CCC & CCM – Mod2 JACM Juridische Aspecten Credit Management H1. & H3. Rechtshandeling en Overdracht
Programma Introductie privaatrecht Rechtsgebieden Rechtsbronnen Hoofdstuk 1 Programma Introductie privaatrecht Rechtsgebieden Rechtsbronnen
Onderscheid Privaatrecht / publiekrecht Publiekrecht Hoofdstuk 1 Onderscheid Privaatrecht / publiekrecht Publiekrecht Staatsrecht Bestuursrecht Strafrecht Belastingrecht Overheid maakt gebruik van zijn ‘macht’
Basis: gelijkwaardigheid van partijen Hoofdstuk 1 Privaatrecht Personen- en familierecht Vermogensrecht Erfrecht Ondernemingsrecht Basis: gelijkwaardigheid van partijen
Soorten regels: Rechtsregels Moraal en fatsoen Hoofdstuk 1 Soorten regels: Rechtsregels Moraal en fatsoen
Hoofdstuk 1 Dwingend < -- > aanvullend recht Materieel < -- > formeel recht Objectief < -- > subjectief recht Nationaal < -- > internationaal recht
Hoofdstuk 1 Rechtsbronnen a. Wet b. Internationale regelingen c. Jurisprudentie d. Gewoonterecht e. Ongeschreven recht
Hoofdstuk 1 Privaatrecht Burgerlijk Wetboek (onderverdeeld in) Boek 1 Personen en familierecht Boek 2 Rechtspersonen Boek 3 Vermogensrecht in het algemeen Boek 4 Erfrecht Boek 5 Zakelijke rechten Boek 6 Algemeen deel verbintenissenrecht Boek 7 Bijzondere overeenkomsten Boek 7A Bijzondere overeenkomsten (vervolg) Boek 8 Verkeersmiddelen en vervoer Boek 10 Internationaal privaatrecht
Hoofdstuk 1 feitelijke handeling Handelingen rechtshandeling Rechtshandeling = gericht op rechtsgevolg Eenzijdige of meerzijdige rechtshandeling (zie artt. 3:32 e.v. BW)
Rechtshandeling Eisen aan de persoon Handelingsbekwaam Hoofdstuk 1 Rechtshandeling Eisen aan de persoon Handelingsbekwaam > 18 jaar Niet onder curatele < 18 jaar maar gehuwd/geregistreerd partnerschap Handelingsbevoegd Failliet Art. 3:43 BW
Hoofdstuk 1 Rechtshandeling Wilsverklaring (art.3:33 BW) Vormvrij tenzij wet anders voorschrijft Bijv.: proeftijdbeding in arbeidsovereenkomst Kenbaar. Wilsverklaring moet persoon bereiken (art.3:37, lid 3 BW) Wil en verklaring komen NIET overeen -> vertrouwensbeginsel (art.3:35 BW) Onvoorzienbaar nadeel (art.3:34 BW) -> vernietigbaar, tenzij……
Hoofdstuk 1 Rechtshandeling Nietig (= wordt geacht nooit te hebben bestaan) Ontbreken van met verklaring overeenstemmende wil strijd met openbare orde / goede zeden Bijv.: verkopen hard drugs (art.3:40, lid 1 BW) Handelingsonbevoegdheid persoon Bijv.: failliet kan de boedel niet binden, tenzij…..
Hoofdstuk 1 Vernietigbaar gebreken raken de handelende persoon Onbekwaamheid Bijv.: koop bromfiets door een 14 jarige Uitz.: rechtshandeling waarvan in maatschappelijk verkeer gebruikelijk is da die door minderjarigen worden gedaan (art.1:234,lid 3 BW) Bijv.: rechtshandelingen onder invloed van geestelijke stoornis (art. 3:34, lid 2 BW) Wilsgebreken (art. 3:44 en 6:228 BW) Niettemin geldig = gering gebrek (art. 3:40, lid 3 BW)
Vernietigbaarheid inroepen door Hoofdstuk 1 Wilsgebreken Bedreiging (art.3:44, lid 2 BW) Bedrog (art.3:44, lid 3 BW) Misbruik van omstandigheden (art.3:44, lid 4 BW) Dwaling (art.6:228 BW) Vernietigbaarheid inroepen door Buitengerechtelijke verklaring of Rechterlijke uitspraak (art.3:49 BW)
Bedreiging (art.3:44 lid 2 BW) Hoofdstuk 1 Bedreiging (art.3:44 lid 2 BW) Dreiging van de persoon of een derde met enig nadeel in persoon of goed, anders gezegd: het uitoefenen van dwang waardoor de wil wordt beïnvloed. Bedreiging moet “geobjectiveerd” kunnen worden (bedreiging ook in de ogen van een redelijk oordelend mens) Bedreiging moet onrechtmatig zijn, bijv. niet de deurwaarder.
Hoofdstuk 1 Bedrog (art.3:44 lid 3 BW) Opzettelijk Onjuiste informatie Verzwijgen Andere kunstgrepen
Misbruik van omstandigheden (art.3:44 lid 4 BW) Hoofdstuk 1 Misbruik van omstandigheden (art.3:44 lid 4 BW) De ‘misbruiker’ weet of moet begrijpen dat iemand door bijzondere omstandigheden wordt bewogen tot het verrichten van rechtshandelingen. Nadeel is niet vereist Voorbeeld: medewerker onder druk zetten een beëindigings- overeenkomst te ondertekenen (HR 5feb99 Van Venrooij-Ameva).
Hoofdstuk 1 Dwaling (art.6:228 BW) Bij een juiste voorstelling van zaken geen overeenkomst gesloten (causaal verband). De overeenkomst is vernietigbaar! Vb. HR 21jan66, Booij – Wisman (mobiele kraan) Geen beroep op dwaling mogelijk: Over toekomstverwachtingen (Markcafé arrest) I.v.m. aard van de overeenkomst, verkeersopvattingen of omstandigheden van het geval voor rekening van eiser (vb. Kantharos van Stevensweert)
Hoofdstuk 1 Derdenbescherming Vertrouwensbeginsel - wederpartij Art. 3:35 BW Vertrouwen op gedraging anderen Art. 3:36 BW Specifieke situaties (o.a. verkrijging goederen) Artt. 3:86 en 3:88 BW
Hoofdstuk 1 Overeenkomst Wederkerige en eenzijdige overeenkomst Wederkerig: beide partijen nemen verbintenis op zich Bijv.: arbeids-, huur-, koopovereenkomst, Eenzijdige overeenkomst, één partij verbindt zich Bijv.: schenkingsovereenkomst
Hoofdstuk 1 Overeenkomst Benoemde en onbenoemde overeenkomsten Benoemde: specifieke regeling in de wet (BW 7 en 7A) Bijv.: arbeids-, huur-, koop- en ruilovereenkomst Onbenoemde: geen specifieke regeling in de wet. Algemeen verbintenissenrecht (BW 6) van toepassing.
Hoofdstuk 1 Tot stand komen overeenkomst Aanbod Aanvaarding Aanbod + aanvaarding = wilsovereenstemming (art. 6:217 lid 1 BW) Aanbod herroepen tot aanvaarding, tenzij Voor bepaalde tijd Het voort vloeit uit aanbod Het aanbod vrijblijvend is gedaan Mondeling aanbod (niet direct aanvaard, dan vervalt het)
Hoofdstuk 1 Algemene voorwaarden (art. 6:231 BW) Bedingen die ‘standaard’ in overeenkomsten worden opgenomen (vb. leverings- en betalingsvoorwaarden) Raken niet de kern van de overeenkomst (prijs, aantal producten, kwaliteit etc) Algemene voorwaarden zijn vernietigbaar (art. 6:233 BW) Onredelijk bezwarend Gebruiker schendt informatieplicht
Hoofdstuk 1 Informatieplicht gebruiker Hoofdregel: algemene voorwaarden vóór of bij sluiten overeenkomst in handen stellen. Dus niet: opnemen op de achterzijde van de factuur Wederpartij er op wijzen waar de algemene voorwaarden kunnen worden ingezien Vb. Ter inzage op de zaak, bij de KvK, griffie rechtbank
Hoofdstuk 1 Algemene voorwaarden (art. 6:231 BW) Geen beroep op vernietigbaarheid bij regelmatig zaken doen (HR 1 okt 99, NJ 2000, nr 207, Geurtsen/Kampstad) Vernietiging inroepen binnen 3 jaar Zie (art. 3:52, lid 1d BW)
Hoofdstuk 1 Onredelijk bezwarend Voor natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf = consument Zwarte lijst (art. 6:236 BW), toch opgenomen dan vernietigbaar. Beding is verboden; Vernietigen kan per brief Grijze lijst (art. 6:237 BW), tegenbewijs mogelijk, vermoeden dat het beding onredelijk bezwarend is Vernietiging door de rechter
Hoofdstuk 1 Inhoud overeenkomst bepaald door (art. 6:248 BW): - Wat partijen zijn overeengekomen. - Uitgangspunt is Contractsvrijheid Voor interpretatie: zie Haviltex-arrest Taalkundig, partijen, omstandigheden bij sluiten overeenkomst, persoonlijke verwachtingen. De wet; Gewoonte; Eisen van redelijkheid en billijkheid (aanvullend & beperkend)
Hoofdstuk 1 Onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) bijv.: natuurramp, oorlog, economische recessie, (tenzij die omstandigheden zijn uitgesloten in overeenkomst) Wijzigen gevolgen overeenkomst Geheel of gedeeltelijk ontbinden Rechterlijke uitspraak
Hoofdstuk 1 Pre contractuele fase (Plas-Valburg arrest) (hoe ver zijn onderhandelingen gevorderd, wat mogen partijen van elkaar redelijkerwijs verwachten, wat zijn de belangen van partijen) Fase 1: afbreken toegestaan: geen kostenvergoeding Fase 2: afbreken toegestaan: geheel of gedeeltelijke kostenvergoeding Bij fase 3 en 4 is afbreken in strijd met eisen redelijkheid en billijkheid Fase 3: afbreken niet toegestaan: kosten ook uit de voorfase vergoeden Fase 4: afbreken niet toegestaan: vergoeden gederfde winst
V R A G E N ?
Hoofdstuk 3 Vermogensrecht Op geld waardeerbaar Overdraagbaar Absoluut recht t.o.v. iedereen uit te oefenen (vb. eigendomsrecht). BW boeken 3 & 5 Relatief recht rechtsverhouding tussen 2 (of meer) personen (vb. salaris vordering, vordering op koper om de koopprijs te betalen) BW boeken 3, 6, 7, 7A
Hoofdstuk 3 Absoluut recht (t.o.v. iedereen uit te oefenen; vb. eigendomsrecht) 5 kenmerken A. Zeggenschap B. Zaaksgevolg (droit de suite) A blijft eigenaar van zijn fiets ook al is die gestolen
Hoofdstuk 3 C. Oud gaat voor jong Vb. prioritering tussen 1e, 2e en 3e hypotheek D. Gesloten systeem Absolute rechten zijn limitatief opgesomd in de wet (BW boeken 3 & 5) E. Droit de préference Vb eigendomsvoorbehoud bij faillissement
Hoofdstuk 3 Goed – zaak (artt. 3:1 en 3:2 BW) Vb. Spaargeld fiets Roerende – onroerende zaken (art. 3:3 BW) Vb. Auto grond Hoofdzaken – bestanddelen (art. 3:4 BW) Vb. Huis cv-ketel
Hoofdstuk 3 Absolute rechten op zaken: Eigendom (art.5:1 BW) Erfdienstbaarheid (art.5:70 BW) Erfpacht (art.5:85 BW) Opstal (art.5:20 BW) Appartementsrecht (art.5:106 BW) Absolute rechten op alle goederen: Vruchtgebruik Pand Hypotheek
Hoofdstuk 3 Verkrijgen van goederen (art.3:80 BW) Onder algemene titel Erfopvolging Boedelmenging Fusie Onder bijzondere titel Overdracht Verjaring Onteigening Natrekking
Hoofdstuk 3 Relatief recht = rechtsverhouding tussen 2 (of meer) personen Vb. koopovereenkomst Koper -> betaalt koopprijs Verkoper -> draagt eigendom gekochte over
Hoofdstuk 3 Overdracht (art.3:84 BW) Vereisten: Geldige titel Beschikkingsbevoegdheid Levering
Beschikkingsbevoegdheid Hoofdstuk 3 Geldige titel Op grond waarvan vindt overdracht plaats Vb. koopovereenkomst, schenkingsovereenkomst Beschikkingsbevoegdheid Eigenaar Levering Bezitsverschaffing
Hoofdstuk 3 Overdracht registergoed Koopovereenkomst (ten onrecht spreekt men vaak over de “voorlopige koopovereenkomst”) Eigendomsoverdracht bij notariële akte (transportakte) Inschrijven transportakte in het openbaar register (kadaster) Daarmee is de koper eigenaar. NB. Kadaster -> negatief stelsel (wat er staat kan afwijken van de werkelijkheid)
Hoofdstuk 3 Levering roerende zaak Bezitsverschaffing Levering zonder bezitsverschaffing (art.3:115 BW) Constitutum possessorium Brevi manu Longa manu Eigendomsvoorbehoud (art.3:92 BW)
Hoofdstuk 3 Constitutum possessorium Voorbeeld: A verkoopt zijn Mercedes aan B. Omdat hij niet snel een andere auto van zijn keuze kan vinden spreekt hij met B af dat hij de Mercedes nog een tijdje mag gebruiken. B wil wel direct eigenaar worden. A en B spreken af dat A de Mercedes voor B gaat houden. Brevi manu (korte hand) Voorbeeld: A geeft zijn fiets in reparatie bij B. B besluit later de fiets (die nog steeds bij B staat) van A te willen kopen. Longa manu (lange hand) Voorbeeld: A geeft zijn fiets in reparatie bij B. Terwijl die daar staat verkoopt A zijn fiets aan C.
Eigendomsvoorbehoud (art.3:92 BW) Hoofdstuk 3 Eigendomsvoorbehoud (art.3:92 BW) = beding in overeenkomst waarbij de verkoper zich de eigendom voorbehoudt tot de koper de koopprijs heeft betaald. m.a.w. hoewel de feitelijke bezitsverschaffing plaats vindt gaat de eigendom niet over, pas na het betalen van de volledige koopsom.
Hoofdstuk 3 Derdenbescherming (Bij overdracht niet-register goederen art.3:86 BW) Wel aanwezig: Geldige titel Bezitsverschaffing Verkrijgen om baat Te goeder trouw zijn Maar de vervreemder is niet beschikkingsbevoegd (geen eigenaar) De derde wordt beschermd tenzij………
Hoofdstuk 3 Er sprake is van diefstal Derdenbescherming geldt niet ingeval van diefstal (art. 3:86, lid 3 BW) De eigenaar kan gedurende 3 jaar zijn eigendom opeisen Te rekenen vanaf de dag van de diefstal Uitzondering: als de (gestolen) zaak is verkregen door een consument die het aanschafte bij een handelaar (in soortgelijke zaken) in een daartoe bestemd bedrijfspand.
V R A G E N ?