De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Reflectievaardigheden en instrumenten

Verwante presentaties


Presentatie over: "Reflectievaardigheden en instrumenten"— Transcript van de presentatie:

1 Reflectievaardigheden en instrumenten
Martine Amsing Reflectievaardigheden en instrumenten Workshop Regionale bijeenkomst 4 april 2007

2 REFLECTEREN DOOR DOCENTEN
Waarom reflecteren? Wat is reflecteren Hoe werkt reflecteren? Ontwikkeling van reflectievaardigheden Reflectie tools Van jel

3 WAAROM REFLECTEREN Integratie van theorie, het handelen in de praktijk en de persoon. Zorg voor eigen professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening. Meer open om alternatieven uit te proberen en de eigen lespraktijk te onderzoeken. Leerkracht voorbeeldfunctie wat betreft een reflecterende, kritische houding. Het eigen handelen wordt meer doorzichtig, dit maakt overleg en verantwoording mogelijk. ….. 7 Competent in reflectie en ontwikkeling (wet BIO): Zorgen voor de eigen professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening Leerkrachten die de attitude bezitten te reflecteren over het eigen onderwijsgedrag, staan meer open voor vernieuwing. Ze lopen minder het gevaar te verstarren. Ze maken ruimte voor het uitproberen van alternatieven en onderzoek in de eigen klaspraktijk In een emancipatorische onderwijsvisie die nadruk legt op actief en zelfstandig leren en de ontwikkeling van verantwoordelijkheid en kritische zin bij leerlingen, kan verwacht worden dat de leerkracht een voorbeeldfunctie is wat betreft een reflecterende, kritische houding. Een opleidingsmodel dat eenzijdig de nadruk zou leggen op theorie van buitenaf, of dat studenten oplossingen aanbiedt in de zin van “recepten”, is een model dat niet beantwoordt aan de steeds weer veranderende omstandigheden waarin het onderwijs opereert. Studenten die de opleiding verlaten dienen over metacognitieve vaardigheden en een grondhouding te beschikken om het eigen didactisch en pedagogisch handelen in vraag te stellen en zelfstandig antwoorden te vinden op nieuwe vragen die onvermijdelijk zullen opduiken in de toekomstige praktijk. De kennis en vaardigheden die in de opleiding zijn ontwikkeld dienen immers steeds bevraagd vanuit de specifieke klas- en schoolcontext waarin de leerkracht functioneert. · De professionele ontwikkeling van leerkrachten is dus een proces van voortdurende groei. De opleiding kan slechts een startcompetentie bijbrengen. Reflectieve (metacognitieve) vaardigheden zijn een voorwaarde om te kunnen groeien tot volwaardige leerkrachten die het onderwijsgebeuren kunnen analyseren en hieruit consequenties kunnen trekken voor het eigen didactisch en pedagogisch handelen. Zij zijn een voorwaarde om de eigen opvattingen en onderwijsconcepten te onderkennen en ze te relateren aan de wetenschappelijke theorievorming, om een eigen stijl te kunnen ontwikkelen en te werken aan de eigen professionele ontwikkeling. · Leerkrachten moeten, overeenkomstig het beroepsprofiel, hun onderwijs ook kunnen verantwoorden tegenover anderen (ouders, collega's, leerlingen, ...). Door het reflecteren wordt het eigen handelen meer doorzichtig, wat dus overleg en verantwoording mogelijk maakt. Leerkrachten getuigen hierdoor van een meer open en uitgebreide professionaliteit. Mensen kunnen hun eigen ontwikkeling in kaart brengen Refelctie stelt leraren in staat hun eigen gedrag te analyseren, bespreken, evalueren en veranderen En een analytische housding ten opzichte van lesgeven te ontwikkelen. Refelectie bevordert dat leraren de sociale en politieke context waarin zij werken (h)erkennen Dat ze zein dat lesgeven soaiale en politieke aspecten heeft En dat ze het als hun taak zien die context te analyseren en evalueren Vergroot je je zelfkennis. Ben je je bewust van de emoties die in bepaalde situaties bij jou een rol spelen. Krijg je inzicht in hoe je daarnaar handelt. Meer vernatwlh voor de eigen prof groei, deze zo te stimuleren Kritisch kijken naar goed lesgeven.

4 WAT IS REFLECTIE? Wat is nou precies reflectie en wat doet reflectie
Met reflectie kun je soms dingen tegenkomen waarvan je niet wist dat je het in je had.

5 REFLECTEREN – VERBREDEN EN VERDIEPEN VAN COMPETENT GEDRAG
Competenties en niveaus Competenties zijn persoonlijke bekwaamheden die je kunt waarnemen: men ziet/hoort/merkt welke competenties een (aankomende of zittende) docent heeft en in welke mate. Hoe competenties zijn opgebouwd en waarop ze gebaseerd zijn, kan worden verduidelijkt met de ijsbergmetafoor. De competenties als waarneembaar gedrag vormen dat deel van de ijsberg dat zich boven water bevindt. Deze competentie berust echter op min of meer moeilijk grijpbare en op minder direct waarneembare dingen: de ijsberg onder water.

6 REFLECTEREN – VERBREDEN EN VERDIEPEN VAN COMPETENT GEDRAG
Competenties en niveaus Van jel

7 REFLECTEREN – VERBREDEN EN VERDIEPEN VAN COMPETENT GEDRAG
Competenties en niveaus Van jel Reflecteren: Herinterpreteren en structureren van ervaringen om te komen tot een hoger niveau van beroepsuitoefening

8 REFLECTIECYCLUS VAN KORTHAGEN Spiraalmodel
Bepaalde systematiek. fase 5 is de fase 1 van de volgende cyclus. In fase 2 wordt voorwerk gedaan om in fase 3 te komen tot de kern van de vraagstelling Fase 2: wat is er gebeurd? Fase 3: wat vond ik daarin belangrijk? Fase 4: tot welke voornemens of leerwensen leidt dat?

9 VRAGEN BIJ HET MODEL Fase 2 (terugblikken): wat is er gebeurd?
Fase 3 (essentiële elementen): wat vond ik daarin belangrijk? Fase 4 (alternatieven): tot welke voornemens of leerwensen leidt dat? 0. wat was de context? 1 Wat wilde ik? 5 Wat wilden de leerlingen? 2 Wat voelde ik? 6 Wat voelden de leerlingen? 3 Wat dacht ik? 7 Wat dachten de leerlingen? 4 Wat deed ik? 8 Wat deden de leerlingen? Vragen belangrijk want hoe concreter de reflectie hoe groter de kans dat er wat geleerd wordt. Vaak hebben mensen moeite met de rechterkant van de tabel. Tabel beantwoord > lijntjes trekken, verbanden leggen tussen de negen vakjes. Hoe 2 4 beïnvloedde, 4 5 en 6 ebinvloedde wat vervolgens weer leidde tot 8 wat weer 2 beïnvloedde. Hiermee wordt duidelijker wat zich nu eigenlijk precies afspeelde, fase 3 volgt dan min of meer vanzelf. Voorbeeld van de student die er de kantjes vanaf loopt in de ogen van de leerkracht en daar wat van zegt.

10 HULPVRAGEN CYCLUS VAN KORTHAGEN (1)
Fase 5 van de vorige keer (uitproberen) = fase 1 van deze cyclus (handelen/ervaring) 1 wat wilde ik bereiken? 2 waar wilde ik op letten? 3 wat wilde ik uitproberen? Fase 2: terugblikken 4 wat gebeurde er concreet? wat wilde ik? wat deed ik? wat dacht ik? wat voelde ik? Wat denk ik dat de leerlingen wilden, deden, dachten, voelden? Bedoeld als lijst met suggesties. Fase 2 vragen komen hier weer in terug.

11 HULPVRAGEN CYCLUS VAN KORTHAGEN (2)
Fase 3: bewustwording van essentiële aspecten 5 Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar samen? 6 Wat betekent dat nu voor mij? 7 Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)? Fase 4: alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen 8 Welke alternatieven zie ik? (oplossingen of manieren om gebruik te maken van mijn ontdekking) 9 Welke voor- en nadelen hebben die? 10 Wat neem ik me nu voor, voor de volgende keer? Bedoeld als lijst met suggesties. Fase 2 vragen komen hier weer in terug.

12 BEGELEIDING aansluiten bij de spiraal

13 REFLECTEREN IS GEEN EVALUEREN
Het gaat er niet om of je het werk goed of juist niet goed hebt gedaan. Het is juist belangrijk het beoordelen (evalueren) van je eigen handelen uit te stellen. Dit geeft ruimte voor zelfonderzoek, waardoor je meer leert over je eigen handelen. 

14 VERSCHILLENDE REFLECTEERDERS
Intern georiënteerd Extern georiënteerd Wat betekent dit: Sluit hierbij aan, laat mensen hun eigen weg in het (leren) reflecteren vinden. Instrumenten zorgen voor: een systematische manier van reflecteren routine het bevorderen van de verdieping in het leren van ervaringen Intern georiënteerd vaak beter in staat op eigen handelen te reflecteren (een enkele keer teveel) Extern georiënteerd meer steun nodig, meer tips aanwijzingen. Klein beginnen met concrete overzichtelijke situaties. De bezinner is iemand die graag gebruikmaakt van reflectie. Hanteer je meestal een andere leerstijl, dan zul je minder snel reflecteren. Het is in zo'n geval belangrijk om er heel bewust mee bezig te zijn. Dit kan door er een vast moment voor in je agenda te prikken of het reflecteren systematisch en methodisch aan te pakken. eigen opvattingen onderzoeken en ontwikkelen analyseren van sterke en zwakke punten in je eigen leraarschap eigen gedrag aan sturen en verbeteren via reflectie

15 STAPPEN IN REFLECTEREN
eigen opvattingen onderzoeken en ontwikkelen (memoparade) analyseren van sterke en zwakke punten in je eigen leraarschap eigen gedrag aan sturen en verbeteren via reflectie Ervaringsleren > leren reflecteren > reflecteren > collegiaal ondersteunend leren

16 DOORGROEIBEKWAAMHEID door te reflecteren op ervaringen na een langere periode
Wat wilde ik leren? Hoe heb ik dat geprobeerd? Welke leermomenten waren er? Hoe heb ik toen geleerd? Hoe voelde ik me daarbij? Wat hielp/ belemmerde mij bij het leren? Welke rol spelen anderen bij het leren? Welke zwakke/ sterke punten heeft mijn manier van leren? Welke alternatieve zie ik voor mijn leren? Tot welke voornemens leidt dat voor de volgende periode? Docenten verwerven het vermogen om zelfstandig, op een systematische manier, te reflecteren op hun ervaringen. Het verwerven van een doorgroeibekwaamheid gaat om reflecteren op het proces van leren van ervaringen via reflectie. Hierdoor kan de docent bewuster het eigen leerproces gaan sturen.

17 REFLECTIE TOOLS Overtuigingen: Memoparade De onderwijsautobiografie
‘t Muurtje Waarden spel Reflectie gesprek en collegiale consultatie Persoonlijkheid: Psychologische tests Vragenlijsten Kernkwadranten Gedrag: School Video Interactie Begeleiding Rollenspellen 360-graden feedback Reflectiegesprek en collegiale consultatie Intelligentie: Opleidingsniveau IQ-tests Tempo en complexiteit Van jel

18 BRONNEN www.reflectietools.nl
Korthagen. F., Koster, B., Melief, K., & Tichelaar, A. (2002). Docenten leren reflecteren. Nelissen.

19 REFLECTIEGESPREK STAP 2 EN 3: STARR
Situatie Wat was de situatie? Wat was de aanleiding? Wie waren er bij betrokken? Waar? Wanneer?  Taak Wat was in deze situatie jouw taak/doel? Wat werd er van je verwacht? Wat verwachte je zelf van deze situatie? Wat wilde je bereiken? Wat vond je dat moest gebeuren? Actie Wat heb je concreet gezegd of gedaan? Wat dacht je? Wat voelde je? Wat deden de leerlingen? Wat denk je dat de leerlingen wilden, dachten of voelden? En toen? Resultaat Wat was het resultaat? Hoe is het afgelopen? Hoe reageerden de andere betrokkenen? Reflectie Wat leer je uit deze situatie? Wat is de essentie? Van jel

20 "IEDER VOORDEEL HEB ZE NADEEL" (CRUIJFF)
kernkwadrant 1 Kernkwaliteit teveel van het goede ->  2 Valkuil Het negatief tegenovergestelde daarvan is: het positief tegenovergestelde 4 Allergie <- teveel van het goede 3 Uitdaging

21 VOORBEELDEN VAN KERNKWADRANTEN
Kwaliteit Valkuil Uitdaging Allergie Daadkracht Drammerigheid       Geduld  Passiviteit Behulpzaamheid Bemoeizucht Zelfstandigheid Afstandelijkheid Relativeringsvermogen     Lichtzinnigheid Serieus zijn Zwaarmoedigheid Spontaniteit Wispelturigheid Consequent zijn    Rechtlijnigheid Flexibiliteit Met alle winden meewaaien Standvastigheid Starheid Accuratesse Pietluttigheid Creativiteit Warrigheid Durf Overmoedigheid Voorzichtigheid Geremdheid

22 REFLECTIE IN DE SCHOOL Op welke manier wordt reflecteren in de school nu gestimuleerd en gefaciliteerd? Wat werkt goed? Wat zijn knelpunten? Welke oplossingen zie je? Delen van belangrijkste conclusies Van jel


Download ppt "Reflectievaardigheden en instrumenten"

Verwante presentaties


Ads door Google