Welkom In deze dienst worden de liederen op de beamer geprojecteerd,

Presentatie over: "Welkom In deze dienst worden de liederen op de beamer geprojecteerd,"— Transcript van de presentatie:

1 Welkom In deze dienst worden de liederen op de beamer geprojecteerd,
de psalmen worden gezongen uit het psalmboek Herbevestiging van br Hans Both voor ouderling-kerkrentmeester

2 Zingt een nieuw lied voor God de Heere en weest van harte zeer verblijd. God wil alhier met ons verkeren, hier wordt een huis voor Hem bereid.

3 Hij heeft de hand en het verstand gezegend voor het werk, de bouw van Christus' kerk.

4 God wil aan ons telkens weer tonen dat Hij genadig is en trouw
God wil aan ons telkens weer tonen dat Hij genadig is en trouw. Dat Hij met ons samen wil wonen, geeft ons de moed voor dit gebouw.

5 Maar niet met steen en hout alleen is 't grote werk gedaan
Maar niet met steen en hout alleen is 't grote werk gedaan. 't Zal om onszelve gaan.

6 De Heil'ge Geest geeft taal en teken. Christus deelt al zijn gaven uit
De Heil'ge Geest geeft taal en teken. Christus deelt al zijn gaven uit. De Vader zelf wil tot ons spreken en elk verstaat wat het beduidt.

7 Wees ons nabij en maak ons vrij in dit uw heiligdom
Wees ons nabij en maak ons vrij in dit uw heiligdom. Kom, Heere Jezus, kom!

8

9 Alles wat adem heeft love de Heere, zinge de lof van Isrels God
Alles wat adem heeft love de Heere, zinge de lof van Isrels God! Zolang ik hier in het licht mag verkeren, roem ik zijn liefde en prijs mijn lot.

10 Die lijf en ziel geschapen heeft worde geloofd door al wat leeft
Die lijf en ziel geschapen heeft worde geloofd door al wat leeft. Halleluja! Halleluja!

11 Vreemdeling, die hier op aard moet gedogen, dat u de haat der mensen treft, Hij richt u op, als gij neer zijt gebogen en Hij buigt neer wie zich verheft.

12 Zijt gij in rouw, God is uw licht; Hij schenkt, o blinde, u 't gezicht
Zijt gij in rouw, God is uw licht; Hij schenkt, o blinde, u 't gezicht. Halleluja! Halleluja!

13 Roemt dan, gij mensen, en lofzingt tezamen Hem die zo grote dingen doet. Alles wat adem heeft roepe nu amen, zinge nu blijde: God is goed!

14 Love dan ieder die Hem vreest Vader en Zoon en Heil'ge Geest! Halleluja! Halleluja!

15

16 Toen ik naar mijn naaste zocht, waar was jij. Waar was jij
Toen ik naar mijn naaste zocht, waar was jij? Waar was jij? Toen ik naar mijn naaste zocht, waar was jij?

17 En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?

18 Ik was naakt en had geen geld, waar was jij. Waar was jij
Ik was naakt en had geen geld, waar was jij? Waar was jij? Ik was naakt en had geen geld, waar was jij?

19 En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?

20 Ik had niets en zocht een huis, waar was jij. Waar was jij
Ik had niets en zocht een huis, waar was jij? Waar was jij? Ik had niets en zocht een huis, waar was jij?

21 En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?

22 Toen ik dorst en honger had, waar was jij. Waar was jij
Toen ik dorst en honger had, waar was jij? Waar was jij? Toen ik dorst en honger had, waar was jij?

23 En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?

24 Ik was ziek en vroeg om hulp, waar was jij. Waar was jij
Ik was ziek en vroeg om hulp, waar was jij? Waar was jij? Ik was ziek en vroeg om hulp, waar was jij?

25 En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?

26 Overal waar jij zult zijn, zal Ik zijn, zal Ik zijn
Overal waar jij zult zijn, zal Ik zijn, zal Ik zijn. Overal waar jij zult zijn, zal Ik zijn.

27 En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?

28 Gezegende zondag