Ontwikkeling van het kind (0-12 jaar) Hoorcollege 1 Intro
Even voorstellen Irina Nojoredjo med.hro.nl/nojis nojis@hr.nl naam doelgroep zelf kinderen? 1e herinnering
Vandaag inhoud module literatuur toetsing wekenschema groepen indelen Hoorcollege H1-3-4-5
inhoud module: Ontwikkeling van het kind 0-12 jaar inhoud module: Ontwikkeling van het kind 0-12 jaar. In kwartaal 3 het vervolg literatuur: Verhulst, F (2008) De ontwikkeling van het kind. Assen: Koninklijke van Gorcum ISBN 978 90 232 4121 8 LET OP: Hoofdstuk 10 is GEEN tentamenstof toetsing: MC+OV
De Expertgroep: Toetst minimaal 8 begrippen: Hierin mogen jullie creatief zijn. Denk aan een proeftoets, speurtocht, quiz, spelshow, filmpje, casus, hints, verboden woorden, etc. Maak het uitdagend, interactief en leuk voor jezelf en voor de klas! Minimaal 10 minuten, maximaal 20 minuten. Maar mochten jullie een geweldig idee hebben dat meer tijd gaat kosten, dan is dat in overleg (van tevoren) met de docent ook mogelijk. De Actualiteitengroep: Bespreekt een actualiteit (krantenknipsel, nieuwsbericht, stukje uit een tijdschrift, actualiteitenprogramma oid) Verzint een prikkelende stelling die aansluit op de actualiteit Leidt de discussie Doet aan tijdsbewaking, maximaal 15 minuten Vult het begrippenformulier in
Groepen indelen Week 2 Prenataal (H1-3-4, h2 NIET!!) 1. Expertgroep: 2. Actualiteitengroep: Week 4 – Baby en peuter (H6-7) 3. Expertgroep: 4. Actualiteitengroep: Week 5 – Kleuter en schoolkind (H8-9) 5. Expertgroep: 6. Actualiteitengroep: Begrippenformulier!
Begrippenformulier te vinden op mijn med site med.hro.nl/nojis
Relevantie sociale studie DE CLIENT LEREN KENNEN Kennis van de normale ontwikkeling Daarna kennis van de abnormale ontwikkeling Kennis van de leeftijdsfase van je cliënt
Lichamelijke groei & verandering Ontwikkeling Lichamelijke groei & verandering Psychologische groei & verandering
0-19 jaar
Eigenlijk <0
ontwikkeling vaste volgorde – onomkeerbaar cumulatief – opeenstapeling grotere complexiteit; differentiatie en integratie
Conflicten in de ontwikkelingspsychologie kwantitatief vs kwalitatief nature vs nurture (aanleg vs omgeving) normatief vs individueel stabiliteit vs verandering biologie vs psychologie
Geschiedenis Erasmus Locke Rousseau Darwin Binet Piaget Liefdevolle omgang Erasmus Locke Rousseau Darwin Binet Piaget goed! tabula rasa! fylogenese - ontogenese Erasmus, filosoof. Benadrukte een liefdevolle omgang met kind, legde veel nadruk op onderwijs. Het onbeschreven blad moet gestuurd worden (Locke) Mens is van nature goed, ontwikkelt zich in vrijheid (Rousseau) Darwin, evolutietheorie. Ontwikkeling van proces belangrijk om te bestuderen. Binet, als een van de eerste met IQ bezig, zodat kinderen met ontwikkelingsachterstand herkend konden worden. Piaget, stadia’s van cognitieve ontwikkeling. IQ-test cognitieve ontwikkeling
Ontwikkelingstheorieën In het boek worden 7 verschillende visies onderscheiden Cognitieve ontwikkeling van Piaget Socioculturele theorie van Vygotsky Informatieverwerkingstheorie Psycho-analytische theorie Separatie-individuatie van Mahler Pyschosociale theorie Erikson Leertheorie (behaviorisme)
Prenataal Perinataal Postnataal Vb prenatale invloeden: infecties baarmoeder, middelengebruik, voeding, stress vd moeder Vb rond geboorte: vroeggeboorte, complicaties zoals zuurstofgebrek tijdens geboorte Postnataal: legio
Prenatale periode Genetische invloeden Omgevingsinvloeden (bijv. Syndroom van Down) Omgevingsinvloeden (bijv. Ondervoeding, leeftijd ouders, drugs- en alcoholgebruik) Psychische invloeden (bijv. Stress moeder)
Perinatele periode De meeste geboortes lopen goed. Maar soms zijn er complicaties. Bijvoorbeeld bloedingen, infecties, zuurstofgebrek en vroeggeboorte. Er kan dan hersenletsel optreden. Dit kan optreden in verschillende mate en ernstigheid.
Postnatale Invloeden op ontwikkeling Biologische invloeden (voeding, infecties in de baarmoeder) Directe omgeving (gezin, school, leeftijdsgenootjes) Sociale en economische factoren (soort onderwijs, gezondheidszorg, economische omstandigheden) Culturele context (normen en waarden tov opvoeding en gedrag kind)
Genotype vs Fenotype Genen zijn meegekregen van de ouders genotype Environment kan een bevorderende omgeving zijn bv. Voedsel, aandacht of een risico zijn, zoals life events bv. Ongeluk, echtscheiding. Fenotype zijn de observeerbare kenmerken van iemand. Bv. Omgeving: ouders praten meer tegen babies. Veel vrouwen zijn beter in taal dan mannen.
Invloed directe omgeving Ouders Broers en zussen Kinderopvang en school Leeftijdsgenootjes De buurt Ouderlijke conflicten zijn geassocieerd met gedragsproblemen en emotionele problemen van kinderen en adolescenten.
Sociaal-economische status Inkomen, opleiding en beroepsniveau Kinderen uit lage SES-gezinnen hebben meer gedragsproblemen en emotionele problemen en minder sociale competenties dan kinderen uit hoge SES-gezinnen (Verhulst). SES is een van de belangrijkste factoren die invloed hebben op de ontwikkeling van kinderen. Een laag SES wordt gezien als een risicofactor. Het is niet alleen het Inkomen, opleiding en beroepsniveau wat invloed heeft op de ontwikkeling, maar je kunt je voorstellen dat een laag SES vaak gepaart gaat met: schulden, emotionele en psychische problemen van de ouders, meer stress in het zin, minder toegang tot gezondheidszorg. Waardoor de kinderen veel ‘meer’ meemaken dan andere wat hun kan belemmeren in ontwikkeling. Bv slaapproblemen door stress thuis, moeilijk concentreren op school, eerder ruzie met klasgenootjes, moeilijk meekomen met de les etc.
Culturele invloeden
Per leeftijdsfase Zintuiglijke/biologische/motorische ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Emotionele en sociale ontwikkeling Problemen
Video Baby’s in verschillende culturen Hoe stimuleren ouders uit verschillende culturen de ontwikkeling van het kind? Welke omgang spreekt jou het meeste aan? Ken jij aparte gewoontes/rituelen?
Belangrijke begrippen
neem 1 bron uit de mediatheek mee over ontwikkelingspsychologie!! kijk in de handleiding! Volgende week H2!! neem 1 bron uit de mediatheek mee over ontwikkelingspsychologie!!