Kerntaak 3. Voorwaarden scheppen voor opvoeding en ontwikkeling. Ilse, Shari, Ksanet, Dionella, Aniek
Prestatie-indicatoren niveau 1 a. Zorgt er voor dat de omgeving gestructureerd is ingericht, kinderen uitdaging biedt en regelmatig wordt vernieuwd (bijv. op basis van thema’s, seizoenen, interesses van de kinderen, etc.) - Een thematafel maken waar verschillende materialen liggen die bij een thema aansluiten. Bijvoorbeeld Herfst: kastanjes, prentenboeken, knuffels, een kabouter, puzzels, kleurplaten. - Huishoek en leeshoek creëren.
b. Adviseert / coacht collega’s in het betrekken van de kinderen bij het opruimen / schoonhouden van de ruimte - Een liedje invoeren waarbij er altijd herkenning optreed bij de kinderen wanneer ze dat liedje horen. - Vertel altijd aan de kinderen wat je gaat doen, betrek de kinderen in de taken van het opruimen. - Geef per dag 2 kinderen de taak als ‘hulpje’ beloon dit aan het eind van de dag met bijvoorbeeld een stempel of sticker kaart.
Prestatie-indicatoren niveau 2 c. Adviseert de organisatie / het team over de inrichting van de ruimte en de aanschaf van (spel)materialen, op een wijze die aansluit op de binnen de organisatie gehanteerde pedagogische visie / VVE methode Schaf eventueel nieuw (VVE) materiaal aan en het licht hier altijd, in een teamoverleg, de leidster over in. Vertel waarom, wat je er mee kunt en wat de doelen van het materiaal zijn. - Doe een observatie en bekijk of de hoeken goed ingericht zijn voor de kinderen: kunnen ze overal bij? Is er genoeg speelgoed? Zijn er geen gevaren? Is het overzichtelijk voor de kinderen? Is er genoeg ruimte voor bijvoorbeeld een speelkleed? Is er nog genoeg ruimte om te lopen ed.
e. Zorgt er voor dat er voldoende tijd/gelegenheid is voor teamoverleg en dagelijkse afstemming tussen de medewerkers Zorg dat de leidster altijd een moment creëren aan het eind van de dag waarin de dag geëvalueerd wordt. Ook moet er eens in de zoveel tijd een teamoverleg ingepland worden. - Wanneer de leidster het prettig vinden kan er bijvoorbeeld en vast format ingevuld worden aan het eind van de week of dag waarin ze korte vragen beantwoorden over de dag.
kerntaak 3.2 Prestatie-indicatoren niveau 1 Kent de bestaande observatiemethoden, mede zoals gebruikt in VVE programma’s - Het eindverslag van het vak doelen en uitgangspunten.
Hanteert observatiemethoden voor het monitoren en analyseren van de ontwikkeling van kinderen - Observeer verschillende ontwikkelingsgebieden en kinderen met verschillende observatiemethoden.
Prestatie-indicatoren niveau 2 Ontwikkelt een beleidsplan t.b.v. het pedagogisch beleid van de organisatie (bijv. verbeteren pedagogisch klimaat, ouderbetrokkenheid, taalbeleid, etc.) - Bestudeer goed het beleidsplan op jouw stageplaats. Vergader met de leidster waarvan zij vinden dat er verbetering nodig is, bestudeer ook wat de literatuur hierover zegt. Waar moet een beleidsplan allemaal aan voldoen?
Bewaakt dat collega’s op systematische wijze kinderen observeren en begeleiden en dat de resultaten worden vastgelegd volgens de gehanteerde VVE methode - Introduceer een afvinksysteem. Hierin houd de PM’er bij wanneer en wat zij bij een kind heeft geobserveerd en vinkt dit af. De PEM’er bespreekt dit wekelijks met de PM’er.