3 taken en verantwoordelijkheden toe te bedelen aan werknemers. Door middel van een risico-inventarisatie en -evaluatie moeten alle gevaren in kaart gebracht worden en wordt vastgesteld hoe groot het gevaar is (evalueren). Vervolgens worden prioriteiten gesteld en wordt in een plan van aanpak aangegeven hoe de geconstateerde gevaren in de tijd opgelost zullen worden. De specifieke verplichting tot het voorkomen en beperken van zware ongevallen, zoals bedoeld in artikel 6, geldt alleen voor bepaalde bedrijven die grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen gebruiken of in opslag hebben. Deze bepalingen vormen een nadere uitwerking van de zogenaamde Seveso-II richtlijn. De werkgever moet de werknemers goed voorlichten over de gevaren binnen de organisatie en over de wijze waarop op een beheerste manier met deze gevaren omgegaan kan worden. Daarnaast rust op de werkgever ook de verplichting om toezicht te houden. Daarbij dient erop toe gezien te worden dat de werknemers zich gedragen conform de gegeven voorlichting en instructie.

8 VERPLICHTINGEN WERKGEVER (2)
Ongevallen en beroepsziekten melden (artikel 9 Arbowet). Derden beschermen (artikel 10 Arbowet). Ongevallen en beroepsziekten dienen in bepaalde gevallen gemeld te worden. Ongevallen moeten direct gemeld worden aan de Inspectie SZW indien een werknemer overlijdt. Daarnaast moeten ongevallen gemeld worden die leiden tot ziekenhuisopname (wanneer dat gebeurt, is niet belangrijk). De opname moet alleen het gevolg zijn van het ongeval. Ten slotte dienen ongevallen gemeld te worden die leiden tot blijvende schade. Dit laatste zal over het algemeen door een arts vastgesteld moeten worden. De melding van een ongeval aan de Inspectie SZW dient direct te geschieden. Bij voorkeur telefonisch. Daarnaast moet het ook nog een keer schriftelijk bevestigd worden. Beroepsziekten dienen door de arbodienst gemeld te worden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. De werkgever is niet alleen verantwoordelijk voor het eigen personeel, maar ook voor derden. Het kan daarbij gaan om derden die het bedrijf bezoeken, zoals vertegenwoordigers, maar ook om omstanders, zoals mensen die aan een bouwplaats voorbij lopen.

9 VERPLICHTINGEN WERKNEMERS (ART. 11)
Machines, stoffen e.d. op een juiste wijze gebruiken. Persoonlijke beschermingsmiddelen op een juiste wijze gebruiken. Beveiligingen gebruiken. Voorlichting en onderricht volgen. Gevaren melden. Niet alleen de werkgever heeft verplichtingen, ook de werknemers moeten een bijdrage leveren aan het verbeteren en instandhouden van de arbeidsomstandigheden.

10 OVERLEG OVER ARBO Overleg tussen de werkgever en de ondernemingsraad (artikel 12 Arbowet). Op de vorige sheet werd reeds aangegeven dat arbeidsomstandigheden niet alleen een zaak zijn van de werkgever, maar ook van de werknemers. Daarom is goed overleg tussen de werknemers en de werkgever van groot belang. Dit overleg vindt in de eerste plaats zijn beslag in het overleg tussen de werkgever en de ondernemingsraad. In artikel 12 worden daarvoor een aantal aanwijzingen gegeven. Voorafgaande aan het voeren van arbobeleid dient de werkgever daarover te spreken met de ondernemingsraad. In dit overleg dient in ieder geval aandacht besteed te worden de risico-inventarisatie en –evaluatie (hoe wordt die uitgevoerd, wie zijn erbij betrokken en dergelijke), aan de inschakeling van de arbodienst (welke arbodienst, inhoud van het contract met de arbodienst) en de inschakeling van bedrijfshulpverleners (organisatie, aantallen e.d.). Op grond van artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden heeft de ondernemingsraad op al deze onderwerpen instemmingsrecht. Tevens wordt in artikel 12 aangegeven dat de leden van de ondernemingsraad een aantal extra bevoegdheden hebben (buiten de bevoegdheden die ze al op grond van de Wet op de ondernemingsraden hebben), zoals het onder vier ogen spreken met een inspecteur van de Inspectie SZW en het begeleiden van de inspecteur van de Inspectie SZW bij diens bezoek aan het bedrijf.

11 DESKUNDIGE ONDERSTEUNING (ART. 14 Arbowet)
Alle bedrijven moeten een preventiemedewerker inschakelen. De overige ondersteuning op het gebied van ziekteverzuim en dergelijke: maatwerk, indien dat op het niveau van de cao of de or/pvt is afgesproken; gecertificeerde arbodienst inschakelen als er niets geregeld is. Arbeidsomstandigheden zijn primair een zaak voor werkgever en werknemers. In het stelsel van deskundige ondersteuning wordt uitgegaan van het aanwijzen van een medewerker in ieder bedrijf, die de werkgever moet ondersteunen bij de taken die hij in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet verricht. In de volksmond heeft deze medewerker de naam ‘preventiemedewerker’ gekregen. Daarnaast dient de werkgever in verdergaande deskundige ondersteuning te voorzien. Hierbij heeft de werkgever een zekere keuzevrijheid. In het stelsel wordt voorzien in een overlegregeling en een standaardregeling. In overleg met bijvoorbeeld de ondernemingsraad kan de werkgever een eigen invulling geven aan de deskundige ondersteuning. Beperkingen daarbij zijn dat de risico-inventarisatie en -evaluatie getoetst dient te worden door een deskundige op het niveau van de huidige kerndeskundigen binnen de arbodienst. Overigens is het niet langer nodig dat alle kerndeskundigen hun licht laten schijnen over de risico-inventarisatie en -evaluatie. Of dit nodig is, is ter beoordeling van de toetsende deskundige. Een tweede voorwaarde is dat voor de ondersteuning met betrekking tot het ziekteverzuimbeleid gebruikgemaakt moet worden van een bedrijfsarts. Deze hoeft echter niet werkzaam te zijn bij de arbodienst. Iedere geregistreerde bedrijfsarts mag daarbij ingeschakeld worden.

12 BEDRIJFSHULPVERLENING
Bedrijfshulpverleners aanstellen (artikel 15 Arbowet). Taken bedrijfshulpverleners (artikel 15): verlenen van eerste hulp bij ongevallen; beperken en bestrijden van brand; voorkomen en beperken van ongevallen; alarmeren en evacueren van werknemers. De werkgever kan in samenwerking met zijn werknemers en de deskundigen de zaak goed geregeld hebben. Toch zit een ongeluk nog steeds in een klein hoekje. Calamiteiten kunnen zich voordoen. Om ingeval van een calamiteit adequaat op te kunnen treden, dient een bedrijfshulpverleningsorganisatie opgezet te worden. De taken van de bedrijfshulpverleners beperken zich in eerste aanleg tot de eerste vijf minuten van de calamiteit. daarna zullen op de meeste plaatsen in Nederland professionele hulpverleners ter plaatse zijn.

13 ARTIKEL 16 lid 1 ARBOWET Biedt de mogelijkheid nadere regels te stellen met betrekking tot de in dit artikel genoemde onderwerpen. Nadere regelgeving heeft plaatsgevonden in het Arbobesluit en de Arboregeling. Artikel 16 lid 1 biedt de minister de mogelijkheid om ten aanzien van een groot aantal onderwerpen betreffende veiligheid en gezondheid nadere regels te stellen. Dit is gebeurd in het zogenaamde Arbobesluit of in de Arboregeling. Het wordt geregeld in het Arbobesluit als de wetgever heeft voorgeschreven dat iets geregeld kan worden in een algemene maatregel van bestuur. Staat er in de wet dat iets geregeld kan worden bij Ministeriële regeling dan wordt het opgenomen in de Arboregeling.

14 MAATWERK (ART. 17 ARBOWET)
Maatwerk mogelijk bij algemene maatregel van bestuur: Maatwerk via collectieve regeling. Maatwerk via schriftelijke overeenstemming met ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Geen afbreuk aan beschermingsniveau. In de Arbowet is een bepaling opgenomen die reeds langere tijd in de Arbeidstijdenwet voorkomt. De mogelijkheid namelijk om in overleg te komen tot afwijkende regels. In de Arbeidstijdenwet kent men een zogenaamde standaardregeling en een overlegregeling. De overlegregeling biedt ruimere mogelijkheden om aan de wet te voldoen dan de standaardregeling. Overigens geldt ook voor de grenzen van de overlegregeling dat daarmee voldaan wordt aan het beschermingsniveau dat de wetgever voor ogen staat. Een dergelijke regeling is ook in de Arbowet mogelijk. Daartoe moet echter wel een algemene maatregel van bestuur opgesteld worden. Mogelijk dat hieraan de arbocatalogi opgehangen worden. In een arbocatalogus kunnen werkgevers en werknemers invulling geven aan de zogenaamde doelvoorschriften uit de Arbowet.

15 MEDISCHE KEURINGEN Op grond van bepalingen in het arbobesluit (artikel 16 Arbowet). Arbeidsgezondheidskundig onderzoek (artikel 18 Arbowet). Op verschillende plaatsen in de arboregelgeving komen we bepalingen met betrekking tot medische keuringen tegen. In het Arbobesluit dat op basis van artikel 16 tot stand gekomen is, wordt de werkgever op verschillende plaatsen verplicht de werknemer in de gelegenheid te stellen een keuring te ondergaan (voor of na afloop van de werkzaamheden). Denk hierbij aan asbestwerkers en beeldschermwerkers. Het arbeidsgezondheidskundig onderzoek (AGO) dat in artikel 18 genoemd wordt, is een onderzoek waarvoor de werkgever de werknemers in de gelegenheid moet stellen, wanneer de risico-inventarisatie daartoe aanleiding geeft. Het gaat dus om een onderzoek dat risicogerelateerd is. Het AGO is dan ook iets anders dan het PBGO (periodiek bedrijfsgezondheidskundig onderzoek) dat nog in veel bedrijven plaatsvindt. Dit is een onderzoek naar de algemene gezondheidstoestand van werknemers, zonder dat er een relatie gelegd wordt met de specifieke risico's die aan het werk verbonden zijn.

16 SAMENWERKING MEERDERE WERKGEVERS
Afspraken maken om gevaar voor elkaars werknemers te voorkomen (artikel 19 Arbowet). Het komt nogal eens voor dat werknemers van derden in het bedrijf werkzaamheden komen verrichten (verbouwingen, reparaties, onderhoud en dergelijke). De werkzaamheden van deze werknemers kunnen gevaar voor de eigen werknemers opleveren en omgekeerd. Daarom is het belangrijk dat voor aanvang van de werkzaamheden deze werkzaamheden goed op elkaar afgestemd worden en dat men van elkaar weet wat er gebeurt en wat de eventuele gevaren zijn. Het bouwprocesbesluit vormt hiervan een verbijzondering.

17 BEVOEGDHEDEN INSPECTIE SZW
Toegang tot elke plaats waar naar redelijk vermoeden arbeid wordt verricht, waaronder een woonhuis. Beproevingen en metingen doen. Tekeningen en foto’s maken. Monsters van stoffen en voorwerpen nemen. Voorwerpen voor nader onderzoek meenemen. Inlichtingen vragen aan een ieder. De Arbeidsinspectie is belast met het toezicht op de naleving van de Arbowet en heeft in dat kader een aantal bevoegdheden gekregen. De meeste bevoegdheden die de inspecteur als toezichthouder heeft, staan in de Algemene Wet Bestuursrecht vermeld. Alleen eventuele verder gaande bevoegdheden staan in de Arbowet vermeld. Dit is gebeurd in artikel 24. Daar staat dat een inspecteur van de Arbeidsinspectie een woning tegen de wil van de bewoner mag betreden. Ook aan het Wetboek van strafvordering en de Wet op de Economische Delicten kan de inspecteur in zijn taak als opsporingsambtenaar soortgelijke bevoegdheden ontlenen. Werkgever en werknemers zijn desgevraagd verplicht de inspecteur van de Arbeidsinspectie alle gevraagde inlichtingen te verstrekken.

18 INSTRUMENTEN INSPECTIE SZW
Eis tot naleving stellen (artikel 27 Arbowet). Werk stilleggen (artikel 28 Arbowet). Stillegging bij recidive (artikel 28a Arbowet). Bestuursdwang (artikel 28b Arbowet). Boeterapport opmaken (artikel 36 Arbowet). Proces-verbaal opmaken (artikel 46 Arbowet). Om de naleving van de Arbowet af te dwingen heeft de inspecteur van de Inspectie SZW een aantal instrumenten. Door middel van een eis geeft de inspecteur aan op welke wijze de werkgever naar zijn of haar mening aan de Arbowet moet voldoen. De artikelen waarop een eis gesteld kan worden, staan vermeld in artikel 27. Tegen de eis is beroep mogelijk. Beroep heeft geen schorsende werking. Dit betekent dat men aan de eis moet voldoen, ook al gaat men in beroep. Eventueel kan men in een kortgeding-procedure bij de bestuursrechter een voorlopige voorziening vragen. In de voorlopige voorziening kan de rechter aangeven dat, hangende de beroepszaak, niet aan de eis voldaan hoeft te worden. Het werk kan worden stilgelegd in situaties dat een direct en ernstig gevaar voor de veiligheid en/of de gezondheid van de werknemers bestaat. Ook hiervoor geldt dat indien men het niet eens is, men een voorlopige voorziening bij de rechter kan vragen. Indien er sprake is van recidive kan de Inspectie het bedrijf of een deel van het bedrijf geurende een periode van maximaal 3 maanden volledig stilleggen (artikel 28a). Een volgende mogelijkheid is het opleggen van een dwangsom (artikel 28b) om de werkgever te dwingen uitvoering te geven aan de eisen van de Inspectie. Het sluitstuk van het handhavingtraject door de Inspectie SZW is een bestuurlijke boete (via een boeterapport) of een strafoplegging door de rechter (via een proces-verbaal). In meer dan 90% van de gevallen zal een boeterapport worden opgemaakt. Voor de overtreding van een beperkt aantal artikelen is nog een proces-verbaal mogelijk (artikel 6, 10, 16 lid 9, artikel 28 lid 8, artikel 32, artikel 33).

19 KOSTEN De kosten verbonden aan de naleving van de regels op het gebied van arbeids- omstandigheden komen niet ten laste van de werknemers (artikel 44 Arbowet). De kosten verbonden aan de naleving van de arboregelgeving komen altijd ten laste van de werkgever.


Download ppt "DE ARBOWET In deze presentatie zal worden ingegaan op de hoofdlijnen van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). In deze presentatie wordt geen aandacht."

Verwante presentaties


Ads door Google