p.van.schajik Med:schpa

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Basisboek Interviewen 3e druk 2012
Advertisements

Echte Vrienden zijn belangrijk in het leven.
Vervolgbijeenkomst 2 Procesfasering bij Leren Leren.
Dialoogdag Ouderswerking Vlaams-Brabant
Termen Sterke waardering= persoonlijke keuzes die iemand maakt en die zijn andere waardering richting geven (maatstaf) blz40 Hyperwaarde= cultureel bepaalde.
Hogescholen in Dialoog
INSTRUCTIE 1: Verzamel zoveel mogelijk verschillende soorten gekleurd papier en pakpapier. Vergeet geen zwart en wit papier. Zorg dat ieder van jullie.
Onderwerp Vraagstelling Theorie Methodiek verslaglegging
Workshop Relationele en seksuele vorming
Jeugdsubculturen en jongerencultuur
ELISE DENHAENE 1BaSWB VRIJWILLIGERSWERK INPASSEN IN DE STRUCTUUR VAN EEN ORGANISATIE.
Narcisme en zinervarng
Media en Creativiteit 6 - Identiteit Hogeschool – Media aan de Maas Jaar 2 – Periode 2 – Les 4 Ik, wij en de rest Jij in het grotere geheel.
Hoe een juiste onderzoeksvraag opstellen?
Racisme Dylan Duck 1BaSW C. Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Tegen racisme voor meer democratie 2.1 Tegen superioriteitsdenken, voor meer gelijkwaardigheid.
MENSELIJKE ONTWIKKELING OUDER-KIND RELATIE 0 – 3 JAAR
Thema van deze dag “Verandering, ontmoeting en dialoog in een dynamisch onderwijslandschap” De dialoog staat centraal. De dialoog tussen docenten GVO en.
DIGITALE COLLAGE ESTHER
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Aanvaarding en tolerantie
JONGEREN Pagina 24 t/m 50.
Analyse maatschappelijk vraagstuk
Solidariteit op onze school Enkele suggesties voor gesprek.
De eerste mensen § 1.1 & 1.2.
Thema 2 Bijeenkomst oktober 2015.
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Week 2 jongeren,peergroup en als het even anders gaat
Jeugdcultuur week 6 Specifieke groepen het experimenteer gedrag voorbij.
1 Sociologie en Diversiteit hoorcollege 3 Harrie Manders
Week 2 : Ontwikkelingspsychologie, Liesbeth van Beemen:
Jeugdcultuur Inleiding op de module. Pascal van Schajik
Social work Week 2.
Jeugdcultuur Inleiding op de module. Pascal van Schajik
Opgroeien van de adolescent in de stad Pascal van Schajik Med/schpa.
Thema jongeren en de publieke ruimte : social media/de digitale leefwereld.
Slc kwartaal 3. programma Hoe is het gegaan Verwachtingen Tips and tricks Opdrachten slc.
SKILLS KWARTAAL 4 Kwartaal 4 les 1. Indeling kwartaal 4 WeekInhoud les Week 1Canvas business model en oefenen Week 2Theorie over schrijven technisch paper.
Jeugdcultuur Inleiding op de module. Pascal van Schajik
Opgroeien in de stad les 3
Jeugdcultuur Week 2 jongeren,peergroup en als het even anders gaat.
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek I Bijeenkomst 2 kwartaal 2.
Psychologie van de straat Week 5.  Masculien  Wantrouwen naar buiten/antiauthoritairehouding naar buiten de groep  Loyaliteit aan eigen groep  Afzetten.
Psychologieles 9 lesweek 9 NEARPOD
Plancyclus, les 4  Actualiteit  Vragen naar aanleiding van vorige les  Vragen over hoofdstuk 4 en 5  Observeren met een plan; het verschil tussen observeren.
BBM workshop Educatie & Jeugdbeleid 20 april 2015 Tilburg.
Opgroeien adolescent Les 2 schpa. Programma les Bespreken opdracht 1 Theorie behandelen Subgroepen sociologen.
Pemwjk3. Programma tafeltjesronde over ruimte en materiaal Bespreek de inzichten die naar aanleiding van de tafeltjesronde over ruimte en materialen hebt.
Sowebatraining bovenbouw. Doel van de Sowebalessen! Het aanleren van sociaal competent gedrag en de daarbij behorende vaardigheden Het aanleren van sociale.
Wat is een goede onderzoeksvraag?
Van bovenbouwer naar brugpieper … en de rol van ouders in deze fase.
Wij. Roverscoutswet Ik beloof* mijn best te doen een goede Roverscout te zijn, iedereen te helpen waar ik kan en me te houden aan de Scoutingwet. Ik wil.
MOTIVATIE. Dromen en Idealen Jongeren dromen en hebben idealen.
Groepsdruk Aaron Bataille 1BaO A.
Samenvatting tekst Homoseksualiteit bij jongeren.
Adolescentenpsychologie en leerlingbegeleiding
Wat is DRAMA??.
Help, mijn kind gaat naar de brugklas
Wat is DRAMA??.
Cursus 1.3 Reis door de tijd Klas 1 KGT Lesweek 3
H2 Een leven lang leren.
§ 1.1 Identiteit Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt.
Diversiteit en integratie
Adolescentenpsychologie en leerlingbegeleiding
Ontwikkeling van de adolescent Identiteitsontwikkeling
Behoefte herkenning bij mensen met ernstige meervoudige beperkingen.
Loopbaan en burgerschap les 3
Levensbeschouwing Ideale school Kwartiel Bijeenkomst 1.
Havo lesboek deel 1 ~ Hoofdstuk 1
Ontwikkelingspsychologie
Transcript van de presentatie:

p.van.schajik schpa@hr.nl Med:schpa jeugdcultuur p.van.schajik schpa@hr.nl Med:schpa

introductie Jeugdcultuur &onderzoek Shl Opdrachten En wat verder ter sprake komt

Schrijf je naam op Reis bestemming Reden Welke jeugdcultuur fascineert je Zet dat voor je neer

Wat is cultuur? Cultuur is een samenstel van waarden, normen en opvattingen binnen een bepaalde groep/samenleving waarmee ze zich onderscheiden van andere groepen/samenlevingen

Wat is jeugdcultuur? Onze werkdefinitie is: “ De wijze waarop jongeren ( van ongeveer 12 tot ongeveer 23 jaar) gemeenschappelijk vormgeven aan hun specifieke gedrag( normen) en hun ideeën ( waarden), met name in hun vrije tijd”

KENMERKEN VAN JEUGDCULTUUR Onder kenmerken van jeugdcultuur verstaan we de typische manier waarop jeugdculturen zich manifesteren.  muziek, film, uitgaan,kleding, voedsel , taal,etc.

http://www.youtube.com/watch?v=oave-jKePH0 http://www.youtube.com/watch?v=kYtGl1dX5qI http://www.youtube.com/watch?v=JqYhuwu614Y http://www.youtube.com/watch?v=Wgc5ShdUBI4

merken Uggs Adidas Puma Coca cola Max havelaar Zara H&M

films http://www.imdb.com/title/tt0113540/?ref_=fn_al_tt_1 http://www.imdb.com/media/rm659205632/tt1673434?ref_=tt_ov_i http://www.imdb.com/title/tt0076666/?ref_=sr_2 http://www.imdb.com/title/tt2388805/?ref_=fn_al_tt_5

1. Verscheidenheid en snelle verandering: Er is geen sprake van één jeugdcultuur, maar van een grote diversiteit die voor een deel samen met de maatschappelijke of culturele groep waartoe de jongere behoort. De diversiteit van de jeugdcultuur wordt vaak met het begrip jeugdsubcultuur omschreven. De jeugdsubculturen en de attributen, zoals muziek en kleding veranderen razendsnel.

2. Groepsconformisme: Het verbinden aan een groep, oftewel: groepsconformisme is heel belangrijk voor jongeren, het samenzijn, het groepsgebeuren is immers erg belangrijk voor jongeren. Merkwaardig genoeg heeft dit conformisme de functie van zich te onderscheiden. Bijvoorbeeld het zich onderscheiden van ouderen (het afzetten tegen de vorige generatie) en het zich onderscheiden van andere groepen.   Er is sprake van twee soorten invloeden (of vormen van sociale controle) die het conformisme in de hand werken: • De interne controle heeft voornamelijk te maken met de gedragscode die binnen de peergroup heerst. Bijvoorbeeld wie ‘foute’ kleren aan heeft, wordt gebombardeerd tot lul van de week. • De externe controle heeft te maken met de grote bewegingen van de oriëntatiepunten zoals popgroepen en idolen.

3. Maatschappelijke ontwikkeling: Jeugdculturen ontstaan vaak door ontwikkelingen in de maatschappij of de jeugdculturen spelen in op deze ontwikkelingen. Vaak verzetten jeugdculturen zich tegen bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen of ze zijn hier juist een verlengstuk van.   Bijvoorbeeld: Antiglobalisten die actie voeren tegen de vertechnologisering en verzakelijking van de maatschappij maar gebruik maken van technische en communicatieapparatuur.

4. Extreem: Jongeren hebben nog steeds de behoefte om de grenzen af te tasten. Meestal leidt deze aftasting van de grenzen tot extreem gedrag. Dit komt tot uiting in het taalgebruik of de kledingkeuze. Deze neiging tot extremiteit is een manier om te zoeken naar de eigen identiteit en te leren omgaan met de onzekerheid in hun leven.   Bijvoorbeeld: De jongere gaat crimineel gedrag vertonen of gaat zich heel sexy kleden

5. Paradoxaal: Vaak vind je binnen de jeugdcultuur iets tegenstrijdigs. Ze zijn vaak vernieuwend én conservatief. Grensoverschrijdend én ritualiserend.   Voorbeeld?

6. Idealistisch en hartstochtelijk: Vaak hebben jeugdculturen weinig boodschap aan de realiteit. Dat kan betekenen dat ze zich identificeren met bepaalde idealen of zich er juist tegen afzetten. Dat afzetten heeft vooral te maken met de individualisering van de mens. Bijvoorbeeld we moeten milieubewust zijn, maar het mag niet ten koste gaan van mijn scooter.   Bij dit kenmerk behoort ook de verering van idolen of helden Vele subculturen hebben hun eigen idolen en helden. Wie is je held/idool..was je held idool...

7. Creativiteit Jeugdculturen spelen vaak een rol bij: • het instandhouden van en inhoud geven aan eeuwenoude gebruiken (vb. Carnaval vs. Dance parade). • nieuwe vormen van kunst. (vb. muziek, theater,... ). Jongeren hebben een groot voorstellingsvermogen. Ze zijn heel creatief en houden van “echtheid”.

8. Mystiek en zoeken naar zingeving: Dit verklaart de belangstelling binnen de vele jeugdculturen voor religie in welk vorm ook, van traditioneel christelijk of islamitisch tot boeddhisme of esoterie(alles wat slechts voor ingewijden te begrijpen is).   9.Experimenteren: Jongeren die opgroeien zijn nieuwsgierig naar alles wat het leven te bieden heeft. Ze willen van alles geproefd hebben. Ze willen ontdekken wat er te koop is. Daarbij speelt een rol dat het lichaam verandert en de hormonen door het lijf beginnen te gieren. De seksuele gevoelens en de bijbehorende gedragingen zijn totaal nieuw en men wil het ervaren. Het is een grote ontdekkingstocht. Jongeren gaan ontdekken welke middelen en gebruiken bij hen past. Roken, alcohol en drugs zijn ook nieuwe gebieden waar de jongere mee geconfronteerd worden. Ontwikkeling sexualiteit

10. Globaal georiënteerd/marketing: De televisie en het Internet hebben onze leefwereld kleiner gemaakt. Als er nu iets aan de andere kant van de wereld gebeurt, dan weten we dat binnen enkele minuten. Doordat de wereld kleiner is geworden verplaatsen invloeden en uitingsvormen zich wereldwijd. Culturen van verschillende werelddelen zijn toegankelijk en vermengen zich met elkaar.   De wisselwerking tussen autonomie en verzet en commercialisering is geen kenmerk van jeugdculturen maar speelt wel en belangrijke rol bij de ontwikkeling ervan. Jeugdculturen ontstaan vaak als verzet tegen de gevestigde volwassen maatschappij. Maar de commercie weet zich hiervan steeds meester te maken door elementen van de jeugdculturen als amusement tegen betaling aan te bieden. Omdat de commercie zich wil richten op zo groot mogelijke groepen worden jeugdculturen ontdaan van vele specifieke kenmerken, die anderen zouden kunnen afstoten. Bijvoorbeeld : een gabberhousemanifestatie, maar geen (rechtse) politiek.

FUNCTIES VAN JEUGDCULTUUR  Onder functies verstaan we de betekenis en de gevolgen die een jeugdcultuur heeft voor -enerzijds de ontwikkeling van de individuele adolescent -anderzijds voor de samenleving en groeperingen daarin.

1. Losmaken Jeugdcultuur helpt adolescenten zich losmaken van het ouderlijke milieu en een eigen identiteit te ontwikkelen.   Volgens de klassieke ontwikkelingspsychologie kunnen we het volgende onderscheid maken in fasen die een jongere ondergaat: 1.Puberteit: de leeftijd van de seksuele rijping (10-15 jaar) 2.Adolescentie :de leeftijd van maatschappelijke rijping en identiteitsontwikkeling (16- 22 jaar) Er is niet zoveel fantasie voor nodig om te begrijpen dat zowel dit proces van lichamelijke verandering als de losmaking van het ouderlijke milieu en de daarbijbehorende zoektocht naar een eigen identiteit, met een eigen waardenpatroon, over het algemeen veel onzekerheid en zelfs angst met zich meebrengt. Alles, of veel van wat vanzelfsprekend leed, komt op losse schroeven te staan. Als het ene niet klopt, waarom zou het andere dan wel kloppen? Als de wereld niet in elkaar zit zoals de ouders dat hebben voorgesteld, hoe dan wel? Door deze zoektocht komt de jongere op eigen benen te staan en maakt het zich los van het voorgeslacht.

2. Experimenteren Een jeugdcultuur geeft de jongere een veilige, herkenbare omgeving waarbinnen ze hun eigen grenzen kunnen verkennen. Ze kunnen zich meten aan hun leeftijdsgenoten. Dit is belangrijk voor de jongere, omdat het gevoel van eigenwaarde hierdoor versterkt wordt. Ze hebben het gevoel dat vrienden meer begrip hebben dan de ouders.   Jeugdcultuur geeft de mogelijkheid aan jongeren om te experimenteren met gevoelens en gedragingen. Denk hierbij aan de seksualiteit, religie, sociale vaardigheden, maar ook aan geweld, drugs en alcohol.

3. Omgaan met problemen Jeugdcultuur geeft de mogelijkheid aan jongeren om te leren omgaan met problemen. Veel jongeren hebben vaak last van eenzaamheidsgevoelens, depressiviteit, zelfdodingfantasieën en een negatief zelfbeeld. Dit kan tot allerlei ernstige problemen leiden van eetproblemen tot extreme agressie.   Allerlei vormen van jeugdcultuur (vb. muziek) bieden de mogelijkheid om deze negatieve gevoelens te uiten. Bijvoorbeeld door bepaalde teksten van songs, kleding, … 4. Partnerschap Jeugdcultuur biedt een context voor het zoeken naar contacten met leeftijdsgenoten en het vinden van een partner los van het ouderlijke milieu en aansluitend bij de eigen voorkeur.

MAATSCHAPPELIJKE FUNCTIES 1. Vernieuwingsbeweging Jeugdcultuur kan bepaalde vernieuwingsbewegingen binnen de maatschappij een eigen vorm geven. Vb lid zijn van Greenpeace, petitie laten rondgaan voor Amnestie International.   2. Ritualisering en zingeving Jeugdcultuur kan door zijn voorliefde voor ritueel en zingeving een bijdrage leveren aan het instandhouden van gebruiken en rituelen.

3. Experimenteren Jongeren zijn op zoek naar wie ze zijn. Daarbij hoort ook het experimenteren van diverse stijlen van leven. Jeugdcultuur kan door zijn voorliefde voor experiment en non-conformisme een rol spelen bij vernieuwing en doorbraken van kunst. Veel literaire bewegingen en kunststromingen hebben een oorsprong in vormen van jeugdcultuur.   Vb. Gerrit Komrij heeft eens gezegd dat ‘rap de poëzie heeft gered’. Rap kan dan beschouwd worden als een moderne vorm van poëzie. Jongeren kunnen zo hun invloed uitoefenen op literaire- of kunstvormen 4. Globalisering Alles wat er op de aarde gebeurt, is binnen enkele minuten toegankelijk voor ons allemaal. Jongeren zijn gemakkelijk te beïnvloeden. Hypes zijn daarom vaak snel aan de overkant van de wereld. Jeugdcultuur heeft door zijn globaliserende karakter een rol in het verspreiden van ideeën en gedragswijzen over de hele wereld.

opdracht Opdracht 2 Onderzoek internationale reis In week 5 van dit derde kwartaal vindt de internationale reis plaats. Om de opdracht tijdens de reis te kunnen uitvoeren moeten een aantal stappen genomen worden. In de eerste 4 weken van de module Jeugdcultuur werk je aan deze opdracht en tijdens de eerste lessen van Praktijkonderzoek krijg je de theorie die hiervoor nodig is.

Tijdens de tweede les van jeugdcultuur gaan jullie individueel of met een groepje informatie zoeken over jongeren (ong. 12-23 jaar), jeugd- en straatcultuur, sociaal cultureel kapitaal in de stad die je gaat bezoeken in week 5. Vervolgens ga je brainstormen welke aspecten van jeugd- en straatcultuur en / of sociaal cultureel kapitaal je wilt onderzoeken (de te onderzoeken groep dient in ieder geval te bestaan uit jongeren en professionals die met de jongeren werken; tevens worden fysieke sporen van jeugd- of straatcultuur of sociaal cultureel kapitaal (in een wijk of stadscentrum) geobserveerd). De onderzoeksvraag kan hetzelfde zijn als het onderzoek dat je in Nederland gaat uitvoeren, maar mag ook een deelvraag zijn, of een heel ander onderwerp zijn. Tijdens de 3e les van Jeugdcultuur formuleer je een definitieve onderzoeksvraag en ga je bedenken hoe je de vraag kunt beantwoorden. Waar ga je de gegevens die je nodig zijn vinden en hoe? In de les van Praktijkonderzoek die volgt krijg je nog meer theorie over mogelijk datatechnieken en –bronnen.

In week 4 van Jeugdcultuur neem je een A4 mee naar de les met daarop de volgende onderdelen:    Aanleiding onderzoeksvraag en concrete vraagstelling  Databronnen en datatechnieken  Planning (waar en wanneer data verzamelen)  Literatuurlijst (APA) Tijdens de les wordt het besproken. Het maken van de opdracht is een voorwaarde om de module Participerend Jeugdonderzoek Internationaal te kunnen afronden. De docent tekent voor het voldoen aan de opdracht en geeft dit door aan de docent van Praktijkonderzoek. In week 5 ga je de data verzamelen in het buitenland. Deze gegevens moet je later vergelijken met de onderzoeksresultaten in Nederland en eventueel andere landen binnen je subgroep. De resultaten, de verschillen en overeenkomsten en conclusies presenteer je m.b.v. een posterpresentatie (opdracht 4) aan je eigen klas in week 8.