Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdEdith Kok Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Zondag 14 september 2014 middagdienst
2
Welkom in deze dienst. Voorganger: ds. J. Vogel (Eindhoven)
Ouderling: Wilhelm van Eeken Begeleiding: Nanne Kamerbeek
3
Gezang 75: 1, 2 en 11 Psalm 107: 1 en 3 Psalm 68: 3 en 7 Gezang 73 Gezang 392: 1, 2 en 3 Gezang 392: 4 en 5 Lukas 24: 33 – 49 Efeziërs 4: 1 – 16
4
Welkom en mededelingen
5
1 U kennen, uit en tot U leven, Verborgene die bij ons zijt,
Gezang 75: 1, 2 en 11 1 U kennen, uit en tot U leven, Verborgene die bij ons zijt, zolang ons 't aanzijn is gegeven, de aarde en de aardse tijd, o Christus, die voor ons begin en einde zijt, der wereld zin!
6
2 Gij zijt het brood van God gegeven, de spijze van de eeuwigheid;
Gezang 75: 1, 2 en 11 2 Gij zijt het brood van God gegeven, de spijze van de eeuwigheid; Gij zijt genoeg om van te leven voor iedereen en voor altijd. Gij voedt ons nog, o hemels brood, met leven midden in de dood.
7
11 Gij zijt de wijnstok van het leven, in duizend ranken uitgebreid,
Gezang 75: 1, 2 en 11 11 Gij zijt de wijnstok van het leven, in duizend ranken uitgebreid, het leven, ons in U gegeven, draagt goede vruchten op zijn tijd. Laat ons uw ranken zijn voorgoed, doorstroom ons met uw hartenbloed.
8
Stil gebed Votum en groet Stil gebed Votum en groet
9
1 Gods goedheid houdt ons staande zolang de wereld staat!
Psalm 107: 1 en 3 1 Gods goedheid houdt ons staande zolang de wereld staat! Houdt dan de lofzang gaande voor God die leven laat. Al wie, door Hem bevrijd uit ongastvrije streken, naar huis werd heengeleid, zal van zijn liefde spreken.
10
3 Zij moeten God aanbidden, rondom zijn altaar staan,
Psalm 107: 1 en 3 3 Zij moeten God aanbidden, rondom zijn altaar staan, omdat Hij in hun midden zijn wonder heeft gedaan: maaltijd en lafenis meer dan zij durfden dromen; de last van hun gemis heeft Hij hun afgenomen.
11
Gebed Gebed
12
We lezen nu uit de Nieuwe Bijbelvertaling:
Lukas 24: 33 – 49 Efeziërs 4: 1 – 16
13
Lukas 24: 33 – 49 33 Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, 34 die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’ 35 De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.
14
Lukas 24: 33 – 49 36 Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’ 37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien. 38 Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’
15
Lukas 24: 33 – 49 40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten. 41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ 42 Ze gaven hem een stuk geroosterde vis. 43 Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. 44 Hij zei tegen hen: ‘Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan.’
16
Lukas 24: 33 – 49 45 Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 46 Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, 47-48 en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem.
17
Lukas 24: 33 – 49 49 Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.’
18
Christus als fundament
Efeziërs 4: 1 – 16 Christus als fundament 4 1 Ik, die gevangenzit omwille van de Heer, vraag u dan ook dringend de weg te gaan die past bij de roeping die u hebt ontvangen: 2 wees steeds bescheiden, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde. 3 Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft: 4 één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping,
19
Efeziërs 4: 1 – 16 5 één Heer, één geloof, één doop, 6 één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is. 7 Aan ieder van ons is genade geschonken naar de maat waarmee Christus geeft. 8 Daarom staat er: ‘Toen hij opsteeg naar omhoog, voerde hij gevangenen mee en schonk hij gaven aan de mensen.’ 9 ‘Hij steeg op’ – wat betekent dat anders dan dat hij ook is afgedaald naar wat lager ligt, naar de aarde?
20
Efeziërs 4: 1 – 16 10 Hij die is afgedaald is dezelfde als hij die opsteeg, tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen. 11 En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, 12 om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, 13 totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen,
21
Efeziërs 4: 1 – 16 de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus. 14 Dan zijn we geen onmondige kinderen meer die stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien, met wat er maar verkondigd wordt door mensen die tot alles in staat zijn wanneer ze anderen listig en doortrapt op een dwaalspoor willen brengen.
22
Efeziërs 4: 1 – 16 15 Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar hem die het hoofd is: Christus. 16 Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.
23
3 O God, de wondren die Gij deedt,
Psalm 68: 3 en 7 3 O God, de wondren die Gij deedt, toen Gij daar voor ons henen schreedt! De aarde werd bewogen. Dit is de berg van uw verbond! Uw stromen drenken hier de grond, hier daalt Gij uit den hoge. …
24
Een regen van vrijgevigheid hebt Gij uw erfdeel toebereid,
Psalm 68: 3 en 7 Een regen van vrijgevigheid hebt Gij uw erfdeel toebereid, uw erfdeel dat versmachtte. Uw schare heeft zich daar gezet; dit is uw woord, dit is uw wet: Gij geeft ons nieuwe krachten.
25
7 God zij geprezen met ontzag. Hij draagt ons leven dag aan dag,
Psalm 68: 3 en 7 7 God zij geprezen met ontzag. Hij draagt ons leven dag aan dag, zijn naam is onze vrede. Hij is het die ons heeft gered, die ons in ruimte heeft gezet en leidt met vaste schreden. …
26
Hij die het licht roept in de nacht,
Psalm 68: 3 en 7 Hij die het licht roept in de nacht, Hij heeft ons heil teweeggebracht, dat wordt ons niet ontnomen. Hij droeg ons door de diepte heen, de HERE Here doet alleen ons aan de dood ontkomen.
27
Preek Preek
28
Gezang 73: 1, 2, 3 en 4
29
2 Zo valt een lange weg ons licht, de schrift opent een vergezicht
Gezang 73: 1, 2, 3 en 4 2 Zo valt een lange weg ons licht, de schrift opent een vergezicht en brengt verdwaalden dicht bij huis, verloren zonen komen thuis.
30
3 De avond daalt, blijf bij ons Heer! Hij zet zich aan de tafel neer
Gezang 73: 1, 2, 3 en 4 3 De avond daalt, blijf bij ons Heer! Hij zet zich aan de tafel neer en breekt het brood en schenkt de wijn, die gast, het moet de gastheer zijn!
31
4 Wij keren naar Jeruzalem, ons brandend hart verneemt zijn stem,
Gezang 73: 1, 2, 3 en 4 4 Wij keren naar Jeruzalem, ons brandend hart verneemt zijn stem, Hij deelt met ons het daag'lijks brood, de Heer is onze reisgenoot.
32
Gebeden Gebeden
33
Er zal nu worden gecollecteerd. De collecten zijn bestemd voor:
1. diaconie 2. kerk
34
1 Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt.
Gezang 392: 1, 2 en 3 1 Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt. De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt. Andere helpers, Heer, ontvallen mij. Der hulpelozen hulp, wees mij nabij.
35
2 Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt.
Gezang 392: 1, 2 en 3 2 Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt. Alles verdoft wat glans bezat en gloed. Alles vervalt in 't wisselend getij, maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij.
36
3 U heb ik nodig, uw genade is mijn enig licht in nacht en duisternis.
Gezang 392: 1, 2 en 3 3 U heb ik nodig, uw genade is mijn enig licht in nacht en duisternis. Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Gij? In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij.
37
zijn eniggeboren zoon, onze Heer,
Geloofsbelijdenis Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren zoon, onze Heer, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, …
38
is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel,
Geloofsbelijdenis is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel, op de derde dag opgestaan uit de doden, opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden. …
39
Ik geloof in de Heilige Geest; ik geloof een heilige, katholieke,
Geloofsbelijdenis Ik geloof in de Heilige Geest; ik geloof een heilige, katholieke, christelijke kerk, de gemeenschap van de heiligen; vergeving van de zonden, de opstanding van het lichaam en een eeuwig leven. Amen.
40
4 Ik vrees geen kwaad, want bij mij is de Heer.
Gezang 392: 4 en 5 4 Ik vrees geen kwaad, want bij mij is de Heer. Tranen en leed zijn nu niet bitter meer. Waar is uw prikkel, dood, wat dreigt ge mij? Ik triomfeer, mij is de Heer nabij.
41
5 Houd, Heer, uw kruis hoog voor mijn brekend oog,
Gezang 392: 4 en 5 5 Houd, Heer, uw kruis hoog voor mijn brekend oog, licht in het duister, wijs de weg omhoog. Uw dag breekt aan, de schaduw gaat voorbij. In dood en leven, Heer, wees Gij nabij.
42
Zegen, door de gemeente te beantwoorden met:
43
Wel thuis en een goede week gewenst.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.