De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Programma Waarom een veiligheidsregio?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Programma Waarom een veiligheidsregio?"— Transcript van de presentatie:

1 Programma Waarom een veiligheidsregio?
Welke partijen werken samen binnen de veiligheidsregio? Wat zijn de specifieke kenmerken van Zaanstreek-Waterland? Wat schrijft de Wet veiligheidsregio’s voor en hoe geven we daar invulling aan? Hoe is de veiligheidsregio (bestuurlijk) georganiseerd? Wat is de rol van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten? Hoe is opschaling bij crises en rampen georganiseerd? Letterlijke tekst uitnodiging: In de presentatie wordt ingegaan op de bestuurlijke organisatie van de veiligheidsregio, de samenwerkende partijen (politie, brandweer, GHOR en gemeenten) en de rol van de gemeenteraden. Tevens zal kort worden verteld over de verplichtingen in de Wet veiligheidsregio’s die in oktober 2010 in werking is getreden, zoals het opstellen van een regionaal risicoprofiel, beleidsplan en crisisplan. Naar aanleiding van deze nieuwe wet is in Zaanstreek-Waterland de procedure voor de bestrijding van incidenten, crises en rampen, de zgn. GRIP (Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure), aangepast. Toegelicht wordt wat precies met deze procedure wordt geregeld en wat de rol van de burgemeester hierin is.

2 Waarom een veiligheidsregio?
Burgers beter beschermen tegen risico’s en ondersteunen met goede hulpverlening en nazorg door: Een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie. Resultaat: bestuurlijke en operationele slagkracht! Een adequate aansturing van de diensten die bij de primaire hulpverlening bij rampen en crises worden ingezet Coördinatie van en afstemming over de bestrijding van rampen en crises door het regionale bestuur Gemeenten zijn vaak te klein om zich goed voor te bereiden op alle typen branden, rampen en crisis Met de schaalgrootte van de regio kunnen gemeenten zich beter voorbereiden op klassieke én nieuwe dreigingen zoals terrorisme, pandemie of grootschalige uitval van nutsvoorzieningen (maatschappelijke ordeverstoringen) Op regionale schaal kan beter en meer multidisciplinair samengewerkt en geoefend worden omdat de veiligheidsregio samenhangend beleid voor alle diensten kan opstellen Schaalvergroting biedt belangrijke mogelijkheden voor verbetering en efficiency

3 Waarom een veiligheidsregio?
En ook: Omdat de burgemeesters van de negen gemeenten een gemeenschappelijke regeling hebben ondertekend Bepaalde taken verplicht op regionaal niveau moeten worden geregeld Het kabinet de oprichting van veiligheidsregio’s wenst en dit in de Wet veiligheidsregio’s (per 1 oktober 2010) verplicht stelt Steeds meer samenwerken Veiligheid van de inwoners

4 Samenwerkende partijen
De veiligheidsregio is een samenwerkingsverband van: Zij voeren gezamenlijke (multidisciplinaire) taken uit ten behoeve van de fysieke veiligheid van de burger, in afstemming met andere partners (waterschap, nutsbedrijven, defensie) etc. Politie Brandweer GHOR Gemeenten crisisbeheersing en rampenbestrijding Partijen werken samen binnen het Veiligheidsbureau dat onderdeel is van de veiligheidsregio. Binnen dat bureau werken medewerkers van brandweer, politie, GHOR en gemeenten samen bij de vorming van beleid, het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen en het beheer van de processen en procedures van multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding. Op strategisch niveau wordt de multidisciplinaire samenwerking aangestuurd door de Veiligheidsdirectie. De veiligheidsdirectie bestaat uit korpschef politie Zaanstreek-Waterland (Gerard Huijser van Reenen), de directeur GHOR (Johan Detering, vanavond vervangen door Paul van der Kam), de coördinerend gemeentesecretaris (Marie-Jose Smulders van de gemeente Purmerend) en mijzelf, regionaal commandant en directeur veiligheidsregio. Daarnaast vindt op alle niveaus samenwerking plaats met partners is de crisisbeheersing en rampenbestrijding zoals het waterschap, de provincie, NS, water en elektriciteitsleveranciers, defensie Fysieke veiligheid: het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen, rampen en crises Sociale veiligheid: de bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt van de kant van menselijk handelen in de openbare ruimte.

5 Zaanstreek-Waterland in beeld
Voorzitter VrZW mevrouw G.H. Faber Directeur VrZW mevrouw G.J.M. Ruijs Binnen de crisisbeheersing en rampenbestrijding spelen de vier kolommen een belangrijke rol. Ten tijde van crises en rampen zijn zij verantwoordelijk voor de uitvoering van verschillende processen die worden afgestemd in (afhankelijk van de opschaling) in Copi of ROT. De politie is verantwoordelijk voor bijvoorbeeld ordehandhaving en/of opsporing, explosievenverkenning, verkeergeleiding, crowdcontrol De GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio) is verantwoordelijk voor bijvoorbeeld: triage, behandelen, vervoeren, psychosociale hulpverlening De brandweer is verantwoordelijk voor bijvoorbeeld brandbestrijding, redding, ontsmetting van mens en dier, ongevallenbestrijding gevaarlijke stoffen De gemeenten zijn verantwoordelijk voor bijvoorbeeld opvang en verzorging, persvoorlichting en publieksvoorlichting, registratie van slachtoffers en schade GHOR Brandweer Negen gemeenten van Zaanstreek-Waterland Politie

6 Zaanstreek-Waterland in beeld
9 gemeenten en 9 brandweerkorpsen (658 brandweervrijwilligers), 1 politiekorps opgebouwd uit districten en wijken, 1 GHOR bureau in Amsterdam dat contacten onderhoudt met alle geneeskundige instellingen in onze regio Oppervlakte 347,9 km² Circa inwoners In GRIP-1 incidenten, 1 GRIP-2 incident en 1 GRIP-3 incident 2 Preventiebeleid Zware Ongevallen (PBZO)-inrichtingen (NB dus niet VR-plichtig), te weten Eurofil en Norit. (VR= veiligheidsrapportage; hoef je dit niet, dan hoef je ook geen verplicht rampenbestrijdingsplan te maken) Daarnaast zijn er 4 inrichtingen met een vrijwillige bedrijfsbrandweer (Forbo, ADM Koog aan de Zaan en ADM Wormer en Tate en Lyle). In het Risicoprofiel zijn veertien scenario’s door experts van de vier kolommen en andere partners in de crisisbeheersing als prioritair aangewezen: Overstroming van laaggelegen polder door doorbraak boezemwaterkering nabij Purmerend, Schaatsevenement Gouwzee in combinatie met extreme ijzel, Grote brand in de oude haven van Marken, Brand Cacao-opslag Zaandam, Incident bij stationaire inrichting in westelijk havengebied Amsterdam, Uitval energievoorziening Energiegebied Purmerend, Besmetting drinkwater met E-coli bacterie, Uitval netwerk mobiele telefonie, Aanvaring riviercruiseschip met speedboot op de Zaan, Treinincident traject Spoorwegovergang Provinciale weg N247, Grieppandemie, Voedselvergiftiging bij evenement festivalterrein het Twiske, Ordeverstoring en paniek in menigte op de kermis van Volendam, Buurtonrust in de gemeente Zaanstad 7

7 Risico’s Zaanstreek-Waterland in beeld
Belangrijkst risico’s m.b.t. externe risico’s liggen in de aangrenzende regio’s Kennemerland (Corus) en Amsterdam-Amstelland (Westelijk Havengebied). Oranje vierkantjes zijn BRZO (en PBRZO) bedrijven (in AA bv. de BRZO-bedrijven BP, VOKAP, Oiltanking), rode rondjes zijn opslag gevaarlijke stoffen. De gestippelde contouren geven primaire veiligheidscirkels weer. M.b.t. risicobeheersing en rampenbestrijding en risicobeheersing in het noordzeekanaalgebied zijn afspraken gemaakt met deze regio’s. Dit blijft echter een punt van zorg en aandacht voor de toekomst, zeker m.b.t. de geplande uitbreidingen van de opslagactiviteiten aldaar. Daarom is in 2010 onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor een fusie van de drie Veiligheidsregio’s rondom het noordzeekanaal. Conclusie is dat er niet voldoende draagvlak is voor een fusie van drie regio’s maar dat er voldoende draagvlak is voor de totstandkoming van een interregionale meldkamer (interregionaal veiligheidscentrum, IVC). Daarnaast is geconcludeerd dat een fusie tussen Zaanstreek-Waterland en Amsterdam-Amstelland kansrijk is. Ten aanzien van het IVC wordt in samenwerking tussen de drie regio’s een businesscase opgesteld. Daarbij kijkt ZaWa ook nadrukkelijk of het mogelijk is om voor de totstandkoming van een IVC de meldkamerfunctie al (tijdelijk) te verplaatsen. Het oranje vierkantje aan de noordkant van het NZK in Zaanstad betreft geen BRZO maar PBRZO (Norit en Eurofil).

8 Wet veiligheidsregio’s (Wvr)
Per 1 oktober 2010 Tevens 2 AMvB’s: Besluit veiligheidsregio’s en Besluit personeel veiligheidsregio’s Een aantal wettelijke verplichtingen, zoals: opstellen risicoprofiel, beleidsplan, crisisplan en convenant met politie het hebben van een kwaliteitszorgsysteem het z.s.m. hebben en bijhouden van een totaalbeeld van de situatie tijdens crisis of ramp (en alle daaraan verbonden eisen) opkomsttijden en geoefendheid sleutelfunctionarissen tijdens incidenten, rampen en crises Totaalbeeld van de situatie: Artikel Besluit veiligheidsregio’s: 1. Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat binnen de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing tijdens een ramp of crisis een totaalbeeld wordt bijgehouden. 2. Het totaalbeeld is opgebouwd uit de beschikbare gegevens over: a. het incident, waaronder wordt begrepen: 1°. de aard van het incident en de betrokken objecten, 2°. de actuele situatie met betrekking tot het incident, en 3°. de risico’s en de effecten van het incidenttype en de bestrijdingsmogelijkheden; b. de hulpverlening, waaronder wordt begrepen: 1°. de bestrijdingsmogelijkheden, 2°. de bereikbaarheid voor de hulpverlening, en 3°. de risico’s voor de hulpverleners en de daarmee samenhangende veiligheidsmaatregelen; c. de prognose en de aanpak, waaronder wordt begrepen: 1°. de verwachting met betrekking tot de ontwikkeling van het incident, de risico’s en de effecten ervan ende bestrijdingsmogelijkheden, 2°. het slachtofferbeeld, de verwachte ontwikkeling ervan, de noodzakelijke maatregelen en de benodigde hulpverleners en middelen, 3°. de risico’s voor de bevolking, de verwachte ontwikkeling van deze risico’s en de benodigde hulpverleners en middelen, 4°. het beeld bij de bevolking van het incident en de risico’s, het gedrag van de bevolking, de informatie die aan de bevolking is verstrekt en maatregelen die zijn of worden getroffen, en 5°. overige bedreigingen zoals die voor de vitale belangen, het milieu of de economie, de verwachte ontwikkeling ervan en de benodigde hulpverleners en middelen, en d. de getroffen maatregelen en de resultaten ervan, waaronder wordt begrepen: 1°. de actuele bestrijdingsorganisatie, 2°. de voorstellen en besluiten over de bestrijdingsstrategie, de inzetplannen en de benodigde hulpverleners en middelen, 3°. de feitelijke inzet en uitvoering van de bestrijding, en 4°. de voortgang van de inzet en de uitvoering, de bijstelling van besluiten of de uitvoering ervan en de bereikte resultaten. 3. Het totaalbeeld wordt langs geautomatiseerde weg zo spoedig mogelijk en voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is geverifieerd, beschikbaar gesteld aan: a. de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing; b. andere bij de ramp of crisis betrokken partijen, voor zover zij deze gegevens nodig hebben voor de uitvoering van hun taken en bevoegdheden, en c. Onze Minister.

9 Invoering Wvr: bestuurlijke organisatie
Veiligheidsregio is een verplichte gemeenschappelijke regeling (collegeregeling) Bijzondere vorm van verlengd lokaal bestuur: de burgemeesters van de 9 deelnemende gemeenten vormen het Veiligheidsbestuur Voorzitter: burgemeester die is aangewezen als korpsbeheerder, mw. Faber van de gemeente Zaanstad Verplichting GR is geregeld in Wet veiligheidsregio’s. In de wet en de GR die daaruit volgt, is zowel de verantwoordelijkheid voor de multidisciplinaire voorbereiding op crises en rampen als de verantwoordelijkheid voor de regionale brandweertaken (mono) en de GHOR taken (mono) opgenomen. Dat wat voor de GR normaalgesproken geldt, gaat niet 1-op-1 op voor de GR veiligheidsregio. Voorbeelden die aangeven waarom het een bijzondere vorm is: Noch de raden, noch de burgemeesters kunnen deel uitmaken van de GR veiligheidsregio, deze wordt namelijk aangegaan door uitsluitend de colleges (een zogenaamde collegeregeling). Art. 8 Wvr bepaalt met wie de colleges moeten samenwerken. Er zijn nog meer voorbeelden (dus niet uitputtend). Dat de veiligheidsregio gebaseerd is op verlengd lokaal bestuur, betekent overigens niet dat geheel aan de gemeenten wordt overgelaten hoe zij de regio vormgeven, welke taken zij overdragen of welke eisen zij aan de uitvoering stellen. Het is bij verlengd lokaal bestuur niet ongebruikelijk zaken voor te schrijven vanuit het Rijk; dat is hier zelfs op onderdelen wenselijk; het gaat hier immers om een kerntaak van de overheid, namelijk veiligheid. Als het gaat om veiligheid is het noodzakelijk voor alle burgers een uniform minimum niveau van veiligheid en van basiszorg te bieden. De eisen die dit beogen, betreffen zowel kwaliteit als de organisatie. Landelijke eisen zijn tevens nodig ten behoeve van grootschalig optreden, om bijstandsverlening en opschaling goed te kunnen laten verlopen. Het bestuur van de veiligheidsregio bestaat uit de burgemeesters van de gemeenten binnen de veiligheidsregio. De burgemeester vertegenwoordigt zijn gemeente in de veiligheidsregio en legt daarover verantwoording af in zijn eigen gemeenteraad. De gemeente kan geen andere vertegenwoordiger aanwijzen dan haar burgemeester. Crisispartners kunnen worden uitgenodigd deel te nemen aan vergaderingen van het bestuur van de veiligheidsregio, wanneer hun aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is, zodat deze in staat zijn de besluitvorming van het bestuur van de veiligheidsregio te volgen en (deskundige) inbreng te leveren vanuit de belangen van de organisaties die zij vertegenwoordigen De voorzitter van het bestuur van de veiligheidsregio is de burgemeester die aangewezen is als korpsbeheerder in de zin van de Politiewet Bij wijziging van die wet zal de aanstellingsgrond van de voorzitter van de veiligheidsregio wijzigen. Colleges: indachtig de constructie van verlengd lokaal bestuur zijn de taken en bevoegdheden die op basis van de Wvr bij gemeenschappelijke regeling worden overgedragen aan het bestuur van de veiligheidsregio, afgeleid van de verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten.

10 Invoering Wvr: rol van de raden
De raad heeft een kaderstellende en controlerende rol, bijvoorbeeld: door de burgemeester met een mandaat (kaderstellend) naar de bestuursvergadering van de veiligheidsregio te laten gaan en deze verantwoording te laten afleggen over het optreden door controle uit te oefenen op de (ontwerp)begroting door de uitoefening van het gezag door de burgemeester te controleren Rol raden nu: Huidige GR art. 28, lid 3: begroting 2012 (voor zienswijze) = 6 weken voor vaststelling hun zienswijze kenbaar maken bij het DB Na vaststelling van de begroting kan de raad bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten jaarverslag 2010 wordt ter informatie toegezonden (is geen wettelijke verplichting, maar is zo afgesproken in onze GR, een invulling van de informatiemogelijkheid voor de raad) Wet veiligheidsregio’s / planvorming: Art 15 lid 3, bestuur stelt risicoprofiel vast na overleg met de raden, waarbij het bestuur de raden tevens verzoekt om hun wensen kenbaar te maken omtrent het in het beleidsplan op te nemen beleid Art. 3, lid 2 brandbeveiligingsverordening (BBV): moet de gemeenteraad op lokaal niveau vaststellen (ook als je geregionaliseerd bent, tenzij de verordenende bevoegdheid wordt overgedragen via het college aan het bestuur van de veiligheidsregio). Stelt gebruikseisen aan inrichtingen (niet zijnde bouwwerken), bijvoorbeeld tenten voor evenementen of een hotel op een boot etc. Optioneel: brandweerrechtenverordening (gaat over leges voor brandweerdiensten): geen wettelijke verplichting, maar optioneel, moet de gemeenteraad op lokaal niveau vaststellen. Bijvoorbeeld: afhijsing voor niet acute medische noodzaak, als de brandweer een kelder moet leegpompen die is ondergelopen of verhuren van leslokaal of materieel voor andere doeleinden dan de wettelijke taak. Toekomstig: regionalisering van de brandweer: Proces naar regionalisering: zodra de wetswijziging van kracht wordt, moet het college binnen 3 maanden na inwerkingtreding de lokale brandweer opheffen, hierin is geen rol voor de gemeenteraad weggelegd. Hierna wijzigen de deelnemers de gemeenschappelijke regeling. Dit betekent een wijziging van de gemeentelijke begroting (Gemeentewet: Raad keurt de begroting goed) en een wijziging van de regionale begroting (indirect; Wet gemeenschappelijke regelingen). De raad dient in het kader van de overdracht van de lokale brandweer naar VrZW de dienstverleningsovereenkomst + de hieruit voort vloeiende begrotingswijziging in de raadsvergadering te behandelen en aan het college goedkeuring te verlenen (of aan college aangeven waarom (nog) geen goedkeuring wordt gegeven). Als de brandweer eenmaal geregionaliseerd is: informatieverplichting en verantwoordelijkheidsverplichting gaat dan gelden voor de regionale brandweerorganisatie in VrZW. De brandweer wordt geregionaliseerd, ook voor wat betreft dat deel wat nu nog lokaal wordt gedaan (door vervallen art. 26 Wvr). De gehele brandweerkolom komt onder de uitgangspunten van de collegeregeling te vallen. De standaard informatie en verantwoording gaat nu via de gemeenschappelijke regeling lopen. Verordenende rol raad na regionalisering: komt te vervallen voor de BBV als de landelijke AMvB voor brandveilig gebruik van inrichtingen inwerking treedt t.a.v brandweerrechten: als de veiligheidsregio de lasten draagt voor personeel en materieel is het logisch dat daar waar de bedrijfsvoering wordt uitgebreid met dienstverlenende taken de veiligheidsregio ook de lusten krijgt, dus zou in het regionaliseringsproces gesproken moeten worden over de overdracht van de verordenende taak van de raad op dit punt naar het bestuur van de veiligheidsregio Verhoudingen - LET OP: het ligt erg ingewikkeld Wet gemeenschappelijke regelingen, Gemeentewet en Wet veiligheidsregio’s spreken elkaar soms tegen. Informatieverplichting >> redelijk normaal (zoals het ook in de gemeente gaat) Verantwoordingsverplichting (het feitelijk kunnen hebben van invloed) >> veel verschillen tussen de gemeentelijke situatie en de situatie met deze GR. Als Raad kun je veel vragen maar weinig afdwingen. Dat komt doordat de GR veiligheidsregio geen normale maar een verplichte vorm van GR is. Je kunt er niet zomaar uitstappen en hebt dus weinig vrijheid. Als hierover discussies of vragen komen, afkappen!! (Is niet het doel van deze presentatie).

11 Invoering Wvr: (aangepaste) GRIP
Een procedure om de operationele en bestuurlijke opschaling tijdens tijdens incidenten, rampen en crises of een dreiging daarvan te regelen Routinefase: De incidentbestrijding valt binnen de dagelijkse werkwijzen van de hulpverleningsdiensten. Multi overleg op plaats incident. GRIP 1: Multi incidenten met eenhoofdige leiding die ter plaatse worden bestreden vanuit een Copi GRIP 2: Omvangrijke multi incidentbestrijding waarbij tactische multidisciplinaire leiding nodig is vanuit een ROT GRIP 3: Omvangrijke multi incidentbestrijding waarbij strategisch bestuurlijke keuzes nodig zijn vanuit een GBT GRIP 4: Omvangrijke multi incidentbestrijding van meer dan plaatselijke betekenis waarbij strategische leiding wordt gegeven door voorzitter veiligheidsregio in een RBT GRIP staat voor Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure Geldt vanaf 1 februari 2011 (de aanpassing). De GRIP vormt de basis voor de operationele en bestuurlijke opschaling tijdens incidenten, rampen en crises of een dreiging daarvan. GRIP start als duidelijk behoefte is aan multidisciplinaire coördinatie van een incident, ramp of crisis en een eenduidige aansturing van de inzet van de betrokken diensten. Uitgangspunten GRIP De volgende uitgangspunten worden gehanteerd: • Van de dagelijkse situatie naar de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie GRIP beschrijft de afstemming op de coördinatiebehoefte bij routinematige en grootschalige incidenten. • GRIP-fasen zijn aanvullend Per hogere GRIP-fase worden nieuwe teams actief en komt de algehele coördinatie een niveau hoger te liggen. Bestaande teams veranderen niet qua samenstelling. • GRIP-fasen zijn niet per se opvolgend Het is mogelijk de passende GRIP-fase direct af te roepen zonder instelling van het lagere niveau. • Initiële opschalingsopdrachten staan niet ter discussie Indien één van de crisispartners van mening is dat opschaling noodzakelijk is, volgen de overige diensten. Is een GRIP-team operationeel, dan gebeurt eventuele verdere opschaling in overleg. • Niet alle teams hoeven geactiveerd te worden Het kan voor komen dat in de regio wel een effectgebied, maar geen brongebied is. Men kan dan kiezen alleen een ROT of alleen een GBT te formeren. • De kernbezetting van een team komt altijd De kernbezetting van een GRIP-team reageert altijd op de GRIP-alarmering en begeeft zich vervolgens naar de desbetreffende opkomstlocatie. • GRIP is een middel en geen doel Indien de situatie dit vereist, kunnen de leider CoPI, de ROL, de burgemeesters en de voorzitter veiligheidsregio gemotiveerd van de regeling afwijken. Opschalen en afschalen Bij afkondiging van een GRIP-fase door één van de diensten volgen de overige crisispartners de opschaling

12 Rol van de burgemeester bij GRIP
Rol van de burgemeester in de verschillende GRIP-fases: De burgemeester heeft het opperbevel in GRIP 1 t/m 3. GRIP 1: burgemeester wordt door leider CoPI geïnformeerd. GRIP 2: burgemeester wordt door regionaal operationeel leider (ROL) geïnformeerd en geadviseerd. GRIP 3: strategische bestuurlijke besluitvorming noodzakelijk, dus: idem GRIP 2 + vorming GBT dat burgemeester adviseert + de burgemeester is verantwoordelijk voor de crisiscommunicatie Voorzitter neemt opperbevel over bij GRIP 4. GRIP 4: strategische leiding door de voorzitter veiligheidsregio + vorming RBT met o.a. burgemeesters betrokken gemeenten Naast de formele informatielijnen bestaan uiteraard verschillende informele informatielijnen.

13 GRIP-incidenten Zaanstreek-Waterland
Eerste rij: Links: GRIP 1: gestrande trein bij Oostzaan (21 december 2010) Midden: GRIP 2: brand bedrijfspand Penningweg Zaandam (6 september 2010) Rechts: GRIP 1: Schaatsdrukte Gouwzee (13 februari 2010) Tweede rij: Links: GRIP 3: zeer grote brand haven Volendam (1 juli 2010) Midden: GRIP 1: grote brand bij Zeilemaker, Purmerend (25 september 2010) Rechts: GRIP 1: zeer grote brand Noorder IJ- en Zeeweg Zaandam (7 oktober 2010) Derde rij: Links:GRIP 1: grote brand in cacoafabriek in Wormer (19 januari 2011) Midden:GRIP 1: kettingbotsing A8 bij Oostzaan (14 maart 2010) Rechts: GRIP 2: zeer grote brand Diergaarde, Westelijk Havengebied Amsterdam, Zaanstreek-Waterland effectgebied (22 februari 2011)

14 Invoering Wvr: juridisch en beleidsmatig
Nieuwe Gemeenschappelijke regeling op 17 december 2010 getekend Risicoprofiel 30 maart 2011 vastgesteld Bezig met opstellen beleidsplan en crisisplan Regionale organisatie gemeentelijke kolom vastgesteld 12 mei 2010 Aangepaste GRIP-regeling vastgesteld op 12 november 2010 Beleid bedrijfsbrandweren vastgesteld op 12 november 2010 Netcentrisch werken ingevoerd per 1 maart 2011 Conversie rangen vastgesteld op 11 februari 2011 Nieuwe GR: de oude GR is conform wettelijke eisen aangepast en opnieuw vastgesteld op 17 december na instemming door de colleges en raden. Risicoprofiel: is opgesteld conform het landelijke model in samenwerking met alle partners en vastgesteld binnen de wettelijke termijn. Over dit onderwerp zullen wij later op de avond de raadsleden van de 9 gemeenten nader voorlichten. Beleidsplan en crisisplan: momenteel wordt gewerkt aan beide planfiguren. Conform planning zal crisisplan in 2011 worden afgerond. Beleidsplan zal echter door bestuursbesluit om dit uit te stellen niet voor 1 juli 2011 gereed zijn. Regionale organisatie gemeentelijke kolom:geeft invulling aan de rol van de gemeenten in de nieuwe hoofdstructuur, besloten om regionale invulling te geven aan de gemeentelijke crisisorganisatie en gezamenlijk afspraken te maken over de organisatorische en financiële consequenties. Dit gebeurt onder aansturen van de coördinerend gemeentesecretaris in nauwe samenwerking met de andere gemeentesecretarissen. Aangepaste GRIP-regeling:opgesteld o.b.v. het landelijk gedragen referentiekader regionaal crisisplan. Nauwe samenhang met netcentrisch werken en regionale organisatie van de gemeentelijke kolom. Ingegaan per 1 januari 2011. Beleid bedrijfsbrandweren:Zaanstreek-Waterland kent (nog) geen bedrijfsbrandweerplichtige bedrijven, maar wel verschillende bedrijven met een bedrijfsbrandweer. Om die bedrijven te ondersteunen is dit beleid opgesteld, waarin richtlijnen zijn opgenomen voor de omvang, geoefendheid, meteriaal en materieel etc. Netcentrisch werken:conform landelijke methode ingevoerd. Gebruik van LCMS zal vanaf die datum standaard worden gebruikt (via learning by doing) Conversie rangen:Het Besluit personeel veiligheidsregio’s gaat voor het brandweerpersoneel uit van een functiegericht stelsel in plaats van het huidige ranggerichte stelsel. Met het in werking treden van dit besluit, dient het huidige personeel (zowel vrijwillig als beroeps) opnieuw een rang toegekend te worden.

15 Stand van zaken t.o.v. Inspectierapport
Aandachtspunten RADAR Informatiefunctionarissen ontbreken Coördinator voorlichting ontbreekt in TBZ Eenhoofdige leiding op de meldkamer ontbreekt Hoe wordt tijdens ramp/crisis omgegaan met overige meldingen? Geen tijdige alarmering functionarissen Geen meldkamerbeeld binnen 5 minuten Opkomsttijden CoPI, ROT en GBT Geen invulling aan informatiemanagement Stand van zaken Informatiemanagement operationeel per 1 maart 2011 Regionale organisatie gemeentelijke kolom per 12 mei 2010, voorlichter in ROT en TBZ Koud: eenhoofdige leiding ontbreekt. Warm: caco’s opgeleid maar nog niet op piket. Geregeld middels piketcentralist (brandweer-, politie- en ambulance-meldkamer) Meldkamerprocessen op orde Centralist / AC-piket officier vult LCMS met meldkamerbeeld. Aangepaste GRIP-regeling vastgesteld op 12 november 2010 Deze slide zet de voortgang van de vorige slide af tegen de aanbevelingen die zijn gedaan in het onderzoek Rampenbestrijding op orde eind 2009 van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Informatiefunctionarissen: IM is per 1 maart operationeel Coördinator voorlichter: voorlichting in sectie gemeenten in ROT, in TBZ Caco’s: ligt een plan (stuurgroep) gaat binnenkort naar bestuur Tijdige alarmering: knelpunt tijdens radar-oefening door oefensoftware (de grip incidenten ervoor en erna geen problemen) Eind 2012 volgt een volgende inspectieronde (overgang naar conclusie) 16

16 Conclusie Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland ligt op schema om te
voldoen aan de eisen van de Wet veiligheidsregio’s. Oftewel: Geen achterhoede maar serieuze partner in rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het beeld dat begin 2010 door de IOOV i.h.k.v. RADAR over Zaanstreek-Waterland werd geschetst was deels op dat moment al achterhaald en deels feitelijk onjuist. Hier hebben wij in de periode de inspectie meermaals op gewezen. Deze veiligheidsregio werd al in 2008 getoetst op eisen uit een wet die pas op 1 oktober 2010 zou ingaan. Juist in die periode is veel vooruitgang geboekt. Het toonde een beeld van een jaar daarvoor en ging uit van de wettelijke eisen die pas per 1 oktober 2010 ingingen. De voorgaande slides laten zien dat wij grote stappen voorwaarts hebben geboekt en hard op weg zijn om aan de eisen van de Wet veiligheidsregio’s te voldoen. Wij waren geen achterhoede en wij zijn geen achterhoede. Wij zijn een professionele partner in de rampenbestrijding en crisisbeheersing. (Refereer hierbij aan de VrZW-groene wielrenner op de voorgrond die midden in het peloton fietst). Met beleidssplan lagen wij op koers om in het linkerrijtje van veiligheidsregio’s (de voorhoede) te komen. Door o.a. financiële ontwikkelingen is dit bijgesteld naar het voldoen aan de eisen van wet: middenmotor. Zie onze begroting 2012 die u binnenkort voor zienswijze krijgt aangeboden.


Download ppt "Programma Waarom een veiligheidsregio?"

Verwante presentaties


Ads door Google