voor alles een bestemde tijd Prediker 31-15 1
turn, turn, turn # 1 - 1965 2
To everything (turn, turn, turn) There is a season (turn, turn, turn) And a time for every purpose, under heaven A time to be born, a time to die A time to plant, a time to reap A time to kill, a time to heal a time to laugh, a time to weep 3
1 Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd; 4
5. het hart des wijzen kent tijd en wijze 5 ... het hart des wijzen kent tijd en wijze. 6 Want elk ding heeft zijn tijd en zijn wijze... Prediker 8 5
GOD de mens 5 ... het hart des wijzen kent tijd en wijze. 6 Want elk ding heeft zijn tijd en zijn wijze... Prediker 8 5
onderscheidt de tijden, en de Schrift is in harmonie met zichzelf Augustinus onderscheidt de tijden, en de Schrift is in harmonie met zichzelf 6
2 er is een tijd om te baren* en een tijd om te sterven... * lett. geboren te worden 7
4 Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, 5 om hen, die onder de wet waren, vrij te kopen... Galaten 4 † * 8
2 ... een tijd om te planten en een tijd om het geplante uit te rukken, 9
9 Gij hebt een wijnstok uit Egypte uitgegraven, Gij hebt volken verdreven en hem geplant. Psalm 80 10
3 een tijd om te doden en een tijd om te helen... 11
3 ... een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen, 12
1 Als de HERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan... Psalm 127 13
4 een tijd om te wenen en een tijd om te lachen... 14
4 ... een tijd om te rouwklagen en een tijd om te dansen, 15
5 een tijd om stenen weg te werpen en een tijd om stenen bijeen te zamelen... 16
5 ... een tijd om te omhelzen en een tijd om zich van omhelzen te onthouden, 17
6 een tijd om te zoeken en een tijd om te laten verloren gaan... 18
4 ... en gaat het verlorene zoeken, totdat hij het vindt... Lucas 15 19
6 ... een tijd om te bewaren en een tijd om weg te werpen, 20
7 een tijd om te scheuren* en een tijd om dicht te naaien... * nl. bij rouw 21
7 ... een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken, 22
4 Die in de hemel zetelt, lacht; de Here spot met hen 4 Die in de hemel zetelt, lacht; de Here spot met hen. 5 Dan spreekt Hij tot hen in zijn toorn, en verschrikt hen in zijn gramschap:... Psalm 2 23
8 een tijd om te beminnen en een tijd om te haten... 24
8 ... een tijd van oorlog en een tijd van vrede. 25
9 Welk voordeel heeft de werker van datgene waarvoor hij zich aftobt? + - 26
10 Ik heb in ogenschouw genomen de bezigheid, die God aan de mensenkinderen gegeven heeft om zich daarmee te kwellen*. * lett. ze daarin te verootmoedigen 27
11 Alles* heeft Hij voortreffelijk gemaakt op zijn tijd... * > voorgaande 14 (2x7) contrasten 28
11 ... ook heeft Hij de eeuw* in hun hart gelegd, zonder dat de mens van het werk dat God doet, van het begin tot het einde, iets kan ontdekken. * Hebr. olam => wat verborgen is 29
12 Ik heb ingezien, dat het niet in hun eigen macht staat, maar als men zich verheugt en [zich te] goed doet in zijn leven, 30
13 kortom als iemand eet en drinkt en het goede geniet bij al zijn zwoegen, dan is dat een gave Gods. 31
14 Ik heb ingezien, dat al wat God doet, voor eeuwig* is... * Hebr. le olam = met het oog op wat verborgen is 32
14 ... daaraan kan men niet toedoen en daarvan kan men niet afdoen; en God doet het, opdat men voor zijn aangezicht vreze. 33
15 Wat is, was er reeds lang, en wat zijn zal, is reeds lang geweest; en God zoekt weer op, wat voorbijgegaan is. 34