De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Benchmark BVE.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Benchmark BVE."— Transcript van de presentatie:

1 Benchmark BVE

2 Analyse bestand Bekostiging

3 BION en Benchmark BION levert de kerngegevens
verrijkt de gegevens (instroom en uitstroom) BENCHMARK berekent anader kengetallen (succes) verrijkt met niet landelijke gegevens (uitstroomredenen) relateert aan andere gebieden (tevredenheid – kostenanalyse)

4 Verschil VSV en succes en rendement
VSV voor ministerie Succes voor MBO Raad Rendement voor inspectie Lissabon doelstelling door CBS Leeftijdsgrenzen (geen, 23 of 25 jaar) Alleen bekostigde of ook examendeelnemers Naar andere instelling (door of uitstroom) Diploma niveau 1 wel of niet meetellend

5 De vsv-methode aftreksom MBO
x 1000 * Deelnemers 1/10/2004 t/m 21 jaar 382,7 waarvan doorstroom ,7 Uitstroom 2004/ ,0 waarvan sk. MBO-dipl. 2004/ ,6 waarvan sk. MBO-dipl. 2002/ ,1 waarvan uitstroom VAVO (niet VE!) ,9 waarvan eerder havo/vwo diploma ,0 waarvan doorstroom VO ,4 ‘VSV’ ,9 * opgehoogd

6 AFSTEMMING Tussen de BION-partners zal nader afstemming gewenst zijn over definities én tijdstip van publiceren. Elke organisatie behoudt eigen verantwoordelijkheid.

7 Eerste fase benchmark MBO afgerond
Benchmark biedt stuurinformatie voor instellingen en versterkt inzicht in de MBO-sector PwC

8 Meerdimensionaal benchmarkmodel MBO stapsgewijs invullen
Input INK-prestatiegebieden Output Outcome Maatschappij Omgeving Bestuur & Instelling Financiers Toegevoegde waarde voor de deelnemers en de omgeving Geanaly- seerde Sector Deelnemer Identificeren Middelen Strategie van best Medewerker gegevens en best Opleiding practices practices Leerweg Historische Processen context Niveau Benchmark- stuurinformatie Bm is het systematisch vergelijken van prestaties van instellingen, doel: stuurinformatie en transparantie. Volgende vraag: welke prestaties zijn dat dan. Belangrijkste opdracht voor het Mbo is het leveren van toegevoegde waarde voor de deelnemer en de omgeving. Voor de deelnemer: competentie-ontwikkeling en de versterking van hun positie op de arbeidsmarkt; voor de omgeving als toeleverancier van competent arbeidspersoneel. Vanuit die doelstellingen kunnen met behulp van het INK managementmodel een aantal presttaiegeboedn onderscheiden worden: De deelnemer en de omgeving: succes Deelnemer: oordeel over kwaliteit van onderwijs en organisatie Bestuur & financiers: financiele prestaties Medewerker: tevredenheid met werk en organisatie Kwaliteit van de processen Kern van het bmmodel is de meerdimensionale benadering. In benchnmarking gaar her erom dat je je kunt vergelijken met goed presterende andere instellingen. Wat is goed: als je op alle onderdelen goed presteert. Een instelling kan financieel hele goede prestaties leveren maar als ze geen tevreden deelnemers hebben of geen weinig studiesucces dan is het geen voorbeeld voor anderen. Groeimodel gezien de complexiteit: belang schooluitval daarom de bouwsteen succes (studiesucces, doorstroomsucces en externe arbeidmarktsucces) Aandacht voo rbureaucratie in het onderwijs: inzicht in de kostenstructuur: hoe worden de middelen ingezet (onderwijs of management) Deelnemer centraal; daarom ook deelnemeroordeel erbij betrokken op basis van JOB, ODIN

9 Bouwsteen succes: deelnemerssucces

10 Aandeel schoolverlaters met diploma staat centraal in de eerste fase van de benchmark MBO
Deelnemerssucces/opleidingssucces: Aandeel deelnemers dat de MBO-sector/opleidingssector met een diploma heeft verlaten Succes Studiesucces Doorstroomsucces Extern arbeidsmarktsucces Intern kwalificatiesucces: Deelnemerssucces Opleidingssucces Instellingssucces Deelkwalificatiesucces en succes niet formeel erkende competenties

11 Deelnemerssucces is gemiddeld 61% en verschilt sterk tussen de niveaus
Van de 160 duizend deelnemers die tussen 1 oktober 2004 en 1/ het MBO hebben verlaten hebben er 97 duizend een diploma. Dat is een gemiddeld deelnemerssucces van 61%. Wat opvalt is dat er grote verschillen zijn tussen de opleidingsniveaus. Dat geldt zowel voor het aantal deelnemers als de succespercentages. Het aantal deelnemers neemt sterk toe met het niveau, vooral niveau 4 is een stuk groter en niveau 1 een stuk kleiner. Het deelnemerssucces is het laagste op niveau 1, ook niveau 2 zit onder de 50%; niveau van de instroom speelt daarbij een rol: ongeveer 20% van de instroom heeft helemaal geen vmbo deiploma: drempelloze instroom We zijn zuinig: daarom tellen diploma’s maar een keer mee; iemand die op niveau 1 een diploma haalt een doorstroomt naar niveau 2 en daar een dilpma halat zit in het succes van niveau 2; wanner we dat niet zouden doen dan scoort niveau 51%. N= Bron: Benchmarkonderzoek MBO, op basis van BRON 2004 en 2005

12 Op niveau 1, 2 en 3 is de beroepsbegeleidende leerweg het meest succesvol
Zoals u weet zijn er verschillende leerwegen in het Mbo: de beroepsbegeleidende leerweg (deelnemers werken en bij een erkend leerbedrijf en gaan 1 of twee dagen naar school) en de beroepopleidende leerweg (deelnemers gaan naar school en lopen stages). Wat opvalt is dat de BBL het hoogstre succes heeft voor de niveaus 1 tot en met 3. Voor niveau 4 is dat de BOL, daar zitten ook relatief veel deelnemers in; grootste groep altijd het meeste succes. Bron: Benchmarkonderzoek MBO, op basis van BRON 2004 en 2005

13 Deelnemerssucces in sector Landbouw en natuurlijke omgeving het hoogst
Opleidingssectoren: zijn zorg en welzijn, techniek, landbouw en natuurlijke omgeving en economie. We zien dat op alle niveaus groen het hoogste succescijfer heeft. Voor de instellingen uiteraard ook zeer relevant om het succes per sector te kunnen vergelijken. Uiteraard is het ook interessant om per sector na te gaan welke leerweg per niveau het meest succesvol is. Zorg en welzijn niveau 1 BBL, BOL groen op niveau3 en BBL groen op niveau 3 Bron: Benchmarkonderzoek MBO, op basis van BRON 2004 en BRON 2005

14 Ongeveer een derde van de deelnemers in het MBO is ouder dan 23 jaar
Volgens de gegevens van 14 instellingen leidt het meenemen van de ‘ongediplomeerd succesvollen’ tot een correctie van 5% op het deelnemerssucces Ongediplomeerd succesvollen: deelnemers/ werkenden die de doelstelling tot het behalen van een beperkt aantal deelcertificaten behalen Ongeveer een derde van de deelnemers in het MBO is ouder dan 23 jaar Van de 63 duizend deelnemers zonder diploma zijn er ongeveer 8000 toch succesvol; zij behalen volgens doelstellen een certificaat; dit zijn veel deelnemers ouder dan 23 jaar; Leven Lang werken: dar zullen er waarschijnlijks steeds meer worden; om hier zicht op te houden: registreren

15 Uit een eerste inventarisatie onder 14 instellingen blijkt volgens de instellingen zelf dat ongeveer 33% van de uitval zonder diploma beïnvloedbaar is door de instellingen Uitvalsredenen zijn: Niet beïnvloedbaar zoals verhuizen, ziekte, leervermogen, ernstige problemen in de thuissituatie, de situatie op de arbeidsmarkt, het in dienst nemen van stagiaires voordat zijn een diploma hebben behaald Beïnvloedbaar zoals: inhoud en vorm van de opleidingen, relatie met docent en ervaren veiligheid of bijvoorbeeld een verkeerde opleidings/beroepkeuze De AV van de MBO Raad heeft besloten tot het invoeren van een uniforme registratie van uitvalsredenen Getalsmatig: van die zonder diploma zin er dus ongeveer 20 duizend die door de instellingen wel te beïnvloeden zijn.

16 Toekomst bouwsteen succes
Nadere analyse op BRON 2006 om verschillen in deelnemerssucces (tussen instellingen, opleidingen, leerweg) beter te kunnen verklaren Betrekken doorstroomsucces en extern arbeidssucces Uniforme registraties van ‘ongediplomeerd succesvollen’ en categorieën van uitvalsredenen Bron: Benchmarkonderzoek MBO

17 Bouwsteen financiële prestaties: opbouw kostenstructuur
Vragenlijst uitgezet bij alle 68 instellingen: 54 geretourneerd en gevalideerd (getoetst aan de jaarrekening), opgenomen in de database. Gevraagd naar opbouw van de kosten, uitsplitsing van het personeel aar een groot aantal categorieën

18 Aandeel personele kosten in totale kosten MBO gemiddeld 74,4%
Kostensoort MBO inclusief VO, educatie en contractonderwijs MBO Personele kosten 72,5% 74,4% Afschrijvingskosten 5,6% 5,9% Huisvestingskosten 8,3% Overige kosten 13,6% 13,8% Totaal 100% Inzicht in de totale kostenstructuur van belang: MBO onderdeel van groter geheel. Ruim 74 % wordt ingezet voor personele kostn. Daarom daraop ingezomd welke keuze instellingen daarin gemaakt hebben. Bron: Benchmarkonderzoek MBO

19 Personele kosten worden voor 71,6% ingezet voor het onderwijzend personeel
Links laat de opbouw van de personele kosten zien exclusief de uitbesteding. Rechts is gecorrigeerd voor de uitbesteding. Dat is nodig omdat er instellingen zijn die een deel van de niet onderwijzende taken zoals bij voorbeeld de administraties uitbesteden. In de figuur zijn de percentages af te lezen. Het is goed om te benoemen dat 71,6% van de personele kosten ingezet wordt voor het onderwijzend personeel en dat 5 wordt% ingezet voorhet management en de directie de overhead. Daarnaast onderscheiden we de categorien directe ondersteiuning en indirecte ondersteuning onderwijs. Indirecte ondersteunig zijn de administraties en de huivesting facilitair. Directe ondersteuning deelnemersad, ICT coordinerende taken, Bron: Benchmarkonderzoek MBO

20 Directe ondersteuning onderwijs bestaat vooral uit Coördinerend en secretarieel personeel, deelnemersadministratie en ICT Drie grote groepen in : coordinatie en secrt, deelnemersad en ICT Bron: Benchmarkonderzoek MBO

21 Indirecte ondersteuning onderwijs bestaat voor 51% uit personeel huisvesting
Vooral personeel huisvesting en facilitair Bron: Benchmarkonderzoek MBO

22 Aandeel onderwijspersoneel in personele kosten varieert van ongeveer 60% tot 80% over de instellingen In deze figuur staan alle instellingen op en rij op volgorde van de mate waarin de een groter aandeel van de personele kosten inzetten voor het onderwijzend personeel. Er zijn dus wel degelijk verschillen tussen de instellingen en is dan ook een verbeterpotentieel voor de instellingen die links staan in de figuur. De percentages lopen van ..% tot ..% Bedacht moet worden dat we hier nog geen gegevens over het succes of de onderwijskwaliteit aangekoppeld hebben. Het is interessant om te bezien of de instellingen die relatief veel budget inzet voor het onderwijzend personeel ook relatief hoge kwaliteit en succes leveren. Bron: Benchmarkonderzoek MBO

23 Aandeel onderwijspersoneel in personele kosten verschilt nauwelijks tussen kleine, middelgrote en grote roc’s Er is een analyse gemaakt of de verschillen in de opbouw van de personele kosten samenhangen met het type instelling en de omvang van de instellingen. De verschillen hangen niet samen met de omvang van de instellingen. Uit deze analyse blijkt dat de AOC’s relatief een groot aandeel van de personele kosten inzetten voor het onderwijzend personeel. Uitgansgpunt is wat doet een medewerker het grootste deel van de tijd. Bij AOC doet het onderwijzend personeel naar verwachting relatief veel van het werk die bij anderen verbijzonderd zijn naar aparte functie. Bron: Benchmarkonderzoek MBO

24 Gemiddeld 21,3 deelnemers per docent in het MBO
In deze figuur staan alle instellingen op en rij op volgorde van het aantal deelnemers per docent. Links staan de instellingen met weinig deelnemers per docent en rechts staan de instellingen met veel deelnemers per docent. Gemiddeld worden zijn er .. Deelnemers per docent. Een eerste verklaring voor de verschillen tussen de instellingen is het aantal deetijders per instelling (BBBLers). Uit de analyses blijkt dat voor deze deelnemers weinig docenten ingezet worden. Wanneer gecorrigeerd wordt voor het aandeel deeltijders zijn de verschillen tussen de instellingen veel kleiner. Bron: Benchmarkonderzoek MBO

25 Toekomst Betrekken andere indicatoren (solvabiliteit, rendement)
Gegevensaanlevering aansluiten bij de jaarrekening Geeft een eerste beeld, maar er zijn ook ander financiële prestaties....

26 Bouwsteen deelnemersoordeel: deelnemerraadpleging JOB
Job is jongerenorganisatie beroepsonderwijs; Mbo Raad heeft ervoor gekozen om in de benchmark aan te sluiten bij het instrument van JOB; belangrijkste reden: onafhankelijk borgen perspectief van de deelnemer en niemand is gebaat bij twee instrumenten. In deze fase van de benchmark is gebruik gemaakt van ODIN3 uitgezet in het schooljaar 2004/ instellingen meegedaan en 135 duizend deelnemers de raadpleging ingevuld.

27 Rapportcijfers van de deelnemers variëren van 5,7 tot 8,1 over de instellingen
Rapportcijfer voor algemene tevredenheid. Vakscholen gemiddeld een 7 en roc en aoc een 6,3 Tevreden over: veiligheid, competenties, organisatie van het onderwijs, competenties Minder tevreden over: informatievoorziening, persoonlijk contact en medezeggenscap Tevredener zijn: ouderen, met een VMBO vooropleiding, niveau 1 eerstejaars en vrouwen N=46 instellingen Bron: ODIN3, de JOB

28 Toekomst Gezamenlijk met de JOB werken aan ODIN 5:
aanpassen aan competentiegericht leren optimaliseren bruikbaarheid voor het management: stuurinformatie) aansluiten op overige bouwstenen benchmark

29 Toekomst Benchmark MBO: Verbreden en identificeren best practices
Input INK-prestatiegebieden Output Outcome Maatschappij Omgeving Bestuur & Instelling Financiers Toegevoegde waarde voor de deelnemers en de omgeving Geanaly- seerde Sector Deelnemer Identificeren Middelen Strategie van best Medewerker gegevens Opleiding en best practices practices Leerweg Historische Processen context Zie eerder per bouwsteen; vooral succes: extern arbeidsmarktsuccesm, doorstroomsucces Meer bouwstenen, identificeren best practices. Identificeren verbanden: is het nu zo dat de instellingen die relatief veel geld inzetten voor het onderwijzend personeel dat daar de deelnemers tevredener zijn meer diploma’s halen. Niveau Benchmark- stuurinformatie

30 Geïntegreerd jaarverslag
Financiële jaarrekening Verslaglegging van CvB en RvT Resultatenbox

31 Resultatenbox Hier wordt o.a. de stagebox en innovatiebox verantwoord.
Uit het BRON bestand kan de instellingen vele vergelijkingen zelf maken. Kort enige voorbeelden

32 Instroomniveau Gemiddeld 65% onder mavo (TL)

33 Voorbeelden voor jaarverslag
Onze deelnemers zijn zeer tevreden Onze doorstroom naar het HBO is hoger dan het gemiddelde Onze instromers zonder een diploma hebben een grotere kans succesvol een diploma te behalen omdat we veel energie stoppen in begeleiding Onze allochtonen halen goede resultaten.

34 Vooropleiding en niveau diploma
Op ROC-voorbeeld is de kans van slagen voor instromers met een theoretisch leerweg : Niveau 2: 76% Niveau 3: 80% Niveau 4: 78%

35 Ook zeer vele analyse mogelijkheden voor beleid
Van welke scholen komen onze deelnemers Hoe is relatie etniciteit en keuze opleiding Waar is sprake van verticale diplomeringen Welke opleidingen volgen onze 40+ers Per sector, per geslacht, per vooropleiding, per niveau, per regio, etc, etc

36 Tenslotte actuele aandachtspunten
Afstemming kengetallen Verbetering traceerbaarheid van kengetallen van instellingen. Verrijking van gegevens uit BRON-VO en CRIHO (zoals vooropleiding en doorstroom naar HBO) Vermindering administratieve last door 4e handtekening POK en RMC-melding.


Download ppt "Benchmark BVE."

Verwante presentaties


Ads door Google