Voordracht van mr. E. Loesberg WERKNEMERS IN HET VOORONTWERP INSOLVENTIEWET.

Presentatie over: "Voordracht van mr. E. Loesberg WERKNEMERS IN HET VOORONTWERP INSOLVENTIEWET."— Transcript van de presentatie:

1 Voordracht van mr. E. Loesberg WERKNEMERS IN HET VOORONTWERP INSOLVENTIEWET

2 2 OPZET 1)HUIDIGE SYSTEMATIEK 2)ART. 3.4.3 EN 3.4.4 3)KNELPUNTEN

3 3 HUIDIGE SYSTEMATIEK 1)LOON NA DATUM FAILLISSEMENT EX ART. 40 LID 2 Fw BOEDELSCHULD 2)CURATOR KAN IN IEDER GEVAL OP EEN TERMIJN VAN ZES WEKEN OPZEGGEN 3)OPZEGGING DOOR CURATOR IN BEGINSEL NIET KENNELIJK ONREDELIJK (HOGE RAAD 12 JANUARI 1990, NJ 1990, 662)

4 4 HUIDIGE SYSTEMATIEK 4) CURATOR HEEFT GEEN ONTSLAGVERGUNNING NODIG (ART. 6 LID 2 ONDER C BBA) 5)OVERGANG ONDERNEMING GELDT NIET (ART. 7:666 BW) 6)ART. 7:668a BW VAN TOEPASSING (HOGE RAAD 14 JULI 2006, NJ 2007 101)

5 5 HUIDIGE SYSTEMATIEK 7) CONCURRENTIEBEDING VERVALT NIET 8)AFFINANCIERING PENSIOEN BOEDELSCHULD ( HOGE RAAD 12 NOVEMBER 1993, NJ 1994, 229)

6 6 HUIDIGE SYSTEMATIEK (-)DISCONTINUÏTEIT (-)ONTSLAGVERGOEDING BIJ BEËINDIGING VOOR FAILLIETVERKLARING (-)GEEN ONTSLAGVERGOEDING BIJ BEËINDIGING NA FAILLIETVERKLARING

7 7 HUIDIGE SYSTEMATIEK (-)TECHNISCH FAILLISSEMENT (TF’JE) (-)WERKGEVER DOET AANGIFTE VAN FAILLISSEMENT OM WERKNEMERS GOEDKOOP TE LOZEN (-)KOOPT ONDERNEMING VAN CURATOR

8 8 HUIDIGE SYSTEMATIEK (-)LOON NA FAILLIETVERKLARING BOEDELSCHULD ZONDER DAT WERKNEMER WERKT (-)CREËERT NEGATIEVE BOEDELS

9 9 ART. 3.4.3 (-)ONTSLAGREGELS IN INSOLVENTIE DIENEN ZOVEEL MOGELIJK GELIJK TE ZIJN AAN DIE BUITEN INSOLVENTIE (-)DAARDOOR WORDT STRATEGISCH GEDRAG DAT AANSTUURT OP EEN INSOLVENTIE OM ONTSLAG TE VERGEMAKKELIJKEN, TEGENGEGAAN

10 10 ART. 3.4.3 (-)VOOR ZOVER STARRE ONTSLAGREGELING BELEMMEREND WERKT VOOR DE ECONOMIE, MOET DAT WORDEN OPGELOST IN HET ARBEIDSRECHT EN NIET IN HET INSOLVENTIERECHT

11 11 ART. 3.4.3 1)LOON NA INSOLVENTVERKLARING NIET PER DEFINITIE BOEDELSCHULD (ART. 5.1.1 LID 2 ONDER F) 2)REGULIERE OPZEGTERMIJN 3)OPZEGGING NIET KENNELIJK ONREDELIJK OMDAT DE OPZEGGING VERBAND HOUDT MET DE INSOLVENTVERKLARING

12 12 ART. 3.4.3 4)GEEN ONTSLAGVERGUNNING? 5)GEEN OVERGANG ONDERNEMING? 6)ART. 7:668a BW VAN TOEPASSING

13 13 ART. 3.4.3 EN 3.4.4 7) WERKNEMER IS NIET GEBONDEN DOOR HET CONCURRENTIEBEDING TENZIJ 8)AFFINANCIERING PENSIOEN GEEN BOEDELSCHULD

14 14 ART. 3.4.3 EN 3.4.4 (-)GEEN DISCONTINUÏTEIT? (-)GEEN TF’JE? (-)LOON NA ISOLVENTVERKLARING NIET PER DEFINITIE BOEDELSCHULD

15 15 KNELPUNTEN 1)WANNEER HOUDT DE OPZEGGING VERBAND MET DE INSOLVENTVERKLARING?

16 16 KNELPUNTEN 2) WERKNEMER IS IN BEGINSEL NIET GEBONDEN AAN HET CONCURRENTIEBEDING (-)WANNEER EN OP WELKE WIJZE IS DE UITZONDERING AAN DE ORDE?

17 17 KNELPUNTEN 3) OVERGANG ONDERNEMING TIJDENS INSOLVENTIE (-)OVERGANG ONDERNEMING NIET DWINGEND VAN TOEPASSING TIJDENS REGELING GERICHT OP LIQUIDATIE (EG HOF 7 FEBRUARI 1985, NJ 1985, 900)

18 18 KNELPUNTEN (-)INSOLVENTIEWET NIET (PER DEFINITIE) GERICHT OP LIQUIDATIE (-)OVERGANG ONDERNEMING DWINGEND VAN TOEPASSING?

19 19 KNELPUNTEN 4)OPZEGGING DOOR CURATOR (ZONDER VERGOEDING) 5) ART. 7:668a BW