mvg les 4
Chris Brown http://www.youtube.com/watch?v=Pf2SuXtyHlE&feature=related http://www.nu.nl/achterklap/2917947/chris-brown-positief-bij-drugstest.html
http://www.youtube.com/watch?v=8bA2AYXXXyQ
Kennistoets motiverende gespreksvoering 1. Noem vier basisprincipes van motiverende gespreksvoering. 2. Voor welke patiënten is motiverende gespreksvoering minder geschikt? 3. Noem de fasen van verandering volgens Prochaska, DiClemente en Norcross. 4. Noem de vijf basistechnieken van motiverende gespreksvoering. 5. Welke vorm van verandertaal voorspelt het best gedragsverandering?
Antwoorden: 1. De vier principes zijn: Empathie uitdrukken Cognitieve dissonantie oproepen Meerollen met de weerstand Vergroten van het zelfvertrouwen 2. Omdat het om een verbale, op zelfcontrole gerichte methodiek is, is motiverende gespreksvoering minder geschikt voor mensen bij wie het niet gaat om verandering van gedrag die ze met zelfcontrolemaatregelen kunnen bereiken, mensen die zodanig ernstig gestoord zijn dat gedragsverandering niet mogelijk is, mensen die verbaal minder goed aanspreekbaar zijn. 3. De zes fasen zijn: Voorbewustwording, Precontemplatie of Vooroverweging; Bewustwording, Contemplatie of Overweging; Voorbereiding (mag evt overgeslagen worden), Actie, Volhouden en Terugvallen. 4. (1) open vragen stellen; (2) reflectief luisteren; (3) bekrachtigen; (4) samenvatten en (5) uitlokken van zelfmotiverende uitspraken. 5. Vastbesloten toezegging (commitment)
Basistechnieken Reflectief luisteren Open vragen stellen
Teruggeven aan patiënt Reflectief luisteren het coderen van de bood -schap door de patiënt (encoding), Luisteren naar wat patiënt zegt (hearing) Teruggeven aan patiënt van eigen boodschap (reflecting) Luisteren naar wat de patient bedoelt (encoding),
Reflectief luisteren Een statement dus geen vraag! Interpretatie van de hulpverlener Kort en directief Is nooit goed of fout
Reflectief luisteren Belangrijk omdat: Respect communiceert Aanzet tot exploratie van ambivalentie Bekrachtigend voor motivatie Begrip laten horen i.p.v. vragen of je patiënt goed hebt begrepen Afname kans op weerstand
Oefening Reflectief Luisteren Elke deelnemer een drietal zinnen: Over iets waar hij trots op is Dubbele betekenis Start zin: “Iets wat ik goed aan mezelf vind ..” Drietallen: Deelnemer 1 leest zin op Andere deelnemers ieder een reflectie Reactie Deelnemer 1 “klopt” of “klopt niet” Indien niet kloppend, nieuwe reflectie Binnen drie reflecties juiste betekenis
Blok 3: Basistechnieken Reflectief luisteren Open vragen stellen
Open vragen Nodigt de patiënt uit tot het geven van: informatie toelichting over ambivalentie Zet patiënt aan tot nadenken blok 3, dia 7
Open vragen Beginnen altijd met vragend voornaamwoord wie, wat, welk, hoe pas op met waarom vragen Beginnen nooit met een werkwoord uitzondering: vragen in gebiedende wijs blok 3, dia 8
Open vragen Hoe vervelend zijn deze klachten voor u? Wat vind u van de suggestie dat uw klachten met alcohol te maken kunnen hebben? Wat lijkt u moeilijk aan stoppen met alcohol? Vind u dat u te veel drinkt? Heeft uw alcoholgebruik tot veel problemen geleid in je leven? Welke verandering staat u voor? Wat vind u prettig aan het gebruik van alcohol? Wilt u stoppen met drinken of wilt u uw alcoholgebruik verminderen? In welke situaties is het moeilijk voor u om geen alcohol te gebruiken? Is uw partner blij dat u nu niet meer drinkt? blok 3, dia 9
Blok 4: Weerstand Meerollen met de weerstand Weerstand van uit de optiek van MGV Theorie Meerollen met de weerstand: Oefeningen
Herkennen van weerstand Ter discussie stellen van de hulpverlener Onderbreken van de hulpverlener Ontkennen Negeren
Weerstand Volgens MGV is weerstand: maar, weerstand geen persoonlijkheidskenmerk geen intrapsychisch fenomeen maar, weerstand kan verschillen per moment, per gedrag en per situatie is inherent aan het contact tussen patiënt en hulpverlener is geen symptoom van onderliggende psychopathologie afname van weerstand voorspelt verandering
Omgaan met weerstand Eenvoudige reflectie Versterkte reflectie Erkenning door spiegelen van perspectief/beleving patient Versterkte reflectie Uitvergroting van perspectief/beleving patient Dubbelzijdige reflectie Ambivalentie benoemen Focus verleggen Benadrukken persoonlijke keuze en controle
Eenvoudige reflecties “U zegt dat ik verslaafd ben, maar dat kan niet kloppen. Ik kan elk moment stoppen als het moet.” “U bent van mening dat het kunnen stoppen betekent dat u niet verslaafd bent.” “Ik ben niet degene met een probleem. Als ik drink is het omdat mijn man altijd zo tegen me aanzeurt.” “U hebt het idee dat uw drinken te maken heeft met de problemen in uw relatie.”
Versterkte reflectie “Ik kan niet veranderen, ook al zou ik willen.” “U ziet geen manier waarop het u zou lukken om te veranderen, ook al wilt u wel.“ “Ik kan niet zomaar stoppen. Wat zouden mijn vrienden denken?” “Het zou überhaupt wel eens moeilijk voor u kunnen zijn om te stoppen.” “Ik kan uitstekend tegen drank. Ik sta nog steeds overeind wanneer iedereen al onder tafel ligt.” “U hebt niks om u zorgen over te maken. Enorme hoeveelheden alcohol kunnen bij u helemaal geen kwaad.”
Dubbelzijdige reflectie “Ik drink helemaal niet meer dan mijn vrienden. Wat is er mis met af en toe een biertje?” “Ik begrijp dat dit erg verwarrend voor u is. Aan de ene kant hebt u me verteld dat u bezorgd bent over uw alcoholgebruik en aan de andere kant lijkt het dat u niet meer drinkt dan uw vrienden.” “U zult wel vinden dat ik helemaal geen alcohol meer zou moeten gebruiken, maar dat doe ik dus mooi niet!” “Aan de éne kant wilt u uw alcoholgebruik minderen en tegelijkertijd moet u er niet aan denken om het te missen.”
Andere technieken Focus verleggen: Zorgt ervoor dat de aandacht van de patiënt verplaatst wordt weg van het onderwerp waar stagnatie optreedt. Gaat om de barrière heen in plaats van er dwars over heen. Benadrukken persoonlijke keuze en controle: Indien patiënt de indruk heeft dat autonomie bedreigd wordt benoemen dat patiënt bepaalt wat er gebeurt.
Omgaan met weerstand Eenvoudige reflectie Versterkte reflectie Erkenning door spiegelen van perspectief/beleving patient Versterkte reflectie Uitvergroting van perspectief/beleving patient Dubbelzijdige reflectie Ambivalentie benoemen Focus verleggen Benadrukken persoonlijke keuze en controle
Weerstandsuitspraken “Wat maakt het nou uit, alcohol. We doen allemaal wel dingen die ongezond zijn.” “Mijn alcoholgebruik valt reuze mee, ik ben een gemiddelde drinker.” “Ik ben hier omdat het moet van mijn bedrijfsarts. Ik zie er zelf het nut niet van in.” “Alcohol is een gezellig onderdeel van mijn leven.” “Ik heb geen problemen. Mijn vrouw vindt dat ik een probleem heb.” “Mijn enige probleem is de slapeloosheid wat niks met alcoholgebruik te maken heeft.” blok 4, dia 10
Verandertaal Verandertaal Uitlokken verandertaal Theorie Oefening blok 5, dia 1
Verandertaal Wens (verlangen) tot verandering Mogelijkheden tot verandering Redenen om te kiezen voor verandering Noodzaak tot verandering Commitment aan de verandering (commitment = vastbesloten toezegging)
Verandertaal Verlangen: uitspraken waarin willen en graag voorkomen Vermogen: uitspraken waarin iets gezegd wordt over de mogelijkheden tot verandering Redenen: uitspraken waarin de voordelen van verandering en de nadelen van de huidige situatie benoemd worden Noodzaak: uitspraken die iets zeggen over de behoefte of noodzaak tot verandering
Verandertaal Vastbesloten toezegging: uitspraken waarin woorden als zullen (ik zal veranderen, ik zal over verandering nadenken), bedoeling (het is mijn bedoeling om te veranderen), proberen (deze week ga ik het proberen) opgenomen zijn.
Uitlokken verandertaal Uitlokkende vragen Voor- en nadelen Gedetailleerd uitwerken / uitvragen Extremen Terugkijken Vooruitkijken Meetlat
Uitlokken verandertaal: oefening Geef cijfer 0-10 aan minder belangrijk werkaspect Tweetallen: interviewer en geinterviewde Interviewer lokt verandertaal uit Op einde gesprek geeft geinterviewde opnieuw een cijfer Interview duurt 10 minuten, daarna wisselen