onderzoeksvraag Soorten onderzoeksvragen Exploratieve onderzoeksvraag Er is geen probleem en de observaties zullen algemeen en verkennend zijn Beschrijvende onderzoeksvraag Beschrijft wat er gebeurd of te zien is Vergelijkende onderzoeksvraag Vergelijkt de ene situatie met de ander Toetsende onderzoeksvraag Hypothese moet getoets worden Probleemoplossende onderzoeksvraag oplossingsgericht, vaak uiteengehaald met deelvragen
Formulering onderzoeksvraag en deelvragen Kiezen soort onderzoeksvraag Deelvragen helpen bij het antwoorden van de onderzoeksvraag Je kan gebruik maken van verschillende onderzoekstechnieken, bv. Rapporten observaties gesprekken etc. Gebruik van termen in een onderzoek Gericht op wetenschappelijk verantwoord, dwz voldoet aan validiteit en betrouwbaarheid. Operationaliseren oftewel termen omzetten in concrete waarneembare gedragingen
Welke termen gebruikt men? Eenheden: over wie of wat onderzoek/uitspraak Domein: verzameling van eenheden Variabelen: eigenschappen van de eenheden bv. sekse,leeftijd Waarden: antwoorden van de variabelen bv. Man, 18 jaar geen vaak/soms Na observatie volgt een uitspraak, gekoppeld aan meetniveau Nominaal niveau, waarden geen volgorde Ordinaal niveau, waarden wel volgorde geen te meten afstand Intervalniveau, vaste volgorde en meetbaar geen nulpunt bv. Jaartelling jaar 0 is een aanname Rationiveau, vaste volgorde, vaste meetafstand vast nulpunt, bv leeftijd lengte
Opstellen observatieplan Er is een probleem Analyse van het probleem Formulering onderzoeksvraag Formulering deelvragen Concretisering operationalisering Eenheden, domein, variabelen,waarden en meetniveau Welke gedragingen worden geobserveerd Is er een 0-meting?? Hoe registeren we de observaties, opzet observatieformulieren Interpreteren observaties
Interpreteren Grootse valkuil: observeren en gelijk interpreteren Observeren is bewust en doelgericht waarnemen Interpreteren is uitleggen en verklaren Vraag bij observeren moet derhalve zijn 5xw +h Observaties zijn gedragingen, interpretaties zijn conclusies uit observaties Voorbeelden observatie/interpretatie blz. 78 Causaal verband zal aanwezig zijn dwz. Een verband tussen oorzaak en gevolg. Dit wordt getoets aan theorieën en wetenschappelijk onderzoek of gedeelde ervaring in een team. Bv softdrugs gebruik --gevolgen
Transparantie bij interpreteren Interpretaties moeten doorzichtig zijn en voor iedereen te volgen Duidelijke formulering onderzoeksvraag Deelvragen eenduidig en helder Begrippen concreet maken en definiëren Welk resultaat zorgt voor een interpretatie Eventuele 0 meting Causaal verband benoemen Continue onderscheid maken tussen observatie en interpretatie
Taal gebruik Gebruik van duidelijke woorden, geen soms,vaak ,erg, vrolijk, verdrietig Probeer woorden te gebruiken die eenduidig zijn en in de context passen Voorbeeld sneeuw Nederlander Eskimo
Referentiekaders Veel professionals werken vanuit één bepaalde richting. Maar er is ook een groot aantal, dat eclectisch werkt. Met andere woorden, ze werken dan vanuit de éne richting, dan vanuit de andere, afhankelijk van de cliënt of de problematiek. Of ze werken integratief, dat wil zeggen, dat ze de goede aspecten uit diverse richtingen hebben samengevoegd en die in hun therapiesessies gebruiken. Psychodynamisch referentiekader Gebaseerd op driftmodel, Freud. Mens constant bezig driften te bevredigen, zorgt voor conflict met omgeving en maatschappij. Belangrijke begrippen : weerstand, overdracht en projectie
Leertheoretische kader Gedrag is aangeleerd dus ook weer af te leren. Gedrag heeft een functie Gericht op het heden en vanaf nu Aanleren gedrag gebeurt door modeling(voorbeeldgedrag van een belangrijk ander) Bekrachtiging goed gedrag, complimenteren Afleren ongewenst gedrag, straffen
Gedragstherapeutisch kader Gericht op het denken van de mens. Gevoelens het gevolg van wat je denkt Omzetten irreële ideeën naar reële gedachtes Reële gedachtes naar reëel gedrag
Systeemtheoretisch kader Psychosociaal functioneren Functie binnen een systeem Systeem, gezin, vrienden, groep Gedrag beïnvloed een ander zijn gedrag
Cliëntgericht kader Persoon centraal elk gedrag , beleving wordt begrepen vanuit de hele persoon Ieder mens is uniek en goed Elk mens streeft naar zelfverwezenlijking Benutten mogelijkheden streven naar jezelf Redenatie vanuit de persoon
Eigen kader Gericht op jezelf Gebaseerd op ervaringen, associaties, vooroordelen en ideeën Wees bewust hoe in je in je werk, het leven staat Spreek elkaar aan Constant proces