30 januari 2016 Urk Jozef bij Potifar (Genesis 39)
Filippenzen 2 (NBG) 6 die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, 7 maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht slaaf heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is.
1 Samuël 9 2 Die had een zoon, wiens naam was Saul, een jongeling, en schoon, ja, er was geen schoner man dan hij onder de kinderen Israëls; van zijn schouderen en opwaarts was hij hoger dan al het volk.
1 Samuël Toen zond hij heen, en bracht hem (=David) in; hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon van aanzien (…)
2 Samuël Nu was er in gans Israël geen man zo schoon als Absalom, zeer te prijzen; van zijn voetzool af tot zijn hoofdschedel toe was er geen gebrek in hem.
Efeze 3 (NBG) 10 opdat thans door middel van de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige wijsheid Gods bekend zou worden, 11 naar het eeuwige voornemen van de aeonen, dat Hij in Christus Jezus, onze Here, heeft uitgevoerd,
Johannes 6 15 Jezus dan, wetende, dat zij zouden komen, en Hem met geweld nemen, opdat zij Hem Koning maakten, ontweek wederom op den berg, Hij Zelf alleen.
Lukas En als Hij voort reisde, spreidden zij hun klederen onder Hem op den weg. 37 En als Hij nu genaakte aan den afgang des Olijfbergs, begon al de menigte der discipelen zich te verblijden, en God te loven met grote stemme, vanwege al de krachtige daden, die zij gezien hadden; 38 Zeggende: Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen!
Galaten 6 14 Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.
Efeze 4 1 Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere (…)
Handelingen En den volgenden nacht stond de Heere bij hem, en zeide: Heb goeden moed, Paulus, want gelijk gij te Jeruzalem van Mij betuigd hebt alzo moet gij ook te Rome getuigen.
Handelingen En Agrippa zeide tot Festus: Deze mens kon losgelaten worden, indien hij zich op den keizer niet had beroepen.
Handelingen En Paulus bleef twee gehele jaren in zijn eigen gehuurde woning; en ontving allen, die tot hem kwamen; 31 Predikende het Koninkrijk Gods, en lerende van den Heere Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, onverhinderd.
Efeze 2 19 Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods; (..) 22 Op Welken ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest.
Hebreeën 3 6 Maar Christus, als de Zoon over Zijn eigen huis; Wiens huis wij zijn (…)