Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMathijs Gerritsen Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
1 Een nieuw Vlaams decreet voor het lokale en regionale sportbeleid Toelichting bij een persontmoeting 24 april 2006 Bert Anciaux Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel Principes en concrete systemen
2
2 Over deze voorstelling Een toelichting bij voorontwerp voor een decreet op het lokale en regionale sportbeleid. Tegen 2007 (budgettaire uitvoering 2008) een nieuw decreet op het lokaal en regionaal sportbeleid. Vervangt het bestaande decreet op de gemeentelijke en provinciale sportdiensten. Doelstellingen en methode richten zich op een stevige vernieuwing en verbetering. Daarvoor zorgt ook de voorziene/beloofde sterke financiële groei. Dit nieuwe decreet beoogt, via een hechte samenwerking met gemeente- en provinciebesturen, de actieve sportbeoefening van zoveel mogelijk Vlamingen.
3
3 belangrijk voorbereidend, verkennend werk van het Platform Sport voor Allen, gecoacht door Bloso de evaluatie van bestaande regelgeving voor sport ervaringen bij vergelijkbare regelgeving op het vlak van lokaal jeugdwerk-, cultuur- en sociaal beleid recente visieontwikkeling binnen de meerderheidsfracties van de commissie Cultuur, Sport, Jeugd en Media van het Vlaamse parlement – en de ontwerpen decreet terzake mijn beleidsplannen, met klemtonen op verbreding en verdieping van participatie (deelhebben & deelnemen) en het ontwikkelen van lichte, performante beleidsinstrumenten voorbereidende gesprekken & hoorzittingen met kernactoren in het Vlaamse sportbeleid vanaf mei 2005 tot … gisteren Voorstellen en concepten gebaseerd op …
4
4 het Vlaamse sportbeleid wil zoveel mogelijk mensen stimuleren, uitnodigingen, begeleiden, ruimte bieden… voor actieve sportbeoefening door aandacht voor een gevarieerd aanbod, met hierbij bijzondere aandacht voor de sportvereniging, de buurt- en schoolsport en de toegankelijkheid en diversiteit van het aanbod deze beleidsvoering voorbereiden en uitvoeren in dialoog, overleg en samenwerking met betrokken overheden en particuliere actoren dit concretiseren in de lopende legislatuur via enerzijds Topsportbeleid en anderzijds een “sport voor allen-” of “breedtesport-” beleid Wat wil de Vlaamse overheid ? Algemene visie op sportbeleid
5
5 In een Vlaams “Sport voor Allen” beleid spelen de gemeente- en provinciebesturen een cruciale rol het Vlaamse sportbeleid wil met deze besturen een “gedeelde” verantwoordelijkheid opnemen het nieuwe decreet zal daarom alle gemeenten, provincies en de VGC voor deze samenwerking uitnodigen daarvoor engageer ik mij voor een performante, effectieve regelgeving en voor de substantiële verhoging van de begroting voor dit decreet het decreet & uitvoeringsbesluiten zullen eenvoudig, licht en voorspelbaar worden, met een minimum aan administratieve regels en een dynamisch ambtelijk toezicht Wat wil de Vlaamse overheid. Specifieke uitgangspunten
6
6 Wat verwachten we van de lokale en regionale besturen? ze leggen (uiteraard) nu al via hun reguliere financiering (o.a gemeentefonds, belastingen, retributies…) eigen prioriteiten, ook voor het sportbeleid hierbij kiezen ze hun eigen beleidsdoelstellingen en creëren zelf instellingen, voorzieningen enz. ook de Vlaamse overheid formuleert doelstellingen voor het lokale en regionale sportbeleid, gekoppeld aan aanvullende financiering, met de hoop dat zoveel mogelijk gemeente- en provinciebesturen hierop inspelen met deze specifieke Vlaamse lokale en regionale doelstellingen voert de Vlaamse overheid een deel van haar algemene sportbeleid Gemeenten en provincies concretiseren deze Vlaamse doelstellingen op een eigen en dus unieke wijze. Zo ontstaat een gemeenschappelijk sportproject van Vlaamse, provinciale en gemeentelijke overheden
7
7 Hoe deze extra subsidie organiseren? De Vlaamse Gemeenschap biedt de gemeente-, provinciebesturen en de VGC een extra subsidie voor het voeren van een sportbeleid. Om deze beleidssubsidie te ontvangen engageren de gemeente-, provincie-besturen en de VGC zich tot: 1.Het interactief opmaken, uitvoeren en evalueren van een Sportbeleidsplan met een tussentijdse evaluatie 2.Het formaliseren van een Sportraad 3.Het beschikken over minstens één (twee) sportgekwalificeerd ambtenaar in een sportdienst Via een eenvoudig systeem
8
8 Extra subsidies… in cofinanciering Een groei met 165% De Vlaamse Gemeenschap reserveert straks jaarlijks 16 miljoen euro voor de uitvoering van dit nieuwe decreet. Dit betekent een verhoging met 10 miljoen in vergelijking met het huidige decreet: een stijging met 165%. De Vlaamse Gemeenschap verwacht cofinanciering door de gemeente/provincie/VGC besturen van 50%... dus 1 Vlaamse euro wordt minstens vermeerderd tot 1,5 euro Maar de gemeenten/provincies doen gelukkig nog veel meer !
9
9 Het sportbeleidsplan van de gemeente Bevat minstens vier (VGC vijf ) hoofdstukken 1.Het prioritaire ondersteuningsbeleid naar de sportverenigingen 2.Expliciete aandacht voor meer informele sportbeoefening (buurtsport) en linken met de schoolsport 3.Expliciete aandacht voor toegankelijkheid en diversiteit van/in de sportbeoefening en de sportvoorzieningen 4.Een meerjarenplanning rond sportinfrastructuur met ook aandacht voor de ruimtelijke ordening. 5.(enkel voor VGC) Hoe wordt de samenwerking met de 19 gemeentebesturen gerealiseerd?
10
10 Het sportbeleidsplan van de gemeente Hoofdstuk 1: steun aan sportverenigingen (1) Dit hoofdstuk bevat de expliciete maatregelen voor de subsidiëring van sportverenigingen (particulier initiatief). De inhoud is daarom: verslag van de communicatie, het overleg (met wie, wanneer, hoe, welk resultaat, in welke mate rekening gehouden, welke argumentatie enz.) en hoe er bij uitvoering en evaluatie wordt samengewerkt met welke visie, doelstellingen en verwachte resultaten? hoe wordt de subsidiëring georganiseerd: welke reglementen, voor wie, welke kwalitatieve criteria, welke begroting (in artikels). Criterium: een diversiteit aan sportverenigingen vraagt diversiteit aan reglementen! de wijze van samenwerken met andere gemeenten, niveaus, Vlaamse sportstructuren hierbij expliciete aandacht voor de kwaliteitsverhoging van de sportbegeleiders bijzondere aandacht voor de rol van de sportraad
11
11 Hoofdstuk 1: steun aan sportverenigingen (2) De subsidie en dienstverlening binnen dit hoofdstuk zijn er enkel voor door de gemeente “erkende” sportverenigingen. verenigingen die bij een door Vlaanderen erkende sportfederatie zijn aangesloten (“clubs”), zijn automatisch erkend (door gemeente/provincie/VGC) andere verenigingen kunnen, na advies van de sportraad, ook als sportvereniging erkend worden. Dit is een lokale discussie verenigingen die structureel gesubsidieerd worden door een ander gemeentelijk beleidsplan zijn in dit hoofdstuk uitgesloten Voor hoofdstuk 1: aanwending van minstens 50% van wat de gemeente aan Vlaamse beleidssubsidie ontvangt Gemeenten zullen de omvang van de bestaande subsidiëring voor de sportverenigingen niet verminderen (gewone begroting) Het sportbeleidsplan van de gemeente
12
12 Hoofdstuk 2: andere sportbeoefening Het sportbeleidsplan van de gemeente Dit hoofdstuk bevat de expliciete maatregelen voor het stimuleren, faciliteren, ondersteunen… van actieve sportpraktijk buiten het sportverenigingsleven Dit hoofdstuk beantwoordt o.a de volgende vragen hoe kan er meer actieve sportpraktijk gestimuleerd worden waarbij de doorstroming naar de sportverenigingen een belangrijk aandachtspunt is kan buurtsport (kansen in de onmiddellijke leef- en woonomgeving van alle mensen) hiervoor een methode zijn (buurt – sportvereniging - buurt) kunnen hier linken met scholen en schoolinfrastructuur gelegd worden? Voor hoofdstuk 2: aanwending van minstens 20% van wat de gemeente aan Vlaamse beleidssubsidie ontvangt
13
13 Hoofdstuk 3: toegankelijkheid en diversiteit Het sportbeleidsplan van de gemeente Dit hoofdstuk bevat de expliciete, stimulerende en remediërende maatregelen voor groepen die minder tot actieve sportbeoefening komen. Dit kan gaan over leeftijdsgroepen, mensen in armoede, personen met een handicap, etnisch-culturele groepen, bewegingsarmen enz. Het gaat hier duidelijk over een inhaaloperatie, een sociale correctie, dus over het wegwerken van participatiedrempels. Daarnaast geeft dit hoofdstuk ook aan hoe de culturele diversiteit in, bij en van de sportactoren concreet gestimuleerd wordt. Hierbij kunnen/zullen de sportverenigingen ook een belangrijke rol spelen. Voor hoofdstuk 3: aanwending van minstens 10% van wat de gemeente aan Vlaamse beleidssubsidie ontvangt
14
14 Hoofdstuk 4: meerjarenplan infrastructuur Het sportbeleidsplan van de gemeente Dit hoofdstuk bevat een meerjarenplan voor de sportinfrastructuur en -accommodatie. Het is een grondige denkoefening, waarbij gestreefd wordt naar een globaal overzicht: indien noodzakelijk, een inventaris van zowel indoor/outdoor, gemeentelijke en particuliere, groot- en kleinschalige, scholen/bedrijven, commerciële en niet commerciële enz. een inventaris van de noden en behoeften bij verschillende actoren, zowel individuele burgers als sportverenigingen en andere middenveldorganisaties hoe, waar, wanneer en met welke middelen kan het gemeentelijk sportbeleid hierop inspelen? zijn er hier mogelijkheden voor inter- of bovengemeentelijk initiatief? in welke mate kan men hier aansluiting vinden bij een provinciaal sportbeleid? in welke mate spelen hier ook aspecten van ruimtelijke ordening?
15
15 Samenvatting Het sportbeleidsplan van de gemeente Het sportbeleidsplan van de gemeente is opgesteld, wordt uitgevoerd en geëvalueerd samen met de lokale actoren die zich betrokken voelen bij de sport. Het bevat minstens 4 hoofdstukken: 1. Subsidiëring van sportverenigingen - minstens 50% 2. Expliciete aandacht voor andere sportpraktijk - minstens 20% 3. Expliciete aandacht sociale correctie - minstens 10% 4. Meerjaren infrastructuurplan Dus: het gemeentebestuur engageert zich om: 1.De ontvangen Vlaamse beleidssubsidie voor 100% te gebruiken voor de uitvoering van hoofdstukken 1, 2 en 3 2.De niet toegewezen 20% kan autonoom verdeeld worden over deze drie hoofdstukken 3.Deze subsidie voor het geheel van deze 3 hoofdstukken met minstens 50% te verhogen.
16
16 Het sportbeleidsplan van de provincie Bevat minstens vier hoofdstukken + cofinanciering 1.Financiële en materiële steun voor sportverenigingen op het bovenlokale niveau en o.a de organisatie van een pool van sportgekwalificeerde begeleiders: minstens 50% van de Vlaamse subsidie 2.Beleidsinitiatieven t.a.v bijzondere doelgroepen, in het bijzonder i.f.v sportverenigingen voor mensen met een handicap voor minstens 20% van de Vlaamse subsidie 3.Stimuleren van inter- en bovengemeentelijke samenwerking voor minstens 10% van de Vlaamse subsidie 4.Een meerjarenplanning rond sportinfrastructuur en ruimtelijke ordening
17
17 Het sportbeleidsplan van de provincie (2) Subsidiëring Het hoofdstuk 1: ondersteuning van de bovenlokale sportverenigingen. Hiermee wordt o.a bedoeld: de subsidiëring van sportactiviteiten en –evenementen van sportverenigingen op een provinciale schaal aanvullend aan de gemeentelijke subsidiëring: de subsidiëring van sportverenigingen die rekruteren uit meer dan aaneensluitende gemeenten en daarom een duidelijke regionale of provinciale uitstraling hebben de organisatie van een pool van sportgekwalificeerde begeleiders Dus het provinciebestuur engageert zich om: 1.De ontvangen Vlaamse beleidssubsidie voor 100% te gebruiken voor de uitvoering van hoofdstukken 1, 2 en 3 2.De niet toegewezen 20% kan autonoom verdeeld worden over deze drie hoofdstukken 3.Deze subsidie voor het geheel van deze 3 hoofdstukken met minstens 50% te verhogen.
18
18 Een sportgekwalificeerde ambtenaar De gemeente/provincie/VGC beschikt over een sportgekwalificeerd ambtenaar & een sportdienst Een sportgekwalificeerde ambtenaar betekent: minstens één personeelslid gemeenten + 50.000 inwoners: minstens twee de waarborg dat het aantal sportgekwalificeerde ambtenaren tijdens de uitvoering van het sportbeleidsplan niet vermindert De sportambtenaar is ambtelijk verantwoordelijk voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het sportbeleidsplan en leidt de gemeentelijke (…) sportdienst
19
19 Een sportgekwalificeerde ambtenaar De gemeente/provincie/VGC beschikt over een sportgekwalificeerd ambtenaar & een sportdienst Sportgekwalificeerde ambtenaar betekent: 1.Ofwel beschikken over een specifiek diploma (limitatieve opsomming in uitvoeringsbesluit) 2.Ofwel beschikken over een diploma L.O, met de verplichting om binnen 3 jaar na aanwerving het attest “sportfunctionaris” te behalen 3.Ofwel beschikken over specifieke EVC (elders verworven competenties). Het gemeentebestuur is verplicht advies te vragen bij een speciaal daarvoor opgerichte Vlaamse Commissie. Aanwerving via EVC: verplichting om binnen 3 jaar na aanwerving het attest “sportfunctionaris” te behalen
20
20 Een sportraad De gemeente/provincie/VGC beschikt over een sportraad Het beschikken over een “sportraad” is een voorwaarde tot subsidiëring door de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet zal deze voorwaarde bevatten. De uitvoeringsbesluiten zullen uitspraken doen over de verdere operationalisering. De sportraden zullen geregeld worden via het decreet lokaal en regionaal sportbeleid.
21
21 Welke extra Vlaamse subsidies? Vooraf: voor het “reguliere” beleid – ook voor sport, infrastructuur enz. – ontvangen de besturen al subsidies via het Gemeentefonds. De extra Vlaamse subsidies zijn er om aandacht te besteden aan de aandachtspunten van het Vlaams sportbeleid (sport voor allen) Er zijn twee vormen van extra Vlaamse subsidies: 1.De beleidssubsidie: voor de opmaak, uitvoering en evaluatie van het sportbeleidsplan. Hiervoor ontvangen de besturen een vast bedrag per inwoner. 2.De impulssubsidie, enkel voor de gemeentebesturen. De Vlaamse gemeenschap kiest per bestuursperiode één inhoudelijke prioriteit. De gemeenten die hierop inspelen krijgen een extra bedrag per inwoner.
22
22 Welke extra subsidies? De BELEIDSSUBSIDIES De beleidssubsidie is bedoeld voor de uitvoering van het sportbeleidsplan. De besturen ontvangen hiervoor een bedrag per inwoner: de 308 gemeentebesturen € 1,5 per inwoner/jaar (zij vermeerderen dit zelf met minstens € 0,75 gespreid over de 3 hoofdstukken) de 5 provinciebesturen € 0,2 per inwoner/jaar (zij vermeerderen dit zelf met minstens € 0,1, gespreid over de 3 hoofdstukken) de VGC een aandeel van 5% (€ 800.000) van het totaalbedrag voor de uitvoering van dit decreet (zij vermeerderen dit minstens met de helft, verspreid over de 3 hoofdstukken)
23
23 Welke extra subsidies? De IMPULSSUBSIDIE (enkel voor gemeenten) 1 De Vlaamse Gemeenschap kiest per bestuursperiode één inhoudelijke “projectmatige” prioriteit Gemeentebesturen kunnen kiezen om daarop in te spelen door een vijfde hoofdstuk in het sportbeleidsplan Indien dit plan aanvaard, ontvangen zij hiervoor extra € 0,8 per inwoner/jaar Impulssubsidies zijn inhoudelijk strikt tijdelijk bepaald. Ze wijzigen elke 6 jaar. Ze zijn dus niet geschikt om structurele verbintenissen te creëren… behalve indien het bestuur dit nadrukkelijk wil en bereid is om deze de volgende bestuursperiode met andere middelen (bijv. de beleidssubsidie) te financieren
24
24 Welke extra subsidies? De IMPULSSUBSIDIE (enkel voor gemeenten) 2 Voor het sportbeleidsplan 2008 – 2013 kiest de Vlaamse Gemeenschap als prioriteit voor de impulssubsidie “de kwaliteitsverhoging van de jeugdsportbegeleiders “ Deze subsidie is uitsluitend bedoeld voor de begeleiders van kinderen en jongeren tot/met 18j. in de door de gemeente erkende sportverenigingen die bij een door Vlaanderen erkende federatie zijn aangesloten Voor dit vijfde hoofdstuk moet minstens 100% van de Vlaamse impulssubsidie aangewend worden, zonder vraag om cofinanciering vanwege de gemeente
25
25 Berekening van subsidies… Vooraf: ik engageer me tot een substantiële verhoging van de begroting voor de uitvoering van dit decreet € 16.000.000 voor uitvoering van dit decreet Voorafname VGC 5% van A € 800.000 Voorafname provincies Per provincie € 0,2 per inwoner Aandeel 308 gemeenten Vl. Gewest Per gemeente € 2,3 per inwoner Beleidssubsidies Per gemeente € 1,5 per inwoner Impulssubsidies Per gemeente € 0,8 per inwoner vanaf 2008 vanaf 2009
26
26 Simulatie van de subsidies Aantal inwoners Beleids- subsidie € / inwoner Impuls- subsidie € / inwoner Subsidie simulatie nieuw decreet Toestand 2004* Verschil 308 gemeenten Vl. Gewest 6.043.161 1,50,813.899.2705.401.291+8.497.979 5 provincies Vl. Gewest 6.043.1610,21.208.632301.083+907.549 VGC-5% voorafname800.00052.626+747.374 Totalen6.043.16115.907.9035.755.000+10.152.903 Simulatie met de volgende parameters gebaseerd op een startbedrag van € 16 miljoen subsidies gemeentebesturen: impuls € 0,8 /inwoner, beleidssubsidie € 1,5/inwoner subsidie voor provinciebesturen: € 0,2/inwoner voorafname VGC: 5% / € 800.000 * Zonder € 1.250.000 “jeugdsportcontract” in 2004
27
27 Effect van de beleids- en impulssubsidies voor gemeentelijk sportbeleid Vlaamse Gemeenschap Minimum cofinanciering gemeente Minimum Totaal resultaat Hfdst. 1 (50%) Minimale subsidies sportverenigingen 4.500.00013.500.000 Hfdst. 2 (20%) Minimale subsidie andere sportpraktijk 1.800.000 4.500.000 = 50% totale beleidssubsidie = 100% Vlaamse subsidie + 50% co-financiering Hfdst. 3 (10%) Minimaal voor sociale correcties, diversiteit 900.000 Hfdst. 4 Meerjaren infrastructuurplan Hfdst. 5 (100%) Impulssubsidies (sportverenigingen) 4.800.000 Geen verplichte cofinanciering 4.800.000 TOTAAL 13.800.0004.500.00018.300.000
28
28 Middelen decreet: minstens 50% voor sportverenigingen Voor alle sportvere- nigingen Sportvere- nigingen bij erkende Vlaamse federaties TOTAAL Minimaal in gemeentelijke sportplannen, hfdst. 1 (50%)4.500.000 In gemeentelijke sportbeleids- plannen / impulssubsidie 4.800.000 Minimaal in provinciale sportplannen hfdst. 1 (50%)600.000 Minimaal in provinciale sportplannen hfdst. 2 (20%)240.000 Minimaal in VGC-sportplan hoofdstuk 1 (50%)400.000 TOTAAL5.740.0004.800.00010.540.000
29
29 Wat met gemeenten die achteruitgaan? Er zijn een 12-tal gemeenten die achteruitgaan Bij simulaties op basis van de subsidieverdeling zijn er op de 308 gemeenten een 12-tal gemeenten die in 2009 minder zullen ontvangen dan zij momenteel krijgen via het lopende decreet. Voor ongeveer de helft daarvan is dit verschil substantieel. Voor deze gemeenten wordt een overgangsmaatregel getroffen (indien beschikkend over een sportbeleidsplan): 2005 wordt het refertejaar het verschil tussen subsidie refertejaar (2005) en de som van € 2,3 per inwoner wordt over 6 jaren afgebouwd. Vanaf 2008 ontvangen deze gemeenten telkens 1/6 van dit verschil minder vanaf 2014 zitten deze gemeenten in het gewone regime
30
30 Wat met onwillige gemeenten? Wat als gemeentebesturen weigeren om een sportbeleidsplan op te stellen? De Vlaamse overheid kan de gemeente(..)besturen niet dwingen om een sportbeleidsplan te maken. Als gemeentebesturen (na aandringen) niet op deze kans/uitnodiging ingaan dan krijgt de sportraad de kans om een eigen sportbeleidsplan op te stellen (hoofdstuk 1) ter waarde van 80% van de beleidssubsidies die anders naar de gemeente zouden gaan (geen impulssubsidie)
31
31 Controle, toezicht (1) De carrière van een sportbeleidsplan Het sportbeleidsplan verloopt langs de volgende fasen: 1.Het wordt opgemaakt (2007) in hechte dialoog met de sportsector 2.Het wordt een voorstel van het schepencollege (deputatie) 3.De sportraad geeft een formeel advies 4.De gemeente/provincie/VGC-raad keurt het sportbeleidsplan goed (najaar 2007 – gekoppeld aan begroting) 5.De Vlaamse Gemeenschap aanvaardt voor uitvoering 6.De Vlaamse subsidiëring start in 2008 7.Jaarlijks legt het bestuur een werkingsverslag voor aan de Vlaamse Gemeenschap (voor juni) 8.Na 3 jaar (in 2011) legt het bestuur een tussentijdse evaluatie voor aan VG 9.In 2013 wordt volgende plan gemaakt op basis van evaluatie lopend plan
32
32 Controle, toezicht (2) Hoe de uitvoering controleren? 1.Het bestuur legt jaarlijks een werkingsverslag voor. Dit houdt in: een besluit van de gemeente/provincie/VGC-raad als verklaring dat het sportbeleidsplan werd uitgevoerd en voldeed aan de door Vlaamse Gemeenschap gestelde criteria vergezeld van het advies van de sportraad een eenvoudige financiële afrekening met bijzondere nadruk op hoofdstuk 1 en hoofdstuk Impulssubsidie (co-financiering op basis van “subsidies”) de vermelding van de sportgekwalificeerde ambtenaar dit voor juni (na goedkeuring rekening) van het volgende jaar
33
33 Controle, toezicht (3) Hoe de uitvoering controleren? 2. Bij negatief advies of klacht … van een vereniging (steeds vergezeld van advies van de sportraad), of van de sportraad zelf of van een fractie van de Gemeenteraad, kan de Vlaamse Gemeenschap een onderzoek instellen. Indien na dit onderzoek blijkt dat (1) het plan niet getrouw werd/wordt uitgevoerd en/of (2) dat er aan de Vlaamse criteria niet voldoende wordt voldaan, dan kan de Vlaamse overheid de subsidiëring verminderen, stoppen en en/of terugvorderen.
34
34 BEGELEIDING Dit decreet zorgt voor een drastische verandering. Er komen ook heel wat nieuwe, relatief onervaren gemeentebesturen bij. Daarom aandacht voor begeleiding IVA Bloso is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit decreet. Hier ligt zeker ook een belangrijke taak voor begeleiding. Dit is meteen een opdracht en uitdaging voor de verwerving van nieuwe competenties. daarnaast wordt er binnen het decreet € 175.000 gereserveerd voor begeleiding: coaching, ervaringsuitwisseling, gespecialiseerde infotheek, vorming, publicaties enz. De uitvoeringsbesluiten specificeren dit. via wetenschappelijk onderzoek worden de toepassing, evolutie en effecten van dit decreet opgevolgd en geduid (€ 25.000)
35
35 Hoe verder met dit nieuwe decreet? 1.Voorjaar 2006 (nu dus): Het schrijven van de decreettekst en tegelijkertijd ontwerpen van de uitvoeringsbesluiten 2.Laatste consultaties en het opvragen van de nodige adviezen 3.Voor de zomer van 2006: decreet wordt als ontwerp behandeld in het Vlaams Parlement 4.Najaar 2006: de krachtlijnen van het decreet en uitvoeringsbesluiten zijn bekend en kunnen dienen om planning voor te bereiden 5.Start 2007: decreet is volledig operationeel / planningsjaar. De plannen worden goedgekeurd door gemeente/provincie/VGC-raad 6.Vanaf 1/1/2008: de goedgekeurde plannen worden gesubsidieerd. (Impulssubsidie ten laatste in 2009) Vooraf: het huidige decreet blijft van kracht tot 31 december 2007. Tot dan blijft deze subsidiëring lopen.
36
36 Tenslotte: ambities met dit nieuwe decreet een boost geven aan het lokale en regionale sportbeleid, geïntegreerd in een breed Vlaams sportbeleid, een voorbeelddecreet worden in de relatie met lokale besturen, gebaseerd op wederzijds vertrouwen en aansprakelijkheid om vooral het deelnemen en deelhebben van zoveel mogelijk Vlamingen aan actieve sportbeoefening te verbreden en verdiepen, met hierbij groot respect en bijzondere aandacht voor de sportvereniging en als een gemeenschappelijk beleidsproject met de lokale en regionale overheden.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.