KERNTAAK 1.1 NIVEAU 1 ABC ROBINETTE, DINOTRA, WENDY, RANOE EN CEONA
INHOUDSOPGAVE A Heeft kennis van de ontwikkelingspsychologie van jonge kinderen van 0 tot 4 jaar. B Kent de verschillende pedagogische visies en werkwijze van de VVE- methodieken voor het opvoeden en stimuleren van de ontwikkeling van jonge kinderen. C Draagt zorg voor de randvoorwaarden die nodig zijn voor het creëren van een pedagogisch klimaat waarin kinderen zich veilig, maar ook uitgedaagd voelen.
A. HEEFT KENNIS VAN DE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE VAN JONGE KINDEREN VAN 0 TOT 4 JAAR. Toets resultaten Verslag van de activiteit gekoppeld aan ontwikkelingspsychologie van je doelgroep. Observatie uitvoeren en aan de hand daarvan een conclusie koppelen aan de theorie van de ontwikkelingspsychologie. STARR methode uitwerken van een groepsuitje waarin je het uitje en de handelingen koppelt aan de ontwikkelingspsychologie van het kind.
B. KENT DE VERSCHILLENDE PEDAGOGISCHE VISIES EN WERKWIJZE VAN DE VVE- METHODIEKEN VOOR HET OPVOEDEN EN STIMULEREN VAN DE ONTWIKKELING VAN JONGE KINDEREN. Toets resultaten (Eigen studie voorbereiding per VVE- programma, Samenvatting van pedagogische visies) ( Presentatie bewijs van je VVE – Programma Ouderavond organiseren waarin je de ouder voorlicht over het VVE programma( nieuwe ouders) Voorstel van een nieuw dagritme ontwikkelen binnen de VVE - Methode
C. DRAAGT ZORG VOOR DE RANDVOORWAARDEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET CREËREN VAN EEN PEDAGOGISCH KLIMAAT WAARIN KINDEREN ZICH VEILIG, MAAR OOK UITGEDAAGD VOELEN. Nieuwe thema’s hoeken inrichten doormiddel van foto’s en een verslag waarin staat waarin je uitlegt waarom het de nieuwe inrichting het pedagogisch klimaat bevorderd. Je ‘Scoreformulier Interactievaardigheden NCKO-Kwaliteitsmonitor’ ingevuld met schriftelijke toelichting, die inzicht geeft in het huidige pedagogisch klimaat op de groep. Certificaat of deelname bewijs aan Studiedag/ workshop van je praktijkplek