Landschap van barmhartigheid 1. Gered, in plaats van verlorenheid (h.1) 2. Gerechtvaardigd, in plaats van veroordeeld (h.2-4) 3. Verzoent met God, in plaats van vijandschap (h.3) 4. Eeuwig leven, in plaats van een (eeuwige) ‘dood; (h.5) 5. Dienstbaar aan God, in plaats van onder de zonde (h.6-7) 6. Kinderen van God, in plaats van slaven van angst (h.8) 7. Onderdeel van Gods nieuwe schepping, in plaats van alleen het oude (h.8) 8. Gods weg met Israël, en de unieke rol van Jezus ( ‘genade ) (h.9-11)
Romeinen 12 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u.
Romeinen 12 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u.
TL - TO GO
INDICATIEF - Aantonende wijs - Hij zit -Realiteit/feit -Gave -Rom IMPERATIEF -Aansporende wijs -Zit! -Aansporing/gebod -Opgave -Rom
Romeinen 12 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is.
Romeinen 12 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is.
Aansporingen 1. Wees verheugd door de hoop die je hebt (Rom. 12:12) 2. Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid tegen elkaar (Ef. 4:25) 3. Laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op eigen begeerten (Gal. 3:16) 4. God heeft ons niet geroepen tot zedeloosheid, maar tot een heilig leven (1 Thes. 4:7) 5. Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft (Col. 3:13) 6. Blijf bidden en blijft daarbij waakzaam en dankbaar (Col. 4:2) 7. Wees in niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank Hem in al uw gebeden (Fil. 4:6)
Romeinen 12 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is.