De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

S U C C E S S I E R E C H T E N Eric L. SPRUYT Notaris te Brussel

Verwante presentaties


Presentatie over: "S U C C E S S I E R E C H T E N Eric L. SPRUYT Notaris te Brussel"— Transcript van de presentatie:

1 S U C C E S S I E R E C H T E N Eric L. SPRUYT Notaris te Brussel
Notaris te Brussel Vennoot Berquin Notarissen, cvba Prof. EHSAL-Fiscale Hogeschool, Brussel Gastdocent Universiteit Antwerpen Managementschool (UAMS) Gastdocent Brugge Business School  Lloyd Georgelaan Brussel 02/

2 Niets is zeker, behalve de dood en de belastingen (Benjamin Franklin)

3 S U C C E S S I E R E C H T De boeman ...
Berquin Notarissen cvba  S U C C E S S I E R E C H T De boeman ...

4 Succesierecht = regio-belasting
Sinds Wet 16 januari 1989 inzake financiering Gewesten en Gemeenschappen => tarieven, vrijstellingen en verminderingen Sinds Wet 13 juli 2001, Lambermont-akkoord => volwaardige regionale belasting Localisatiecriterium: => laatste fiscale woonplaats (opgelet: tijdskader van 5 jaar voor overlijden => langste vestiging is determinerend)

5 LOCALISATIECRITERIUM
(vervolg)  Begrip “fiscale woonplaats” = werkelijke, effectieve, voortdurende woonplaats, de plaats waar men zijn domus, zijn familie, het centrum van zijn bedrijvigheid, de zetel van zijn zaken en van zijn bezigheden heeft (bron: Memorie van Toelichting bij de Wet van 7 maart 2002, Doc 50/1577/001, blz. 6).

6 LOCALISATIECRITERIUM
(vervolg) Pro Memorie: het VLAAMS Gewest is …. a) het grondgebied van de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Vlaams Brabant (de arrondissementen Halle,Vilvoorde en Leuven), b) de Vlaamse taalgrensgemeenten (Mesen, Ronse, Spiere-Helkijn, Bever, Herstappe en Voeren) c) de zes Brusselse randgemeenten met taalfaciliteiten (Drogenbos, Wemmel, Kraainem,Linkebeek,Sint-Genesius-Rode en Wezenbeek-Oppem)  

7 LOCALISATIECRITERIUM
(vervolg)    Pro Memorie: het WAALS Gewest is …. a) het grondgebied van de provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg, Namen en Waals Brabant (arrondissement Nijvel) b) de gemeenten uit het Duitse taalgebied c) de taalgrensgemeenten van het Waalse Gewest met faciliteiten voor Nederlandstaligen (Komen-Waasten, Moeskroen, Vloesberg en Edingen) en voor de Duitstaligen (Malmédy en Weismes)

8 LOCALISATIECRITERIUM
(vervolg) Pro Memorie: het BRUSSELS Hoofdstedelijk Gewest is … de 19 gemeenten van het administratief arrondissement “Brussel-Hoofdstad”, nl.: Anderlecht, Brussel, Elsene, Etterbeek, Evere, Ganshoren, Jette, Koekelberg, Oudergem, Schaarbeek, Sint-Agatha-Berchem, Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst en Watermaal-Bosvoorde.

9 Rijksinwoner versus Niet-rijksinwoner
Rijksinwoner => “successierecht” Niet-Rijkswinwoner => “recht van overgang bij overlijden”

10 Art. 1, 2de lid W.Succ, “Voor een Rijksinwoner wordt gehouden, hij die, op het ogenblik van zijn overlijden, binnen het Rijk zijn domicilie of de zetel van zijn vermogen heeft gevestigd “ Domicilie: effectieve, voortdurende en feitelijke woonplaats Zetel van vermogen: locatie van beheer fortuin

11 Rijksinwoner “expatriates”: directe belastingen versus successierecht Belastbare basis = NETTO WERELDVERMOGEN Dubbele belasting ? => art. 17 W.Succ. (buitenlands onroerend goed)

12 Niet-Rijksinwoner Bijzonder geval: “Neder-Belgen” (Nederlandse fictie 10-jaarstermijn) Bijzonder geval: dubbelbelastingverdragen Frankrijk (1959) / Zweden (1956) Belastbare basis = BRUTO BELGISCH ONROEREND VERMOGEN

13 Enkel overgangen “door overlijden”
Successierecht ongeacht: 1) wettelijke devolutie, 2) uiterste wilsbeschikking of 3) contractuele erfstelling - art. 2 W.Succ. Enkel overgangen “door overlijden” Geen successierechten bij overgangen “ter gelegenheid van overlijden” Schenking OG onder opschortende voorwaarde van overlijden Beding van aanwas / tontine Beding van conventionele terugkeer bij schenking

14 Aangifte van nalatenschap – Wie ?
Erfgenamen, Algemene legatarissen & Begiftigden Bij hun stilzitten => Legatarissen ten algemene titel & Bijzondere Legatarissen Aanvaarding onder voorrrecht van boedelbeschrijving => aangifteplicht blijft ! Verwerping van erfenis => geen aangifteplicht Aangifte bij volmacht kan Praktijk: 90 % de notarissen (geen monopolie – geen hypothecaire publiciteit voor OG)

15 Aangifte van nalatenschap – Bevoegd kantoor & Termijn
Zie (laatste) fiscale woonplaats overledene Niet-Rijksinwoner: ligging OG Termijn: 5 m (+ België) 6 m (+ EU) 7 m (+ buiten EU) Vertraging: 25 € boete / maand / erfgenaam Uitstel: kan in omstandigheden aangevraagd worden Is geen uitstel van betaling (provisie storten !!!)

16 Aangifte van nalatenschap – Vorm & Inhoud Blanco-formulier
Kwaliteitsvoorschriften Notariële praktijk: bepaald stramien Verplichte inhoud (art. 42 t.e.m. 46 W.Succ.) Verbetering soms mogelijk In bepaalde gevallen nieuwe aangifte vereist Machtiging legaten vzw’s & private stichtingen Vergroting belastbaar actief Wijziging in erfrechtelijke devolutie

17 Aangifte van nalatenschap – Aandacht GEHUWDEN !!!

18 Langstlevende echtgeno(o)t(e)
Erfrecht van de Langstlevende echtgeno(o)t(e) CRUCIALE ROL van het HUWELIJKSCONTRACT ! = bepalend voor samenstelling van “DE NALATENSCHAP” Principe: VEREFFENING HUWELIJKSGEMEENSCHAP KOMT VOOR VEREFFENNING NALATENSCHAP ! Drie soorte huwelijksstelsels 1. de (wettelijke) gemeenschap van goederen 2. de scheiding van goederen 3. de algehele gemeenschap

19 GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN
= wettelijk stelsel (automatisch door huwelijk of bewuste keuze via huwelijkscontract) drie vermogens (eigen goederen man, eigen goederen vrouw, gemeenschap)

20 Gemeenschap van goederen
WAARUIT BESTAAT HET “EIGEN VERMOGEN” ? 1. goederen voor het huwelijk 2. goederen tijdens huwelijk “GRATIS” ontvangen (bv. erfenis/schenking) 3. gereedschappen en werktuigen die dienen tot beroepsuitoefening 4. persoonlijke kledij 5. lidmaatschapsrechten aandelen op naam (art. 1401,5° B.W.) => nuttig in de N.V.

21 Gemeenschap van goederen
WAARUIT BESTAAT HET “GEMEENSCHAPPELIJK VERMOGEN” ?    1. goederen NIET GRATIS verkregen tijdens huwelijk (bv. aankoop) => in praktijk vaak de gezinswonig, meubilair, auto, 2de verblijf, beleggingsportefeuille => uitzondering: aankoop in “wederbelegging van eigen penningen” 2. beroepsinkomsten => opgelet titularis van de zichtrekening van geen tel ! 3. gespaarde financiële activa => opgelet titularis van de rekening van geen tel ! 4. opbrengsten van eigen goederen (bv. huurinkomsten van een geërfde woning) 5. “de vuilbak”: alles waarvan niet kan bewezen worden dat het eigen is

22 SCHEIDING VAN GOEDEREN
= optie (uitdrukkelijke keuze via huwelijkscontract is vereist) in principe twee eigen vermogens in praktijk doorgaans een derde soort vermogen (“onverdeeldheid”) wanneer kiezen voor scheiding van goederen ? (Fortune protection – Divorce protection – Creditor protection)

23 ALGEHELE GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN
= eerder zelden in de praktijk geen eigen vermogens alle bezittingen & inkomsten in één grote pot

24 Samenstelling van de “NALATENSCHAP”
in elk van de huwelijksstelsels

25 bij het overlijden van de erflater omzettingscoëfficiënt
Berekening erfrechten in VRUCHTGEBRUIK (langstlevende echtgenoot) ZO BEREKENT DE FISCUS DE WAARDE VAN HET VRUCHTGEBRUIK De berekeningsformule:waarde volle eigendom x 4 % (theoretisch rendement) x coëfficiënt (volgens leeftijd) = forfaitaire waarde vruchtgebruik leeftijd van de vruchtgebruiker bij het overlijden van de erflater omzettingscoëfficiënt waarde vgb in % 20 jaar of minder 18 72 van 20 tot 30 jaar 17 68 van 30 tot 40 jaar 16 64 van 40 tot 50 jaar 14 60 van 50 tot 55 jaar 13 52 van 55 tot 60 jaar 11 44 van 60 tot 65 jaar 9,5 38 van 65 tot 70 jaar 8 32 van 70 tot 75 jaar 6 24 van 75 tot 80 jaar 4 Meer dan 80 jaar 2

26 BELASTBAAR ACTIEF Wat ? => alles ? Hoe schatten . => verkoopwaarde Onder controle van fiscus => ontoereikende waardering (“tekortschatting” + eventuele “controleschatting”) Voorafgaande bindende schatting soms nuttig in praktijk !

27 ONROEREND GOED Nauwkeurige omschrijving (kadaster) Desgevallend schatting door deskundige Verkoopwaarde i.f.v. objectieve waarderingscriteria Opgelet bij snelle doorverkoop na erfenis

28 MEUBELEN & MEUBILAIRE VOORWERPEN
Verkoopwaarde Verklikkingsplicht verzekeringsmaatschappijn (brandverzekering) Fiscus is mild in de praktijk

29 FINANCIELE ACTIVA Alle tegoeden bij financiële instellingen RC’s op vennootschappen Verklikkingsplicht banken ! Niet-beursgenoteerde effecten => verkoopwaarde Beursgenoteerde effecten => Prijscourant (keuzemogelijk ) Quid aandelenopties ?

30 VERZEKERINGSKAPITALEN
Fictiebepaling art. 8 W.Succ. Successieplanning ter vermijding art. 8 W.Succ. is “in” Bedrijfsleidersverzekering Pensioensparen Groepsverzekeringen TIP ! => contacteer het uitkerend organisme

31 HANDELSZAAK / VRIJ BEROEP
Globale opgave

32 BELASTBAAR ACTIEF: DE FICTIEBEPALINGEN
= “luchtbelasting” Art. 4,3° Vl. & Br.W.Succ. “fictief roerend legaat Art. 5 W.Succ. Art. 7 W.Succ (zie verder: 3-jaarstermijnen) Art. 8 W.Succ. (zie eerder) Art. 9 W.Succ Art. 11 W.Suc Art. 12 W.Succ

33 Fictiebepaling - Art. 4,3° Vl. & Br. W.Succ.
Recent ingevoerde “anti-rechtsmisbruikbepaling” Wettekst “Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd: ….. 3° alle schenkingen onder de levenden van roerende goederen die de overledene heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker. “ Wallonië koos voor andere oplossing

34 Fictiebepaling – Art. 5 W.Succ. Wettekst
“De overlevende echtgenoot, wie een huwelijksovereenkomst, die niet aan de regelen betreffende de schenkingen onderworpen is, op voorwaarde van overleving meer dan de helft der gemeenschap toekent, wordt voor de heffing der rechten van successie en van overgang bij overlijden, gelijkgesteld met de overlevende echtgenoot die, wanneer niet wordt afgeweken van de gelijke verdeling der gemeenschap, het deel van de andere echtgenoot krachtens een schenking of een uiterste wilsbeschikking geheel of gedeeltelijk verkrijgt”. Schoolvoorbeeld: “langst-leeft-al-heeft”-clausule (zgn. “verblijvingsbeding”) Recente ontwijkingsmechanismen Verblijvingsbeding onder last Keuzebeding Sterfhuisclausule (terminaal zieke echtgenoot) Finaal Verrekenbeding bij scheiding van goederen (“alsof”-beding)

35 Fictiebepaling – Art. 9 W.Succ. Wettekst
De roerende of onroerende goederen, verkregen ten bezwarenden titel voor het vruchtgebruik door de overledene en voor de blote eigendom door een derde, alsmede de effecten aan toonder of op naam, ingeschreven voor het vruchtgebruik op naam van de overledene en voor de blote eigendom op naam van een derde worden, voor de heffing van het uit hoofde van de nalatenschap van de overledene eisbaar successierecht en recht van overgang bij overlijden, geacht in volle eigendom in dezes nalatenschap voorhanden te zijn en door de derde als legaat te zijn verkregen, tenzij het bewezen wordt dat de verkrijging of de inschrijving niet een bedekte bevoordeling ten behoeve van de derde is.

36 Tip : Koop uw 2de verblijf op gesplitste wijze

37 Gesplitste verwerving: Vruchtgebruik / Blote eigendom
Ouders / Kinderen

38 Aankoop 2e verblijf fiscale optimalisatie
schenking cash Dirk Els Jos & Mia = VRUCHTGEBRUIK = BLOTE EIGENDOM GEEN successierechten

39 Hoe art. 9 W.Succ. ontkrachten ? Driedubbel bewijs
Blote eigenaar moet over geldmiddelen beschikken Blote eigenaar moet geldmiddelen aanwenden tot aankoop Correcte opsplitsing BE / VGB Tip: bewijsmateriaal verzamelen Aandachtspunt: PB-fiscaliteit (woningaftrek) in hoofde van de BE

40 Art. 9 W.Succ. en voorafgaande schenking door VGB’er aan BE
Schenking mag (Beslissing ) Oud fiscaal standpunt: moet VOOR compromis Nieuw fiscaal standpunt: mag TUSSEN compromis en akte Indien Wet Breyne (appartement op plan) : mag na akte

41 Aangifte van nalatenschap – AFTREKBAAR PASSIEF
Twee soorten Bestaande schulden Begrafeniskosten

42 DE SUCCESSIETARIEVEN

43 Tariefstructuur VLAANDEREN
Berquin Notarissen cvba Tariefstructuur VLAANDEREN SCHIJVEN Tarief in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden 0,01 EUR tot EUR EUR tot EUR daarboven 3 % 9 % 27 % SCHIJVEN Tussen broeders en zusters Tussen anderen 0,01 EUR tot EUR EUR tot EUR daarboven 30 % 55 % 65 % 45 %

44 Tariefstructuur BRUSSEL
SCHIJVEN Rechte lijn, tussen echtgenoten, tussen (wettelijke) samenwonenden 0,01 tot EUR tot EUR tot EUR tot EUR tot EUR boven de EUR 3 % 8 % 9 % 18 % 24 % 30 % SCHIJVEN tussen broers en zussen 0,01 tot EUR tot EUR tot EUR tot EUR tot EUR tot EUR boven de EUR 20 % 25 % 30 % 40 % 55 % 60 % 65 %

45 Tariefstructuur BRUSSEL(vervolg)
SCHIJVEN tussen ooms of tantes en neven of nichten 0,01 tot EUR tot EUR tot EUR boven de EUR 35 % 50 % 60 % 70 % SCHIJVEN tussen alle andere personen 0,01 tot EUR tot EUR tot EUR boven de EUR 40 % 55 % 65 % 80 %

46 Tarief “samenwoners”: sterke regionale verschillen !
  

47 Tarief “samenwoners”: sterke regionale verschillen !
(vervolg) Vlaanderen => zowel wettelijke samenwoning als feitelijke samenwoning wettelijke samenwoning: verklaring van samenwoning bij burgerlijke stand (art B.W.) max. 2 personen => feitelijke samenwoning: ook “pluri”-samenwoners dubbele bewijslast: 1 jaar ononderbroken + gemeenschappelijke huishouding weerlegbaar vermoeden mits uittreksel uit bevolkingsregister minstens 1 jaar irrelevant is: aantal samenwoners, geslacht, al dan niet bestaan van familieband => merk op: wettelijke samenwoning = dag 1, feitelijke samenwoning = pas na 1 jaar

48 Tarief “samenwoners”: sterke regionale verschillen !
(vervolg) Wallonië => enkel wettelijke samenwoners => verklaring van wettelijke samenwoning minstens 6 maanden oud => feitelijke samenwoning = tarief vreemden Brussel => verklaring van wettelijke samenwoning vanaf « dag 1 » => geen uitsluiting naaste familieleden

49 Tip : Haal uw voordeel uit de Vlaamse “splitting”

50 OPSPLITSING ROEREND / ONROEREND VERMOGEN !!!
Berquin Notarissen cvba VLAANDEREN OPSPLITSING ROEREND / ONROEREND VERMOGEN !!! Zeer belangrijke fiscaal voordeel Roerend en onroerend vermogen afzonderlijke belast Voordeel: telkens start aan laagste tarief Enkel in rechte lijn, tussen echtgenoten en samenwoners TIP: zorg voor evenwichtige samenstelling roerend en onroerend vermogen !!!

51 Vlaamse splitting Fout Goed Fout

52 Afschaffing van “verdriettaks” op Vlaamse gezinswoning
Berquin Notarissen cvba Afschaffing van “verdriettaks” op Vlaamse gezinswoning

53 Bijkomende voorwaarden voor samenwoners
De begunstigden 1. Langstlevende echtgeno(o)t(e) 2. Samenwonende “partner” (wettelijk of feitelijk) Bijkomende voorwaarden voor samenwoners Feitelijke: 3 jaar i.p.v. 1 jaar samenwoning Wettelijke en feitelijke: bloedverwant in rechte lijn (en fiscaal gelijkgestelde) uitgesloten

54 Ook “laatste” gezinswoning
1ste geval = feitelijke scheiding (enkel voor gehuwden en wettelijke samenwoners) 2de geval = overmacht 3de geval = verblijf in rust-of verzorgingsinstelling, serviceflatgebouw of woningcomplex met dienstverlening

55 Impact van het huwelijkscontract
Principe: vrijstelling ongeacht huwelijksregime Huwelijksregime toch bepalend voor belangrijkheid van belastingbesparing (samen met: waarde woning + (soms) leeftijd langstlevende) Wettelijke vererving => besparing eerder gering in gemeenschapsstelsel ! (tenzij overledene alleen-eigenaar) “Langs leeft al” => besparing fundamenteel in 1ste erfenis (blijft na 2de erfenis dure formule !)

56 De gezinswoning met “gemengd karakter” (deels beroepsgebruik)
Beroepsdeel = bijzaak => vrijstelling voor het geheel Beroepsdeel is GEEN aanhorigheid => enkel vrijstelling op woninggedeelte

57 Gunsttarief voor de Brusselse gezinswoning
Zie documentatiebundel

58 Diverse verminderingen & vrijstellingen
Zie documentatiebundel

59 ten behoeve van het FAMILIEBEDRIJF
GUNSTREGIMES ten behoeve van het FAMILIEBEDRIJF

60 TWEE SOORTEN GUNSTSTELSELS
(1) Oude federale artikel 48 ² W.Succ. (2) Regionale art. 60bis W.Succ. Cumultoepassing is niet mogelijk ! (cfr. aanhef art. 60bis W.Succ)

61 (oud-Federaal stelsel)
Art. 48 ² W.Succ. (oud-Federaal stelsel)

62 Oorsprong: Wet 8 augustus 1980 (B.S. 15 augustus 1980)
Uitvoeringsbesluit K.B. 26 november 1980 (B.S. 12 december 1980) Van toepassing sinds 1 januari 1981 WAT ? = beperkte vermindering van het successietarief

63 VOORWAARDEN art. 48 ² W.Succ.
(1) Vereiste verwantschapsband tussen decujus en erfgenaam => Vlaanderen: echtgenoot of erfgenaam in rechte lijn Merk op: samenwoners niet ! (cfr. art. 48 Vl.W.Succ. definitie samenwoners: “Voor de toepassing van dit (!) artikel …) => Brussel & Wallonië: echtgenoot, wettelijke samenwoner of erfgenaam in rechte lijn

64 VOORWAARDEN art. 48 ² W.Succ. (vervolg)
(2) Minimaal erfdeel => € => te beoordelen per kop/per erfdeel ! (niet de nalatenschap in haar geheel) (3) Aard van de activa => activa door decujus of echtgenoot (in Bxl & Wal. ook wettelijke samenwoner) beroepsmatig geïnvesteerd => … in nijverheid-, handels-, ambachts- of landbouwbedrijf => kan zowel eenmanszaak zijn als aandelen van vennootschap => vrij beroep uitgesloten ! => holdings uitgesloten ! (Cass., 15 oktober 1998) => patrimoniumvennootschap uitgesloten (Rb.Antwerpen, 7 december 1992) => exploitatie of zetel in België vereist ? = betwist (fiscus: ja !)

65 VOORWAARDEN art. 48 ² W.Succ. (vervolg)
(4) Persoonlijke exploitatie => door decujus (of echtgenoot, (samenwoner in Bxl & Wal.), eventueel samen met één of meer afstammelingen) - sinds verkrijging - tot op dag van overlijden - in vennootschappen => = het bestuur waarnemen (niet loutere geldbelegging als aandeelhouder of stille vennoot) => door erfgenamen (of sommigen onder hen) - daadwerkelijk en zonder onderbreking - gedurende ten minste 3 jaar vanaf het overlijden, tenzij overmacht (sanctie: bijrechten)

66 VOORWAARDEN art. 48 ² W.Succ. (vervolg)
(5) Vormvoorwaarden => opgave van de activa/aandelen in een afzonderlijke rubriek in aangifte van nalatenschap + nauwkeurige omschrijving => uitdrukkelijk om toepassing art. 48 ² W.Succ. verzoeken + toepasselijkheid voorwaarden bevestigen

67 Zijn GEEN voorwaarden voor de toepassing van art. 48 ² W.Succ.
=> minimale participatiegraad => tewerkstelling => kapitaalbehoud na overlijden => plicht tot opmaak jaarrekening => (periodische) meldingsplicht na overlijden

68 TARIEFVOORDEEL art. 48 ² W.Succ. Situatie in Vlaanderen
Normaal art. 48 ² W.Succ. > € = 27 % – € = 22 % > € = 25 %

69 TARIEFVOORDEEL art. 48 ² W.Succ. Situatie in Brussel & Wallonië
Normaal art. 48 ² W.Succ – € = 24 % – € = 22 % > € = 30 % > € = 25 %

70 Art. 60bis W.Succ. (Regionaal stelsel)

71 VLAAMSE versie art. 60bis W.Succ.

72 OORSPRONG & Sedes Materiae
=> Vlaams Decreet 20 december 1996 (herhaaldelijk gewijzigd) => Vlaams Uitvoeringsbesluit 18 november 1997 => Interpretatieve Omzendbrief d.d. 30 april 2004 (B.S. 19 augustus 2004) (vervangt omzendbrief 6 juli 2001 !)

73 DOELSTELLINGEN WETGEVER
(1) Behoud tewerkstelling (2) Bevorderen van ondernemingscontinuïteit (3) (Toonder)aandelen opnieuw in zgn. “officiële sfeer” brengen (4) Overbodig maken van (buitenlandse) constructies ter vermijding van successierechten

74 TARIEF => oorpsronkelijk 3 % => thans 0 %
(vanaf de eerste € i.t.t. art. 48² W.Succ.) = afzonderlijke belastbare massa (naast de Vlaamse “splitting”)

75 NIET RELEVANT is: (1) Graad van verwantschap tussen erflater en erfgenaam (ook “vreemden” !, bv. werknemer, management) (2) Waarde van de geërfde activa (geen “minimum”waarde i.t.t. art. 48² W.Succ. – ook geen maximum-waarde) (3) Aard van de erfopvolging (wettelijke erfopvolging, testament, contractuele erfstelling, fictie-bepalingen W.Succ. zoals art. 5 of 7 W.Succ.)

76 VOORWERP VAN DE VRIJSTELLING (art. 60bis, § 1)
De “nettowaarde” van: (1) “Activa door de erflater of zijn echtgenoot beroepsmatig geïnvesteerd in een familiale onderneming” OF (2) “de aandelen in een familiale vennootschap of vorderingen op een dergelijke vennootschap”

77 FAMILIALE ONDERNEMING (art. 60bis, §2)
=> zgn. “éémanszaak” of “handelszaak” (niet in vennootschap geïncorporeerd bedrijf) => vereiste activiteit: nijverheid – handel – ambacht – landbouw – vrij beroep => persoonlijke exploitatie vereist - tot op dag van overlijden - door erflater en/of echtgenoot (al dan niet samen met anderen)

78 FAMILIALE ONDERNEMING (vervolg)
Begrip “beroepsmatig geïnvesteerde activa” ? => analoge interpretatie als in art. 48² W.Succ. (cfr. art. 2, K.B ) => cfr. ook omzendbrief

79 FAMILIALE VENNOOTSCHAP (art. 60bis, §3)
=> zetel van werkelijke leiding in lidstaat Europese Unie (volgens fiscus te lezen als “EER”, Europese Economische Ruimte) => hoeft niet noodzakelijk over rechtspersoonlijkheid te beschikken => persoonlijke exploitatie NIET vereist (erflater en/of echtgenoot hoeven geen bestuurder of zaakvoerder te zijn) => aard van de activiteit NIET relevant (ook holdings, ook patrimoniumvennootschap)

80 FAMILIALE VENNOOTSCHAP (vervolg)
=> OFWEL … OFWEL … (i) ofwel beantwoordt de vennootschap zelf aan de voorwaarden (ii) ofwel houdt de vennootschap aandelen of vorderingen van dochtervennootschappen die aan de voorwaarden beantwoorden = keuzerecht voor belastingplichtige ! (cfr. omzendbrief) Welke voorwaarden ? §1 (participatievoorwaarde, zie verder) §5 (tewerkstellingsvoorwaarde, zie verder) §8 (jaarrekeningvoorwaarde, zie verder)

81 FAMILIALE VENNOOTSCHAP (vervolg)
AANDELEN of VORDERINGEN (art. 60bis, §4) (1) aandelen (kapitaalaandelen, aan toonder of op naam, al dan niet met stemrecht) (2) maatschappelijke rechten in vennootschappen (bv. winstbewijzen) (3) certificaten van aandelen = certificeringstechniek ! voorwaarde: - emittent zetel in EER - certificaat vertegenwoordigt aandelen van een familiale vennootschap die aan de gestelde voorwaarden voldoet - emittent heeft plicht om inkomsten binnen de maand door te storten (4) vorderingen (bv. rekening-courant, obligatielening …) (5) certificaten van vorderingen

82 NETTO-WAARDE (art. 60bis, §9)
=> aftrek schulden van verkoopwaarde (!) op datum van overlijden van beroepsmatig geïnvesteerde activa (familiale onderneming) of aandelen (familiale vennootschap) => inzake holding-aandelen: netto-waarde beperkt tot de waarde van de aandelen van (en vorderingen op) de dochtervennootschappen die aan de vrijstellingsvoorwaarden voldoen (+ eventuele voorafgaandelijke pro-ratering op niveau van de dochter indien dochter < 5 personeelsleden heeft) => bij aanwezigheid van drie te belasten erfboedels en toepassing van “splitting” (1. roerend, 2. onroerend en 3. familiebedrijf) wordt inzake schuldenaftrek chronologisch (telkens tot uitputting) in volgende chronologische volgorde aangerekend (i) eerst het familiebedrijf (art. 60bis-goederen) (ii) dan op roerende goederen (iii) in laatste instantie op de onroerende goederen (uitzondering: “specifieke” schulden)

83 UITGESLOTEN ACTIVA (art. 60bis, §6)
= anti-rechtsmisbruikbepaling => doel: vermijden van “artificiële opfokkerij” kort voor overlijden => wat is uitgesloten ? (1) activa die bijkomend belegd worden in 3 jaar voor overlijden (normale voorraadrotatie = OK) (2) kapitaalverhogingen of bijkomende leningen in 3 jaar voor overlijden (niet bedoeld = financiering via bankinstelling) => tenzij bewijs van “rechtmatige fnanciële of economische behoeften”

84 TOEPASSINGSVOORWAARDEN OP MOMENT VAN OVERLIJDEN
Art. 60bis Vl.W.Suc. OP MOMENT VAN OVERLIJDEN

85 1ste VOORWAARDE: PARTICIPATIE-voorwaarde ALGEMEEN:
(1) activa of aandelen moeten … (2) in de 3 jaar voorafgaand aan het overlijden …. (3) ononderbroken … (4) voor minstens 50 % toebehoord hebben aan erflater of zijn echtgenoot Uitzondering: aandelen in VSO

86 Participatie-voorwaarde (vervolg)
BEPERKTE FAMILIEKRING telt mee voor berekening 50 %-grens Activa of aandelen reeds in het bezit van: (1) ascendenten of descendenten (+ hun echtgenoten) (2) zijverwanten van erflaten t.e.m. 2de graad (+ hun echtgenoten) d.i. broers, zussen, schoonbroers, schoonzussen (3) kinderen van vooroverleden broers en zussen

87 Tellen mee voor berekening 50 %-grens (SCHEMATISCH)

88 Voorbeeld 1. A is gehuwd met B onder scheiding van goederen. A bezit op datum van overlijden nog 10 % van de aandelen van NV “X”. Zijn zakenpartner Z beschikt over 50 %. De kinderen van A (C en D) ontvingen van A eerder via schenking 40 % van de aandelen. A sterft Oplossing: De 10 %-participatie van A komt in aanmerking voor de vrijstelling. Samen met zijn kinderen bezit hij 50 %.

89 Voorbeeld 2. Drie broers A, B en C bezitten elk 1/3 van de aandelen van een NV. A en B zijn vooroverleden. Hun aandelen zijn vererfd voor het VGB aan hun LLE en voor de BE aan hun kinderen. Quid bij het overlijden van C (per hypothese ongehuwd) die op datum van overlijden nog 33,3 % van de aandelen bezit ? Oplossing: Erfgenamen van C kunnen in principe van vrijstelling genieten ! Er wordt rekening gehouden met het aandelenbezit van de kinderen van zijn vooroverleden broers A en B ! P.S. Feit dat deze kinderen slechts BE bezitten, speelt geen rol want VGB zit bij hun moeder die ook meetelt (= schoonzus).

90 Voorbeeld 3. Zelfde uitgangspunt als voorbeeld 2. maar de broers A en B zijn niet overleden. Ze hebben wel reeds hun aandelen tijdens hun leven weggeschonken aan hun kinderen. C sterft en bezit alsdan nog 33,3 %. Oplossing: De erfgenamen van C kunnen NIET genieten van de vrijstelling. Het restant van de aandelenparticipatie zit bij de kinderen van de broers B en C doch dit is verder dan de 2de graad (= 3de graad) ! Cfr. wettekst kinderen van broers/zussen komen maar in aanmerking als broer/zus zelf vooroverleden is !

91 Participatie-voorwaarde
& BEWIJS VAN AANDELENBEZIT Cfr. Omzendbrief 30 april 2004 Aandelen op naam: geen probleem (register van aandelen) Aandelen aan toonder: => principe: bewijs via alle middelen van gemeen recht => voor fiscus voldoende bewezen in drie specifieke gevallen a) laatste drie jaar op AV verschenen met alle aandelen b) uittreksels van dividenduitkeringen laatste drie jaar c) attest van bankinstelling inzake open of gesloten bewaargeving laatste drie jaar

92 Participatie-voorwaarde
& SCHENKINGEN in DRIE JAAR VOORAFGAAND OVERLIJDEN Cfr. Omzendbrief 30 april 2004 Schenking ZONDER BETALING van schenkingsrecht => spontane aangifte: vrijstelling mogelijk => geen spontane aangifte: geen vrijstelling mogelijk Schenking MET BETALING van schenkingsrecht => geen successsierechten meer verschuldigd => geen progressievoorbehoud in Succ.R. indien het roerende schenking betrof (art. 66bis, tweede lid W.Succ.) => weggeschonken aandelen komen desgevallend in aanmerking voor 50 %-grens indien begiftigde behoort tot de beperkte kwalificerende familiekring

93 Participatie-voorwaarde
& HERSTRUCTURERING in DRIE JAAR VOORAFGAAND OVERLIJDEN Fusie, splitsing, inbreng van aandelen “andere verrichtingen”: betekenis ? (omzetting éénmanszaak naar vennootschap ? – geen concreet voorbeeld in Omzendbrief) belet vrijstelling niet indien men voor èn na de verrichting aan de voorwaarden voldoet indien gepaard met kapitaalverhoging: geen toepassing art. 60bis, §6 W.Succ.

94 2de VOORWAARDE: TEWERKSTELLINGS-voorwaarde
Europees Hof van Justitie (Arrest Vogten) Tewerkstellingsvoorwaarde herschreven => Decreet Niet langer tewerkstelling in Vlaanderen vereist, in EER-verband = OK Niet langer minimum-aantal werknemers Voortaan: minimum € loonlast in 12 kwartalen vóór overlijden

95 Tewerkstellingsvoorwaarde
(vervolg) PRINCIPES Loonlast < €: vrijstelling proportioneel Begrip “loonlast” Niet => huishoudelijke handarbeid (cfr. vroegere “dienstboden”) Loonlast erflater & zijn gezin: maximaal voor € in rekening genomen Indexatie

96 3de VOORWAARDE: OPMAAK JAARREKENING
art. 60bis, §12 Vl.W.Succ. verplichte opmaak van jaarrekening in periode 3 jaar voor overlijden zowel voor éénmanszaak als voor vennootschap buitenlandse bedrijven: jaarrekening conform wetgevind plaats van zetel jaarrekening dient aangewend te zijn ter verantwoording van aangifte in inkomstenbelastingen

97 4de VOORWAARDE: VOORWAARDEN INZAKE AANGIFTE VAN NALATENSCHAP
= art. 60bis, §1, §10 en §11 Vl.W.Succ. Vier concrete voorwaarden: (1) in aangifte moet uitdrukkelijk om toepassing art. 60bis W.Succ. verzocht worden (2) activa of aandelen bedoeld in art. 60bis W.Succ. moeten spontaan worden aangegeven (3) activa of aandelen bedoeld in art. 60bis W.Suc. moeten in a fzonderlijk rubriek in de aangifte worden vermeld (4) bij aangifte dient door Vlaamse Regering afgeleverd attest inzake kapitaal & tewerkstelling afgeleverd te worden

98 VOORWAARDEN TOT BEHOUD van vrijstelling art. 60bis Vl. W.Succ.
NA OVERLIJDEN

99 1ste VOORWAARDE: BEHOUD VAN ACTIVITEIT
gedurende minstens 5 jaar na het overlijden niet expliciet als voorwaarde vermeld in wettekst = af te leiden uit en logisch gevolg van andere voorwaarden die na het overlijden dienen vervuld te worden (cfr. behoud tewerkstelling, jaarrekeningenplicht, behoud activa en kapitaal, enz.) mag in éénmanszaak andere activiteit zijn op voorwaarde = kwalificerende activiteit geen persoonlijke voorzettingsplicht ! (i.t.t. art. 48 ² W.Succ.) => eenmanszaak/aandelen mogen verkocht worden dadelijk na overlijden door erfgenamen die van vrijstelling genoten => best in verkoopsovereenkomst behoud van activititeit opleggen !

100 Nieuw criterium: behoud loonlast in 20 kwartalen na overlijden
2de VOORWAARDE: BEHOUD VAN TEWERKSTELLING Sinds mechanisme van voortschrijdend gemiddeld aantal WN afgeschaft Nieuw criterium: behoud loonlast in 20 kwartalen na overlijden Moet minstens gelijk zijn aan 5 / 3 de van loonlast in 12 kwartalen voor overlijden Cijfervoorbeeld: zie documentatie

101 3de VOORWAARDE: BEHOUD VAN BELEGD VERMOGEN & KAPITAAL/VORDERINGEN
WAT ? = verbod van uitkering of terugbetaling => het belegd vermogen in de “familiale onderneming” => het kapitaal & de vorderingen in de “familiale vennootschap” Gedurende 5 jaar na overlijden Sanctie: normaal successietarief wordt evenredig verschuldigd Bv. Kapitaalvermindering ad 25 % = waarde van de aandelen zoals aangegeven op datum van overlijden wordt t.b.v. 25 % belast aan normaal tarief (+ 7% wettelijke intrest) Substitutie is mogelijk Bv. aflossing obligatie zonder effectieve uitbetaling (omzetting in R/C) Dividenduitkering blijft mogelijk indien aangerekend op beschikbare reserves

102 4de VOORWAARDE: BLIJVENDE OPMAAK VAN JAARREKENING
5 jaar na overlijden zowel voor eenmanszaken als voor vennootschappen

103 5de VOORWAARDE: MELDINGSPLICHT
jaarlijkse meldingsplicht afgeschaft sinds 1 januari 1999 thans nog enkel meldingsplicht in volgende gevallen: (1) zodra in de loop van de 5 jaar één van de voorwaarde tot behoud van vrijstelling niet meer is vervuld => via aanvullende aangifte => binnen 5 maand nadat verschuldigdheid definitief is komen vast te staan (2) na verloop van 5de jaar aantonen dat alle voorwaarden tot behoud vervuld zijn gebleven (inschrijven in agenda !!!) Hoe melden ? => cfr. concrete uitwerking in Uitvoeringsbesluit

104 BRUSSELSE versie van art. 60bis W.Succ.
Beknopte vergelijking met Vlaams regime

105 Tarief = 3 % Enkel voor KMO’s ! d.i. (1) minder dan 250 werknemers (2) ofwel jaaromzet < 40 miljoen euro ofwel jaarlijks balanstotaal < 27 miljoen euro (3) die het zelfstandigheidscriterium in acht neemt (d.i. een grote onderneming bezit niet 25 % of meer van het kapitaal)

106 OFWEL universaliteit van goederen, bedrijfstak of handelsfonds
=> vereiste activiteit: nijverheid, handel, ambacht, landbouwbedrijf, vrij beroep, ambt of post => geen participatievoorwaarde OFWEL volle eigendom (!) van aandelen van een vennootschap met zetel in EU => ook hier vereiste activiteit: nijverheid, handel, ambacht, landbouw, vrij beroep => wel participatievoorwaarde: (1) 25 % stemrecht in algemene vergadering (2) indien < 25 % => verplichte voorlegging van aandeelhoudersovereenkomst die betrekking heeft op 50 % stemrecht => naast aandelen ook certificaten => geldt niet voor vorderingen !

107 Andere voorwaarden (1) activiteit gedurende minstens 5 jaar na overlijden voortzetten in België (2) aantal werknemers (uitgedrukt in VTE’s) dient in 5 jaar na overlijden, jaar na jaar, voor minstens 75 % behouden blijven Merk op: geen historische minimale tewerkstellingsvereiste ! Plaats van tewerkstelling niet relevant ! (3) verplichting tot “kapitaalbehoud” in 5 jaar na overlijden (4) anti-rechtsmisbruikbepaling “op z’n Vlaams” (5) bij aangifte nalatenschap attest toevoegen dat bevestiging bevat dat voldaan is aan alle toepassingsvoorwaarden (6) jaarlijkse meldingsplicht gedurende 5 jaar na overlijden Niet vereist: jaarrekeningplicht

108 Conclusie : art. 60bis = goede airbag

109 BETALING VAN HET SUCCESSIERECHT

110 Onderscheid “betalingsplicht” & “bijdrageplicht”
Termijn = 7 maand vanaf overlijden Overlijden in EU (8 maand) – Overlijden buiten EU (9 maand) Betaling buiten termijn: nalatigheidstintrest 7% Tip ! => stort tijdig een provisie Uitstel van betaling op wettelijke gronden mogelijk (zelden in praktijk) Wijze van betaling: Principe: in geld Uitzondering: in natura d.m.v. kunstwerken (“Magritte”-wet 1985)

111 HET WAPENARSENAAL VAN DE FISCUS

112 Spionnen Cfr. verklikkingsplicht banken & verzekeringsmaatschappijen Hypotheek & andere zekerheden Opgelet in de praktijk met de zgn. “occulte” hypotheek Anti-Rechtsmisbruikbepaling “à la 344 W.I.B.” Art. 106, 2de alinea W.Succ. = “papieren tijger” Parl. Vr. Kamer, DUFOUR, => enkel in “privé-sfeer”

113 Wettelijke vermoeden Art. 108 W.Succ.
“De eis tot betaling van de rechten van successie en van overgang bij overlijden, alsmede van de boeten wegens gebrek aan aangifte of wegens niet-aangifte van enig roerend of onroerend goed, is, tot levering van het tegenbewijs, voldoende vastgesteld bij de door de afgestorvene te zijnen bate of op zijn verzoek verleden akten van eigendom. Edoch, ten opzichte der roerende goederen waarop artikel 2279 van het Burgerlijk Wetboek betrekking heeft, bestaat het door vorige alinea gevestigd wettelijk vermoeden slechts op voorwaarde dat de akten niet reeds sedert meer dan drie jaar vòòr het overlijden bestaan; in het tegenovergesteld geval, kan het bestaan van bedoelde akten door het bestuur enkel ingeroepen worden als een element van vermoeden, overeenkomstig artikel 105. “

114 Wettelijke vermoeden Art. 105 W.Succ
“Behoudens de bewijs- en controlemiddelen speciaal voorzien door onderhavig wetboek, wordt het bestuur er toe gemachtigd, volgens de regelen en door alle middelen van gemeen recht, met inbegrip van getuigen en vermoedens, maar met uitzondering van de eed, en, bovendien, door de processen-verbaal van zijn agenten, elke overtreding van de beschikkingen van onderhavig wetboek vast te stellen en om het even welk feit te bewijzen dat de opvorderbaarheid van een recht of een boete laat blijken of er toe bijdraagt deze opvorderbaarheid te laten blijken. Deze processen-verbaal gelden als bewijs tot het tegendeel bewezen is. Zij zullen aan belanghebbenden betekend worden binnen de maand van de vaststelling van de overtreding. Deze betekening mag gebeuren bij een ter post aangetekend schrijven. De afgifte van het stuk ter post geldt als betekening van de volgende dag af. “

115 SCHENKING & SUCCESSIERECHT - De 3-jaarstermijn
Belaste schenking mekaar opvolgend in 3 jaar tussen zelfde partijen (progressievoorbehoud in schenkingsrecht – art. 137 W.Reg.) Niet belaste schenking in 3 jaar voor overlijden (fictie-bepaling – art. 7 W.Succ.) Belaste schenking in 3 jaar voor overlijden (progressievoorbehoud in successierecht – art. 66bis W.Succ. Zie DOCUMENTATIE

116


Download ppt "S U C C E S S I E R E C H T E N Eric L. SPRUYT Notaris te Brussel"

Verwante presentaties


Ads door Google