De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

"Santa is coming to town".

Verwante presentaties


Presentatie over: ""Santa is coming to town"."— Transcript van de presentatie:

1 "Santa is coming to town"

2 X "Santa is coming to town"

3 X "Santa is coming to town"

4 X "Santa is coming to town"

5 X "Santa is coming to town"

6 "Santa is coming to town"

7 "Santa is coming to town" Waar gaat het nou over; de mythe doorbroken!
Sinterklaas – Nederland Kris Kringle – Scandinavië Father Christmas – Noordpool Santa Claus – Amerika

8

9 "Santa is coming to town" Welke “Santa” richt jij je op? Sinterklaas?
– Ik ken hem niet… Santa? – vliegt altijd weg… God, de heilige? Bent u daar? Of Niet? Bestaat u wel? En hoe dan? Ik zie u niet! Waar dan?

10 "Santa is coming to town" In de Bijbel!!
Bijbel = 66 boeken (bibloi in het Grieks) Bijbel = bijna oudste boek op aarde Bijbel = meeste papier van teruggevonden Bijbel = meeste mensen schrijven hetzelfde Bijbel = O.T. + N.T. Evangeliën = eerste 4 boeken N.T. Evangeliën = 4 mensen schrijven hetzelfde: Matheus, Markus, Lukas, Johannes.

11 "Santa is coming to town" We lezen uit Lukas 1 vanaf 26 t/m 38
Dan Lukas 2 vanaf 1 t/m 20 En nog meer! Mattheus 2 vanaf 1 t/m 23 We lezen hier hoe de echte Heilige, de Messias, de Koning van de Joden naar ons toekwam als een gewoon kind van vlees en bloed.

12 LUKAS 1:26 In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea,

13 27 naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Het meisje heette Maria.

14 28 Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’

15 29 Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had.

16 30 Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. 31 Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen.

17 34 Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren
34 Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad.’

18 38 Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.

19 LUKAS 2:4 Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was.

20 6 Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan,

21 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene
7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.

22 8 Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde.

23 9 Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken.

24 10 De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: 11 vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de Heer. 12 Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’

25 13 En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 14 ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’

26 15 Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’

27 16 Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag.

28 17 Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd.

29 MATTHEUS 2 Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden
MATTHEUS 2 Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’

30 3 Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem.

31 4 Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden.

32 7 Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was,

33 8 en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het eer te bewijzen.’

34 10 Toen ze dat zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde.

35 11 Ze gingen het huis binnen & vonden het kind met Maria, zijn moeder
11 Ze gingen het huis binnen & vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich neer om het eer te bewijzen. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaar-heden & boden het kind geschenken aan: goud, wierook & mirre.

36 12 Nadat ze in een droom waren gewaarschuwd om niet naar Herodes terug te gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land.

37 13 Kort nadat zij op die manier de wijk genomen hadden, verscheen er aan Jozef in een droom een engel van de Heer. Hij zei: ‘Sta op en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte. Blijf daar tot ik je weer roep, want Herodes is naar het kind op zoek en wil het ombrengen.’

38 14 Jozef stond op en week nog diezelfde nacht met het kind en zijn moeder uit naar Egypte.

39 16 Toen Herodes begreep dat hij door de magiërs misleid was, werd hij verschrikkelijk kwaad,

40 en afgaande op het tijdstip dat hij van de magiërs had gehoord, gaf hij opdracht om in Betlehem en de wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen.

41 19 Nadat Herodes gestorven was, verscheen er in een droom aan Jozef in Egypte een engel van de Heer. 20 De engel zei: ‘Sta op, ga met het kind en zijn moeder naar Israël. Want zij die het kind om het leven wilden brengen, zijn gestorven.’

42 21 Jozef stond op en vertrok met het kind en zijn moeder naar Israël.

43 23 Hij ging wonen in de stad Nazaret, en zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeten: ‘Hij zal Nazoreeër genoemd worden.’

44 "Santa is coming to town" Interressante punten: God kwam bij ons, heel gewoon, als een zoon van gewone mensen! 4 maal – zoals de profeet voorzegd had. Het moest allemaal zo gebeuren! Waarom?

45 MARKUS 15:24 Ze kruisigden hem en verdeelden zijn kleren onder elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen.

46 MATTHEUS 27:50 Jezus riep wederom met luider stem en gaf de geest.

47 "Santa is coming to town" 32, 33-jarige leeftijd aan het kruis… God gaf Zijn eigen Zoon… Voor al onze zonden/fouten… En ook voor die van jou…

48 Laat deze Santa ook in jouw “town” (hart) toe.
"Santa is coming to town" Laat deze Santa ook in jouw “town” (hart) toe. Napraten kan na de dienst vooraan!


Download ppt ""Santa is coming to town"."

Verwante presentaties


Ads door Google