De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Sleutelbegrippen voor het ontsluiten van de evangeliën:

Verwante presentaties


Presentatie over: "Sleutelbegrippen voor het ontsluiten van de evangeliën:"— Transcript van de presentatie:

1 Sleutelbegrippen voor het ontsluiten van de evangeliën:
Hoofdstuk 3 Sleutelbegrippen voor het ontsluiten van de evangeliën: 1.Verrijzenis 2. Kerk 3. De Schriften 4. Jezus van Nazaret

2 3. De Schriften “Alles wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes, in de profeten en psalmen moet vervuld worden.” Lc 24,44

3 3.A De Schriften Zonder de joodse geloofstraditie geen evangeliën
De Wet van Mozes = de vijf boeken van de Tora De Profeten: de boeken Jozua t/m Koningen, Jesaja (!), Jeremia, Ezechiël, de twaalf kleine profeten (Hosea t/m Maleachi) De Geschriften (o.a. Psalmen, Spreuken, Daniël) = de neerslag van de joodse geloofstraditie = de heilige Schrift waar Jezus en zijn leerlingen zeer vertrouwd mee waren → referentiekader voor de uitdrukking van het geloof in Jezus Christus

4 3.A De Schriften Zonder de joodse geloofstraditie geen evangeliën
Jezus was zelf zeer goed thuis in de Schriften: Jezus trad op sabbat op in de lokale synagogen en gaf er onderricht over de Wet en de Profeten Jezus maakt in zijn onderricht gebruik van de Schriften Jezus sterft met een psalmvers op de lippen

5 Dwarsverwijzingen

6 3.B De Schriften Elke evangeliebladzijde draagt sporen van een christelijke herlezing van de Schriften Expliciete citaten uit en impliciete allusies op de Schriften wijzen op de nauwe band tussen Gods plan met het volk Israël en het goede nieuws van en door Jezus Christus → resultaat van christelijke herlezing van de Schriften want: De eenvoudige man Jezus: Messias in de lijn van David? Schandelijk gedood op het kruis?

7 3.B De Schriften Elke evangeliebladzijde draagt sporen van een christelijke herlezing van de Schriften Selectie van Schriftcitaten en -allusies ‘Jezus vervult de Schriften’ juist verstaan: Niet: de Schriften → Jezus Christus Wel: de verrezen Heer → de Schriften → Jezus Christus Bv. de verrezen Heer → de Schriften over koningschap → Jezus Christus is de verheerlijkte koning; David en Salomo waren bleke voorafschaduwingen

8 3.B De Schriften Elke evangeliebladzijde draagt sporen van een christelijke herlezing van de Schriften De evangeliën niet lezen los van de Schriften: De Schriften helpen Jezus Christus te begrijpen Jezus Christus helpt de Schriften te begrijpen Ook als christen eerst de Schriften lezen als geloofsuitdrukking van het volk Israël en dan pas herlezen in het licht van het Evangelie

9 De glasramen van Chartres

10 Centraal: Maria met kind Jezus

11 Links: Jeremia/Lucas en Jesaja/Matteüs

12 Rechts: Ezechiël/Johannes en Daniël/Marcus

13 4. Jezus van Nazaret “Is dat niet de timmerman, de zoon van Maria en de broeder van Jakobus en Jozef en Judas en Simon? En wonen zijn zusters niet hier bij ons?” Mc 6,3

14 4. Jezus van Nazaret A. Geen evangeliën zonder Jezus van Nazaret:
De evangeliën en het geloof in de verrezen Heer Jezus zouden onbegrijpelijk zijn zonder het bestaan van de mens Jezus van Nazaret B. Elke evangeliebladzijde spreekt over de mens Jezus: zijn verkondiging, zijn liefde voor de mensen, zijn trouw aan God

15 Vier sleutelbegrippen en Joh 2,13-22
13 Toen het paasfeest der Joden nabij was, ging Jezus op naar Jeruzalem. 14 In de tempel trof Hij de verkopers van runderen, schapen en duiven aan en ook de geldwisselaars, die daar zaten. 15 Hij maakte een gesel, dreef ze allemaal uit de tempel, ook de schapen en de runderen; het klein­geld van de wisselaars veegde Hij van de tafels en wierp die omver. 16 En tot de duivenhande­laars zei Hij: 'Weg met dit alles! Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal! 17 Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschre­ven staat: De ijver voor Uw huis zal mij verteren. 18 De Joden richtten zich tot Hem met de woorden: 'Wat voor teken kunt Gij ons laten zien, dat Gij dit doen moogt?‘’ 19 Waarop Jezus hun antwoordde: 'Breekt deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.‘’20 Maar de Joden merkten op: 'Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd; zult Gij hem dan in drie dagen doen herrijzen?‘’ 21 Jezus echter sprak over de tempel van zijn lichaam. 22 Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden, herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had, en geloofden in de Schrift en in het woord dat Jezus gespro­ken had.

16 Hoofdstuk 4 Narratieve verkenning van de vier evangeliën en achtergrondinformatie over Palestina in Jezus’ tijd

17 Cruciale vragen bij elk evangelieverhaal:
Wie? Wie zijn de personages die een actieve rol spelen (eventueel: over wie wordt gesproken?) Wat? Wat gebeurt er? Hoe evolueert de beginsituatie naar de eindsituatie? Waar? Waar is het verhaal gesitueerd? Wanneer? Wanneer is het verhaal gesitueerd?

18 1. Waar? 2. Wanneer? Achtergrondinformatie

19 1. Waar. In Palestina, sinds 63 vóór Chr
1.Waar? In Palestina, sinds 63 vóór Chr. een vazalstaat van het Romeinse Rijk

20 2. Wanneer? Van 6 à 4 vóór Chr. tot 30 na Chr.
Romeinse keizers: 27 vóór Chr. tot 14 na Chr.: Augustus 14 tot 37 na Chr.: Tiberius Aan de macht in Palestina: Van 37 tot 4 vóór Chr.: Herodes de Grote koning van het joodse rijk 4 vóór Chr.: verdeling van het joodse rijk onder Herodes’ drie zonen

21 Politiek- geografische indeling
Vanaf 4 vóór Chr.: Samaria, Judea, Idumea onder Archelaüs, vanaf 6 na Chr. onder een Romeinse procurator, van 26 tot 36: Pontius Pilatus Galilea en Perea onder Herodes Antipas Gaulanitis en Batanea onder Philippus

22 Palestina onder de Romeinen
Relatieve autonomie van de lokale gemeenschap op sociaal, cultureel en religieus vlak De Romeinen superviseerden: Belastingen Strafrecht Buitenlandse politiek Romeinse gouverneur in Samaria-Judea-Idumea Plaatselijke vertegenwoordiger van de keizer Tijdens Jezus’ laatste jaren waargenomen door Pontius Pilatus Verbleef vooral in Caesarea maritiem, maar kwam tijdens joodse pelgrimsfeesten naar Jeruzalem voor ordehandhaving

23 Relatieve autonomie van het joodse volk onder de Romeinen, bvb
Relatieve autonomie van het joodse volk onder de Romeinen, bvb. Lc 22,66-23,12 22,66 Toen het dag geworden was, vergaderde de raad van oudsten van het volk, hogepriesters en schriftgeleerden en zij lieten Jezus voor hun rechtbank leiden. 67 Ze zeiden: 'Als Gij de Christus zijt, zeg het ons dan.' […] 70 Hij antwoordde hun: 'Gij hebt het gezegd, dat ben Ik.' 71 Zij riepen: 'Waartoe hebben wij nog een getuigenis nodig? Wij hebben het toch zelf uit zijn eigen mond gehoord. 23,1 Toen stond de gehele vergadering op en men bracht Jezus voor Pilatus. […] 6 Toen Pilatus vernam, dat Hij uit het machtsgebied van Herodes kwam, stuurde hij Hem naar Herodes, die in die dagen eveneens in Jeruzalem verbleef. 8 Herodes toonde zich zeer verheugd toen hij Jezus te zien kreeg. De verhalen over Hem hadden hem sinds geruime tijd daarnaar doen verlangen en hij hoopte Hem nu een of ander wonder te zien verrichten. […] 11 Samen met zijn soldaten, hoonde en bespotte Herodes Hem. Hij hing Hem een schitterend gewaad om en zond Hem terug naar Pilatus. 12 Op diezelfde dag werden Herodes en Pilatus elkaars vrienden; tevoren namelijk leefden zij in onderlinge vijandschap.

24 Palestina onder de Romeinen
Romeinse belastingen: Soorten: grondbelastingen, personenbelasting, wegenbelasting, grensbelasting … Onder toezicht van gouverneur geïnd door hooggeplaatsten die daarvoor mensen uit de lokale bevolking in dienst namen = tollenaars → niet geliefd bij eigen volk omdat ze * samenwerkten met Romeinen * voortdurend contact hadden met ongelovigen/onreinen * méér vroegen dan vastgelegd

25 De catastrofe van 70 na Chr.
Aanleiding: de Joodse Opstand tegen de Romeinse bezetter in 66 (Zeloten) → Joodse Oorlog van 66 tot 70 In 70: Romeinse leger o.l.v. Titus Flavius Vespasianus (later keizer) verovert Jeruzalem → stad en tempel verwoest → duizenden inwoners gedood of als slaven verkocht → einde van het jodendom in al zijn diversiteit: enkel de farizese strekking overleeft (Synode van Jamnia) → definitieve breuk tussen joden en christenen

26 Verkenning van Palestina: Geologie Geografie Klimaat

27 Geologische verkenning van Palestina

28 Economie in Palestina t.t.v. Jezus
Vele rijkdommen van het land → binnen- én buitenlandse handel Land- en tuinbouw: tarwe, gerst, vijgen, olijven, wijn, … Veeteelt: koeien, schapen en duiven Visvangst Asfalt Nijverheden Bloeiende bouw dankzij de Romeinen Leder en stoffen Andere: pottenbakken, luxeproducten… Bloeiende handel rond de tempel van Jeruzalem Offeractiviteiten Pelgrims


Download ppt "Sleutelbegrippen voor het ontsluiten van de evangeliën:"

Verwante presentaties


Ads door Google