Ontwikkeling gedragsinterventie middelengebruik jeugdige delinquenten IVO: Elske Wits, Soenita Ganpat, Tim Schoenmakers, Anke Snoek Tactus: Judith Boonstra en Rianca den Ouden
Inhoud Aanleiding Wat is Stay-a-way Onderbouwing Toekomst
Aanleiding Raad voor de Kinderbescherming: –Gedragsinterventie risicovol middelengebruik jeugdige delinquenten –Ambulant, als alternatief voor werkstraf of als Gedragsbeïnvloedende Maatregel –Richtlijnen Erkenningscommissie Justitie –Samenwerking Tactus en IVO
Beleid Justitie Terugdringen Recidive; effectieve(re) gedragsinterventies voor delinquenten What works – benadering: –Gericht op criminogene tekorten van delinquent –Past in stijl en vorm bij individu –Intensiteit afgestemd op risico van recidive –Multimodaal, vaardigheidsgericht en gebaseerd op leertheoretische of cognitief-gedragstherapeutische principes –Programma-integriteit: heldere doelen en structuur; op juiste wijze uitgevoerd
Relevantie 8% jongeren (eerste drie klassen VO) pleegt regelmatig delicten Middelengebruik hangt samen met, en kan oorzaak zijn van crimineel gedrag In JJI’s middelengebruik relatief hoog
Clustering van problemen Voorgeschiedenis van jongeren met een hulpvraag bij de verslavingszorg t/m 18 jr 19 t/m 24 jr Ooit in aanraking met justitie 42% 46% Bron: IVZ, 2010
Stay-a-way: doel 1. Verminderen of voorkomen van risicovol middelengebruik 2. Verminderen van het algemeen crimineel recidiverisico Verminderen van risicovol middelengebruik wordt bereikt door: a. Vergroten van de intrinsieke motivatie tot verandering middelengebruik b. Vergroten van de zelfcontrole c. Versterken van de ouderlijke binding
Doelgroep Jeugdige delinquenten (12-18 jaar) met een matig of hoog recidiverisico, en: - matige of ernstige middelenproblematiek - lichte problematiek & risicofactoren, bv: -aanwezigheid van verslavingsproblematiek in familie -sensation-seeking -gebrek aan zelfcontrole
Uitgangspunten Methoden Stay-a-way gebaseerd op motivationele gesprekstechnieken, cognitieve gedragstherapie Modulair opgebouwd programma, inhoud en omvang is afhankelijk van motivatie en problematiek jongeren Ouders worden erbij betrokken (vergroten binding en vergroten vaardigheden)
Invulling 1. Kennismaking: jongeren en hun ouder(s) (2 individuele gesprekken en 1 ouder-kind gesprek) Doel: kennismaking, informatie verzamelen 2. Motivatietraining: jongeren zonder sterke wens tot gedragsverandering (5 individuele gesprekken) Doel: inzicht in middelengebruik en delictgedrag. Intrinsieke motivatie vergroten 3. Individuele training zelfcontrole: jongeren die gebruik willen veranderen (8 individuele + 2 ouder-kind gesprekken) Doel: verandering middelengebruik/gokgedrag, herkennen en omgaan met risicomomenten, vergroten zelfcontrole, aanleren copingstrategieën en gedragsalternatieven. Incl. follow-up
Onderbouwing Opeenstapeling van risicofactoren bij jongeren met ernstige gedragsproblemen en delinquent gedrag Complexe relatie tussen middelengebruik en delinquentie BPS beschrijft relatie tussen biologische, psychologische en sociale/omgevingsfactoren t.a.v. verslaving en delinquent gedrag; geen verklaringsmodel
Verandermodel
Toekomst Erkenningscommissie Justitie: voorlopig erkend Raad voor de Kinderbescherming coördineert de implementatie Tactus: opleidingsinstituut