Lesbijeenkomst 5 Agoog in de GGZ deeltijd ACT/FACT/Bemoeizorg
Een dilemma De casus Kiki (tevens een voorbeeld voor de toets) Drie casussen over mensen met verslaving (seks, gamen en shoppen) We concentreren ons op Kiki die verslaafd is aan shoppen
Kijken we naar haar relaas
vragen Wat is de diagnose? Is dit ernstig genoeg om in te grijpen? Kun je ingrijpen (drang en dwang)? Moet je ingrijpen (autonomie)? Mag je ingrijpen (normatieve professionaliteit)? Hoe ziet het leven van Kiki er over drie jaar uit als er geen hulpverleningscontact wordt gerealiseerd?
Oordeelsbekwaamheid Uit: Tielens. J., en Verster. M. (2010). Bemoeizorg. Eenvoudige tips voor moeilijke zorg. Voor iedereen die werkt met mensen met een chronische psychiatrische stoornis. Utrecht, De Tijdstroom. Zie ook: bronnen op
Oordeels(on)bekwaamheid Oordeelsbekwaamheid is een leidend beginsel in het wel of niet geven van bemoeizorg (drang en dwang) Oordeelsbekwaamheid is een competentie van de cliënt: het gaat om de vaardigheid om juiste of verstandige keuze te maken. Voorwaarde daarvoor is een intact brein. Als je brein niet intact is kun je in meer of mindere mate oordeelsonbekwaam zijn.
Voorbeeld Ik ga zo meteen midden op de Coolsingel staan met een spandoek dat vertelt dat de wereld vergaat, dat de burgemeester corrupt is, dat ons drinkwater wordt vergiftigd en dat we ons moeten bekeren tot IPOP – de God van de Atramuyda – ik houd het verkeer op, hinder andere weggebruikers en ga niet aan de kant voor de trams. Ik schreeuw en ben onbenaderbaar. Ik blijf herhalen dat ons allen een vreselijk lot is beschoren als we ons niet bekeren tot Atramuyda – de onvoorwaardelijke en de wrede heerser over onze zielen Hoe bepaal je of ik oordeelsbekwaam ben? Hoe bepaal je of Kiki oordeelsbekwaam is?
Het verhaal van de cliënt Consistentie: past het in onze tijd en in onze cultuur? De geschiedenis van de cliënt Eerst begrijpen, dan pas ingrijpen
Het gaat niet om het antwoord… Maar om de redenering erachter. Het gaat niet om iemands mening maar om het denkproces erachter! Daar kom je alleen achter na een uitvoerig gesprek
Drie basishoudingen
Opdracht: Welke afwegingen maak je bij een casus als Kiki? Motiveer je antwoord en gebruik daarbij de theorie die je tot nu toe hebt aangeboden gekregen.
Drijfveren / introspectie Bij welke cliënten gaat je hulpverlenershart sneller kloppen? Wat zijn je drijfveren? Wat wil je bereiken met je werk? Waar word je blij van? Wat maakt je verdrietig?
Toetsvragen (voorbeeld) Aan de hand van de casus van Kiki Is er bij Kiki sprake van zorgmijding of zorgverlamming? Motiveer je antwoord en maak verbindingen met de literatuur en de lessen. Beschrijf, met gebruikmaking van het dynamisch stress kwetsbaarheidsmodel welke betekenis Kiki verleent aan haar koopgedrag. Benoem stresserende en versterkende factoren in het huidige bestaan van Kiki (er is nog geen sprake van een hulpverleningsinterventie).