De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Lied “Bij zondag 42 : stelen” Lied “Het lied van de ander”

Verwante presentaties


Presentatie over: "Lied “Bij zondag 42 : stelen” Lied “Het lied van de ander”"— Transcript van de presentatie:

1 Lied “Bij zondag 42 : stelen” Lied “Het lied van de ander”
Zondag 24 maart 2013 Psalm 133 Psalm 112 : 1, 2, 3 Lied “Bij zondag 42 : stelen” Lied “Het lied van de ander” Gezang 288 : 1, 3 Gezang 288 : 7, 8 Romeinen 12 (NBV)

2 Spreuk van de week “Wie kwaad smeden, zijn een en al bedrog, vreugde wacht wie vrede zoeken.” Spreuken 12 : 20

3 De collecten zijn vandaag voor: Theologische Universiteit Apeldoorn
Kerk

4 Welkom in deze middagdienst
Voorganger: Ds. H. de Bruijne

5 Welkom en mededelingen

6 Psalm 133 : 1, 2, 3 Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is 't dat zonen van 't zelfde huis als broeders samenwonen. Eén liefdeband houdt hen tezaam. De zegen van Gods hoog verheven naam daalt op hen neer vol zoete tederheid, als olie die den priester wijdt.

7 Psalm 133 : 1, 2, 3 Als olie die Aärons baard en kleren met geur doordringt, zo is de gunst des Heren voor wie eendrachtig samen zijn. Als dauw is het, die ligt zo mild en rein op Hermons top en daalt op Sion neer. 't Wordt al een tuin voor God den Heer.

8 Psalm 133 : 1, 2, 3 Jeruzalem! Hier geeft de HEER zijn zegen, hier woont Hij zelf, hier wordt zijn heil verkregen en leven tot in eeuwigheid.

9 Stil gebed, votum, groet

10 Psalm 112 : 1, 2, 3 God zij geloofd en hoog geprezen. Welzalig die de HERE vrezen. Wie in zijn hart Gods wet bewaarde, zijn nageslacht is groot op aarde. Wie vrolijk voortgaat op Gods wegen, beërft een overvloed van zegen.

11 Psalm 112 : 1, 2, 3 Zijn goede naam wordt nooit te schande, zijn recht is veilig in Gods handen. Zelfs in de nacht ziet hij het dagen, een glans van liefd' en welbehagen. Gods waarheid zal voor al de zijnen als zonlicht in het duister schijnen.

12 Psalm 112 : 1, 2, 3 Wel hem, die geeft te allen tijde, die zich door liefd' en recht laat leiden. Hij is standvastig, wankelt nimmer, zijn goede trouw bestaat voor immer. Voor kwaad gerucht zal hij niet vrezen, de HEER zal steeds zijn schuilplaats wezen.

13 Gebed

14 We lezen uit de Nieuwe Bijbelvertaling: Romeinen 12

15 Romeinen 12 1 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. 2 U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is.

16 3 Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden, maar verstandig over uzelf moet denken. Denk overeenkomstig het geloof, dat is de maatstaf die God u heeft gegeven. 4 Zoals ons ene lichaam vele delen heeft en die delen niet allemaal dezelfde functie hebben,

17 5 zo zijn we samen één lichaam in Christus en zijn we, ieder apart, elkaars lichaamsdelen. 6 We hebben verschillende gaven, onderscheiden naar de genade die ons geschonken is. Wie de gave heeft te profeteren, moet die in overeenstemming met het geloof gebruiken. 7 Wie de gave heeft bijstand te verlenen, moet bijstand verlenen. Wie de gave heeft te onderwijzen, moet onderwijzen.

18 8 Wie de gave heeft te troosten, moet troosten
8 Wie de gave heeft te troosten, moet troosten. Wie iets weggeeft, moet dat zonder bijbedoeling doen. Wie leiding geeft, moet dat doen met volle inzet. Wie barmhartig voor een ander is, moet daarin blijmoedig zijn. 9 Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan.

19 10 Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. 11 Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. 12 Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. 13 Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij.

20 14 Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet
14 Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. 15 Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. 16 Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. 17 Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. 18 Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.

21 19 Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik zal vergelden.’ 20 Maar ‘als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd’. 21 Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.

22 Lied: “Bij zondag 42, stelen” 1, 2, 3, 4
“Het stelen, roven, dat is slecht”, wordt ook in ’s mensen wet gezegd. Maar God wil dat wij naar hem horen. Hij vindt echt alles dieverij, al wat ik neem en noem van mij, wat aan mijn naaste toe blijft horen.

23 Lied: “Bij zondag 42, stelen” 1, 2, 3, 4
’t Is niet alleen het bruut geweld, zoals bij roven wordt gemeld. Maar ook als het schijnt recht te wezen, als men gebruikt een valse maat, of woekergeld betalen laat: hiervoor zal men Gods oordeel vrezen.

24 Lied: “Bij zondag 42, stelen” 1, 2, 3, 4
Maar meer nog leert ons dit gebod: bezit is een geschenk van God. Dat wij daardoor niet zijn als slaven. Laat gierigheid ver van ons staan, dat wij ook niet verkwisten gaan, geen misbruik maken van Gods gaven.

25 Lied: “Bij zondag 42, stelen” 1, 2, 3, 4
God wil dat ik het nut bedenk en aan mijn naaste voordeel schenk waar ’t kan en mag en is te wensen. Zo zal het wederzijds ook gaan. het werk wordt trouw door mij gedaan; van ’t loon deel ik met arme mensen.

26 Verkondiging

27 Lied: “Het lied van de ander” 1, 2, 3, 4
Wie nooit zijn weg wil buigen naar de ander, eenzelvig opgaat in zijn eigen wandel, hij sterft van kou, zijn wegen lopen dood, hij is in nood.

28 Lied: “Het lied van de ander” 1, 2, 3, 4
Waar mensen offervaardig willen leven, afgaan op leed, hun eigen weg vergetend, daar kondigt zich de nieuwe schepping aan, geluk breekt baan.

29 Lied: “Het lied van de ander” 1, 2, 3, 4
O Jezus, Gij wilt ons in U verplaatsen, uw weg buigt van de hemel naar de aarde, Gij komt ons tegen, hoe ons leven loopt, o reisgenoot.

30 Lied: “Het lied van de ander” 1, 2, 3, 4
Wij volgen U, wij groeien naar de ander, maak ons barmhartig, maak ons hartverwarmend, leer allerwege ons een naaste zijn, wees ons nabij.

31 Gebeden

32 De collecten zijn vandaag voor: Theologische Universiteit Apeldoorn
Kerk

33 Gezang 288 : 1, 3 Eens komt de grote zomer waarin zich 't hart verblijdt. God zal op aarde komen met groene eeuwigheid. De hemel en de aarde wordt stralende en puur. God zal zich openbaren in heel zijn kreatuur.

34 Gezang 288 : 1, 3 Dan zien wij met verblijden Hem die ons hart beleed, de Heer die door zijn lijden de hemel opendeed en alle patriarchen met de profeten saam, apostlen, martelaren, verlosten in zijn naam.

35 Geloofsbelijdenis Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren zoon, onze Heer, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus,

36 is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel, op de derde dag opgestaan uit de doden, opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden.

37 Ik geloof in de Heilige Geest; ik geloof een heilige, katholieke, christelijke kerk, de gemeenschap van de heiligen; vergeving van de zonden, de opstanding van het lichaam en een eeuwig leven. Amen.

38 Gezang 288 : 7, 8 Dan zijn wij aangezeten in Gods verheven zaal, en zullen met Hem eten het eeuwig avondmaal. Dan schenkt de boom des levens ons vrucht in overvloed, en van de stroom des levens drinken wij daar met God.

39 Gezang 288 : 7, 8 Dan zal het loflied schallen rondom de gouden troon, dan hefen wij daar allen met grote vreugde aan: lof zij en eer en sterkte de Vader en de Zoon, de Geest om al zijn werken zij lof van nu voortaan.

40 Zegen Te beantwoorden met:


Download ppt "Lied “Bij zondag 42 : stelen” Lied “Het lied van de ander”"

Verwante presentaties


Ads door Google