Download de presentatie
GepubliceerdEva Koster Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Moet je nou eens zien! Jesaja 35:5-6
Moet je nou eens kijken! Wat daar gebeurt, je kunt je ogen niet geloven! Stel je voor dat we bij het ziekenhuis in Delft stonden. En dat ze dan allemaal naar buiten kwamen, alle patiënten die daar zo ziek en zwak hebben gelegen. Dat ze nu naar buiten komen huppelen. Weg met de slangetjes van het infuus! Laat je krukken en je rollator maar staan! Je hoeft geen blindenstok meer voor je uit te tikken. Iedereen is weer beter! Zo iets groots gebeurt er in Jesaja 35. En de overgang is nog groter als je kijkt wat er vóór gebeurt. Jesaja 34 is een streng en somber hoofdstuk. Jesaja 35:5-6
2
Woestijn in bloei Jesaja 34: Oordeel over Edom “Het land wordt het domein van jakhalzen” Klein Juda: waar vind je steun? Gods Woord er doorheen: wraak wordt bevrijding Gods oordeel over Edom, het buurvolk van Israël, dat ten zuiden van Juda z’n gebied had. Er blijft niets van over (34:13): “Dorens overwoekeren de burchten, onkruid en distels de vestingen. Het land wordt het domein van jakhalzen, de woonplaats van struisvogels.” Precies het tegenovergestelde van waar Jesaja 35 mee begint: “De woestijn zal zich verheugen, de dorre vlakte vrolijk zijn, de wildernis zal jubelen en bloeien.” Voor de mensen van toen een ongekende doorbraak. Jesaja werkt als profeet in het kleine landje Juda. Aan alle kanten zijn ze omringd door buren die nu niet bepaald vriendelijk zijn. Qua politiek weten ze niet goed waar ze steun moeten zoeken: Egypte, Assyrië? Wie zijn je vrienden en voor wie moet je oppassen? Jesaja mag er met het Woord van God doorheen komen. Dat woord schuift alle politieke vragen opzij. Verkijk je niet op de grote machten van de wereld. Zoek je vrienden niet in de onzekere volkenwereld. Maar richt je hart op God, en zie hoe Hij voor je opkomt. [KLIK] Die gevaarlijke buren en die grote politieke machten zullen merken wie God is en hoe Hij zijn volk beschermt. Dat is het verhaal van Jesaja 34, de wraak over Edom. En datzelfde verhaal komt van een heel andere kant nog eens in Jesaja 35: wraak en vergelding zijn tegelijk bevrijding. De HEER komt in actie, en dan gaat er wat gebeuren. Moet je nou eens zien! * Nou, ik moet het eerst nog eens zien. Soms is het goede nieuws te mooi om te geloven. Zie je het al voor je? Het ziekenhuis in Delft dat leegstroomt, alle patiënten in één klap genezen? Een woestijn die in een prachtig paradijs is omgetoverd. Je zou er moedeloos van worden: ja zeg, zie je het al gebeuren?
3
Moet het nog zien … Moedeloos Blinden, doven, lammen, stommen
Aparte groep? Het hele volk! Geestelijk lamgeslagen Van onze kant niets goeds Na Jesaja 35 Sanherib Hizkia ziek “Gasten” uit Babel … Dat moedeloze is er ook geweest bij het volk van de HEER. Zo worden ze aangesproken: “Zeg tegen het moedeloze volk: Wees sterk en vrees niet.” Zo goed kent God zijn mensen. Breekt Hij door met zijn verlossing, dan zien wij het nog vaak niet zo zitten. Hoe zit het eigenlijk met die blinden die weer kunnen zien, de doven die hun gehoor terugkrijgen, de invaliden die opeens gaan lopen, en de stomme monden die weer kunnen spreken? Het is een beeld dat vaker voorkomt als de tijd van het heil wordt aangekondigd. En Jezus zelf heeft er op teruggegrepen om aan te geven waar Hij voor gekomen is. Je zou kunnen denken aan speciale groepen in Israël. De mensen die letterlijk blind en doof etc. zijn. Als God komt met bevrijding, dan is er meteen ook genezing voor zieken en gehandicapten. Maar ik geloof dat het een stapje verder gaat. [KLIK] Jesaja 35 gaat niet over groepjes binnen het volk, maar over het hele volk van God. Zo zijn ze er allemaal aan toe: doof en blind, verlamd en stom. Daar kan een heel stuk fysieke onmacht bij zijn. Dat ze letterlijk lamgeslagen zijn door alle narigheid, dat ze het met allerlei kwalen te stellen hebben. Maar daarin raken ze ook geestelijk gehandicapt, belemmerd in hun geloof. Geblokkeerd om te zien wie God is, doof voor wat Hij zegt, niet meer in beweging te krijgen, en stilgevallen in de lofprijzing aan Hem. We hebben er bij gelezen uit Jesaja 29. Daar krijgt het ook een verwijtende toon, speciaal voor hen die geestelijke leiders zouden moeten zijn: “Jullie staan daar verdwaasd, alsof jullie blind zijn. Wees maar verdwaasd en wees maar blind. De profeten zijn dronken, maar niet van de wijn, de priesters waggelen, maar niet door de drank.” Dat vindt God echt erg, als mensen zich stekeblind en oostindisch doof houden. Als ze erbij staan wanneer God in actie komt, maar ze doen er niets mee. Dat is wat er van onze kant gebeurt, wat wij te bieden hebben. Doof en blind en lam en stom. Niet veel fraais. Niet echt iets waar God wat mee kan. Zelfs als we horen hoe God in aantocht is met redding en leven, reageren we moedeloos: ach ja, ik moet het nog zien. En dat moedeloze wordt nog een beetje erger als je doorleest in Jesaja. ’t Is zo’n prachtige belofte, van een woestijn die in bloei komt te staan, leven dat doorbreekt waar alleen maar de dood is, een stad Jeruzalem en een berg Sion die bruisen van feest voor God. Maar dan. Je krijgt in Jesaja het verhaal over koning Sanherib die met zijn leger Jeruzalem omsingelt. Het scheelt er niet veel aan of de stad moet zich overgeven. En als dan op een wonderlijke manier, na hartstochtelijk bidden van koning Hizkia, God ingrijpt en de belegering verbreekt, dan denk je: nu komt het weer goed. Maar dan krijgt diezelfde koning Hizkia een vreselijke ziekte en hij zal sterven. Weer komt er een wending: nog 15 jaar erbij. Maar de volgende dreiging komt er alweer aan: op het nieuws van die wonderlijke genezing van de koning zijn er gasten uit het verre Babel gekomen, en Hizkia leidt ze trots rond in zijn paleis en langs de schatkamers van de tempel. Maar is dat nou wel zo slim? Diezelfde gasten uit Babel zullen binnen afzienbare tijd terugkomen, en dan roven ze alle schatten uit de tempel weg. Jeruzalem is ontsnapt aan de ene vijand, maar is straks overgeleverd aan de volgorde. Zo hangt de ballingschap, het einde van Israël, als een schaduw over dat volgende stuk van Jesaja. Stoot je zo niet vreselijk je neus? Je wilt geloven wat God belooft, je ziet de bevrijding er al aankomen. Maar intussen schuift er iets heel anders tussen. Het lijkt helemaal niet goed te komen! Wat komt er van terecht, van die bloeiende woestijn en van dat ziekenhuis dat leegstroomt omdat iedereen weer fit en vrolijk loopt te huppelen? Als je soms zo futloos bent in je geloof, en van de kerkdiensten volgens het vaste patroon zo moedeloos kunt worden. Als je helemaal geen nieuwe kracht voelt stromen, maar meemaakt hoe je leven steeds kleiner wordt, en je straks misschien wel het verzorgingshuis of het verpleeghuis wordt binnengereden. Ik moet het nog zien … * Moet je nou eens zien: de HEER komt eraan! Eigenlijk is dat wat de verrassing van Jesaja 35 zo groot maakt. Door onze moedeloze matheid heen komt de HEER zelf naar ons toe. “Men aanschouwt de luister van de HEER, de schoonheid van onze God.”
4
Ogen open! Bloeiende woestijn => schoonheid van de HEER
Blind zolang je Christus niet ziet Voorloper: Johannes de Doper “Bent u het?” “Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: blinden kunnen weer zien en verlamden weer lopen …” Over je twijfel heen geloven Dat gebeurt niet zo vaak in de bijbel, dat je over de schoonheid van God hoort. God is zo mooi! Het staat meteen naast elkaar in Jesaja 35: de wereld die in een bloeiend paradijs wordt omgetoverd, een pracht voor je ogen, en de HEER die zich in al zijn luister en schoonheid laat zien, echt de pracht voor je ogen. Waar de HEER komt, daar gebeurt het: waterstromen zullen de woestijn splijten, beken de dorre vlakte doorsnijden. Hij alleen kan dat: leven brengen waar de dood heerst. Als blinden de ogen worden geopend en als de oren van doven worden ontsloten, dan kan dat alleen maar zo: als je de HEER gaat zien. Wij mensen zijn blind zolang we Christus niet zien. Hij is de HEER in zijn luister en schoonheid. Zullen we leren oog te krijgen voor de HEER? [KLIK] Deze tijd van Advent is de tijd van uitzien. Maar dan staren we niet in de lege verte. Niet in het donker naar een heel vaag lichtje. Maar we richten onze ogen op Jezus Christus. Hij komt in eigen persoon het heil en het leven in onze wereld brengen. Zien we Hem, dan glanst de glorie van de HEER ons tegemoet, en dat brengt glans en glorie in ons eigen leven. Dan gaat inderdaad de woestijn bloeien. Dan gaan onze blinde ogen glimmen, en we spitsen onze dove oren. Onze lamme benen krijgen kracht en spirit als Jezus komt, de Redder. En onze mond, die openvalt van verbazing, gaat stamelen en spreken om te vertellen hoe mooi Hij is. Misschien heb je wel even tijd nodig om die schoonheid van de HEER te ontdekken. Moedeloze mensen komen er niet zomaar bovenuit. Als eindelijk de tijd van Jezus aanbreekt, kunnen mensen hun ogen niet geloven. We denken even aan het project voor de kinderen: de Redder en zijn voorloper. Die voorloper heet Johannes, en hij staat zo dicht bij Jezus als geen ander. En toch: als het dan eenmaal zo ver is, kan ook Johannes zijn ogen niet geloven. Hij laat de vraag bij Jezus brengen: bent u het nu echt? Hebben we op u zo lang gewacht, of komt er straks nog een ander. Jezus geeft een antwoord waar twee dingen inzitten. Hij pakt Jesaja 35 er bij, en Hij zegt: doe nu je ogen eens open! Luister maar naar Jezus’ antwoord aan Johannes (Matteüs 11:4-6): “Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: blinden kunnen weer zien en verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan mij geen aanstoot neemt.” Die aanmoediging krijgen wij vandaag ook mee. Doe je ogen maar open! Als de HEER komt met zijn bevrijding, dan gaat er echt wat gebeuren. Dan verandert je leven grondig. Water gaat stromen in het dode land van de woestijn. Geloof komt in de benen, waar je eerst alleen door je knikkende knieën zakte. God zelf helpt je er overheen, Hij opent ons de ogen om te zien waar Hij aan het werk is. Moet je nou eens zien! * Moet je nou eens zien! Zo halen we elkaar erbij. Als er iets bijzonders gebeurt in de straat, dan kun je de anderen zo naar buiten halen: joh, kom mee!
5
Kom mee kijken! Optocht van bevrijde mensen
“Gekroond met eeuwige vreugde” Als de tocht je zwaar valt … Volhouden: Hij komt! Zo’n optocht wordt het ook in Jesaja 35. De vreugde barst los, niet alleen de vreugde van de woestijn die in bloei staat. Maar ook de vreugde van de mensen die meemaken hoe God ze komt bevrijden. Over de gebaande weg trekken ze naar de heilige stad om het feest van de HEER te vieren. Laat je krukken maar vallen en laat je rollator in de gang staan. Het lapje voor je blinde oog kan weg. Want je ziet weer helder en je hebt kracht in je benen gekregen. De HEER komt eraan, en daar wil je bij zijn. “Gekroond met eeuwige vreugde”, zegt Jesaja van de mensen die de stad binnentrekken. Wie zou die feestkroon op hun hoofd gezet hebben? De HEER zelf toch? Als Hij je met zijn genade bevrijd van dood en dreiging en ondergang, dan brengt Hij een vreugde in je leven die nooit weer weggaat. Eeuwig: dit gaat niet weer over. Die vreugde mogen we vasthouden. God komt binnen in ons leven, en dan komt alles tot bloei. Soms zul je er even niet zoveel van zien. Soms heb je last van je luie oog of van je verstopte oren of van je trage hart. Blijf je dan richten op Hem: de God die onze luiheid overwint, die onze verstoppingen kan uitgraven, en ons trage hart toch aan de gang krijgt. [KLIK] Daar gaan we volgende week Avondmaal voor vieren. Om de gang erin te houden, ook als onze benen wel eens slap worden en als onze ogen dichtvallen. Dan komt de HEER zelf ons tegemoet, Hij stopt ons zijn heil in handen. Dan mag je er al een stukje van ervaren, hoe verlossing doorbreekt in je verloren leven. Laat deze tijd van Advent een mooie optocht worden om in mee te gaan. Een training voor het grote feest dat God aanricht als Jezus komt. Laat je meenemen uit je verlamming om het feest in te gaan. Nog even volhouden! Het leven kan er hopeloos uitzien, en wat ons betreft is het soms ook hopeloos. Maar het woord van God gaat daar bovenuit. Wat Hij belooft, maakt Hij waar in Jezus: leven brengt Hij waar alleen maar dood is, genezing brengt Hij aan mensen die kapot zijn van binnen en van buiten. Klem je aan die belofte maar vast. En ga alvast langs de weg staan om Hem binnen te halen. Zie je Hem al komen?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.