Organisatiecultuur “bestaat” niet, maar “ontstaat” steeds weer opnieuw als mensen met elkaar in de weer zijn. Organisatiecultuur
Waarnemen Wat neem ik waar (en wat niet) [selectie] InterpreterenWelke betekenis geef ik aan wat ik waarneem HandelenWelke actie onderneem ik (woord en gedrag) Organisatiecultuur patronen van actie en reactie
1.A doet x 2.B ziet dat en interpreteert dat en doet dan y 3.A ziet B y doen, interpreteert dat en doet dan nog meer x 4.B ziet A nog meer x doen, interpreteert dat en doet dan nog meer y 5.C ziet A en B zo bezig, interpreteert dat en denkt dan: als zij dat doen, moet ik Z doen. 6.D ziet A, B en C zo bezig … etc.
Ieder lid van de organisatie past zich aan aan de heersende cultuur (culturen), vaak zonder zich daarvan bewust te zijn. “slachtoffer” van de organisatiecultuur
Je bent nooit alleen “slachtoffer” van de organisatiecultuur, maar ook altijd “dader” Je bent nooit alleen “dader” van de organisatiecultuur, maar ook altijd “slachtoffer” “dader” van de organisatiecultuur
De linkerkolom en de rechterkolom
K A R
Wat bevalt je wel en wat niet aan de uitkomst? Wat wilde je bereiken? Was het wat je wilde bereiken? Of juist niet? Hoe voelde je je na afloop? Welke impact denk je dat het gesprek op de ander heeft gehad? Wat, denk je, zijn de gevolgen voor de relatie of het verdere contact? Resultaat
Wat deed je of zei je wel? Wat niet? Wat zie je gebeuren in de rechter- en in de linkerkolom? Waar wijken beide kolommen van elkaar af? Welke linkerkolominformatie heeft, denk je, veel invloed gehad op het gespreksverloop? Wat hebben de acties met de resultaten te maken? Wat had je kunnen doen? Waarom heb je het zo aangepakt? Actie
Wat waren de goede redenen, om te doen wat je deed en te zeggen wat je zei? Wat dacht/denk je over je gesprekspartner? Wat weerhield je om je linkerkolom uit te spreken? Wat was er gebeurd als je dat wel had gedaan? Kader
Reageren of herkaderen
Herkaderen Is het echt waar wat ik denk of vind? Wat probeert de ander nu voor elkaar te krijgen? Wat zijn zijn/haar goede redenen? Gedragsexperimenten uitvoeren
Model 1 waarden Reageren 1.Controle houden 2.Willen winnen, niet willen verliezen 3.Gezichtsverlies beperken (voor jezelf en de ander) 4.‘Rationeel blijven’ Model 2 waarden herkaderen 1.Valide informatie 2.Vrije en goed geïnformeerde keus 3.Intern commitment 4.Compassie