Mijn baby heeft reflux... of toch niet ? Philippe Alliet Kindergastro-enteroloog Symposium 20 jaar kindergastroenterologie, 17/09/11.

Presentatie over: "Mijn baby heeft reflux... of toch niet ? Philippe Alliet Kindergastro-enteroloog Symposium 20 jaar kindergastroenterologie, 17/09/11."— Transcript van de presentatie:

1 Mijn baby heeft reflux... of toch niet ? Philippe Alliet Kindergastro-enteroloog Symposium 20 jaar kindergastroenterologie, 17/09/11

2 definities  Gastro-oesofagale reflux  Regurgitatie  Braken

3 definities  Gastro-oesofagale reflux  Passage van maaginhoud naar de slokdarm  Normaal  abnormaal  Regurgitatie  Braken

4 definities  Gastro-oesofagale reflux  Passage van maaginhoud naar de slokdarm  Normaal  abnormaal  Regurgitatie  Passage van maaginhoud tot in de oropharynx  Braken

5 definities  Gastro-oesofagale reflux  Passage van maaginhoud naar de slokdarm  Normaal  abnormaal  Regurgitatie  Passage van maaginhoud tot in de oropharynx  Braken  Krachtdadige expulsie van maaginhoud uit de mond

6 definities  Gastro-oesofagale reflux  Gastro-oesofagale reflux ziekte (GORD)

7 definities  Gastro-oesofagale reflux  Normaal fysiologisch proces  Verschillende malen per dag  Bij zuigelingen, kinderen en volwassenen  Gastro-oesofagale reflux ziekte (GORD)

8 definities  Gastro-oesofagale reflux  Normaal fysiologisch proces  Verschillende malen per dag  Bij zuigelingen, kinderen en volwassenen  Passage van maaginhoud tot in de oropharynx  Gastro-oesofagale reflux ziekte (GORD)  GOR leidt tot symptomen

9 definities GORD : symptomen  Symptomen te wijten aan braken /regurgiteren  Symptomen te wijten aan oesofagitis  Respiratoire symptomen  “Neurologische” symptomen

10 definities GORD : symptomen  Symptomen te wijten aan braken /regurgiteren  Onvoldoende gewichtstoename

11 definities GORD : symptomen  Symptomen te wijten aan oesofagitis  Prikkelbaar gedrag  Wenen tijdens de voeding - afslikbewegingen  Voedselweigering  Failure to thrive  Ferriprieve anemie  Bloedbraken of melaena  Slokdarmobstructie

12 definities GORD : symptomen  Respiratoire symptomen  Recurrente of chronische pneumonie  Chronische wheezing, bronchospasmen, stridor

13 definities GORD : symptomen  “Neurologische” symptomen  Sandifer syndroom  ALTE (“Apparent Life Threatening Event”)

14 fysiologie

15 pathofysiologie GORD

16 Transiënte relaxatie van LES

17 pathofysiologie GORD

18  Aard refluxaat  Frequentie reflux  Maagontlediging  Klaringsmechanisme slokdarm  Viscerale hypersensibiliteit  Luchtwegreactiviteit  ….

19 epidemiologie gastro-oesofagale reflux  < 3 maanden : 50 %  4 maanden: 67 %  10-12 maanden: 5 % Complicaties in 5 % van de gevallen

20 epidemiologie gastro-oesofagale reflux  Spontane resolutie

21 diagnostiek GOR  Klinische diagnose !

22 differentieel diagnostiek het is niet al GOR(D) wat braakt  Mechanische o  Uitgaande van de maagdarmtractus  Uitgaande van de genito-urinaire tractus  Uitgaande van oor/evenwichtsorganen  Als complicatie van geneesmiddelen  Metabole oorzaken  Centrale oorzaken

23 DYSPHAGIA HAEMATEMESIS MELENA RUMINATION NAUSEA/BELCHING ARCHING BRADYCARDIA HICCUPS SANDIFER’S SYNDROME ASPIRATION LARINGITIS/STRIDOR RESPIRATORY INFECTIONS HOARSENESS COLIC IRRITABILITY PARENTAL ANXIETY FEEDING REFUSAL FAILURE TO THRIVE VOMITING REGURGITATION SLEEP DISTURBANCES APNEA/ALTE/SIDS ANAEMIA WHEEZING DIARRHEA BLOODY STOOLS RHINITIS NASAL CONGESTION ANAPHYLAXIS CONSTIPATION ECZEMA/DERMATITIS ANGIOEDEMA LIP SWELLING URTICARIA/ITCHING GER(D)CMPA differentieel diagnostiek het is niet al GOR(D) wat weent

24 differentieel diagnostiek belangrijke vragen  Leeftijd van het kind ?  Sinds welke leeftijd is het teruggeven opgetreden ?  Tijdsrelatie tussen voeding en teruggeven ?  Hoe verloopt het teruggeven ? Met kracht ?  Uitzicht braaksel ? (gal ?!)  Gewichtsevolutie ?

25 differentieel diagnostiek belangrijke vragen  Algemene toestand kind (ziek ?)  Koorts ?  Diarree ?  Expositie anamnese: anderen buikgriep ?  Familiale anamnese: allergie ?  Persoonlijke anamnese: psychomotore ontwikkeling, eczeem ?

26 diagnostiek GORD  RX slokdarm-maag-duodenum-(transit)  pH metrie - impedantiemetrie  scintigrafie  oesofagogastroduodenoscopie

27 diagnostiek GORD RX SMD

28 diagnostiek GORD 24 u pH-metrie impedantiemetrie

29 diagnostiek GORD scintigrafie

30 diagnostiek GORD endoscopie

31 voedingsveranderingen op leeftijd 2 mdn Raes M, Hellinckx E, Van Braband A, Verstraeten K, Gillis Ph, Alliët Ph. Voedingspraktijken bij zuigelingen : zijn we aan verandering toe ? Tijdschr Geneesk 2001; 57:62-68. 1991-1993 1997

32 redenen om melkvoeding te veranderen BV (%) KV (%) P <BV (%) KV (%) P < Kolieken2.722.5.01214.1.01 Braken2.213.2.012.733.6.01 Constipatie0.513.2.010.03.7.01 Diarree0.05.5.010.01.80.1 Wenen7.57.3ns5.49.2.03 1991-1993 1997 Raes M, Hellinckx E, Van Braband A, Verstraeten K, Gillis Ph, Alliët Ph. Voedingspraktijken bij zuigelingen : zijn we aan verandering toe ? Tijdschr Geneesk 2001, 57:62-68.

33 redenen om melkvoeding te veranderen BV (%) KV (%) P <BV (%) KV (%) P < Kolieken2.722.5.01214.1.01 Braken2.213.2.012.733.6.01 Constipatie0.513.2.010.03.7.01 Diarree0.05.5.010.01.80.1 Wenen7.57.3ns5.49.2.03 1991-1993 1997 Raes M, Hellinckx E, Van Braband A, Verstraeten K, Gillis Ph, Alliët Ph. Voedingspraktijken bij zuigelingen : zijn we aan verandering toe ? Tijdschr Geneesk 2001, 57:62-68.

34 redenen om melkvoeding te veranderen BV (%) KV (%) P <BV (%) KV (%) P < Kolieken2.722.5.01214.1.01 Braken2.213.2.012.733.6.01 Constipatie0.513.2.010.03.7.01 Diarree0.05.5.010.01.80.1 Wenen7.57.3ns5.49.2.03 1991-1993 1997 Raes M, Hellinckx E, Van Braband A, Verstraeten K, Gillis Ph, Alliët Ph. Voedingspraktijken bij zuigelingen : zijn we aan verandering toe ? Tijdschr Geneesk 2001, 57:62-68.

35 redenen om melkvoeding te veranderen BV (%) KV (%) P <BV (%) KV (%) P < Kolieken2.722.5.01214.1.01 Braken2.213.2.012.733.6.01 Constipatie0.513.2.010.03.7.01 Diarree0.05.5.010.01.80.1 Wenen7.57.3ns5.49.2.03 1991-1993 1997 Raes M, Hellinckx E, Van Braband A, Verstraeten K, Gillis Ph, Alliët Ph. Voedingspraktijken bij zuigelingen : zijn we aan verandering toe ? Tijdschr Geneesk 2001, 57:62-68.

36 komen die klachten minder voor bij borstgevoede kinderen ? Initieel BVInitieel KV Hevig huilen2422 Kolieken1210 Teruggeven1323* Slaapstoornissen99 Constipatie818* Eetmoeilijkheden74 Slechte gewichtstoename 62* Diarree315* Eczema11 Forsyth et al, 1985

37 In tegenstelling tot bij borst- voeding, worden allerhande klachten bij de flesgevoede zuigeling in verband gebracht met de voeding. Positionering van flesvoedingen met specifieke indicatie (AR, anti-koliek, “betere verza- diging”, “betere stoelgang”,...) AR HA 2 3 1

38 Voldoende aandacht voor de klachten Geruststelling van de ouders “Spitting up is a laundry problem, not a medical problem” regurgitatie (GOR) behandeling

39  borstvoeding snellere maagontlediging dan kunstvoeding  recht houden van het kind tijdens en na de borstvoeding (zwaartekracht)  frequente, kleine voedingen J Am Col Nutr 1998;17:308-16; Eur J Pediatr 1997;156:343-57; Acta Paediatr 1998;87:462-8 regurgitatie (GOR) behandeling

40 regurgitatie (GOR) behandeling : indikkingsmiddelen ?

41 regurgitatie (GOR) nevenwerkingen : indikkingsmiddelen

42 reflux-parameters (pH-metrie, scintigrafie, echografie) 1/3 verbeteren 1/3 identiek 1/3 verslechteren AR-voedingen doen wat ze beweren te doen ze verminderen regurgitatie maar behandelen/voorkomen in geen geval GOR(D) regurgitatie (GOR) behandeling

43 VVK consensus over borstvoeding en kunstvoeding “Anti-regurgitatie” melk Aanbeveling : 28.Regurgitatie is vrijwel steeds fysiologisch, en behoeft dus geen medische behandeling. 29.Een geruststellend gesprek is fundamenteel. 30.Het voorschrijven van een “anti-regurgitatie” melk kan een geruststellend gesprek ondersteunen, maar kan dit niet vervangen. www.vvkindergeneeskunde.be

44 GORD behandeling Differentieel diagnostiek ! GORD is een medische aandoening en geen voedingsprobleem

45 GORD behandeling : sodium alginaat ?  vorming van gel in contact met maaginhoud  vermindering frequentie regurgitatie pH metrie studies Impedantiemetrie

46 GORD behandeling : prokinetica ? Domperidone, metoclopramide, cisapride, erythromycine …

47 GORD Behandeling : zuurremmers - Ranitidine - pasgeborenen : 5 mg/kg in 2 x - zuigelingen/kinderen : 6-10 mg/kg in 2 x - Omeprazole (esomeprazole) - zuigelingen : 2 mg/kg in 1 x of 2 x (*) - kinderen : 1-2 mg/kg in 1 x * Niet geregistreerd onder leeftijd 1 jaar

48 GORD behandeling Alliet P et al. J Pediatr 1998; 132: 352-354 Canani RB et al. Pediatr 2006; 117: e817-820

49 Take home messages  Gastro-oesofagale reflux, regurgitatie, braken

50 Take home messages  Gastro-oesofagale reflux, regurgitatie, braken  GOR, GORD

51 Take home messages  Gastro-oesofagale reflux, regurgitatie, braken  GOR, GORD  Het is niet al GOR wat braakt

52 Take home messages  Gastro-oesofagale reflux, regurgitatie, braken  GOR, GORD  Het is niet al GOR wat braakt  Het is niet al GORD wat weent

53 Take home messages  Gastro-oesofagale reflux, regurgitatie, braken  GOR, GORD  Het is niet al GOR wat braakt  Het is niet al GORD wat weent  Niet de incidentie maar de perceptie van GOR(D) bij kunstvoeding en borstvoeding is verschillend

54 Take home messages  GOR : geruststellend gesprek is de hoeksteen van de behandeling

55 Take home messages  GOR : geruststelling is de hoeksteen van de behandeling  GORD : medisch en geen voedingsprobleem

56 Take home messages  GOR : geruststelling is de hoeksteen van de behandeling  GORD : medisch en geen voedingsprobleem  GORD : cave ongebreideld en langdurig gebruik PPI