De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen"— Transcript van de presentatie:

1 Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen
Integrale jeugdhulp is een beleidsprogramma van de Vlaamse Overheid om in de jeugdhulp, via intersectorale samenwerking en afstemming, beter te kunnen inspelen op vragen en behoeften van kinderen, jongeren, en hun gezinnen.

2 Een woordje geschiedenis
1998: commissie ad hoc Bijzondere Jeugdzorg 1999: maatschappelijke beleidsnota BJZ : experimentele pilootregio’s 2004: decreet IJH – decreet rechtspositie van de minderjarige in de IJH : uitvoering decreet IJH 2004 2013: nieuw decreet IJH - OVl voorstartregio 2014: implementatie Vlaanderen decreet IJH In 1998 werd in het Vlaams Parlement een commissie ad hoc Bijzondere Jeugdzorg opgericht, die als opdracht had een themadebat over de Bijzondere Jeugdzorg te organiseren en een maatschappelijke beleidsnota over de Bijzondere Jeugdzorg op te stellen. Een greep uit de Maatschappelijke Beleidsnota Bijzondere Jeugdzorg (BJZ) (10 maart 1999) Complexere problemen Onvoldoende 1stelijns jeugdhulp (opvoedings-ondersteuning, gezinsbegeleiding, crisishulp) Te aanbodsgestuurde hulpverlening (hv) Soms onvoldoende differentiatie (vb. POS-MOF, HCA) Alle hulp naar jongeren georganiseerd/aangestuurd door de Vlaamse Overheid wordt gevat. Deze bevindt zich onder 2 departementen. Dit houdt in dat 2 ministers moeten samenwerken. Kinderpsychiatrie, belangrijk deel van de hulpverlening aangeboden naar jongeren maar aangestuurd door de Federale Overheid, wordt niet gevat door het decreet.

3 De organisatie van de hulpverlening
Sectoren Jeugdhulp gevat onder IJH: Agentschap Jongerenwelzijn (AJ) Algemeen Welzijnswerk (AWW) Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) Centra Leerlingenbegeleiding (CLB) Kind en Gezin (K&G) Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) Jeugdhulp niet gevat onder het decreet IJH K-diensten – IBE Revalidatiecentra Sociale Huizen

4 De organisatie van de hulpverlening
Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp BREDE INSTAP Preventieve Diensten, Kind en Gezin CLB JAC, AWW Onthaal CAW, AWW Gespecialiseerde rechtstreeks toegankelijke hulp Centra Geestelijke Gezondheidszorg Kortdurende residentiële begeleiding in een CKG thuisbegeleiding VAPH, ambulante begeleiding VAPH, mobiele begeleiding VAPH, DOP VK Niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Residentieel aanbod BJB Residentieel aanbod VAPH Langdurig residentieel aanbod CKG Gemeenschapsinstellingen Gemandateerde voorzieningen Jeugdhulp niet gevat onder het decreet IJH

5 Een nieuw decreet Jeugdhulp
Accenten: Vermaatschappelijking van de jeugdhulp Hulpcontinuïteit waarborgen Voorzien in een aanbod crisisjeugdhulp Maximale participatie van de minderjarige en zijn context Tijdige toegang tot de jeugdhulp Rechtstreeks en niet – rechtstreeks Gepast omgaan met verontrusting Zie ook brochure decreet op de website In het nieuwe decreet Integrale Jeugdhulp is er sprake van zes kernopdrachten. Samen vormen ze de missie van Integrale Jeugdhulp. Vermaatschappelijking van de jeugdhulp dit is duidelijk een nieuw accent in vergelijking met het huidige decreet. Het is een appèl om verder te kijken dan de reguliere, professionele hulpverlening een pleidooi om de buurt, het sociale netwerk, de familie, vrijwilligers, ed. een volwaardige plek te geven in het verlenen van de hulp. Hoe kunnen zij een sterkere rol spelen in de ondersteuning van de hulpvrager? Hulpcontinuïteit waarborgen Grenzen tussen voorzieningen mogen niet als effect hebben dat het traject van een cliënt verbrokkeld verloopt. Het is een aandachtspunt voor alle hulpverleners om er voor te zorgen dat de hulp naadloos of toch tenminste met zo weinig mogelijk breuken verloopt. De belangrijkste manier om aan de continuïteit te werken is er voor te zorgen dat men zo min mogelijk moet verwijzen. Men kan dit waarmaken door zo veel mogelijk expertise binnen te brengen in de voorziening. Indien men niet anders kan, is het belangrijk om de verwijzing met de grootste zorg op maat van de jongere aan te pakken. Voorzien in een aanbod crisisjeugdhulp Elke jongere in crisis heeft recht op een gepast hulpaanbod. De voorbije jaren is er een intersectoraal crisisnetwerk uitgeschreven en geïmplementeerd. Door die intersectorale crisisaanbod hebben we heel wat crisissen kunnen aanpakken. Maximale participatie van de minderjarige en zijn context Participatie is een fundamenteel recht van iedere hulpvrager. Tijdige toegang tot de jeugdhulp Rechtstreeks een dient een aanbod te zijn van laagdrempelige hulp die bij iedere hulpvrager bekend is, bereikbaar, beschikbaar, begrijpbaar en betaalbaar is. De cliënt moet er met zijn vraag terecht kunnen en ook verder geholpen worden. niet – rechtstreeks er moet gekomen worden tot een meer vraaggerichte hulp met flexibele combinatiemogelijkheden waarbij men niet meer tegen gehouden wordt door de grenzen van de sectoren. Gepast omgaan met verontrusting het betreft het brede domein van situaties waarin betrokkenen rond een cliënt zich zorgen maken omdat de ontwikkelingskansen van de jongere op een of meerdere vlakken in het gedrang komen. Er dient een gedeelde zorg gecreëerd te worden vanuit een intersectorale benadering. Ook en misschien meer nog in deze situaties moet de continuïteit van de hulp voor de jongere gewaarborgd worden. Er zijn 2 instanties, OCJ en VK, die van de overheid het expliciete mandaat krijgen om in verontrustende situaties te werken. Om samen te werken met de hulpverlening om te komen tot verandering en als het niet meer lukt, om door te verwijzen naar de gerechtelijke instanties.

6 BREDE INSTAP Hulpvrager MDT Toegangspoort Probleem gebonden hulp
Minderjarige-ouders-context Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp MDT Toegangspoort IRPC BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp Indicatiestelling Jeugd hulpregie Gemand. voorz. Gerecht. jeugdhulp Parket OCJ SDJ MDT VK Jeugd rechter Gemeenschaps- instelling Jeugdhulp buiten toep. gebied IJH MDT CAP De intersectorale tekening Belangrijkste principes van de verandering: De diensten die jeugdhulp bieden worden nog meer dan vroeger in een intersectoraal landschap geplaatst en tov elkaar gepositioneerd en in verband gebracht Er worden principes nagestreefd als: maximale toegankelijkheid, hulpcoördinatie en continuïteit, vermaatschappelijking van de zorg, participatie van cliënten Uitbreiden van het RTJ-aanbod: van NRTJ naar RTJ: op termijn 30% van het ambulante aanbod van NRTJ De vraag naar NRTJ en de vraag naar hulp (aanklampende hulp/opvolging) in verontrustende situaties wordt losgekoppeld van elkaar START De start is een vraag naar hulp – komt in het veld van de RTJ terecht BREDE INSTAP: De rechtstreeks toegankelijke hulp bestaat uit heel veel verschillende modules of hulpvormen. Op alle modules kan rechtstreeks beroep gedaan worden, maar in nogal wat situaties zal de cliënt niet meteen weten waar hij moet aankloppen met zijn hulpvraag. Het is daarom dat de RTJ zich organiseert via een brede instap. Die brede instap bestaat uit een aantal diensten van drie sectoren: de CLB, K&G, AWW. Cliënten kunnen daar terecht met al hun hulpvragen rond jeugdhulp, los van enige probleemkenmerken - hier kun je maw als cliënt niet het antwoord krijgen dat ze je niet kunnen helpen. De brede instap zal samen met de cliënt de vraag verhelderen, informatie, advies en korte hulp bieden, het aanbod verhelderen en gericht doorverwijzen indien nodig. De reden om dit zo te organiseren is duidelijk: de toegankelijkheid tot de hulp moet verbeteren, cliënten moeten niet meer de complexe sociale kaart kennen om tot bij de juiste hulp te komen. Als ze bij de brede instap aankloppen krijgen ze de garantie dat ze in zo weinig mogelijk stappen bij de juiste hulp terecht komen. PROBLEEMGEBONDEN HULP: Is er nood aan een specifiek aanbod dat zich richt op bepaalde problematiek, dan kan de cliënt terecht in de probleemgebonden hulp. vb. aanbod van CGG, CKG (Centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning), vluchthuizen CAW,… De cliënt kan hier terecht komen op verwijzing van de brede instap maar kan hier ook zelf vrij binnenstappen. JEUGDHULP BUITEN TOEPASSINGSGEBIED: Integrale Jeugdhulp is een beleidsproces dat de Vlaamse jeugdhulp wil optimaliseren. Niet alle jeugdhulp valt hier onder, bv. kinder- en jeugdpsychiatrie, drughulp, mutualiteiten, paramedicus, OCMW, huisartsen, private hulp, …Deze diensten zijn niet onmiddellijk in de hervorming betrokken maar uiteraard zullen ook zij zich opnieuw moeten positioneren en afstemming zoeken met de nieuwe spelers. NRTJ: Als de NRTJ opstart stopt de rol van de toegangspoort. in de NRTJ zit de zwaarder gewogen hulp vanuit BJB, VAPH en K&G vb. internaat, langdurige thuisbegeleiding,… Het kan ook dat er vanuit NRTJ-diensten een vraag naar de TP vertrekt vb. ifv herindicatiestelling ,hernieuwing jeugdhulpbeslissing, verlenging van IS, … TOEGANGSPOORT: Wanneer zet je dan de stap naar de toegangspoort? Als hulpverlener stel je samen met je cliënt vast dat er nood is aan ingrijpende hulp, vb. verblijf in een MPI, begeleidingstehuis,…Maw: hulp binnen RTJ is niet toereikend en de context van de cliënt kan onvoldoende ondersteuning bieden (cfr. methodieken vermaatschappelijking). Wie? Aanmelden kan door elke jeugdhulpaanbieder, ook buiten gebied van IJH: enige (technische) voorwaarde: registratie op e-health: A-document invullen en overmaken aan de toegangspoort. MDT In geval van onduidelijkheid over de juiste aard van de problematiek of van de in te zetten hulp, kan je terecht bij een MDT. Zo’n MD-samengesteld team zal diagnostiek aanleveren, via objectiveerbaar onderzoek de problematiek verder beschrijven en een voorstel van hulp indiceren tav de toegangspoort.. MDT’s zijn er binnen de RTJ-hulp, maar verder in het landschap zullen we nog MDT’s zien opduiken. Cliënten kunnen niet of slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zelf de stap zetten naar de toegangspoort. Dit moet steeds samen met een hulpverlener gebeuren. Dit lijkt een bureaucratische tussenstap maar is het niet. Nu is het vaak zo dat cliënt zonder de rechtstreeks toegankelijke hulp te verkennen een beroep doet op ingrijpende nrtj-hulp. Zo wordt soms te snel te zware hulp ingezet. Dit is niet goed voor de cliënt in kwestie noch voor de cliënten die er wel nood aan hebben. Door steeds een hulpverlener te betrekken bij een aanvraag wil men de garantie inbouwen dat hulpvragen die bij de toegangspoort terechtkomen zeer zorgvuldig overwogen zijn en dat dus zeker ook goed is nagedacht over andere pistes, over de mogelijkheid om via de context van de cliënt en/ of minder ingrijpende hulp tot een oplossing te komen. Wie aanmeldt is contactpersoon-aanmelder: staat in voor communicatie en continuïteit Toegangspoort Een belangrijk principe binnen de TP is de scheiding tussen IS en jeugdhulpregie - Indicatiestelling o onafhankelijk van het aanbod nagaan welke hulp meest aangewezen is – in termen van typemodules. Nieuw is de mogelijkheid om typemodules te combineren, wat als een doorbraak kan gezien worden in het kader van intersectorale samenwerking. o stelt een indicatiestellingsverslag op, in het IS-verslag zal aangegeven zijn vb. dagcentrum maar niet wie dit zal bieden o IS gaat anders om met een aanvraag van een gewone aanmelder of een MDT. Een gewone aanmelder vult het A-doc in in vrije bewoordingen -> het team IS staat in voor de indicatiestelling. Een MDT zal reeds een specifiek indicatievoorstel aanleveren in typemoduletaal. - Jeugdhulpregie o Jeugdhulpregie: gaat aan de slag om deze hulp ook effectief te realiseren: omzetten van typemodules naar modules; o 3 fasen: eerste fase is de matching van vraag & aanbod; lijst opstellen van voorzieningen, cliënt duidt voorkeurvoorziening aan. Duurt het ongewoon lang vooraleer een voorziening de hulpvraag opneemt dan zullen de jeugdhulpaanbieders samengeroepen worden voor een bespreking en wordt er bemiddeld. (jeugdhulpregiebespreking); wanneer de hulp niet gevonden wordt, in zeer moeilijke situaties, zal de jeugdhulpregisseur een ronde tafel organiseren met alle mogelijke aanbieders en een toewijzing verplichten, eventueel met steun van een extra budget (fase van prioritair toe te wijzen hulpvragen -toewijzingsmandaat), o IRPC: wanneer een indicatiestelling wordt afgeleverd met een typemodule handicap gebeurt er een aparte prioritering door een intersectorale regionale prioriteitencommissie; deze commissie van gebruikers en voorzieningen kijkt welke vragen het meest urgent zijn. Deze maatschappelijke toetsing is nodig vanuit de schaarste van het aanbod van het VAPH. Pas als dit gebeurd is kan de jeugdhulpregisseur met die dossiers aan de slag voor het zoeken naar hulp; VIST: Voor diagnostiek achter de toegangspoort (OBC, OOOC) kun je een VIST aanvragen bij de toegangspoort. Ook vanuit crisishulp en voor time-out-vragen zal er een vorm van versnelde indicatie en toewijzing mogelijk zijn. Gemandateerde voorziening: Ook in het nieuwe jeugdhulplandschap zit de werking voor situaties van verontrusting en MANO. Uitgangspunt is dat van elke jeugdhulpverlener verwacht wordt dat hij kan omgaan met verontrustende situaties. Als hij, noch zijn team, noch zijn organisatie een antwoord kunnen vinden op de verontrusting kunnen ze vanaf 2014 een beroep doen op de gemandateerde voorziening. Deze heeft een specifiek mandaat om om te gaan met verontrustende situaties + wanneer geen vrijwilligheid mogelijk is de stap te zetten naar het parket. - Belangrijk: deze werking is losgekoppeld van de toegang tot de NRTJ; het is niet omdat er verontrusting is dat er noodzakelijk NRTJ nodig is - Concreet: als er verontrusting is kan men: - Een consult vragen bij het OCJ of VK - Officieel een aanmelding doen bij het OCJ of VK: dan start er een onderzoek - Indien uit dit onderzoek blijkt dat er NRTJ nodig is: dan samen met VK en OCJ een aanvraag doen aan de TP; VK en OCJ zijn MDT en kunnen een IS aanleveren Gerechtelijke jeugdhulp: Als de GV geen vrijwillige hulp kan bekomen én er is sprake van verontrusting: de GV kan melding doen bij het parket. Er kunnen ook via politie situaties bij het parket terecht komen, of via gewone burgers of in bepaalde gevallen ook hulpverleners (hoogdringendheid). Het parket kan dan als ze dit nodig acht de JR vorderen die op zijn beurt een vonnis kan uitspreken. Voor de uitvoering van het vonnis werkt de SDJ, die ook werkt volgens de kwaliteitseisen van een MDT rechtstreeks samen met de JHR. Sociale dienst gerechtelijke jeugdhulp stelt ISV op Gaan voor plaatsing in gemeenschapsinstelling niet via ITP, maar via centraal informatie en aanmeldpunt (CAP). CRISISJEUGDHULP, Loopt doorheen het jeugdhulpveld, is een aanbod dat inzetbaar op elk moment van een traject indien nodig, kunnen op diverse momenten ingezet worden. BEMIDDELING, CLIËNTOVERLEG: Politie Crisisjeugdhulp Bemiddeling Cliëntoverleg

7 BREDE INSTAP cindy MDT Toegangspoort JAC Probleem gebonden hulp TCK
Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp MDT Toegangspoort IRPC BREDE INSTAP JAC Probleem gebonden hulp Indicatiestelling Jeugd hulpregie TCK spoor 2 Gemand. voorz. Gerecht. jeugdhulp CGG spoor 1 Parket consult OCJ SDJ MDT aanmelding VK Jeugd rechter Gemeenschaps- instelling Jeugdhulp buiten toep. gebied IJH MDT CAP Proces naar niet rechtstreeks toegankelijke hulp, verontrusting  Cindy, 16 jaar, stapt naar het JAC (Jongeren Advies Centrum) en vraagt raad om alleen te gaan wonen. Ze is de bemoeizucht van haar moeder beu. Het JAC stelt voor om de moeder ook eens uit te nodigen op gesprek en kan Cindy hiervan overtuigen. Daarbij vertelt de mama dat ze geen vat heeft op Cindy. Ze komt vaak dronken thuis, een stuk in de nacht. Cindy zwakt de feiten af en geeft aan dat haar moeder hopeloos ouderwets is. Na enkele bemiddelende gesprekken komen moeder en dochter tot een compromis: moeder zal Cindy meer vrijheid geven en Cindy komt op tijd thuis. Enkele weken later belt de moeder verontrust naar het JAC: Cindy hield zich aanvankelijk aan de afspraken, maar sinds ze een nieuwe vriend heeft gaat het van kwaad naar erger. Cindy is altijd dronken heeft vermoedelijk ook joints gerookt. Het JAC nodigt Cindy uit maar zij zegt dat er niets aan de hand is: een joint roken is zo erg toch niet. De JAC-medewerker maakt zich naar aanleiding van het laatste gesprek toch zorgen (Cindy ziet er vermagerd en verwaarloosd uit) en neemt contact op met het OCJ voor consult (Ondersteuningscentrum Jeugdzorg). Het OCJ stelt voor om Cindy te motiveren om hulp te zoeken bij een CGG (Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg). Het JAC probeert dit aan de hand van motiverende gesprekken maar Cindy weigert en minimaliseert alles. De situatie wordt erger en erger: Cindy spijbelt en blijft blowen. Het JAC verliest de grip op Cindy en beslist in team om een melding te doen bij het OCJ. Na de melding start het OCJ een caseonderzoek. Afhankelijk van de uitkomst kan het OCJ voor uiteenlopende sporen kiezen: Het druggebruik van Cindy staat centraal als probleem, gespecialiseerde hulp dringt zich op -> Cindy zal het CGG bezoeken i.f.v. haar drugprobleem, om een verwijzing naar het gerechtelijke te vermijden. Zij vindt evenwel niet dat er echt een probleem is en vindt de acties van OCJ en moeder zwaar overroepen. Het OCJ zal hier interveniërend optreden. Het druggebruik van Cindy is een symptoom van een onhoudbare thuissituatie, moeder werkt niet meer mee -> Het OCJ beslist tot interveniërend casemanagement en meldt aan bij de toegangspoort ifv TCK (kamertraining). Daarnaast wordt Cindy toegeleid naar het CGG. Op dag 2 gaan we dieper in op het concrete verloop van beide sporen. Politie Crisisjeugdhulp Bemiddeling Cliëntoverleg

8 Wat bij een algemene vraag naar hulpverlening?
Krachten binnen het gezin? Doorverwijzen naar de hulpverlening Centra voor leerlingenbegeleiding Preventieve diensten Kind & Gezin Centra Algemeen Welzijnswerk Aanmelden telefonisch of per mail Binnen dit vernieuwde landschap wordt van hulpverleners verwacht dat ze eerst de eigen mogelijkheden van de jongere en zijn gezin aanspreken en versterken. We werken in de richting van een hulpverlening die vertrekt vanuit de krachten van de jongeren en hun omgeving. Zelf aangebrachte oplossingen zijn meer gedragen/ beter draagvlak binnen het gezin. De basis hiervan is dat de jongeren en hun context de experts zijn met betrekking tot de problemen die zich binnen een gezin kunnen voordoen. Ze hebben vaak al mogelijke oplossingen, soms hebben ze juist nog wat ondersteuning nodig om hun oplossingen te realiseren. Jongeren en ouders moeten heel snel beroep kunnen doen op hulpverlening bij problemen. De organisaties van de Brede Instap staan in voor het mee helpen zoeken naar een passende en haalbare oplossing voor het probleem. Zij gaan samen met de cliënt exploreren wat de meest gewenste en de minst ingrijpende oplossing is. Er zal hierbij in de eerste plaats gekeken worden naar de diensten rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Uitspraak van een jongere: ‘je moet het bekijken als een toneelstuk. De jongere heeft de hoofdrol en alle andere spelers hebben de bijrollen’

9 Wat bij een vraag naar meer ingrijpende hulpverlening?
Het A-document Een hulpverlener Een erkend MDT De intersectorale toegangspoort Team indicatiestelling Jeugdhulpregie Voorziening niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Aanmelden online Sommige vormen van hulpverlening zijn meer ingrijpend. Het betreft residentiële opvang of intensieve en/of langdurige behandelingen. Deze vormen zijn niet-rechtstreeks toegankelijk. Om toegang te krijgen tot deze vormen van hulpverlening moet er een A-document opgemaakt worden door een hulpverlener samen met een cliënt. Dit A-document moet aangeboden worden aan de intersectorale toegangspoort, die de beslissing zal nemen en toewijzing zal doen voor de meest aangewezen hulp vorm. Door te werken met een intersectorale toegangspoort, krijg je één instantie die bevoegd is voor de toegang tot de niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. De vernieuwing van het landschap creëert ook de mogelijkheid om werkvormen uit verschillende sectoren te combineren. Dit biedt nieuwe kansen in het op maat werken van de cliënt. Zolang de aanvraag naar meer ingrijpende hulp lopende is en er geen hulpverlening geïnstalleerd is, blijft de hulpverlener die de aanvraag ingediend heeft bij de ITP, de aanspreekpersoon voor de jongere, zijn gezin en de andere betrokken hulpverleners rond de jongere. Er wordt gesproken over de contactpersoon/aanmelder. Hij zal door de medewerkers van de ITP op de hoogte gehouden worden van de verschillende stappen die genomen zijn in het proces naar het realiseren van de ingrijpende hulp. Een aanvraag tot meer ingrijpende hulpverlening zal terecht komen bij het indicatiestellingsteam. Zij zullen nagaan of de aanvraag gegrond is en in welke mate de voorgestelde hulp aangewezen is bij de problematiek. Indien zij hier nog vragen rond hebben of meer verduidelijking wensen, zullen zij contact opnemen met de contactpersoon aanmelder. Bij afronding van deze fase, wordt een indicatiestellingsverslag opgemaakt dat overgemaakt wordt aan de contactpersoon/aanmelder en aan de jeugdhulpregie. Jeugdhulpregie zal op basis van het indicatiestellingsverslag onderhandelen om de aangewezen hulpverlening te laten matchen met de vraag van de cliënt. De aangewezen hulpverlening kan zich volledig situeren in het intersectorale niet-rechtstreekse aanbod. Maar het kan ook een combinatie vormen van rechtstreekse en niet-rechtstreekse hulpverlening. De cliënt krijgt inspraak bij het voorstel. Online aanmelden: via de website van het Agentschap Jongerenwelzijn, link naar professionelen, Vlaams loket Jeugdhulp

10 Wat bij crisis? Een acuut beleefde noodsituatie waar onmiddellijk hulp geboden moet worden. Crisismeldpunt Crisisconsult Crisisinterventie Crisisbegeleiding Crisisopvang Enkele afspraken Aanmelden telefonisch meldpunt Crisismeldpunt voor Oost-Vlaanderen zijn er momenteel nog 3 meldpunten 13-17j en 1 meldpunt 0-12j we evolueren in de richting van één meldpunt. Deze omschakeling zal zich realiseren tijdens de pilootfase. 24/24 bereikbaar verkent samen met de aanmelder het probleem Informeert de aanmelder over de werking van het netwerk Beslist of crisishulp ingeschakeld wordt Kiest voor de meest gepaste werkvorm, met maximale garantie van de veiligheid Crisisconsult Geeft advies Ondersteunt de aanmelder Crisisinterventie Komt aan huis op de dienst Schat de crisis in Korte intensieve hulp Crisisbegeleiding Intensieve begeleiding (maximaal 4 weken) 3 tot 5x per week In het gezin Crisisopvang Opvang voor maximaal 7 dagen In een voorziening Altijd in combinatie met begeleiding Enkele afspraken De aanmelder informeert de jongere en zijn gezin over de aard van de crisishulp De aanmelder, reeds betrokken hulpverlener, blijft binnen de grenzen van zijn eigen werkopdracht mee aan oplossingen werken Bij crisisopvang wordt de aanmelder gevraagd om vervoer naar het opgegeven adres te organiseren Jongeren die reeds in een residentiële setting verblijven kunnen geen beroep doen op het crisisnetwerk Bereidheid tot gesprek van de jongere en zijn gezinsleden is een voorwaarde om te starten

11 Wat bij een situatie van verontrusting?
Er klopt iets niet Een traject met de cliënt Consult bij een gemandateerde voorziening Ondersteuningscentrum Jeugdzorg Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Aanmelden bij een gemandateerde voorziening online De opdracht van de gemandateerde voorziening Onderzoek maatschappelijke noodzaak Observerend case management Interveniërend case management Doorverwijzing naar de gerechtelijke jeugdhulp Als hulpverlener voel je aan dat er iets fout aan het lopen is. Je kan er niet altijd een vinger op leggen, maar het blijft knagen. Als hulpverlener heb je een verantwoordelijkheid om dergelijke situaties goed in te schatten. De cliënt en zijn omgeving beschikken in de eerste plaats over de informatie om deze inschatting te kunnen realiseren. Ook al formuleren noch de ouders noch de jongere een hulpvraag, er kunnen goede redenen zijn om in te grijpen. In een constructieve dialoog kan je rond je gevoel bespreekbaar maken. Merk je dat je dit niet alleen aankan, dan kan je je richten tot één van de 2 gemandateerde voorzieningen voor een consult. Zij zullen samen met jou de mogelijkheden doorlopen en een advies formuleren om een traject met de cliënt aan te vangen. Indien het je als hulpverlener niet lukt om enige beweging te krijgen in de situatie, kan je het dossier aanmelden bij één van de beide gemandateerde voorzieningen. Hiervoor dien je een motivatiedocument in te vullen samen met je cliënt. Je cliënt dient niet akkoord te zijn met de aanmelding maar hij dient wel geïnformeerd te zijn over de te zetten stappen en de mogelijke consequenties die daaruit kunnen voortvloeien. Op het moment dat een aanmelding aanvaard wordt door een gemandateerde voorziening, zal er een onderzoek opgestart worden naar de maatschappelijke noodzaak van de hulp. Vanuit de gemandateerde voorziening kan er hulp geïndiceerd worden binnen niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp, waarbij er een aanmeldingsdocument zal opgemaakt worden voor de ITP. Afhankelijk van de situatie zal er beslist worden of er observerend/ interveniërend casemanagement opgestart wordt. Om de hulpverlening buiten het gerechtelijk aanbod te houden, met in achtneming van de veiligheid van de jongere, zullen zij steeds bemiddelen en onderhandelen in een aanklampende context. Indien dit niet lukt, kunnen ze overschakelen naar gedongen hulpverlening. Ook al ervaren ouders gedwongen hulpverlening als bedreigend, in verontrustende situaties moeten de overheid en hulpverlening hun verantwoordelijkheid nemen. Binnen de gedwongen hulpverlening zal de sociale dienst bij de jeugdrechtbank op vordering van het parket de situatie onderzoeken van jongeren die zich in een verontrustende opvoedings-/ leefsituatie bevinden. De jeugdrechter beschikt over 13 maatregelen van pedagogische aard die ingezet kunnen worden. Op het moment er niet-rechtstreeks toegankelijke hulp geïndiceerd is, neemt de sociale dienst bij de jeugdrechtbank contact op met jeugdhulpregie binnen de ITP om de opgelegde hulp te laten uitvoeren.

12 Ter ondersteuning van een hulpverleningstraject
Cliëntoverleg Afstemming tussen hulpverleners met de cliënt Aanmelden online via website RWO van de regio Bemiddeling Bij conflict de communicatie tussen de verschillende betrokkenen terug activeren of bevorderen Aanmelden telefonisch team IJH Cliëntoverleg Vaak krijgen cliënten te maken met verschillende hulpverleners waarbij ze geen zicht meer hebben op wie wat voor zijn rekening neemt. Enige vorm van afstemming kan in dergelijke situaties verheldering brengen, zowel voor de betrokken hulpverleners als voor de cliënten. Het CO IJH wordt voorgezeten door een externe hulpverlener die als voornaamste taak heeft het verloop van het overleg te bewaken. Op het einde van het overleg zullen de afspraken en wie wat doet neergeschreven worden zodat dit voor alle betrokkenen duidelijk is. Het initiatief kan komen van de cliënt of van een betrokken hulpverlener. De voorbereiding voor het overleg wordt gedaan door de hulpverlener in samenspraak met de cliënt. De cliënt moet zijn akkoord geven om het overleg te organiseren, de cliënt krijgt de kans deel te nemen aan het overleg al dan niet samen met een vertrouwenspersoon. Het overleg wordt aangevraagd bij het RWO van je regio. De kosten die de organisatie van een dergelijk overleg meebrengen worden gedragen door IJH. Bemiddeling In situaties waarbij door een conflict het verdere verloop van de jeugdhulpverlening in het gedrang komt, kan het aangewezen zijn beroep te doen op een onafhankelijke bemiddelaar. Bemiddeling kan ingezet worden voor conflicten tussen hulpverleners en cliënten, cliënten en hun ouders, of in situaties waarbij je geen hulpverlener vindt die samen met jou de hulp wil aanvragen bij de ITP. De bemiddeling kan aangevraagd worden door cliënten en/of hulpverleners. De bemiddelaar zal toewerken naar een situatie die aanvaardbaar is voor alle betrokken partijen. Bemiddeling is vrijwillig en kan door de cliënt op gelijk welk moment stop gezet worden. De cliënt mag beroep doen op een vertrouwenspersoon om deel te nemen aan de gesprekken. Bemiddeling in de jeugdhulp is beschikbaar in Oost-Vlaanderen en de kosten worden gedragen door Integrale Jeugdhulp.

13 www.jongerenwelzijn.be/ professionelen
Praktisch, de toekomst Oost-Vlaanderen als voorstartregio 16 september 2013 Website: oostvlaanderen.jeugdhulp.be Vlaams loket jeugdhulp professionelen Vanuit de Vlaamse Overheid is er gekozen om één regio voor de andere te laten opstarten. Dit om het verloop van de implementatie op te volgen en lessen te trekken voor de opstart van de andere regio’s in Vlaanderen.

14 Afkortingen A-document: aanmelddocument bij de intersectorale toegangspoort AWW: algemeen welzijnswerk CAP: centraal informatie- en aanmeldpunt CGG: centrum geestelijke gezondheidszorg CLB: centrum voor leerlingenbegeleiding CO: cliëntoverleg COS: centrum voor ontwikkelingsstoornissen EMK: experimenteel modulair kader FID: frequentie intensiteit duur GV: gemandateerde voorziening IJH: integrale jeugdhulp IPH: intersectorale prioritaire hulpvragen IRPC: intersectorale regionale prioriteitencommissie IS: indicatiestelling ISV: indicatiestellingsverslag ITP: intersectorale toegangspoort JHB: jeugdhulpbeslissing JHR: jeugdhulpregie IMB: individuele materiële bijstand JRB: jeugdrechtbank MN: maatschappelijke noodzaak MDD: multidisciplinaire dossier MDT: multidisciplinair team MFC: multifunctioneel centrum NRTJ: niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp OBC: observatie en behandelingscentrum OCJ: ondersteuningscentrum jeugdzorg OOOC: onthaal, oriëntatie en observatiecentrum PAB: persoonlijk assistentie budget PVF: persoonsvolgende financiering RTJ: rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp SDJ: sociale dienst gerechtelijke jeugdbijstand TM: typemodule VAPH: Vlaams agentschap voor personen met een handicap VIST: versnelde indicatiestelling en toewijzing VK: vertrouwenscentrum kindermishandeling


Download ppt "Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen"

Verwante presentaties


Ads door Google