De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

 Psitief Coachen Positief Coachen Programma Sportcoach-vaardigheden

Verwante presentaties


Presentatie over: " Psitief Coachen Positief Coachen Programma Sportcoach-vaardigheden"— Transcript van de presentatie:

1  Psitief Coachen Positief Coachen Programma Sportcoach-vaardigheden
9 – 12 jarigen Sportcoach-vaardigheden Psitief Coachen Positief Coachen Programma ALGEMEEN: De sheets geven de rode draad aan van het programma. De bedoeling is dat de informatie op de sheets gebruikt wordt om de dialoog met de deelnemers aan te gaan. Hoe doe je dit: door te vragen, te vragen en te vragen (en goed te luisteren want dat bepaalt weer je volgende vraag). Gebruik hiervoor m.n. de OPEN VRAAG, dat zijn vragen die je NIET met JA of NEE kunt beantwoorden maar die informatie geven over wat iemand vindt, denkt of voelt. Deze vragen beginnen met: WIE, WAT, WAAR, WAAROM, HOE, HOEZO, WELKE. Voorbeelden van goede vragen: WAT vinden jullie van deze sheet? WAAROM vind je dat? WIE vind dat ook? WIE vindt iets anders? Welk voorbeeld heb je daarvan? HOE zou je het ook uit kunnen leggen? WAT is het voordeel van….? Wat is het nadeel van…..? HOE zou je daarmee om kunnen gaan? In de notitiepagina bij iedere sheet vind je mogelijke vragen en toelichting. Een vraag wordt voorafgegaan door het teken >?. Achtergrondinformatie bij de vragen zijn cursief geschreven. Ook vind je tips en informatie t.a.v. hand-outs, opdrachten en FLAP gebruik. Veel achtergrondinformatie vind je ook op de website: TER VOORBEREIDING Vergaderzaal voorbereiden Laptop testen Beamer opstellen Flipover neerzetten Boxen aansluiten Muziek scherp zetten (trajecttune “Harder, Better, Faster, Stronger”, te downloaden op Breed schildersplakband: iedere deelnemer schrijft naam op breed schildersplakband en plakt dit zichtbaar op zijn/haar trui Stiften Aantekenblokken en pennen Water, koffie, thee, lekkers Op flip: “Welkom, Fijn dat je er bent”.

2 Positief Coachen Programma
5 principes van Positief Coachen Bewust zijn van eigen coachrol en -gedrag. Zorgen voor een gezonde en veilige leeromgeving. Creëren van een positieve en uitdagende sportomgeving. Ambitieuze doelen en realistische verwachtingen. Hanteren van een adequate discipline. <? Wat zijn de 5 principes van Positief Coachen, oftewel WAAROM besteden we aandacht aan positief coachen voor 9-12 jarigen? (doorvragen) 1. Bewust zijn van eigen coachrol en -gedrag. Trainers, coaches en team(bege-)leider hebben een grote invloed op de persoonlijke en sociale ontwikkeling van kinderen en daar moeten ze zich (telkens) van bewust zijn. 2. Zorgen voor een gezonde en veilige leeromgeving. Alleen in een gezonde en veilige omgeving kunnen kinderen ongestoord sporten en zich ontwikkelen. 3. Creëren van een positieve en uitdagende sportomgeving. Kinderen willen leren, zichzelf verbeteren als ze daarin positief worden ondersteund. Positieve ondersteuning en uitdagende activiteiten stimuleren kinderen om sportcompetenties te ontwikkelen en vertonen daardoor minder ongewenst gedrag. 4. Ambitieuze doelen en realistische verwachtingen. Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Belangrijk is dat de verwachtingen van ouders, trainers, coaches en team(bege-)leiders overeenkomen met de leeftijd en de ontwikkeling van het kind. 5. Hanteren van een adequate discipline. Kinderen hebben behoefte aan duidelijke regels en afspraken en een consistente en voorspelbare aanpak. Hierdoor zullen kinderen minder ongewenst gedrag vertonen. Door hier aandacht aan te besteden creëren we (1) een bewustwording bij deelnemers van de eigen coachrol en gedrag, (2) versterken we een positieve en veilige leeromgeving voor deze groep kinderen, (3) creëren we een uitdagende sportomgeving met (4) ambitieuze en realistische doelen/verwachtingen, en bieden we een kader voor een adequaat en consequent gedrag voor begeleiders en kinderen (5). <? Waarom is positief coachen belangrijk? <? En wat is het precies? De essentie om te kunnen groeien en leren. En de bedoeling van vanavond is om die essentie met elkaar scherp te krijgen. OPTIE opwarmoefening 5-10 minuten: In 2-tallen uitwisselen: deel een situatie waarin jij een voorbeeld ziet van positief coachen (van je zelf of wat je hebt gezien bij een ander). Plenair kort 2-3 voorbeelden uitvragen: Wie heeft een mooi voorbeeld om te delen? Waarom vind je dit positief coachen? Waarom heb je deze onthouden?

3 Positief Coachen Programma
Het programma bestaat uit de volgende onderdelen:………….

4 Succesvol coachen Communiceren Ontwikkelen Motiveren
Succesvol Coachen = Communiceren + Motiveren + Ontwikkelen

5 Succesvol coachen Communiceren
>? Waarom is communiceren belangrijk? Mogelijke antwoorden: Effectief instructies overdragen zodat de spelers begrijpen wat jij bedoelt. Wil je doelen bereiken dan moet je met elkaar praten en naar elkaar luisteren. Verbeteren van prestaties is grotendeels communicatie, niet alleen verbaal, maar ook luisteren en non-verbale communicatie.

6 Geef instructies door vragen te stellen > LSD
Communiceren Geef instructies door vragen te stellen > LSD Stel méér open vragen! Luister actief en bouw daardoor vertrouwen op. Stel meer vragen ipv instructies. Voorbeeld: “Bij het verdedigen maken we het veld klein. Martijn en Thomas ‘knijpen’, en gaan een beetje meer naar de as van het veld. Let op dat je altijd tussen de man die je dekt en het doel blijft.” >? Hoe kan het ook? “Bij het verdedigen maken we het veld klein” “Wat moeten Martijn en Thomas dan (ook al weer) doen?” “Waarom moeten ze ‘knijpen’? “En waarop moeten ze letten?” LSD=Luisteren, Samenvatten, Doorvragen Stel méér open vragen. >? Waarom open vragen? Antwoorden: Je laat je spelers zélf met een oplossing komen. Je toont interesse in jouw spelers. Bij openvragen let je op: Stel korte vragen - Geen vragen met een lange aanloop, ook geen vragen die zijn samengesteld uit deelvragen. Stel open vragen - Open vragen zijn vragen waarop allerlei antwoorden mogelijk zijn. Dit in tegenstelling tot gesloten vragen, die alleen met ja of nee beantwoord kunnen worden. Voorbeelden? Situationeel - Fjes meerkeuze, D's open vragen. Oefening – Verslaggever op de vakantiebeurs – alleen open vragen stellen Oefening – Formuleer 5 open vragen die je deze week in jouw training kunt stellen. Kies situaties waarop je nu geneigd bent aanwijzingen te geven. Luister actief >? Waar moet je op letten als je met een speler in gesprek bent? Mogelijke antwoorden: Toon oprechte belangstelling: aankijken, hummen, ja-knikken - Probeer zijn/haar standpunt/opvatting te begrijpen. - Wees vriendelijk en geduldig. Trek voldoende tijd uit en val hem/haar niet in de rede. - Houd je goede humeur. Ook al bevalt het je niet wat een speler zegt. - Vraag door als misverstanden op de loer liggen: ‘Wat bedoel je met..’, ‘Begrijp ik dat je zegt..’ - Stel enkele prettige vragen. Dit moedigt aan en geeft blijk dat je luistert. - Geef aan of je iets met zijn/haar informatie doet. - Pas op voor loze beloftes! LSD: Luisteren, samenvatten, doorvragen

7 Jouw gezichtspunt bepaalt de manier van communiceren
Gevolg Jouw gevoel? We starten met communiceren… Jouw gezichtspunt met wat je met het team wilt bereiken, geeft je een bepaald gevoel en zorgt voor een bepaald gedrag. Stel dat jouw gezichtspunt is dat het team altijd wedstrijden moet winnen, maar ze verliezen regelmatig. >? Welk gevoel geeft jou dit? >? Welk gedrag zou dit kunnen oproepen? Stel dat jouw gezichtspunt is dat het team moet leren en veel plezier moet hebben? >? Is verliezen dan erg als ze veel leren en het reuze naar hun zin hebben? >? Want welk gevoel geeft jou dit dan? >? Welk gedrag zou dit op kunnen roepen? Jouw gedrag?

8 Leidt tot faalangst en apathie Leidt tot mislukkingen en slecht spel
Negatieve feedback Leidt tot faalangst en apathie Leidt tot mislukkingen en slecht spel afbreken van intrinsieke motivatie Als we gefocust zijn op winnen dan: Reageren we op wat fout gaat (negatieve feedback) Dit leidt (op den duur) bij kinderen tot faalangst en apathie En dit verhoogt de kans op mislukkingen en slecht spel. Hierdoor geef je nog meer negatieve feedback enz., enz. <? Wat zeggen we bijvoorbeeld als we het hebben over negatieve feedback / reageren op fouten? (Veel voorbeelden ophalen) Jammer…, je moet wel verdedigen! Als je niet terugloopt maak je het de tegenstander veel te gemakkelijk …………………..

9 Leidt tot zelf-vertrouwen en plezier Leidt tot ijver en leereffect
Positieve feedback Leidt tot zelf-vertrouwen en plezier Leidt tot ijver en leereffect bouwen aan intrinsieke motivatie Als we gefocust zijn op leren plezier maken dan: Reageren we op wat goed gaat (positieve feedback) Dit leidt tot zelfvertrouwen en plezier En dit verhoogt de kans op leren en grotere inspanning

10 Beleving kind ≠ beleving ouder/coach
Deze sheet laat zien wat sporters, kinderen en jongeren aangeven belangrijke redenen te vinden om te sporten. <? Wat vind je hiervan als je dit ziet? En waarom? <? Waar zit je zelf?

11 .. negatieve feedback in verschillende soorten:
Jullie voetballen als oude wijven! Beetje zonde van mijn tijd. Zit niet te slapen! Anders kom maar even op de bank zitten.. Dat wordt vandaag weer helemaal niks! Het is toch simpel! Dat jullie dit niet begrijpen. Wanneer we de verschillende negatieve reacties bundelen kunnen we 4 karikaturen onderscheiden. <? Wie herkent zich zelf? <? Welke uitspraken hoor je wel eens die in een van deze karikaturen vallen? NB: In de materialen zit een Typologietoets waarbij je kunt kijken welke soort reacties jij laat zien. Deze kan je aan het eind van de training uitdelen als mensen dat leuk vinden. In de training kun je deze vragenlijst ook laten maken, maar dan kost het veel tijd (invullen en nabespreken moeten je rekenen op circa 40 minuten).

12 Benadruk wat wél goed gaat. Ook bij 9-12 jarigen
Fouten- herstel IJver Leren Lijf: Wat heb je ervan geleerd (i.p.v. vergelijken met anderen die het beter doen) LIJf: Benadruk de inspanning (i.p.v. het resultaat) LijF: Benadruk het herstel en het herpakken (i.p.v. de nadruk op de fouten) Op FLAP noteren: Je gedragen als winnaar houdt in: 1. Blijf leren en verbeteren. 2. Zet je altijd voor de volle 100% in. 3. Laat je niet ontmoedigen door gemaakte fouten, maar ‘sta op’ op en ga weer door!

13 Geef verbeterpunten in de vorm van goed-anders-goed
De Kritieksandwich Wat ging goed - Wat kan anders - Wat ging goed Je hebt je vandaag geweldig ingezet, Maar blijf op jouw plek staan, Knap dat je je zo snel herstelde van die ongelukkige voorzet In de sport wordt positief coachen sterk gepropageerd. En terecht, want positief coachen leidt bij met name jonge kinderen tot meer plezier, meer motivatie en betere prestaties in de sport. Door alle aandacht voor positief coachen - en de nadruk op het geven van positieve feedback - lijkt negatieve feedback langzamerhand als 'not done' te worden ervaren terwijl elke coach weet dat er momenten zijn waarop jeugdige spelers kunnen leren van wat niet goed gaat. Deze zogenoemde 'veranderingsgerichte feedback' geef je indien de uitvoering ontoereikend is en dat andere gedragingen nodig zijn om het doel te bereiken. Een goede manier hiervoor is de zogenoemde ‘Kritieksandwich’, zie verder inhoud sheet.

14 Geef verbeterpunten in de vorm van als.. dan..
D-tjes: ipv je zakt niet mee!: Als je meeverdedigt dan komt de tegenstander niet in een overtal situatie! E-tjes: ipv blijf op je plek!: Als je op jouw plek blijft staan dan kan de tegenstander de bal niet kwijt! Opdracht: schrijf veel gemaakte fouten op. Vorm ze om tot constructieve aanwijzingen "als - dan" Als.. dan.. Kan versterkt worden door: Als je meeverdedigt, dan komt de tegenstander niet in een overtal situatie en dat betekent natuurlijk dat… En dat is toch wat we willen? Deze overtuigtechniek versterkt de argumentatie. Dit zijn vormen van taakgerichte communicatie.

15 Succesvol coachen Motiveren >? Waarom is motiveren zo belangrijk?
Mogelijke antwoorden: - Het motiveren van spelers helpt dat ze beter worden. - Het helpt dat ze minder sterke punten kunnen overwinnen en het bouwt aan de sterke punten.

16 Wat is motivatie? Dat iemand een zeker doel probeert te bereiken, dan wel een bepaalde prestatie wil leveren. Succesvol coachen gaat over effectief communiceren en over motiveren. >? Waardoor denk je dat jouw team in een wedstrijd wordt gemotiveerd? Laten we nog eens kijken naar een sheet die we hiervoor hebben laten zien: [volgende sheet]

17 Beleving kind ≠ beleving ouder/coach
Deze sheet laat zien wat sporters, kinderen en jongeren aangeven belangrijke redenen te vinden om te sporten. >? Dus waardoor worden ze gemotiveerd?

18 Motivatie jonge sporters
Zelf beter worden (Taakoriëntatie) Plezier in het uitvoeren van taken Zelfvertrouwen door ‘groei’ Hoge inzet Weinig behoefte aan vergelijking met de tegenstander Beter dan de ander zijn (Prestatieoriëntatie) Plezier in het behalen van resultaten Onzekerheid over prestatiecurve Alleen hoge inzet als ‘winst’ is te behalen Focus op vergelijking met de tegenstander We kennen twee soorten motivaties bij jonge sporters [zie verder inhoud sheet] >? Wat zijn de voor- en nadelen van beide oriëntaties?

19 Motivatie jonge sporters
Kinderen zijn van nature taak georiënteerd. Deze taakoriëntatie kan de omgeving bestendigen door: te benadrukken dat fouten maken mag; het Leereffect, IJver en Foutenherstel te waarderen; positieve feedback te geven op prestaties; verbeterpunten geven in de vorm van goed-anders-goed; verbeterpunten geven in de vorm van anders.. dan.. ; kinderen te helpen beter te worden; het plezier te benadrukken; ambitieuze én realistische taakdoelen te stellen. Door de omgeving krijgen kinderen een prestatieoriëntatie. Prestatieoriëntatie ontstaat bij kinderen vanaf 9/10 jaar. >? Hoe kan deze prestatieoriëntatie ontstaan? Antwoord: - Feitelijk het omgekeerde van de punten die op de sheet staan!

20 Succesvol coachen Ontwikkelen
>? Waarom is ontwikkelen zo belangrijk? Mogelijke antwoorden: - Een speler wil altijd beter worden; een van de belangrijkste drijfveren. In deze fase van hun leven (9 – 12 jaar) ontwikkelen spelers fundamentele (sport)vaardigheden. Belangrijk is dat de coach in staat is om te observeren, te analyseren en te evalueren. - Kwaliteit, frequentie en duur van een training bepaalt in zekere mate de ontwikkeling van spelers. - Belangrijk hierbij is natuurlijk de kennis van de sport en de planning van activiteiten.

21 De fasen van taakbeheersing
In staat om de taak uit te voeren (kennen/kunnen)? Instructie & Controle Bereid om de taak uit te voeren (willen/durven)? Stimulering & Ondersteunen Ja Ja Voldoende controle over de uitvoering van de taak? Fitheid sporter en team Sterkte van de tegenstander Ja In de ontwikkeling van de taken van een sporter zie je: Dat de sporter een taak eerst moet leren uit te voeren (in een training), dit doe je dmv instructie en controle op de juiste uitvoering; Vervolgens laat de sporter de taak in een wedstrijd wel of niet zien. Want durft hij de taak uit te voeren? Wil hij de taak uitvoeren? En afhankelijk van de inzet van zijn eigen team en de sterkte van de tegenstander heeft de sporter dan voldoende controle om de taak uit te voeren? Indien de sporter in staat is (kennen/kunnen), bereid is (willen/durven) en voldoende controle heeft over de uitvoering van de taak, dan heeft het zin doelen te stellen. Let op: Je kunt een speler wel stimuleren en ondersteunen, maar als een speler niet in staat is een taak uit te voeren heeft het stimuleren en ondersteunen weinig zin. [Pietertje effect: “Je kunt het Pieter”, maar Pieter kan het niet. Doelen stellen

22 Bepaal voor 3 spelers realistische doelen voor een wedstrijd.
Opdracht Bepaal voor 3 spelers realistische doelen voor een wedstrijd. Zijn ze in staat? Zijn ze bereid? Hebben ze controle? Deze oefening is vooral relevant voor E-pupillen. Hier kan eventueel het taakbeheersingformulier besproken worden.

23 Leercurve in relatie tot ontwikkelingsgericht coachen (recreatief)
wat + waarom wat + hoe + waarom Relatiegericht coachen Veel Begeleidend coachen 11/12 jaar D-pupillen Weinig instructie en controle. Veel stimulering en ondersteuning. Kernwoorden: vriendenclub, taakvolwassen, verantwoording. Ondersteunend coachen 9/10 jaar E-pupillen Veel instructie en controle. Veel stimulering en ondersteuning. Kernwoorden: eigen mening, normen en waarden, uitdaging. Weinig Spelend coachen 5/6 jaar Mini’s Weinig stimulering en ondersteuning. Kernwoorden: geborgenheid, speelsheid, belonen en plezier. Lerend coachen 7/8 jaar F-pupillen Kernwoorden: leren, positief waarderen, competitief. Taakgericht coachen Pietertje effect! Ontwikkelingsgericht coachen. Deze sheet dient uitgebreid besproken te worden. Geef voorbeelden. wat wat + hoe (afgeleid van model Leiderschapstijlen van Hersey/Blanchard)

24 Leercurve recreatief versus prestatief
Leercurve verschilt: Leercurve recreatief versus prestatief Veel weinig Mini’s F-pupillen E-pupillen D-pupillen Bedenk dat een recreatief team een andere leercurve heeft dan een prestatief team. Vanaf 11/12 jaar zie je de leercurve dalen.

25 Ontwikkelen De leercurve vanaf 11 jarigen neemt (sterk) af Hoe kan ik deze leercurve minder laten dalen?

26 Ontwikkel- ingangen SUCCES-factoren
Emotionele stabiliteit Uitstraling Controle Spelinzicht Competitief Snelheid Ga aan de slag met de 6 SUCCES-factoren! Er zijn zes coachingangen (SUCCES) Snelheid (explosiviteit) Omschrijving De speler zet zijn beweging zeer snel in en verplaatst zich zeer snel in alle mogelijke richtingen (vooruit, achteruit, zijwaarts, opwaarts). Hij voert zijn bewegingen zeer snel uit. Hoe te herkennen op het veld? De speler start snel, reageert snel, is snel tijdens de eerste meters, verandert snel van richting, staat snel op, voert zijn bewegingen snel uit, springt hoog, toont dat hij sneller is dan de meeste spelers op het veld, kan zijn rechtstreekse tegenstander tijdens zijn eerste meters reeds van zich afschudden,… >? Hoe te ontwikkelen? Uitstraling De speler straalt zelfvertrouwen uit op het veld, toont lef, is spelbepalend, vertoont leiderschapskenmerken, is teamgericht. Naast het veld vertoont hij de juiste sportmentaliteit (lifestyle). De speler geeft aanwijzingen, durft acties te ondernemen, vraagt om de bal te krijgen, herstelt op positieve wijze een fout, is een voorbeeld voor de andere spelers. >? Hoe te ontwikkelen Controle De speler heeft onder druk altijd controle over bal en lichaam, hij is één met de bal, hij is meester van de bal. Keepers dienen in iedere situatie meester te zijn van lichaam en bal met voeten en handen. De speler heeft een goede balaanname, de bal is onder druk niet los van zijn lichaam, voert zijn bewegingen uit in evenwicht, beweegt sierlijk op het veld, is een stylist. Competitief De speler toont in wedstrijden de drang om te winnen (hoge intrinsieke motivatie). De speler toont beleving en spelvreugde, moedigt aan, wil een achterstand goed maken en een voorsprong verdedigen, is altijd gemotiveerd, gaat voluit, is strijdlustig, zet zich in voor andere spelers, herstelt fouten van andere spelers, geeft nooit op, is onvermoeibaar,… Emotionele stabiliteit De speler laat zich niet negatief beïnvloeden door externe storende omstandigheden zoals mede- en tegenspeler, de scheidsrechter, het publiek,… De speler behoudt maximale controle (beheersing) over zijn eigen handelingen. De speler ergert zich niet aan mislukte acties van zichzelf of van een medespeler, raakt niet gefrustreerd door wat er rond hem gebeurt, blijft gefocust op het spel. Spelinzicht De speler kan onder druk zeer snel de juiste beslissing (met en zonder bal) op het juiste moment nemen. De speler denkt een fase eerder, heeft oog voor de omgeving (mede- en tegenspelers), heeft de oplossing al vooraf klaar maar kan – indien nodig - zijn beslissing nog bijsturen. Keepers dienen bovendien het overzicht te behouden over voetbalspelsituaties. - Met bal : de speler kijkt zelden naar de bal, neemt juiste keuzes (dribbel, pass of trap), voert een georiënteerde balcontrole uit. - Zonder bal : de speler onderschept de bal, blijft niet staan na het geven van een pass (bv. give and go), zet de speelhoeken naar gevaarlijke tegenstander af, duikt op het juiste moment in de rug van dichtste tegenstander.

27 SUCCESfactoren De 6 SUCCESfactoren zijn onderdeel van het Team Ontwikkel Plan (TOP) Huiswerkopdracht: Team Ontwikkel Plan Met het Team Ontwikkel Plan (TOP) maak je een jaarplan. >? Bedenk nu een 3 Teamdoelen die je aan het eind van het seizoen zou willen behalen. >? Welke Team ontwikkelactiviteiten zou jij willen uitvoeren om jouw Teamdoelen te behalen?

28 Positief Coachen Programma
Het programma bestond uit de volgende onderdelen:………….

29 Hoe nu verder? Vul een Persoonlijk Verbeterplan in
Download op Stichtingjeugdsport.nl het zakboekje “Tools en modellen Positief Coachen” Vul de Typologietoets in het bespreek deze eens met jouw partner.. Vul het Team Ontwikkel Plan in Geef veranderingsgerichte feedback!

30 Positief Coachen Programma
Psitief Coachen Positief Coachen Programma Dank voor jullie inzet!


Download ppt " Psitief Coachen Positief Coachen Programma Sportcoach-vaardigheden"

Verwante presentaties


Ads door Google