 Onder cultuur verstaan we een collectieve mentale programmering (software of the mind) welke groep onderscheid van anderen door normen, waarden rituelen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Organisatieverandering
Advertisements

situationeel leiderschap
Feb 2014 Leiderschap & Professionele Ruimte Joost van der Stoep Organisatiewetenschappen (VU Amsterdam) Organisatie en Personeelsbeleid Rijk (BZK)
Aanpak voor een top team
De fundamenten van de organisatiestructuur
The sociology of organizations 1. BUREAUCRACY AND LEGITIMATE AUTHORITY Max Weber Sarah Moonen
Hoe HPO is de Kinderopvang? High Performance Organisaties
culturen categoriseren: basiswaarden
Diversity Network ABN AMRO Mentoringprogramma
Organisatiecultuur = het feitelijk gedrag van de medewerkers van een organisatie dat voortkomt uit een stelsel van impliciete en expliciete veronderstellingen,
Welkom! Cultuur wint altijd!
Aanpassing Selectie beleid. Waarom aanpassingen in het huidige selectie beleid?
Blz. 9 tot en met 28 Boekje Leidinggeven
Leiderschap.
Taken, functie en beroep (hfdst.8)
Loopbaancentrum Zwolle
Werken op afstand Onderzoek in Vlaanderen Michel Walrave (UA, 2004) Catherine Misonne.
ELISE DENHAENE 1BaSWB VRIJWILLIGERSWERK INPASSEN IN DE STRUCTUUR VAN EEN ORGANISATIE.
Inleiding tot management en organisaties
Gedrag in organisaties, 9e editie
Hoofdstuk 17 De organisatiecultuur bepalen en veranderen
Hoofdstuk 6 Leidinggeven
Hoofdstuk 3 Inzet voor een project
De fundamenten van de organisatiestructuur
Hoofdstuk 7 Anderen motiveren
Oude en nieuwe uitdagingen in personeelsmanagement.
Management van gedrag Hoofdstuk 8 Leiderschap 1.
Leiderschap en vertrouwen
Hoofdstuk 5 Integer leiderschap
Hoofdstuk 7 Motiveren van medewerkers
Gedrag in organisaties, 10e editie
MVO en intern management
België Bulgarije Cyprus Denemarken Duitsland Estland Finland Frankrijk
TEKST CULTUUR & ORGANISATIE
Wat willen we vandaag doen?
inzicht op de invloed van veranderingen op het gedrag van medewerkers
Met Stakeholders Gedeelde Visie
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
“Een samenwerkingsverband van mensen in formele functies die met behulp van regels en middelen een gemeenschappelijk doel realiseren”. ORGANISATIE Mensen.
Visie & Strategie.
Docent: Anco R.O. Ringeling
GRIP krijgen op werkdruk en stress met het JD-R model
Duid het juiste land aan
Op weg naar een Samenlevingsgerichte School De [naam school] wil ………………………
TEKST STRUCTURE IN FIVE’S
SCHPA Organisatie en beleid week 2.
SCHPA Organisatie en beleid week 2.
Trends 3 Trends in Kinderopvang en Opvoeding jonge kinderen
Beslissen managen en macht
Vervolg Mintzberg Week 4 organisatie en beheer deeltijd dsr3a
SCHPA 2.57 Organisatie en beleid week 2.
Hostmanship Wat is het? Waar gaat het om?
SCHPA Organisatie en beleid week 6. cultuur Onder cultuur verstaan we een collectieve mentale programmering (software of the mind) welke groep.
Bronnen van macht. Formele macht Hiërarchisch Formeel Positie Legitieme macht.
Beslissen managen en macht beslissen Constant beslissingen nemen, zakelijk/prive Gestructureerde /ongestructureerde Ty pe be sli.
Conflicthantering Week 2.
Organisatie en Beleid Bijeenkomst 2 Werken in een Organisatie II Hafida El-Gharbaoui Kamer
Beslissen managen en macht
Organisatie en Beleid Bijeenkomst week 3 Werken in een team
Communicatie & Relatie
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 5 Onderdeel : CULTUUR
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 6 Onderdeel : personeelsinstrumenten.
Van je familie moet je het hebben?? Over de samenstelling van een effectieve directie binnen familiebedrijven. Afstudeer opdracht voor de opleiding MBA.
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 3 Onderdeel : LEIDING GEVEN.
I TRUST U, WERKEN VANUIT VERTROUWEN Lezing 19 april 2010 SMT, Tica Peeman.
Verzorgingsstaat pargf.4
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
De ideeën van Henry Mintzberg over management
Boeien en binden van goede medewerkers
Transcript van de presentatie:

 Onder cultuur verstaan we een collectieve mentale programmering (software of the mind) welke groep onderscheid van anderen door normen, waarden rituelen en opvattingen.

 utwRnfH4&feature=related utwRnfH4&feature=related

Shell Rabobank Philips KPN ING Groep Ahold Unilever Air France-KLM ABN Amro DSM

Categorie minder dan 1000 medewerkers: Rijk Zwaan Red Bull Nederland SBR PSW Midden- en Noord Limburg Convenient Stichting Geriant Mulder Obdam Bouw B.V. RIBW ZWWF CSG Prins Maurits Stichting De Parabool

 Criteria  Voorkeur  gevoel

 Top 10 vakantie wonen

vakantie wonen 1.Frankrijk 2. Duitsland 3.Spanje 4. Oostenrijk 5. België 6. Italië 7. Turkije 8.Griekenland 9. Tsjechië 10. Verenigde Staten  1. Noorwegen  2. Zweden  3. Nieuw-Zeeland en Ierland  5. Finland  6. Denemarken en Canada  8. Oostenrijk  9. IJsland  10. Duitsland

 Gedrag van mensen en groepen in een organisatie voor zover bepaald door gedeelde waarden en normen  Geen beschreven kenmerken;onbewust proces  Gaan deel uitmaken de persoonlijke cultuur

Gedrag gewenst/ongewenst Kleding Taalgebruik Bezoeken van kroeg Gebruik logo Extern; gericht naar de buitenwereld gebruik logo etc. Intern; gericht op medewerkers

4 type culturen 1 Machts(Zeus)cultuur- sterke leider, kleine Org. regels niet zo belangrijk; eenmanszaak 2 Rol(Apollo) cultuur – rol /positie erg belangrijk, bureaucratie sterk geregelmenteerd;zorg 3 Taak(Athene)cultuur - resultaat belangrijk vnl org die moeten overleven “getting things done!!” Gericht op klanten projecten 4 Persoonsgerichte cultuur Dionysos - professionele bureaucratie, geen echte leider, individu staat centraal. Medische specialisten

 hoge graad van samenwerking + lage graad van machtsspreiding  in het bedrijf staat de topmanager centraal (vaak de eigenaar-oprichter) hij is doorheen alle functies in het bedrijf aanwezig. Expliciete regels zijn quasi onbestaand omdat de topmanager bijgestaan door enkele vertrouwelingen de beslissingen neemt.  Voordelen zijn de snelle besluitvorming, de sfeer van vertrouwen, de emotionele betrokkenheid en de allesbehalve bureaucratische structuur.  (vooral kleine en/of jonge bedrijven maar ook in oudere/grotere familiebedrijven.)

 lage graad van samenwerking + lage graad van machtspreiding  regels en procedures zorgen voor een stabiele en voorspelbare omgeving. Elke werknemer heeft zijn eigen verantwoordelijkheden en zij worden op grond hiervan op een objectieve manier beoordeeld. De functie is belangrijk, niet zozeer het individu dat die ambt op dat moment toevallig bekleed. (vooral voor grote bureaucratische organisaties met strikte lijnstructuur)

 hoge graad van samenwerking + hoge graad van machtspreiding  hoge mate van taakgerichtheid en professionaliteit, teamwerk wordt sterk aangemoedigd. Eerder van het matrix-type. Ze werken met projectgroepen die even snel ontbonden worden als opnieuw samengesteld en die hun bewust zijn van hun grote zelfstandigheid. Flexibiliteit staat hoog aangeschreven. (vooral in snelgroeiende kennisindustrieën waar accurate probleemoplossing in een dubbelzinnig en snel veranderende omgeving centraal staat/ 

 lage graad van samenwerking + hoge graad van machtspreiding  zij geven de voorrang aan het individu, elke leidinggevende is eerder een collega dan een superieur waardoor het erg moeilijk is om dionisische werknemers te motiveren of leidig te geven. (de mate waarin de leiding de ondergeschikte toch kan motiveren is gebaseerd op gezag en niet op macht) Binnen dit cultuurtype is het zeer moeilijk om tot teamwerk te komen, de kwaliteit van eigen prestatie domineert en wat de andere er over denken speelt geen rol. (vooral bedrijven met hoog opgeleide professionals zoals R&D afdelingen in grote bedrijven, artistieke sectoren, maar ook in een aantal kleine dienstverlenende bedrijven)

 Mentaliteit  Regels en routine  Voorkeuren  collegialiteit

 Gedrag wat gedragen wordt door een organisatie  Mentaliteit, hard werken  Kaizen, verweven van bedrijfs met persoonscultuur

 Terugkerende handelingen op dezelfde manier laten verlopen, minder fouten  Subcultuur per afdeling anders  Flexibiliteit vereist

 Prioriteitstelling;wat doen we eerst  Officieel vastgelegd in beleid;onofficieel mentaliteit  Bureaucratie vs. Klantgerichtheid  Recht van de sterkste  Vervreemding kans aanwezig  VekArKA&feature=related VekArKA&feature=related

 Informele communicatie  Sfeer gevoel van bij te horen  officieel-informeel  zakelijk-sociaal  Koud-warm  Hangt samen met doel organisatie  Goede sfeer zorgt voor voortdurende verbetering

 Man vrouw  Autochtoon allochtoon  Jong oud  Stad dorp  Religie atheist  Middelbaar onderwijs hoger onderwijs  Taalgebruik  recreatie

 Manager  Beheert  Kopie  Onderhoudt  Controle  Doet wat opgedragen  Vermijdt risicos  Hoe en wanneer  Leider  Innoveert  Orgineel  Ontwikkelt  Richt op mensen  Volgelingen  Innerlijke stem  vertrouwen

Sterke motivatie Verlangen om leiding te geven Eerlijkheid en oprechtheid Zelfvertrouwen Intelligentie Vakkennis Noem zo’n leider....

 Charismatische leider;leider die enthousiast,zelfbewust, persoonlijkheid en acties beinvloed mensen  Visionair leider;verwoorden een geloofwaardige realistische koers  Teamleider;begeleiden van een team met verschillende rollen

1. Boegbeeld 2. Leider 3. Liaison-functionaris 4. Waarnemer van informatie 5. Verspreider van informatie 6. Woordvoerder 7. Ondernemer 8. Oplosser van strubbelingen 9. Verdeler van middelen 10. Onderhandelaar Management Classics } Interpersoonlijke contacten } Informatie } Besluitvorming

 Wat is macht  Wie geeft macht  Wie wil macht  Hoe krijg je het ;hoe raak je het kwijt

Macht bestaat niet uit hard of dikwijls slaan, maar uit raak slaan Kennis is macht Een druppel tederheid is meer dan geld en macht Wie zijn macht wil bewaren, moet haar niet tonen Laat uw wil niet bulderen, als uw macht slechts fluisteren kan

 Formele macht;iemand anders bepaalt de regels;vaak afgesproken ; Zaken paus  Sanctiemacht;gebaseerd op straf hoger iemand kan een lager iemand straffen;leger  Beloningsmacht; bonus susteem, belonen;vb verzekeringen  modelmacht;rolmodel verering;verering  Expertmacht;kennis en kunde;ict

 hoofdstuk 3 propper  artikel:achtergrondinformatie deel 2