De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Social Profit Dialogen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Social Profit Dialogen"— Transcript van de presentatie:

1 Social Profit Dialogen
zaterdag 14 en 21 mei - Universiteit Antwerpen

2 Voorzitter adviesraad
Social Profit Dialogen zaterdag 14 en 21 mei Welkom Noël Devisch Voorzitter adviesraad Acerta Social Profit

3 Social Profit Dialogen zaterdag 14 en 21 mei
Programma Dag 1 Moderator van de dag: Noël Devisch Voorzitter a.i. adviesraad Acerta Social Profit 8.30 – 9.00 uur: Onthaal 9.00 – uur: Thema 1: Sociaal - Over de diversiteit en de maatschappelijke uitdagingen van de socialprofitsector Kristel De Roy, adviseur Verso vzw 10.00 – uur: Thema 2: Financieel en strategisch - Over rapportering, controle, visie en evaluatie Luc Vandewalle, ING-voorzitter en voorzitter van beschutte werkplaats WAAK 11.00 – uur: Pauze 11.30 – uur: Thema 3: Governance - Over deugdelijk bestuur en kwaliteitsmanagement Met Jan Verbanck, directeur van het gespecialiseerd opleidingscentrum CCV-VOCA 12.30 uur: Conclusies en nabespreking

4 Social Profit Dialogen zaterdag 14 en 21 mei
Thema 1: Sociaal Over de diversiteit en de maatschappelijke uitdagingen Kristel De Roy Adviseur Verso vzw

5 De Vlaamse social profit: cijfers en uitdagingen
Actief Besturen, Acerta 14 mei 2011 5

6 Overzicht Voorstelling Verso - Ontstaan en samenstelling
- Missie en kerntaken - Sociaal ondernemerschap Social profit in cijfers: - Afbakening sector - Aandeel Vlaams BBP en werkgelegenheid - Kenmerken werkgelegenheid in de social profit Uitdagingen: Krappe arbeidsmarkt en vergrijzing, innovatie,Europa 6

7 Overzicht Voorstelling Verso - Ontstaan en samenstelling
- Missie en kerntaken - Sociaal ondernemerschap Social profit in cijfers: Afbakening sector Aandeel Vlaams BBP en werkgelegenheid Kenmerken werkgelegenheid in de social profit Uitdagingen: Krappe arbeidsmarkt en vergrijzing, innovatie,diversiteit 7

8 Verso, Vereniging voor Social Profit Ondernemingen
Intersectorale werkgeversorganisatie voor de socialprofitsectoren in Vlaanderen, opgericht in 1997. Krachtenbundeling van 18 federaties uit diverse activiteitstakken: gezondheidszorg, welzijn, aangepaste tewerkstelling, socioculturele sector, onderwijs en sociale huisvesting. Verenigt zowel ondernemingen uit de private sector als de publieke sector. 8

9 9

10 Missie Sociaal overleg
Op sectoraal niveau zijn het onze ledenfederaties zelf die zetelen in de paritaire overlegorganen. Op intersectoraal niveau verdedigen wij het gezamenlijk standpunt van de aangesloten federaties tijdens de vijfjaarlijkse Vlaamse Intersectorale Akkoorden (VIA). Verso is erkend als interprofessionele gesprekspartner in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Samen met de andere sociale partners adviseren we het overheidsbeleid. Verso is ook actief in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC), waar het drieledig overleg tussen overheid, vakbonden en werkgevers plaatsvindt. 10

11 Missie Overlegplatform en onderzoek
Daarnaast biedt Verso een platform waar de verschillende deelsectoren een toekomstvisie, standpunten en strategie voor de socialprofitsector kunnen uitdenken.  Verso zet ook sterk in op onderzoek dat de economische en maatschappelijke betekenis van de socialprofitsector in beeld brengt. 11

12 Socialprofitondernemerschap: evenwicht tussen functies
Versterken van sociale cohesie en solidariteit (maatschappijgericht engagement) Verhoging van persoonlijke levenskwaliteit (mensgericht engagement) Betrokkenheid van alle stakeholders Innovatieve, efficiënte en professionele dienstverlening 12

13 Ruimte voor sociaal ondernemerschap
Socialprofitondernemingen hebben nood aan: Rechtszekerheid Bestuursvrijheid Administratieve matiging Sluitende financiering VIA-akkoord 2011: pleiten voor versterking management-ondersteuning. Toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van dienstverlening bewaken. 13

14 Overzicht Voorstelling Verso - Ontstaan en samenstelling
- Missie en kerntaken - Sociaal ondernemerschap Social profit in cijfers: Afbakening sector Aandeel Vlaams BBP en werkgelegenheid Kenmerken werkgelegenheid in de social profit Uitdagingen: Krappe arbeidsmarkt en vergrijzing, innovatie, Europa 14

15 Social profit afbakening: theorie bron: Marée en Mertens, 2002, Ulg, Centre d’Economie Sociale
Private sector Publieke sector Met winstoogmerk Zonder winstoogmerk Marktmiddelen (1) Klassieke ondernemingen (excl. gezondheidszorg) (4) Vennootschappen met Sociaal Oogmerk, erkende coöperatieven, vzw’s met marktmiddelen (7) Pro memorie: Overheidsbedrijven (‘Omob’,…) (10) Overheidsbedrijven (Belgacom, …) Gemengde middelen (2) Individuele ondernemingen in de gezondheidszorg (artsen,…) (5) Vzw’s met gemengde middelen (o.a. ziekenhuizen, sociale werkplaatsen,…) (8) Overheidsbedrijven (NMBS, …), openbare ziekenhuizen (11) - Niet-marktmiddelen (3) (6) Vzw’s met niet-marktmiddelen (o.a. Vrij onderwijs), mutualiteiten, stichtingen (9) Overheidsdiensten: onderwijs, cultuur, maatschappelijke dienstverlening,… (12) Geanimeerde slide; 3X drukken! Let op: theoretische afbakening; vak 6, 8 en 9 bevat ook ondernemingen die niet onder social profit resorteren omwille van inrichtende macht (bv. administratie) of de aard van de activiteit (bv. spoorwegen). Voor praktijk, zie volgende slides. Social profit 15

16 Social profit afbakening: praktijk
NACE-indeling: - Gezondheidszorg (86) - Maatschappelijke diensten (87, 88) - Cultuur, recreatie en sport (59, 60, 90, 91, 93) - Diverse verenigingen (94.99) - Volwassenenvorming (85.207, ) 16

17 Social profit afbakening: praktijk
Paritaire (sub)comités*: 304: vermakelijkheidsbedrijf 318.02: gezins- en bejaardenzorg 319.01: opvoedings- en huisvestingsinrichtingen 327.01: beschutte en sociale werkplaatsen 329.01: socioculturele sector 330: gezondheidsinrichtingen en -diensten (cf ) 331: vlaamse welzijns- en gezondheidssector (cf ) 337: non-profitsector (aanvullend comité) 152 en 225: gesubsidieerd vrij onderwijs *enkel voor de private sector Eventueel laten vallen (zie vorige slide) 17 17

18 Social profit afbakening: praktijk
Verso groepeert achttien federaties, die actief zijn in de volgende sectoren: gezondheidszorg: ziekenhuizen, thuisverpleging, geestelijke gezondheidszorg, revalidatiecentra, … - welzijnssector, gaande van algemeen welzijnswerk tot doelgroepspecifieke diensten zoals kinderopvang, jongerenbijstand, ouderenzorg, residentiële en ambulante zorg voor personen met een handicap, sociale huisvesting, … 18

19 Social profit afbakening: praktijk
socioculturele sector: organisaties die werken rond cultuur (musea, bibliotheken, culturele centra, …), jeugd, volwassenenwerk, sport, toerisme, media, milieu, minderheden, vorming en beroepsopleiding, samenlevingsopbouw, ontwikkelingssamenwerking, … aangepaste tewerkstelling: beschutte en sociale werkplaatsen onderwijs - ziekenfondsen 19

20 World Economic Forum Global Competitiveness Report
Sinds 2006 houdt deze ranking rekening met sociale diensten om de competitiviteit van landen te waarderen. (Bron: Vlerick Leuven Gent Management School) 20

21 Economisch belang van social profit
(6,45%) (9,01%) (5,34%) Bron: Belgostat: NACE België, miljard €, kettingeuro’s referentiejaar 2008 21

22 Social profit in Vlaamse begroting
Socialprofitaandeel in totale uitgaven = som van relevante begrotingsprogramma’s Bron: Vlaamse begrotingsgegevens, Bewerking: Verso 22

23 arbeidsplaatsen Regionale cijfers op te vragen bij Wouter. N.B.: in privaat worden ook commerciële ondernemingen meegeteld * Social profit (privaat + publiek) = gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening (incl. aangepaste tewerkstelling) en cultuur/recreatie/sport ** Quartaire sector (onderwijs + overheidsdiensten, exclusief social profit) Bron: RSZ (gedecentraliseerd), Vlaams Gewest, 31/12/2009. Bewerking: Verso. 23

24 In vestigingen N.B.: Een vestigingseenheid is te beschouwen als een welbepaalde locatie die geografisch kan worden geïdentificeerd met een adres en waar of van waaruit tenminste één activiteit (hoofd-, neven- of hulpactiviteit) wordt uitgeoefend door een onderneming of onderafdeling ervan (bureau, atelier, fabriek, magazijn, …). Eén onderneming kan dus meerdere vestigingen tellen. * Social profit (privaat + publiek) = gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening (incl. aangepaste tewerkstelling) en cultuur/recreatie/sport ** Quartaire sector (onderwijs + overheidsdiensten, exclusief social profit) Bron: RSZ (gedecentraliseerd), Vlaams Gewest, 31/12/2009. Bewerking: Verso. 24

25 Aandeel private en publieke social profit
(Bron: RSZ (gedecentraliseerd), arbeidsplaatsen, Vlaams Gewest, 31/12/ Bewerking: Verso) 25

26 Arbeidsplaatsen 1995-2005: procentueel
(Bron: RSZ, Vlaams Gewest, Bewerking Steunpunt WAV/WSE en Verso) 26

27 Arbeidsplaatsen 1995-2005: absoluut
N.B: evoluties zijn ten dele te wijten aan methodologische wijzigingen en administratieve verschuivingen (bv. meetellen onthaalouders in de kinderopvang binnen welzijnssector) (Bron: RSZ, Vlaams Gewest, Bewerking Steunpunt WAV/WSE en Verso) 27

28 Projecties Het Federaal Planbureau voorspelt op middellange termijn een sterke groei voor de socialprofitsector Gemiddelde jaarlijkse groei van 2,9% ten opzichte van 0,4% voor alle economische sectoren nieuwe jobs tegen eind 2015: in gezondheids- en welzijnssector in socioculturele sector en podiumkunsten Dit is 46% van de totale (bruto)jobcreatie in Vlaanderen 28

29 Wie werkt er in de social profit?
Werknemerskenmerken: Vooral vrouwelijke tewerkstelling Veel deeltijds werk Gemiddeld aandeel van oudere werknemers, hoewel vergrijzing van personeel sterk toeneemt Hoge scholingsgraad Naast de specifieke ‘social profit’ beroepsgroepen, zijn ook de algemene beroepen vertegenwoordigd Ook nog: Bijzondere statuten (gesco, Sociale Maribel, WEP+, ...) Vrijwilligerswerk en zelfstandigen 29

30 Werknemers volgens geslacht
(Bron: RSZ (gedecentraliseerd), arbeidsplaatsen, Vlaams Gewest, 31/12/ Bewerking: Verso) 30

31 Aandeel mannen en vrouwen in deeltijdse arbeid
(Bron: Vlaamse Arbeidsrekening 2009, Steunpunt WSE, Bewerking Verso) 31

32 Leeftijdsstructuur (Bron: Vlaamse arbeidsrekening, 2009, Vlaams Gewest - Steunpunt WSE en Bewerking door Verso) 32

33 Evolutie van leeftijdsstructuur in gezondheids- en welzijnssector
(Bron: RSZ, Bewerking: L. Sels e.a., K.U.Leuven) 33 33

34 ‘Vergrijzing’ van socialprofitwerknemers
(Bron: Vlaamse Arbeidsrekening, 2009, Steunpunt WSE) 34 34

35 Sectoraal scholingsniveau: algemeen
N.B.: hier verandert de bron (via enquête) (Bron: NIS-EAK, Bewerking: Verso) 35

36 Mix van specifieke en generieke beroepen
‘Social profit’ beroepen Generieke beroepen Verzorgende/zorgkundige managementfuncties verpleegkundige informaticus arts boekhouder poetshulp administratief bediende opvoeder logistiek medewerker maatschappelijk werker ingenieur begeleider kinderopvang technisch medewerker monitor beschutte en sociale werkplaats cultuurfunctionaris podiumtechnicus sportfunctionaris vormingswerker animator ... 36

37 Overzicht Voorstelling Verso - Ontstaan en samenstelling
- Missie en kerntaken - Sociaal ondernemerschap Social profit in cijfers: - Afbakening sector - Aandeel Vlaams BBP en werkgelegenheid - Kenmerken werkgelegenheid in de social profit Uitdagingen: Arbeidsmarkt en vergrijzing, innovatie, Europa 37

38 Uitdagingen I Krappe arbeidsmarkt: WAR FOR TALENT
Meersporenstrategie nodig! 1. Imago van de sector Werken in de social profit aantrekkelijker maken door aandacht voor verloning, omkadering en werkbaarheid Positieve studie- en beroepskeuze van leerlingen en werkzoekenden (rol onderwijs, VDAB,…)  Alle pluspunten van werken in de social profit in de verf zetten 38

39 Pluspunten van een job in de social profit
grote variëteit aan beroepen voor quasi alle profielen stimulerend werk- en leerklimaat met ruimte voor creativiteit en innovatie geëngageerde collega’s tewerkstelling in eigen streek en een hoge werkzekerheid een degelijk vast loon en flexibiliteit (deeltijds werk, loopbaanondersteuning …) opleidingsmogelijkheden op alle onderwijsniveaus mogelijkheden voor werkzoekenden via VDAB: oriëntering, trajecten en opleidingen openheid naar kansengroepen 39

40 Uitdagingen I 2. Competentie- en loopbaanbeleid
Kijken naar competenties i.p.v. diploma’s Belang van valoriseren van Elders Verworven Competenties Doorgroei van werknemers: “trek in de schouw” Belang van sterk VTO-beleid en POP’s 40

41 Uitdagingen I 3. Diversiteit op de werkvloer: Elk talent op de arbeidsmarkt aanboren! Instrumenten: - Jobkanaal als wervingskanaal: 50+, allochtonen, PH - Code leeftijdsbewust aanwervingsbeleid - Tewerkstellingsmaatregelen, jobcoaching, NODW - … Opm: Hoe mannen aantrekken in de sector? 41

42 Uitdagingen I TOTAAL AANTAL WERKZOEKENDEN VLAANDEREN: 208.242
Aandeel kansengroepen NWWZ Vlaanderen – gemiddelde in 2010 42

43 Jobkanaal = GRATIS kruispunt van een netwerk
Uitdagingen I Jobkanaal = GRATIS kruispunt van een netwerk WERKGEVERS ARBEIDSBEMIDDELAARS VDAB SLN, GTB, VVSG, outplacement, zelforganisaties, ... Actief bereik WERKZOEKENDEN: doelgroepen

44 Uitdagingen I 4. Verhogen van de werkbaarheid van de jobs
Instrumenten: - technologische innovaties - innovatieve arbeidsorganisatie (bvb zelfsturende teams,…) - peterschaps/coachformules - werkdrukvermindering 44

45 Uitdagingen II De innovatie in de socialprofitsectoren verder aanzwengelen: - Brede betekenis van innovatie: vraaggerichte vernieuwing van dienstenaanbod, technologische verbeteringen, arbeidsorganisatorische aanpassingen, nieuwe processen of structuren, … 45

46 Uitdagingen II Instrumenten voor innovatie:
- Innovatiegids en website Verso - Flanders Care: demoprojecten, label,… - Flanders Synergy: praktijklabo’s sociale innovatie - Zorginnovatie: innovatiemeter en praktijkboek 46

47 Uitdagingen III Europa en de social profit
- Impact Europese regelgeving op social profit: bv. dienstenrichtlijn, staatssteun en mededingingsbeleid, overheidsopdrachten, arbeidswetgeving. - Investeren in kennisopbouw en standpuntbepaling. In samenwerking met Kleis en Vleva (themaplatform Welzijn, Gezondheid, Socio- cultureel en Sociale economie) Najaar: Unisoc opleiding Overheidsopdrachten 47

48 ING-voorzitter voorzitter van beschutte werkplaats WAAK
Social Profit Dialogen zaterdag 14 en 21 mei Thema 2: Financieel en strategisch Over rapportering, controle, visie en evaluatie Luc Vandewalle ING-voorzitter voorzitter van beschutte werkplaats WAAK

49 Social Profit Dialogen zaterdag 14 en 21 mei
Pauze

50 Social Profit Dialogen zaterdag 14 en 21 mei
Thema 3: Governance Over deugdelijk bestuur en kwaliteitsmanagement Jan Verbanck Directeur van het gespecialiseerd opleidingscentrum CCV-VOCA

51 OVER DEUGDELIJK BESTUUR EN KWALITEITSMANAGEMENT De Social Profit Dialogen over Actief Besturen (Acerta Actief Besturen) 14 mei Jan Verbanck algemeen coördinator CCV-VOCA

52 OVERZICHT Principes en focus kwaliteitszorg
Optimale verbinding organisatie - raad van bestuur Een goede raad van bestuur? Verschillende profielen Afgesproken en opgevolgd bestuurdersmandaat Systematische optimalisering raad van bestuur Spanningsvelden raad van bestuur Vragen? – PNC 16

53 Responsabiliseren Systematiseren Klantgerichtheid gebruiker missie
PRINCIPES KWALITEITSZORG Responsabiliseren Systematiseren Klantgerichtheid FOCUS KWALITEITSZORG gebruiker missie organisatie medewerker – PNC 17

54 OPTIMALE VERBINDING ORGANISATIE - RAAD VAN BESTUUR
Dezelfde missie, visie en waarden Goede tandem voorzitter - directie Werkbare en afgebakende verantwoordelijkheden Systematische en open communicatie Bewust omgaan met spanningsvelden – PNC 15

55 EEN GOEDE RAAD VAN BESTUUR?
CRITERIA Doordachte werking Betrokkenen tevreden Bespreekbare werking ! Geen ideale raad van bestuur ! Wel verschillende profielen K / PH 626

56 BELEIDSVOERENDE RAAD VAN BESTUUR
Stelt lange termijnbeleid vast Dagelijks verantwoordelijke Beleidsvoorbereiding Operationalisatie van lange termijnbeleid in concrete acties + : gedragenheid van beleid - : uitgebreid informeren van Raad van Bestuur Voorwaarden Goed samenspel Raad van Bestuur - dagelijks verantwoordelijke Intensieve werking Raad van Bestuur K / PH 547

57 UITVOERENDE RAAD VAN BESTUUR
Volgt dagelijks beleid Neemt dagelijks beslissingen Dagelijks verantwoordelijke Voert beslissingen uit en Volgt ze op + : hoge betrokkenheid van bestuur - : demotivatie en onderbenutting dagelijks verantwoordelijke Voorwaarden Voldoende tijd voor voorzitter of afgevaardigd bestuurder K / PH 548

58 TOEZICHTHOUDENDE RAAD VAN BESTUUR
Waakzame maar afstandelijke controle Bekrachtiging van genomen beslissingen Dagelijks verantwoordelijke Beleidsvoering Legt belangrijke beslissingen voor aan Raad van Bestuur Legt verantwoording af + : - autonomie voor dagelijks verantwoordelijke en staf - : - ‘organisatie - vreemde’ Raad van Bestuur - selectieve informatiedoorstroming Voorwaarden Competente en integere dagelijks verantwoordelijke K / PC 492

59 AFGESPROKEN EN OPGEVOLGD BESTUURDERSMANDAAT
Gebaseerd op competenties, engagement en betrokkenheid Open voor diversiteit in functie van opdracht Motiverend en responsabiliserend Collegiaal en complementair Interne gedragscode Bekwame voorzitter – PNC 18

60 SYSTEMATISCHE OPTIMALISERING RAAD VAN BESTUUR
Ontwikkeling eigen code deugdelijk bestuur Effectief en efficiënt overleg Zelfevaluatie: responsabilisering Aftoetsen verwachtingen betrokkenen Alert voor relevante signalen – PNC 19

61 SPANNINGSVELDEN RAAD VAN BESTUUR
Afstand en nabijheid Organisatie- en persoonlijke doelen Interne en externe relaties Continuïteit en vernieuwing Contact en confrontatie Vertrouwen en kritische reflectie Financies en inhoudelijk beleid K / PH 627

62 Vragen? Voor verdere info, begeleiding of vragenlijst: – PNC 20

63 Conclusies en nabespreking
Social Profit Dialogen zaterdag 14 en 21 mei Conclusies en nabespreking


Download ppt "Social Profit Dialogen"

Verwante presentaties


Ads door Google