Jozef en Maria gaan op reis. Heel ver, naar Bethlehem.

Presentatie over: "Jozef en Maria gaan op reis. Heel ver, naar Bethlehem."— Transcript van de presentatie:

1

2 Jozef en Maria gaan op reis. Heel ver, naar Bethlehem.

3 In Bethlehem krijgt Maria een kindje. In de stal
In Bethlehem krijgt Maria een kindje. In de stal Ze trekt het kindje kleertjes aan.

4 En ze legt het in de kribbe.

5 Buiten zijn herders.

6 In de nacht passen de herders op de schapen.

7 Daar komt een engel bij hen. Ze schrikken. De engel is helemaal licht.

8 De engel zegt: Wees maar niet bang
De engel zegt: Wees maar niet bang. Jullie zullen allemaal heel blij zijn.

9 Vandaag is Jezus geboren. De Heer. In Bethlehem.

10 Ga Hem maar zoeken. Hij ligt in een kribbe.

11 Opeens zijn er heel veel engelen. Ze zingen: Ere zij God in de hemel
Opeens zijn er heel veel engelen Ze zingen: Ere zij God in de hemel. Vrede op aarde.

12 God houdt van de mensen.

13 Dan zijn alle engelen weg. De herders gaan zoeken in Bethlehem
Dan zijn alle engelen weg. De herders gaan zoeken in Bethlehem. Ze lopen vlug.

14 Ze vinden Maria en Jozef en het kindje. Het kindje ligt in de kribbe.

15 Er komen ook heel wijze mannen uit een ver land. Een ster wijst de weg.

16 De ster blijft staan boven Bethlehem. Boven het huis
De ster blijft staan boven Bethlehem. Boven het huis. De mannen zijn erg blij.

17 De wijze mannen gaan naar binnen. Ze zien het kindje
De wijze mannen gaan naar binnen. Ze zien het kindje. En Maria, zijn moeder. Ze knielen voor hem neer.

18 Ze geven cadeautjes: Goud. Wierook. Mirre.

19