icc, the final!!! med.hr.nl/schpa
HC_interculturele_communicatie.pdf HC_interculturele_communicatie.pdf bsl/boeken/interculturele-gespreksvoering /de-praktijk-van-de- interculturele-gespreksvoering/het-topoi- model--ordening/ html bsl/boeken/interculturele-gespreksvoering /de-praktijk-van-de- interculturele-gespreksvoering/het-topoi- model--ordening/ html
TOPOI Model: Taal Verbale communicatie: Wat zegt de ander precies? Wat zeg ik precies? Non-verbale communicatie: Wat straalt de ander uit? Wat straal ik uit?
TOPOI Model: Taal Actie:verhelderen: wat bedoel je precies met.., hiermee bedoel ik vooral dat Bespreken non-verbale communicatie: Je kijkt me niet meer aan, is dat omdat je het niet met me eens bent?
TOPOI Model: Ordening Hoe bekijkt de ander de situatie? Waarom? (zijn/ haar referentiekader) Hoe bekijk ik de situatie? Waarom (mijn referentiekader)
TOPOI Model: Ordening Actie: Zoeken naar overeenkomsten, gezamenlijk belang (begrip, goede verstandhouding/samenwerking) Zoeken naar een neutralere invalshoek waar beide partijen zich in kunnen vinden (belang organisatie)
TOPOI Model: Personen De manier waarop mensen elkaar “zien” heeft invloed op de communicatie Hoe ziet de ander mij? Waarom? Hoe zie ik de ander? Waarom?
Personen Actie: Niet alleen luisteren naar wat iemand zegt, maar ook stilstaan bij en bespreekbaar maken van visie op elkaar
TOPOI Model: Organisatie Structuur, cultuur, taken en verantwoordelijkheden, organisatie moeten helder zijn. Doel en verwachtingen van het gesprek moeten helder zijn.
TOPOI Model: Inzet en Invloed Elk mens streeft naar erkenning van zijn inzet en bevestiging van zijn invloed. Actie: erkennen van inzet: ik zie dat je je goed hebt voorbereid dat waardeer ik heel erg Erkennen van invloed: ik ben blij met je toelichting, hiermee kan ik dingen ook op een andere manier gaan bekijken
Interculturele communicatie Acculturatie: een veranderingsproces dat ontstaat wanneer twee autonome culturen langdurig en in direct contact met elkaar zijn. Assimilatie: eigen cultuur opgeven, nieuwe omarmen Separatie: terugtrekken in je eigen cultuur, verwerpen nieuwe cultuur. Marginalisatie: afzetten nieuwe cultuur, contact verliezen eigen cultuur. Integratie: Identiteit ontwikkelen uit combinatie. Culturele empathie: Het vermogen om empathie te tonen met de gevoelens, gedachten en gedragingen van individuen met een andere culturele achtergrond, Dit kan voor een deel aangeleerd worden. Monisme: 1 cultuur overheerst Universalisme: meerdere culturen overheersen Relativisme: Pluralisme: Etnocentrisme: Het oordelen over andere culturen vanuit eigen culturele norm Exclusief denken: groepsdenken, iemand opsluiten in zijn cultuur wij/zij Inclusief denken: samen, iemand zijn cultur laten en streven naar saamhorigheid Erkende gelijkheid:verbinden binnen een context..vb. klas Erkende diversiteit:erkennen van verscheidenheid op basis van talent, behoeftes etc
Algemene systeem- en communicatietheorie: Communicatie persoon is slechts te begrijpen door met alle sociale systemen, waartoe deze persoon, behoort rekening te houden. Etniciteit, religie en nationaliteit zijn slecht 3 mogelijk sociale identiteiten. Interpersoonlijke communicatie: Uitwisseling van visie van en omtrent personen en onderhandeling over de zinvolheid of de mogelijke betekenis van deze visies. Deze uitwisseling is een interpersoonlijk gebeuren ingebed in een ruimere gemeenschapsdialoog binnen de samenleving. Circulair: Je beschrijft actueel gedrag zoals het ervaren wordt en ook het gedrag van de omgeving. Sociale representaties: vanzelfsprekendheden die gedeeld en gecreëerd worden met andere mensen. dynamisch en veranderen voortdurend ontstaan in een brede sociale dialoog binnen groepen in de samenleving TOPOI: Taal, Ordening, Personen, Organisatie en Inzet. Interpunctie: In een gedeelde realiteit nemen mensen een ander standpunt in. Ze zien vanuit hun standpunt oorzaak- gevolgrelaties. Interactiepatronen: Symmetrische interactiepatronen: Gelijke posities innemen Complementaire interactiepatronen: Aanvullende posities innemen Parallelle interactiepatronen:Afwisselend symmetrisch en complementair Taal: Digitale en Analoge taal Ordening: Interpunctie, Inhoudsaspect Personen: Betrekkingsaspect, Symmetrische/Complementaire comm. Organisatie: Organisatorische factoren Inzet:Je kan niet niet communiceren
Inhoudsniveau: mededelend informatief Betrekkingsniveau: persoonlijke beïnvloeding Recursiviteit: Mededelingen aan elkaar>commentaar op elkaar als persoon>mededeling aan elkaar>enz. Interpersoonlijke perspectieven: Zienswijze op zichzelf en op de ander Rechtstreeks, uitspraken over hoe de persoon: Zichzelf ziet, De ander ziet Niet rechstreeks Hoe denkt de ander over mij, Hoe denkt de ander over zichzelf, Hoe de ander denkt dat hij denkt over zichzelf, Hoe de ander denkt dat hij de ander ziet, Anderen over hem denken Zelfpresentatie: Hoe wil je overkomen Monochrone: oftewel kloktijd Mensen die monochroon denken zijn meer taakgericht dan betrekkingsgericht tijd is geld Polychrone tijd: oftewel meerdere zaken tegelijkertijd Meer op betrekking, meer laidback tijd is goud
Surinaams bezoek Tijdens het bezoekuur in een ziekenhuis worden maximaal vier bezoekers per bed toegestaan. Een Surinaams-Creoolse vrouw krijgt er regelmatig meer dan vier. Het verplegend personeel laat dit aanvankelijk oogluikend toe. Eigenlijk weten ze niet goed raad met de situatie: ‘Zo doen ze nu eenmaal,’ zeggen ze, ‘het hoort kennelijk bij hun cultuur.’ Op een dag zijn er echter maar liefst negen bezoekers: dat is meer dan het dubbele van het toegestane aantal.
De hoofdverpleegkundige besluit nu dat dit niet kan. Ze gaat de kamer binnen en zegt: ‘Zokan het niet! Er zijn veel te veel bezoekers bij mevrouw! Er mogen maar vier mensen bij het bed! Er moeten vijf mensen mee naar buiten, dan kunnen jullie straks wisselen.’ Als hier niet onmiddellijk op gereageerd wordt, oefent zij enige verbale aandrang uit. Ze zegt onder andere: ‘Jullie moeten je net als alle anderen aan de regels houden! ’ Dit is reden voor een van de jongste bezoekers om nijdig op te merken: ‘Zeker omdat we zwart zijn he`, altijd worden we gediscrimineerd!’ De hoofdverpleegkundige is verbouwereerd en geïrriteerd tegelijkertijd. Maar in degegeven situatie weet ze zich geen houding te geven. Het was absoluut niet haar bedoeling om discriminerendover te komen, maar ze vond wel dat de regelsnageleefd moesten worden. De patiënten, die een goede verstandhouding met het verplegend personeel heeft, redt vervolgens de situatie door de jongen die de opmerking maakte, tot de orde te roepen en een aantal bezoekers zelf de gang op te sturen. De jongen die de opmerking maakte, blijkt haar kleinzoon te zijn. Aan het eind van het bezoekuur loopt hij naar de balie waar de hoofdverpleegkundige zit en biedt hij haar zijn excuses aan.
opdracht in 5 tallen topoi