Ouders en opvoeders ondersteunen bij opvoeding en ontwikkeling van het jonge kind Melissa Redel Bernadette Groenewegen Ilham Yachou Najla Saddiki Michelle Brouwer
Kerntaak 2.1 Ouders en opvoeders ondersteunen bij de opvoeding en ontwikkelingsstimulering van kinderen in dagelijkse situaties.
1a. Betrekt de ouders/opvoeders bij de ontwikkeling van hun kind. Overdrachtsgesprekken voeren. Werkjes e.d. van het kind laten zien aan de ouders/verzorgers.
1b. Ondersteunt ouders/opvoeders bij dagelijkse opvoedvragen. Overdrachtsgesprekken voeren. Startgesprekken voeren. Advies geven aan de ouders/verzorgers.
1c. Levert een inhoudelijke bijdrage aan ouderavonden. Planning maken van de ouderavond.
2d. Adviseert collega’s in het afstemmen van het pedagogisch/didactische handelen op de behoeften en het ontwikkelingsniveau van de groep / het individuele kind. Collega observeren tijdens een activiteit van de hele groep of een individueel kind.
2e. Adviseert collega’s bij het vormgeven van een goed contact met de ouders/opvoeders op basis van de binnen de instelling gehanteerde pedagogische visie/VVE-methode. Gesprek aangaan met andere collega’s voor aanpak gesprek met de ouders. Verschillende manier van de ouderbetrokkenheid onderzoeken.
3g. Analyseert het pedagogisch/didactisch handelen van collega’s en ouders/opvoeders en adviseert hen hierbij vanuit de binnen de organisatie gehanteerde pedagogische visie / VVE methode. Kijkt naar de visies van de VVE-methode. Kijkt of de visie klopt met wat ouders en collega’s doen. Maakt een beleidsplan dat aan de kwaliteitseisen/visies voldoet.
Kerntaak 2.2 Begeleiding, ondersteuning en interventie bij problematische opvoedingssituaties en ontwikkelingsproblemen.
1b. Voert gesprekken met de ouders / opvoeders over de ontwikkelingsproblemen van hun kind. Oudergesprekken voeren aan de hand van observaties. Vragen naar de thuissituatie.